Nederlandsche Bedevaart naar Rome.
Dankbetuiging van Dr. Schaepman.
Volgaarne voldoen wij aan het ver
zoek, ons namens liet Comité der Ne-
derlandsche Bedevaarten gedaan, tot
plaatsing van het volgende bericht
Aan de vereerende uitnoodiging van
HH. Doorluchtige Hoogwaardigheden
den Aartsbisschop en de Bisschoppen
van Nederland gevolg gevend, verga
derde Maandag 5 September te 's-Bosch
het Comité der Nederlandsche bede
vaarten, om den pelgrimstocht te be
spreken, die, bij gelegenheid van het
gouden Bisschopsjubilé van Z. H. den
Paus, naar Home zal ondernomen wor
den. Onder het eerevoorzitterschap van
HH. DD. HH. zal het Comité een reis
plan opmaken, en dit plan, alsmede het
tijdstip der Bedevaart met voorwaarden
van deelname, prijsopgave enz. door
middel der dagbladen en van circulaires
bekend maken.
Namens het Comité voornoemd,
Charles Hollman,
Secretaris-Penningmeester.
Bij Koninklijk besluit is aan den heer
W. Mali, hoofdconducteur der le klasse
bij de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen te Groningen, en aan
den heer J. Wamerhoven, beambte bij
de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat
schappij te Vlaardingen, vergunning ver
leend tot het aannemen der bronzen
medailje Bene Merentihun door Z. H.
den Paus geschonken.
De Minister vanWaterstaat, handel en
nijverheid maakt bekend, dat op 2
September 1892, omstreeks zes uren
voormiddags, in de rivier de IJsel, onder
de gemeente Wijhe, op ongeveer 180
M. beneden kilo-meteraai CIX, bij den
rechteroever, een vaartuig is gezonken,
genaamd Jannagroot 70 ton, geladen
met 43,000 metselsteenen en gevoerd
wordende door Hendrik de Jonge,Je Hoo-
geveendat krachtens artt. 1 en 2 der
wet van 23 Juli 1885 Staatsblad no. 151)
het vaartuig, en zooveel noodig de
lading, na verloop van drie dagen na
dagteekening dezer aankondiging van
rijkswege zal worden opgeruimd.
Ter uitvoering van het voorschrift
van het 2e lid van art. 24 der wet van
4 December 1872 (Staatsblad no. 134),
dat wekelijks in de Staatscourant het
cijfer der in elke gemeente aan Aziati
sche cholera overledenen moet worden
bekend gemaakt, zijn de burgemeesters,
door tusschenkomst van de Commissaris
sen der Koningin, aangeschreven, eiken
Zaterdag na sluiting van den tijd be
stemd voor het doen van aangiften van
overlijden, uit hunne gemeente recht
streeks aan den minister opgaaf te zen
den van het getal der in die week bij
den burgelijken stand aangegeven over
ledenen aan genoemde ziekte, om hem
in de gelegenheid te stellen in de Staats
courant van eiken Dinsdag het juist cij
fer van de in de vorige week aan die
ziekte overledenen bekend te maken.
Dat was ik.
En waarom kwam onze lieve juffrouw,
vroeg Simonnette, de hand barer meesteres en
vriendin streelende, niet bij baar toegenegen
pachters binnen
Omdat bet om leven en dood ging, kind,
antwoordde Reine, die ditmaal niet lachte.
Onze juffrouw vertrouwde ons niet, zuster,
zei Juliaan op min of meer bitteren toonzij
liet zich voor dood doorgaan, opdat de Le
Priol's baar niet zouden kunnen verraden!
Uw juffrouw, vriend Juliaan, hervatte
Reine, beeft met u gespeeld, toen gij kind
waart. Zij zou n van harte gaarne baar eigen
leven toevertrouwd hebben, maar
Juliaan gaf baar eerbiedig door een teeken
te verstaan, dat zij niet moest uitspreken, en
knielde naast Jantje.
Wat onze juffer deed, is wel gedaan, zei
hij mijn tong had mijn hart verraden.
Reine stak hem vol aandoening haar hand toe.
De sterke, fiere jongeling, die daar voor haar
op zijn knieën lag, zou inderdaad een schoone
krijgsman geweest zijn.
Juliaan kuste met ridderlijke geestdrift de
hand, die hem werd aangeboden.
