Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
IGOi
15de Jaarg.
Woensdag 24 Augustus 1892.
No. 4366.
jPmreciu hoogstraat 317.
ALGEMEEN OYERZICHT.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Abonnementen op dit
Blad worden dagelijks
aangenomen.
NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsbJNo. 124.)
iiii.üiililmmii: unnn nh:m nrn 1
Van 1—6 regels
Elke gewone regel meer
0.60
- 0.10
AjIIVC gCWOUC lCgOi JLULOt/A
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
23 Augustus '92.
De verklaring door keizer Wilhelm de
de vorige week omtrent den tweejarigen
diensttijd gegeven, wordt in de Euro-
peesche pers veelvuldig besproken. De
Keizer heeftnaar de dagbladen melden,
hij zijne toespraak tot de opper- en
hoofdofficieren, waarin hij den tweejari
gen diensttijd veroordeelde, zich ook
zeer gunstig uitgelaten over den alge-
meenen vredestoestand. Hij voegde er
hij, dat men deze opvatting van den
Europeeschen toestand en de gevolgen,
welke daaruit voor den diensttijd en
de legerversterking voortvloeien, in
wijder kring kon verspreiden, als van
hem afkomstig.
In België verkeert men nog steeds
in het onzekere omtrent het lot van
de expeditie-Hodister in Opper-Congo.
Volgens de Chronique is nog geenerlei
bevestiging der verontrustende geruchten
ingekomen en blijft mevrouw Hodister
nog steeds hopen, dat haar echtgenoot,
die zeer bevriend was met de Arabieren
en haar nog in een schrijven van 23
Maart 1.1. tegen eventueele valsche be
richten waarschuwde, behouden is ge
bleven. Uit Bomu had zij vernomen,
dat aldaar tot op 13 dezer nog niets
van de beweerde vernieting der expe
ditie-Hodister hekend was geworden.
De Moniteur (les Intéréts matériels be
vat een artikel over den Congo, ge-
teekend Delavelye, waarin herinnerd
wordt, dat de Congo-Staat de grootste
aandeelhouder is in de Kantanga-maat-
scliappij. In de vergadering van aan
deelhouders van 21 October 11. heeft
de vertegenwoordiger van den Con-
19) NAAR HET FrANSCH.
Slimme guitzei Méloir lachende.
Een lief edelknaapje, dat ik niet gezien
had, vervolgde baas Gueffès, wiens geelachtige
wang een roode kleur kreeg, sloeg mij met
een stok over het gelaat.
Hij liet zijn roode wang zien, waarop wer-
kelijk nog een witte striem stond.
't Is goed raak geweestzei Méloir.
Ja, antwoordde Gueffès; 'tis wel tien
jaren geleden. De striem vertoont zieh nog
altijd, en een waarzegster heeft mij gezegd,
dat zij zich zou blijven vertoonen totdat de
edelknaap onder de groene zoden ligt.
De edelknaap zal nu wel een man ge
worden zijn?
Een edelman, heer, die bijna even goed
een lans draagt als gij.
Hoe heet hij
Aubry de Kergariou.
Méloir zweeg audermaal.
go-staat zonder eenig voorbehoud
gestemd voor de expeditie van Hodister
en nu begrijpt de schrijver van het
artikel in den Moniteur volstrekt niet,
hoe de Congo-Staat de verantwoordelijk
heid voor de ramp, welke de expeditie-
Hodister getroffen heeft, op de schouders
der Maatschappijen schuift, terwijl zij
toch in volle overeenstemming met het
bestuur van den Congo-Staat is voorbe
reid. De schrijver stelt in het licht,
dat de zonderlinge handelwijze van den
Congo-Staat, zoowel in zake de expedi
tie-Hodister als ten aanzien van de
circulaires van den agent Lemarmel,
uitsluitend hieruit voortspruit, dat hot
bestuur van den Congo-Staat zich laat
medeslepen tot nuttelooze uitgaven, ge
heel buiten verhouding tot zijne onvol
doende inkomsten.
Van wege denonafhanlcelijken Congo-
staat worden berichten uit Yakoma van
den 21en Juni openbaar gemaakt, waar
uit blijkt dat er geenerlei geschil van
eenigszins ernstigen aard tusschen de
Fransche en Congosche autoriteiten heeft
plaats gevonden. De plek waar Poumey-
rac hetzelfde lot moest ondergaan hebben
als Crompel met dertig mannen, is op
den rechter oever der Kotto-rivier,tachtig
kilometer beneden Yakoma.
