Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
)IN VAN HET STRAND.
15de Jaarg.
Zaterdag 27 Augustus 1892.
No. 4369.
bureau Jioogsfraaf 317.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN
22)
Eene Luchtspiegeling.
NIEUWE SCHIEDAIHSCHE COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
1-50
2.—
- 0.05
Het auteursrecht Tan den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.)
llllllllllüllllllllllllllllllllllllllllllll''lllliaH''l'e»''l''|l|':''''1'|3Hllll|tl|ll»Uli
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer - 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
26 Augustus '92.
Blijkens beriehton uit verschillende
plaatsen van Europa blijft de cholera
nog steeds voortwoeden. Te Antwerpen
is de toestand niet veel erger. Woens
dag zijn er vier choleralijders in liet
hospitaal gebracht, waarvan er één is
gestorven. In de stad is gisteren een
kind overleden. Onder de eerste slacht
offers bevonden zich twee arbeiders van
de dokken, die beide binnen weinige
oogenblikken gestorven zijn. Een schip
per wiens vrouw aan cholera overleden
was, is eveneens in het hospitaal ge
bracht. Verscheidene schepen, die uit
Frankrijk, Duitschland of Rusland kwa
men, zijn in quarantaine gelegd, doch
geen enkel choleragev .1 heeft zich daar
aan boord voorgedaan.
De Parijsche arts, dr. Dujardin Beau-
metz, over de cholera ondervraagd,
onderscheidde twee stroomingen. De eene
is Fransch en uitgegaan van het liospice
te Nanterrezij is Parijs doorgegaan
en te Havre verdwenen. De tweede kwam
van Bakou, naar Petersburg, Hamburg
en Antwerpen en is van ernstiger aard.
Voorbehoedsmaatregelen overeenkomstig
aan die genomen op de Spaansche grens,
zullen worden bevolen.
In de Berlijnsche bladen wordt ver
ontwaardiging er over aan den dag
gelegd, dat men de verschijning van de
cholera te Hamburg zoo lang heeft be
dekt gehouden. Naar men beweert, be
stonden aldaar reeds sinds veertien dagen
verdachte gevallen, en is het getal aan
de cholera overledenen veel hooger dan
het totnogtoe wordt aangegeven.
Te Berlijn was bekend gemaakt, dat
reeds bij het eerste geval van werke
lijke cholera dadelijk ofïicieele bekend
making er van zal worden gedaan, door
middel van de openbare aanplakzuilen.
Totnogtoe is er nog geen zoodanige
publicatie gedaan. De bladen waarschu
wen tegen overdreven vrees voor cholera
en sporen de ingezetenen aan, liever
vlijtig te desinfecteeren. Intussclien
worden de strengste maatregelen van
afzondering en ontsmetting toegepast op
reizigers en vrachtgoederen uit Hamburg.
Het spoorwegverkeer met die stad zal
zooveel mogelijk worden beperkt.
De echtgenoote van den koopman
Landrodt, wonende in de Goebenstrasso
nr. 10, dus in het zeer fatsoenlijke wes
telijke deel der stad, is te middernacht
overleden, en wel volgens de verkla
ringen door den huisarts aan de politie
gedaan, onder verschijnselen van Azia
tische cholera. Een nauwkeurig onder
zoek is ingesteld. Men twijfelt echter
of het werkelijk Aziatische cholera zou
zijn geweest, daar mevrouw Landrodt
reeds sedert een paar dagen ziek was.
Aan het Lehrter-station is een reiziger,
die verdacht werd aan cholera te lijden,
aangehouden.
De Duitsche lleichsanzeiger signaleert
een artikel van den te Beuthen ver
schijnenden Katholik, waarbij den com
mission van Opper-Silezië wordt gewezen
op de aangekondigde inspectiereis des
ministers van onderwijs en eeredienst,
dr. Yon Bosse, met do dringende ver
maning om toch ruiterlijk aan den minis
ter den waren toestand in zake de onder
drukking der Poolsche taal bloot te leg
gen en liem te doen zien, dat de school
kinderen enkel van buiten geleerde
volzinnen in het Duitsch kunnen ant
woorden, maar er overigens niets van
kennen, terwijl zij het Poolsch enkel
kunnen spreken als hun moedertaal,
maar er geenerlei onderricht in krijgen
en het dus ook niet behoorlijk kunnen
lezen, zoodat de godsdienstleeraars de
grootste moeite hebben om hun de cate
chismus aan het verstand te brengen.
De minister Yon Bosse, zegt de Katholik
is een vriendelijk en rechtschapen man,
wien men ten volle mag vertrouwen.
