Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Samenwerken en hoe. 15de Jaarg. No. 4359. "£kn-eau ^oogstraat 817. EERTSE BLAD. Zondag 14 Augustus 1892. 0 Wegens den Feestdag van 0. L. Vrouw Hemelvaart, zal de Nieuwe Schiedamsche Cou rant Maandagavond niet verschijnen. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN Eendracht maakt macht. Een ster vende vader, die vele zonen had, liet zich een pijlbundel brengen en vroeg zijn zonen dien bundel te verbreken. Tevergeefs beproefden zij het. Toen maakte de vader den bundel los en herhaalde zijn verzoek, in dier voege, dat alle pijlen nu één voor één moes ten gebroken worden. Niets viel den zonen gemakkelijker. Krak, krak, zoo ging het, heel de bundel lag in een paar minuten aan stukken. Maar vader, riepen toen de zonen, nu zult ge ons ook zeggen, wat deze vreemdigheid inheeft? Ja kinderen, hernam de oude. Ziet, gij zijt met zoovelen. Blijft gij vereend, gij zijt als de omwondene pijlbundelniemand kan u schaden. Wordt ge echter verdeeld, ach, één voor één zijt ge gemakkelijk te over winnen. Blijft dus altijd één. Onwillekeurig komt deze geschie denis den Katholiek van Nederland in deze tijden voor den geestonze kracht ligt in de eenheid, en die is ons hoog noodig. Waarom toch? 12) Omdat wij, Roomschen, altoos zoo bijzonder de lieden schijnen te zijn, die het lootje moeten leggen in de wetgeving. Nauwelijks zijn wij eventjes gelukkig met de subsidie der Schoolwet, of daar komt onlangs, op 1 Augustus, een circulaire van den minister van binnenlandsche zaken de beslissing mededeelen, dat een bijzondere school, wil zij voor de rijksbijdrage in aanmerking komen, een eigen hoofd moet hebben, welk hoofd niet gelijk hoofd eener openbare school mag zijn. Yreemde beslissing voorwaarAls die wets- uitlegging doorgaat, dan komt weer menig suppliek op de dorpen vooral, platzak te huis. Nu zal men zeggen, maar als dat niet mag, als een bijzondere school hoofdeloos, en daardoor ten opzichte der subsidie onwettig wordt geacht, alleen omdat haar tot heden geëer biedigd hoofd tevens aan 't hoofd staat eener openbare school, lieve hemel, dan zijn eigenlijk alle die Rijksnormaalscholen hoofdeloos, waai de overste van een openbare school de kweekelingen of ondermeesters leertdan mag dit eigenlijk met of zonder subsidie in geen geval geschieden. Voorzeker dit alles is waar, en het is o. a. in het Huis gezin door zekeren Mr, S. zeer scherpzinnig en flink uiteengezet, maar wie worden er het hardste mee getroffen De Roomschen, vooral de nonnetjes. Bij eenige schaarschte van personeel, namen zij op hun scholen, vooral op de dorpen, den meester der Roomsche Jongensschool als hoofd harer school. Nu zal dat kleine kansje hoogstwaarschijnlijk weder verkeken zijn. En zooals het nu in deze wet gaat, zoo gaat het gewoonlijk tegenover ons. De Katholieken schijnen alleen goed om den last der wetten te dragen. Op wie drukt de successie-wet, de inkom sten-belasting en de nieuwe belas ting op het kapitaal verreweg het meest Alweder de Roomschen, want de eed, waarmede men zijn aangifte van de hoeveelheid eener erfenis, of van eenig inkomen, of van het groo- tere kapitaal moet bezweren ofalthans zal kunnen moeten bezweren, die eed staat, zooals de groote heeren wel weten, bij de Roomschen allen, nog in zijn ouderwetsche kracht. En eindelijk om iets betreffende Schie dam te zeggen, waarom zijn de wetten op de branderijen en het gedistilleerd juist zoo lastig en zwaar Zoude men vooral in den tijd toen die wetten Averden uitgevaardigd geheel toe- valligerAvijze, de toen zeer betee- kenende katholieke bevolking van de Schie-stad zoo bezwaard heb ben? Zooveel is in elk geval uit al het bovenstaande aan te toonen, dat wie van het houtje zijn, bij uit stek de begunstiging der wettelijke lasten genieten in ons dieibaar va derland. Welnu, willen wij daar ooit iets in veranderd zien, Avillen wij ten minste onze klachten met succes in Den Haag zien gehoord en bespro ken, dan moeten wij als katholieke partij duurzaam één zien te worden. Dit nu zoo zijnde, zoo voert men ons misschien tegemoet, wat volgt daaruit voor het leven? Yeel op allerlei wijze. Elkeen weet, anders zwegen wij hier over, dat er in het staatkundig leven der katholieke partij eenig verschil heerscht, bij waardeering van som mige opiniën. Wie nu voor de een heid strijdt, hij zij bescheiden in het uiten zijner meeninghij verloochene nimmer zijn overtuiging maar be ware den vrede. Yervolgens men herovere wat locaal verloren ging. Waar wij het groote Yaderland niet kunnen be houden, daar doe men tenminste zijn best, eenparigde provinciën te be houden. Waar de Provincialen ons ontgaan, daar werke men voor den Gemeenteraad. Waar de gemeente raad ons ontvalt, daar ijvere men voor een afzonderlijken zetel. Het Katholicisme heeft een altoosdurend herlevensbeginsel. Waar men gesla gen is, dient nooit te worden ge wanhoopt en waar gewonnen is, dient nooit te worden gerust, want nieuwe krachten zullen ons altoos in de toekomst geworden, maar eenheid is noodig ter goede organisatie. Nog verder vordert die eenheid billijke onderlinge bescherming. O neen, wij wekken niemand tot haat op jegens andersgezin denzoo iemand, dan hebben wij, die in een gemengde bevolking zijn opgegroeid, vele indi viduen dier andersgezinden lief. Wij zeggen dus nietverleg uwe klandi- sie, als gij geen redenen hebt. Maar wél zeggen wijwilt gij de onderlinge katholieke eenheid bevorderen, stel geen geloofsbroeder Yoor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.) Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. lil 11111 HM U NAAK HET FrANSCH. De golven dansten. De Bretanjer sloot zijn oogen, om niet dol te worden. Hé hop hé hop Men hoorde de luisterenden zelfs geen adem halen, zoozeer boeide hun het verhaal. Simon La Priol rustte even, en wischte het zweet van zijn voorhoofd weg. Want hij vertelde met het grootste genoegen, zooals men ook doen moet, als men zijn toe hoorders wil boeien. Men kan gerust zeggen, dat allen, die on der den schoorsteen zaten, het zwarte paard over de oppervlakte der golven zagen vliegen, en den sluier in den wind zagen wapperen. Fanchon, de huisvrouw, dompelde haar hou ten lepel in den ketel, waarin de havergort stond te koken, en vulde er een volle kom mee. Het aandeel der goede Toovergodin! mompelde men in het rond. Alleen baas Vincent Gueffès, de leelijke Nor- mandiër, haalde zijn schouders op. Dat duurde niet lang-, beste vrienden, ver volgde Simon Le Priolde Bretanjer bad god vruchtig een Avewant hij erkende, dat hij gefaald had, door zich onder een andere be scherming dan die der heilige Maagd te stel len, toen hjj op eens hevigen schok gevoelde. Het was zijn paard, dat vasten voet op de rots van den Berg zette. De Bretanjer deed zijn oogen open. De Too vergodin zweefde als een nevel in het maan licht. Zij dook met het hoofd in de blauwe zee, die rondom haar vonken uitspatte. De Bretanjer ridder bracht al biddende den nacht in de kloosterkapel door. 's Anderen daags zag hij eindelijk bij laag water den slim- men Normaudiër langs den weg van Pontau- bault aankomen. De Normaudiër gaf zijn hon derd Eouaansche muntstukken en drie kronen, maar met tegenzin. AVat den Franschman betreft, de drommel weet, waar hij gebleven is. Ziedaar een ware geschiedenis, beste vrien den alles is juist zooals moeder het mij ver teld heeft. En daarmee is het uit. Allen begonnen in eens te praten, omdat iedereen zijn adem ingehouden had. Allerlei opmerkingen kruisten elkander. Vooral de tong der', vier Gothon's, die te lang hadden moeten rusten, gevoelde er behoefte aan, zich te kun- nen reppen. AchHeer Godriep Gothon het Hert, de arme Franscbman was zoo zwaar gestraft AVaarom zong hij ook zoo vroolijk? ant woordde Gothon do Grijze. En de Normandiër I hernam Gothon de Zwarte. Ach, jabesloot Gothon de Zachtzinnige, de Normandiër was een domkop. En ieder begon te lachen. Waarom lacht men altijd, als een Norman diër den hals breekt Baas Guèfes haalde alweer de schouders op. En nu gaat gij eeii goede pan gort op den drempel uwer deur zetten, niet waar, vrouw Fanchon vroeg hij met een sluw ge zicht. Ja, baas Gueffès, antwoordde de dikke, en zich tot Simounette wendendedaar kind, breng de goede Toovergodin haar aandeel Simonnette nam de rookende pan, en zette ze buiten op den drempel. En denkt ge, dat de Toovergodin uw pan leeg zal komen likken vroeg baas Guef fès met" zijn ontzaglijk kakebeen al verder. Of ik dat geloofriep Fanchon geërgerd. En wie zou dat niet gelooven vroeg Si mon Lo Priol; onze vaders en moeders heb ben het lang vóór ons geloofd Uw vaders en moeders, gaf Gueffès ten antwoord, verloren er hun gort bijen gij ook. 't Is zonde, die goede gort zoo aan landloopers of losgebroken honden voor te zetten. Zoo mag men niet sprekenriepen de vier Gothon's tegelijk. De vier Mathurin's overwogen of het niet pastte en het oogenblik niet daar was, om den leelijken Gueffès in den kolk te werpen! Ik, hernam Gueffès, zeg u, dat er even min eene toovergodin op het Strand is, als hier op mijn hand. Heeft iemand van u haar wel eens gezien Die vraag werd op zegevierenden toon ge daan. Men keek elkander eenigszins verlegen aan. Gij ziet welbegon baas Gueffès. Maar hjj werd door Jantje in de rede ge vallen, die luide en duidelijk zei Ik heb ze gezien VI. Wat Juliaan op de markt te Dol vernomen had. De aanhangers der Toovergodin, door de vraag van baas Gueffès uit het veld geslagen, hadden er in het geheel niet op gerekend, dat van dien kant hulp zou opdagen. Jantje werd op de vergadering der aanzien lijken van het dorp veeleer geduld dan uitge- noodigd, en gewoonlijk werd hem het woord niet gegund. Maar de man, die op een denkbeeld komt, wordt plotseling groot, en op het oogenblik, dat Simon Le Priol gezegd had„De goede Toovergodin geeft al wat men haar vraagt,'' viel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1