Een merkwaardige volksstemming
heeft onlangs plaats gehad in een der
Zwitsersche kantons. De Raad of Kamer
van St. Gallen had een wet aangeno
men op de begrafenissen, waarhij de
kosten daarvan voor rekening kwamen
van de gemeenten en den Staat. Ver
schillende bepalingen van deze wet
hinderden de Christelijke partijen, vooral
de bepaling, waarbij de lijkverbranding
facultatief werd gesteld. Terstond open
baarde zich dan ook onder de inwoners
van het kanton eene beweging met het
doel de wet aan een volksstemming
(referendum) te onderwerpen en de Ka
tholieken stelden zich bij die beweging
in het eerste gelid. De vorige week
heeft de stemming plaats gehad met
het resultaat, dat de wet met 18747
tegen 16704 stemmen werd verworpen.
Deze beslissing doet den bewoners van
het kanton alle eer aan.
Te Bern is gisteren het internationaal
vredescongres geopend. De heer Ruclion-
net toonde aan, hoezeer het door het
Congres verspreide denkbeeld van den
vrede veld gewonnen heeft in Zwitserland
en in het buitenland. De heer Richter,
Duitscher, verklaarde dat het denkbeeld
van den vrede weldra in Duitschland
aanmerkelijke vorderingen zal maken.
Naar uit Belgrado wordt bericht, is
de ministerieele crisis, aldaar onlangs
door oneenigheid in den boezem van
het ministerie in 't leven geroepen, thans
opgelost. Daarop heeft Avakumovitch
een nieuw ministerie gevormd. De mi
nisterieele lijst is reeds door de regenten
aangenomen en zou heden in het offici-
eele blad worden afgekondigd.
Minister Stambouloff moet aan een
redacteur der Figaro verklaard hebben,
dat liij aan den Sultan geen enkele
belofte is gaan vragen. Het was enkel
een beleefdheidsbezoek. De kwestie der
erkenning van prins Ferdinand werd
aangeraakt en Stambouloff vond den
Sultan in de beste gezindheid. Echter
werd niets anders gevraagd of toege
staan.
Volgens berichten uit Madrid dreigt
er aldaar eene ministerieele crisis. De
minister-president Canovas zal aan de
Koningin-Regentes den binnen- en bui-
tenlandschenpolitieken toestand blootleg
gen, die als zeer gespannen wordt be
schouwd. Eene ministerieele crisis schijnt
onvermijdelijk.
Ook in Rusland heeft eene gedeelte
lijke wijziging van het ministerie plaats
gehad. Naar. men van goed ingelichte
zijde verneemt, is in de audiëntie, die
de minister Wyschnegradski Zaterdag
bij den Keizer heeft gehad, besloten,
dat Wyschnegradski minister van finan
cien blijft, doch dat de afdeelingen han
del, nijverheid en spoorwegen afgeschei-
B uiten begon de dageraad zich aan den ge
zichteinder te vertoonen.
Baas Gueffès, zei Méloir met zekere deftig
heid, Aubry de Kergarieu is mijn neef, ik ben
ridder, en verbied u, iets tegen hem te onder
nemen.
Tegen hemikriep Gueffès uit, onnoo-
zel als een lamachgij kent mij niet. Ik
wensch Aubry naar de maan, dat is waar, maar
hem er zelf heen te helpen, dat nooit, goede
heerAlleen als gij soms met mij van oordeel
waart, dat een doodkist heter sluit dan een
gevangenhok, zou ik Amen gezegd hebben.
Genoeg daarover, baas Gueffès
Zooals gij wilt, heer. Maar ik ben geen
ridder, en mag dus wel andere gedachten heb
ben voor mjjn part, ik heb het begrepen
ik heb bij Simoenette ook een mededinger. Hij
zit zelfs 'niet in de gevangenis, en hoe eer gij
hem laat ophangen, hoe beter.
Hoe hem laten ophangen riep Méloir uit.
'tls maar een kleine toegift, die ik u
vraag op de vijftig Nanteezer kronen.
Mijn klein Jantje ophangen! zei Méloir
lachende.
- Ha ha gij kent hem Een lieve jongen,
niet waar
Een allerliefst kind
Welnuals gij mij belooft, dat hij opge
hangen wordt, zullen wij samen de zaak van
Maurever wel klaar spelen.
Maar hij wordt nooit opgehangen, baas
den. worden van bet ministerie van
financien en aan den heer Witte op
gedragen worden, die tot minister van
handel en wegen benoemd wordt.