De lleichsanzeiger noemt dit artikel een
merkwaardig voorbeeld van de middelen,
welke door Poolsche agitators worden
aangewend, en schijnt er dus iets kwaads
in te zien, dat men tot openhartigheid
jegens een minister durft aansporen.
Bij de verkiezingen in Engeland welke
door benoeming van een dertigtal man
datarissen in ministerie of hooge ambte-
naarsposten noodig waren geworden,
zijn gisteren en eergisteren reeds een
dozijn dergenen, die zich deswege aan
eene nieuwe stemming moesten onder
werpen, zonder strijd herkozen, als daar
zijnde ministers Gladstone, Bryce,
Shaw-Lefébvre, Henry H. Fowler, Mun-
della en sir William Vernont Harcourt,
alsook de proc.-gen. sir Charles Russell,
en de Junior Lords of Commissarissen
der Tresorie W. A. M. Arthur en R. II.
Causton enz. Alleen tegenover Harcourt
te Derby was nog een tegen-candidaat
gesteld, namelijk landbouwer Atkinson,
maar hij bracht het niet verder dan 1619
stemmen, terwijl Harcourt er 6508 ver
wierf. Gisteren zou te New-Castle
in de vacature van den minister voor
Ierland, John Morley, voorzien worden,
en men verwachtte, dat het daarbij zeer
warm zou toegaan, wijl de tories het er
opgezet hadden, met het oog op de
liome-rule kwestie, juist den minister voor
Ierland ten val te brengen. Zij hadden
zekere Rally tegenover hem candidaat
gesteld en zochten niet enkel bij de
liberale dissidenten, maar ook bij de
werklieden steun. Deze laatsten hebben
zich echter meerendeels voor Morley
verklaard.
De bekende zaak tusschen de Konin
gin en den heer Labouchère heeft thans
een geheel ander aanzien gekregen, en
wel door 's mans eigen mededeelingen
in zijn blad Truth, liet blijkt nu, dat
„Labby" niet door eene uiting van
Gladstone, maar slechts door een per
soonlijk vermoeden geleid werd, toen
hij de wereld trachtte te doen gelooven,
dat hij bij de samenstelling van het
nieuwe ministerie in de koude was ge
laten om geene andere reden, dan dat
NAAll HET FllANSClI.
En er viel niet aan te twijfelen, Jantje won
blijkbaar veld.
De toovergodin liep nog steeds vlug en ge
zwind, niaar Jantje, die haar met zijn oogen
als verslond, meende reeds teekenen van ver
moeidheid te bespeuren. Dit verdubbelde zijn
moed, en hij zei weer:
Ze is de mijne ze is de mijne
Hij wist niet, dat de toovergodinnen over
het algemeen spotziek van aard zijn. Simon
Le Priol, die heel sterk was in de 'kennis dier
godinnen, zou hem daar meer van hebben kun
nen zeggen. De toovergodinnen laten den ar
men vervolger zeer nabijkomen, zij moedigen
hem door een geveinsde vermoeidheid aan, zij
misleiden hem, en als hij moede gaat worden,
weten zij het middel te vinden, om hem weer
aan te zetten.
Hjj loopt zoo lang hjj adem kan halen.
Maar op het oogenblik, dat hij de toovergo-
de Koningin zich tegenover Gladstone
zeer onwelwillend over hem uitgelaten
had. Dit werd hem, zoo erkent hij thans,
„niet te verstaan gegeven", maar „hij
begreep het zelf zoo". Het verschil is'
niet onbelangrijk. Dalziel's agentschap
mengde zich mede in het geval met de
„op onomstootelijk gezag" gegronde ver
zekering, dat Labouchère's onderstelling
volslagen uit de lucht gegrepen was.
's Mans naam werd Harer Majesteit,
als dien van een mogelijk lid der nieuwe
regeering, noch genoemd noch onder de
oogen gebracht.
De Londensche bladen spreken be
zorgdheid uit over het optreden van den
Russischen overste Yantoff in het Pamir-
gebied. Zij herinneren aan Engeland's
verplichting om den Emir tegen schen
ding van zijn gebied te beschermen.
Mochten de Russen, zoo zegt de Times,
het Afghaansche gebied binnen dringen,
dan zou Engeland hen daaruit moeten
verdrijven. De Standard verlangt dat er,
ten einde vernietiging van des Emirs
gezag in Budukshan en Wakhan te
verhinderen, troepen van Gilgit zullen
worden vooruitgeschoven.
Uit het voortdurend uitblijven van
stellige berichten omtrent het lot van
Hodister en de andere beambten van
het handelskantoor aan de Loualaba
en de Lomani, voor zoover men nog
geen tijding van hunnen dood gekre
gen heeft wordt door sommigen, die bij
ondervinding met het Congo-land be
kend zijn, afgeleid dat zij veilig te
Stanley-vallen aangekomen zullen zijn.