Ik ben naar een boer, riep hy uitmaar
ik weet, waar wapenen te krijgen zijn, en als
mynheer Maurever, en zijn dochter mijn bloed
noodig hebben, ben ik bereid
En ik ookook ik ben bereidherhaalde
klein Jantje vroolijk.
Een volledig voorstel tot definitieve
vaststelling van de uniform ook voor
de officieren van het Indische leger, is
door het legerbestuur aangeboden en
maakt nog een onderwerp van overleg
uit tusschen het departement van kolo
niën en de indische regeering
De Burgemeester van Rotterdam, ge
let op art. 24 der wet van 14 Decem
ber 1872 Staatsblad no. 134) tot voor
ziening tegen besmettelijke ziekte, heeft
den ingezetenen bekend gemaakt, dat
in die gemeente een geval van Aziatische
cholera is voorgekomen.
Gister-middag omstreeks 5 uur is de
dien ochtend naar de barak op het
exercitieveld te Rotterdam, als lijdende
aan Aziatische cholera, overgebrachte J an
Hogedoorn, overleden.
Van Regeerinsgewege is een besluit
openbaar gemaakt, waarbij bepaald
wordt, dat schepen, komende van be
smette plaatsen, onmiddellijk naar Rot
terdam mogen opvaren, wanneer zich
bij de opvarenden gedurende de vier
laatste dagen der reis geen ziektever
schijnselen hebben voorgedaan. Echter
moeten van die schepen het beddegoed,
lijflinnen en kielwater ontsmet worden
en het kielwater en drinkwater worden
ververscht. De ontsmettingskosten per
schip bedragen tien gulden.
Door Burgemeester en Wethouders
van Vlaardingen wordt ter openbare
kennis gebracht, dat tijdelijk de stand
pijp nabij de Yischmarkt is geopend,
en standpijpen zijn geplaatst in de Werf-
steeg en in de Kwakelsteeg. Door mid
del van de standpijpen, welke den ge-
heelen dag geopend zijn, kan door hen
die niet aan de waterleiding zijn aan
gesloten, gratis water uit de leiding
genomen worden.
De ingezetenen worden ten ernstigste
aangemaand het water oolc uit de Water
leiding te kooken, alvorens het als drink
water of voor het schoonmaken van
vaatwerk te gebruiken.
In 't belang van de openbare gezond
heid is de weekmarkt tot 1 November
aanst. geschorst.
De werkman J. C. S. uit Dussen, bij
Woudrichem, was gisteren-middag met
zijn vader en broeder bezig aan de Ned.-
Gist- en Spiritusfabriek onder Hof van
Delft aan het in orde brengen van een
herstelling en klom naar boven om een
touw te verplaatsen. Door het los
schieten van een ander touw werd hij
naar beneden geworpen en kwam zoo
danig op het hoofd terecht, dat hij on
middellijk een lijk was. 'tWas hart
verscheurend voor zijn vader en broeder,
die hem zagen vallen. Geneeskundige
hulp van dr. Wkszink mocht niet meer
baten. De menschen behoorden niet tot
het personeel der fabriek. (N.J).Ct.)
De Volksbondvereeniging tegen drank
misbruik, hield gisteren te 's-Hage haar
Hoegij, kleintjezei Reine, met aan
doening, gij, die banger zijt dan een wezel 1
Ik ben niet bang meer, lieve juffrouw,
hervatte Jantje moedig, ik geloof zelfs, dat
ik dapper ben! Sedert ik den dood onder de
oogen gezien heb, weet ik wat hij isbuiten
den goeden God vrees ik niemand meer. Wat den
duivel en de soldaten aangaat, daar lach ik
mee
Met een uitdagende houding schudde hij zijn
blonde haren naar achteren, en zijn oogen fon
kelden.
Simonnette betuigde hem haar tevredenheid,
door hem een fermen kus op zijn wang te
drukken.
En ik ook ben bereidriep zij vervolgens
uit, en vader en moeder en wij allen hieren
iedereen in het dorp Ach goede God wat
zou ik voor onze goede juffrouw vechten!
Dan sta ik hier aan hoofd van een leger,
zei Reine vroolijk, mijn eerste krijgskundige
beweging zal zijn, een bezending levensmid
delen te richten naar de wijkplaats van heer
Hue, dien ik in geen drie dagen gezien heb.