Blijkens berichten uit Buenos-Ayres
van 20 dezer weigerde de minister van
marine gedurende de beraadslaging over
de marine-begrooting op een interpel
latie te antwoorden, en daarna deed de
minister aan het Congres eene mede-
deeling, welke als beleedigend beschouwd
werd. Hierdoor is er eene sterk gespan
nen verhouding tusschen de Regeering
en het Congres ontstaan. Volgens de
Standaard heeft president Pellegrini ten
gevolge van het ontstane geschil zijn
ontslag genomen, en heeft het Congres
den nieuw gekozen, doch nog niet op
getreden president Saenz Pena opge
dragen, reeds nu het bewind te aan
vaarden.
Tusschen het Russische expeditionaire
korps en een detachement Afghanen
heeft er te Taschkend bij Pamir eene
botsing plaats gehad, waarin enkele
Afghanen gedood of gewond zijn en er
ook aan de Russische zijde verscheidene
gewonden zijn gevallen. De Russische
expeditie heeft niettemin haar onderzoek
voortgezet.
Uit Valparaiso wordt aan den Herald
gemeld, dat Baptista, de nieuw gekozen
president van Bolivia, het geheeleland
in staat van beleg verklaard heeft, om
dat hij weet, dat generaal Camacho
bezig is eene omwenteling voor te
bereiden.
De algemeene gezondheidstoestand
in Europa blijft nog steeds min of meer
bedenkelijk. De cholera blijft in Rusland
voortwoeden. Het aantalcholera-gevallen
in het district Lublin (Russisch-Polen)
tot den 19 dezer bedraagt 34, waarvan
13 met doodelijken afloop. Te Ham
burg zijn de ziektegevallen, overeenko
mende met cholera, in de laatste dagen
sterk toegenomen. Gisteren kwamen
27 van die gevallen voor, waarvan
eenige snel een doodelijken afloop liad-
Gueffès.
Dan doodgeslagen, ik treed niet gaarne
in bijzonderheden.
Ook niet doodgeslagen.
In het welzand gestikt.
Ook niet gestikt.
In zee geworpen.
Ook niet in zee geworpen
Bij die laatste woorden fronste ridder Méloir
zijn wenkbrauwen min of meer.
Mijnheer, zei Gueffès, gij zijt de heer, ik
de dienaar. Ik zie, dat het goed is, onder uw
vrienden gerekend te worden. Bij ons in Nor-
mandië dingt men, zooals gij weet, zooveel
mogelijk afik hen een echt Normandiër, laat
mij dus afdingen. Als gij niet wilt, dat de
jonge schurk opgehangen, doodgeslagen, ge
stikt of verdronken wordt, zou men een ande
ren weg kunnen inslaan. Uw neef Aubry moet
daar ginds, in zijn gevangenis, wel behoefte
aan een edelknaap gevoelen. Het zou een
liefdewerk zijn, hen» Jantje te zenden. Bevalt
u dat, heer
Dat bevalt mij niet.
Laat ons hem dan een rok aantrekken,
en hem soldaat maken. Wie weet misschien
wordt hij dan ooit kapitein.
Hij wil geen soldaat worden.
Ha zei Guefiès, dat is iets anders Zoo
dra mijnheer Jantje niet wil
De brave Gueffès begon boos te worden.
Waarde heer, hernam hij, het noodlot
wil, dat wij beiden in nagenoeg gelijken toe
stand verkeeren, gij, de doorluchtige ridder, ik,
de arme drommel. Gij hebt in Aubry een me
dedinger, die den voorkeur heeft, mij zit een
doorn in het oog, die Jantje heet.
En gij wilt hem er uittrekken
Daar 'moet het heen, hervatte Gueffès zeer
natuurlijk. Als men geen vleesch, visch of
kaas heeft te eten, of niets, dat eetbaar is,
knabbelt men op de toppen van zijn vingers
om zijn honger te verschalken» dat is ware
wijsbegeerte. Als de vos te laag staat, en de
druiven te hoog hangen, zou er de vos niet
graag in bijten, alweer wijsbegeerte.
Als de Normandiër woedend wordt, ver
volgde Méloir op denzelfden toon, en zijn woede
niet kan botvieren, begint hij fabels te ver
tellen.
Komaan, schobbejak riep de rulder, plot-
seting opstaande, de morgenlucht is frisch,
steek - me mijn vuur aan en laat dat geklets
nu uit zijn! Als gij weet, waar de verrader
Maurever zich schuil houdt, komt gij mij dit,
om uw plicht als leenman te vervullen, ter
stond mededeelen. Als gij uw plicht als leen
man niet behoorlijk vervult, wordt gij opge
hangen
Gueffès was er de man niet naar, om zich
over dien plotseling omkeer te verwonderen.
Hij boog als een knipmes, en stak het vuur aan.
Maar hij kende nog andere fabels dan die
van den Vos en Druiven. De oude Esopus kon