Dit zou beteekenen, dat er ten minste
elf personen aan het bloedbad ontko
men waren.
Uit New-York komt het bericht, dat
volgens een officië:le tijding uit Buffalo
de werkstaking der wisselwachters
geëindigd is. Er bestaat dus veel kans,
dat de normale toestand spoedig zal
zijn hersteld. In Tenessee is de rust
onder de mijnwerkers teruggekeerd.
Generaal Carnes, de bevelhebber der ge-
din meent te grijpen, vliegt zij lachende voor
hem uit.
En hij valt bezweet en klagende plat op den
grond.
Hij komt er goed af, als de lieve kwelgeest
hemniet in 't eeu of ander gat gelokt heeft
Dat Jantje was een echte domoor.
Een toovergodin onder het loopen te willen
grijpen, dat is immers het onmogelijke be
proeven
Men verrast de toovergodinnen, maar men
grijpt ze niet.
Dat weet iedereen wel.
Als vader Le Priol den kleinen schelpvis-
scher onder het loopen had hooren zeggen
't is de mijne't is de mijne zou hij zich een
bochel gelachen hebben.
Waarom was de Bretanjer ridder uit de le
gende geslaagd Omdat hij de toovergodin
gegrepen had op het oogenblik dat zij bukte,
om de bij den banketbakker te Dol gehaalde
bonbons op te rapen
Dat alles is duidelijk. Maar klein Jantje
won terrein.
Hij was nog maar een dertigtal schreden
van de toovergodin verwijderd.
De wind waaide koeler tegen zjjn voorhoofd.
De zee komt op, zei hij bij zich zelf.
En met den blik eens kenners bekeek hij
het strand.
Hij zag, dat hij in de richting naar Pon-
torson halverwege den Berg was.
Onder het loopen bedacht hij een list, die
hem door zijn volmaakte kennis van strand en
tij werd ingegeven.
De drabbige zandvlakten zijn plat, maar er
loopen geulen door, wier helling voor het oog
bijna onmerkbaar is, en die door de opkomende
zee gevuld zijn, lang voordat het zand onder
loopt. Klein Jantje bestudeerde eenige oogen
blikken het terrein.
Daarop veranderde hij plotseling van rich
ting. Men zou gezegd hebben, dat hij ophield
de toovergodin te achtervolgen.
Terwijl deze noordwaarts liep, naar den
Berg, dien men als op klaarlichten dag zag
liggen, hield Jantje oostwaarts in, zonder in
het minst zijn loop te vertragen.
Plotseling stond de toovergodin voor een
poel, dien zij niet verwacht had.
Daarop wilde zij er om heen loopen, en stond
natuurlijk vlak tegenover Jantje, die haar aan
den anderen kant opwachtt#.
Zij trok haar sluier over haar gelaat.
Wat wilt gij van mjj vroeg zij met een
eenigszins bevende stem.
.Tantje's hart klopte hoorbaar.
Nochtans gaf hij in den eenvoud van zijn
bijgeloof vastberaden ten antwoord
Vergeef mij, goede toovergodinIk wil
vijftig Nanteezer kronen, om met Simonette te
kunnen trouwen.
En opdat de goede toovergodin hem geen
boozen trek zou spelen, greep hij de toover
godin, en knelde ze stevig vast, terwijl hjj
haar tevens den grootsten eerbied betuigde.
XII.
Hoe durft gij het wagen, mij vast te houden,
ongelukkige! zei de toovergodin, hare zachte
stem verzwarende.
O goede damegoede dameantwoordde
Jantje op klagenden toon, maar haar nog ste
viger omklemmende, iedereen weet, dat ik niet
dapper ben. Als ik mijn leven waag, doe ik
dit, omdat ik niet anders kan, benam?
En als ik u het leven eens heusek
Goede toovergodin ik ben een bloodaard,
dat is bekend, maar men kan maar eens ster
ven, en ik sterf nog liever, dan Simonette met
dien leelijkeu schurk van een Gueffès te zien
trouwen.
Laat mij los
Neen, goede toovergodin riep klein Jantje
driftigals ik u losliet, zoudt gij u zelve in
een nevel veranderen
Maar ik kan mij op Simonnette wreken.
Jantje beefde over al zijn leden.
Dat zou nu zeer stout van u zjjn bromde
hij, want Simonnette, dat arme kind, heeft u
niets gedaan.
Laat mjj los, zeg ik u
Hoor eens, lieve toovergodin, eens en
voor altijd, ik laat u niet los, voordat gjj mjj