Laat ons alles meenemen, wat er in huis
is, en op wegzei Juiliaan.
Simon Le Priol en Fanchon hadden elkaar
aangekeken.
Ook zij waren vol.toewijding, maar zij waren
reeds op gevorderden leeftijd.
Goed gesproken, mijn zoon, zei Simcn op
Hinken toon, ofschoou gij misschien beter gedaan
algemeene vergadering, onder leiding
van mr. Goeman Borgesius. De Bond
telt 23 afdeelingen en 3000 leden.
Besloten werd, bij de Regeering stap
pen te doen tot herziening der onteige
ningswet, ter bevordering van de ver
betering der arbeiderswoningen, en daar
omtrent een plaatselijke enquête in te
stellen.
Aangenomen is het voorstel-Utrecht,
om van de Regeering en andere besturen
en maatschappijen te verkrijgen een
verbodsbepaling tegen de uitbetaling
van werkloon in localiteiten, waar sterke
drank wordt verkocht, of in aangrenzende
localiteiten.
Aan de Nederl- Gist- en Spiritusfa
briek te Delft is een brutale diefstal
gepleegd. Terwijl Maandagavond om
streeks acht ure in het gebouw „de
Gemeenschap" in het Agnetapark een
vergadering werd gehouden en de park
wachter zich aan de voorzijde van het
gebouw bevond, haalden eenige perso
nen aan de achterzijde uit den kelder
drie zakken, gevuld met koperen pers
platen, welke in de fabriek bij de ver
vaardiging van gist werden gebruikt
en zonder voorkennis der directie in
genoemden kelder waren verborgen. De
dieven die zich met hun buit in de
richting der schietbaan achter de tent
verwijderden, werden evenwel achter
haald door don parkwachter. Maar
vóór dat deze een der personen kon
herkennen, ontving hij zulk een slag
voor het hoofd, dat hij in de sloot ge
raakte. Toen hij zich weder op den
kant had gewerkt, en in staat was om
hulp te roopen, waren de vogels gevlo
gen met achterlating van een tweetal
zakken.
De zaak is in onderzoek bij de politie,
aan wie indien het verhaal van don
parkwachter juist is, het zeker wel
niet moeielijk zal vallen de daders te
ontdekken. DCt.)
Met den Rus, die in de vorige week
in de barak voor lijders aan Aziatische
cholera aan het Huygenspark te 's-Gra-
venliage werd opgenomen, gaat het naar
omstandigheden vooruit.
De personen bij wie hij vóór zijne
overbrenging naar de barak, in de Hamer
straat inwoonde, en die ook naar de
barak werden vervoerd om onder genees
kundig toezicht te worden gesteld en
ontsmet te worden om alle verdere be
smetting te voorkomen, zijn gisteren
ontslagen en in hunne woning terug
gekeerd.
De comité's die zich in de verschil
lende wijken der gemeente Haarlem
hadden gevormd, om voor de versiering
zorg te dragen, zijn eergisteren-avond
te 10 uren bijeen geweest om te be
raadslagen wat hun te doen stond. Be
sloten werd evenals de gemeente alles
te laten, zooals het thans is, en ieder
op zich-zelf tot het einde van Septem
ber bijeen te blijven, om voor eene pas
sende versiering zorg te dragen.
hadt met eerst uw vader te raadplegen.
Vader weet niet, wat ik weet, antwoordde
de jongeling, zich tot den ouden Le Priol wen
dende ik heb mij zoo even onder de soldaten
gemengd. Di.e slang van een Gueffès heeft
hen opgeruid. Zij zeiden, dat het dorp Saint
Jean slechts een nest vol verraders is, en het
beste was, het den een of anderen nacht in
brand te steken.
Zij zijn ons te sterk af, bromde de grijs
aard, het hoofd latende zakken.
Misschien niet lang meer, vervolgde Juli
aan, want ik weet nog iets anders. Terwijl
ridder Méloir zijn jachthonden laat uitrusten,
en booze plannen smeedt, worden in de stad
vreemde dingen verteld. Hertog Frans is ziek,
en iedereen houdt zijn ziekte voor een straf
des Hemels, hem wegens broedermoord opge
legd. Een priester heeft het in de kerk te
Comburg van den preekstoel gezegd. Als mijn-
lieer Hue wilde, stand hij morgen aan het
hoofd van tienduizend fcurgers en boeren
Mijnheor Hue zal niet willen onderbrak
ReineHue de Maurever is edelman en Bre-
tanjer.' Hij zou duizendmaal liever sterven,
dan de vaan des oproers tegen zyn wettigen
vorst op te stekeii
Gy zult zien, lieve juffer, hernam Juliaan,
ook zonder hem zullen de zaken haar gang
gaan, en de soldaten moeten zich haasten,
willen zij den tijd nog hebben, om onze woningen
in brand te steken. Intusschen, als vader en moe-
De commissie voor de feestviering ter
gelegenheid van bot zilveren priester
feest van dr. Schaepman zendt ons het
volgende door haar ontvangen schrijven:
„Tot allen, die mij op de eene of
andere wijze op 15 Augustus jl. van
hun vriendelijke en vereerende gevoelens
deden blijken, richt ik een woord van
oprechten, hartelijken en nederigen dank.
„Op de eerste plaats gaat dat woord
tot mijn geloofsgenooten van allen rang
en stand, van binnen en buiten de gren
zen, in het moederland en in de kolo
niën. Een bij zonderen dank voegt het,
hun te brengen voor de vorstelijke
geestdrift, waarmede zij meenden mijn
feestdag te moeten vieren en de her
innering aan dien dag voor mij besten
digden.
„Maar ook aan allen, die, zonder met
mij één overtuiging te deelen en één
belijdenis uit to spreken, mij op zoo
ondubbelzinnige, ruime en welsprekende
wijze hun genegenheid en hun vriend
schap betoonden, wijd ik een woord van
ongeveinsde dankbaarheid. Hoog en
verheven als het is een strijder te mo
gen zijn voor een hooge en heilige
zaak, het is niet altijd een begeerlijk,
het is somtijds een hard lot. Met dat
al is het een verkwikkelijk gevoel, een
dag te mogen beleven, waarop het blijkt
dat de zaak, die men dient, zonder
schade gediend kan worden op een wijze,
die het hart van den tegenstander nog
door iets anderstreft dan door de wa
penen van kracht en beleid alleen.
„Wat zal ik verder zeggen?
„Ik kan slechts herhalen, dat ik aan
allen en aan een iegelijk mijn aller-
besten dank betuig. Meer dan iemand
gevoel ik den last, dien deze grootsche
betooning van vereering en liefde op
mij legt. Maar ik hoop met Gods hulp
te bewijzen dat een eerlijk gevierde
feestdag het plichtgevoel verhoogt, de
kracht verjongt, den moed verfrischt,
„Dr. Schaepman
„Seminarie Rijsenburg(Té)
3 Sept. 1892."
Naar het Nederl. Landb. Weekblad
verneemt, bestaat het voornemen tot
oprichting van een Ned. Landbouw-
Verbond en is daaraan reeds een begin
van uitvoering gegeven in een samen
komst, door eenige landbouwers te Am
sterdam gehouden.
Het hoofddoel van dat Verbond zal be
staan in het bevorderen der verkiezing
voor de Volksvertegenwoordiging en de
Provinciale Staten van voorstanders van
den landbouw, onverschillig van welke
politieke richting, waartoe in de kies
districten, waar voldoende medewerking
betoond wordt, zelfstandig werkende af
deelingen zullen opgericht worden.
Verder zal de bond zich bezighouden
met aaneensluiting der landbouwers ter
behartiging hunner belangen waar ge-
zamelijk moet opgetreden worden, bij
voorbeeld tegenover suikerfabrieken, af
watering, domeinbestuur, polderzaken
enz.
der dien kleinen snuiter (hij stak Jantje de hand toe)
tot zoon willen aannemen, en dat zou ik zeer
graag hebben, want hij draagt onder zijn ver
scheurde schapenvacht een goed hart rond,
dunkt my, dat we in zee moeten steken, want
morgen is het dag, en die gansche schurken-
troep, die daar met zyn oud jjzer rondram-
inelt, is alleen 's nachts hang van spoken.
Moeder Fanchon liep met een droevig gelaat
de pachthoeve rond.
Reeds dertig jaren slaap ik onder dit dak,
mompelde zy, en hier zyt gij beiden geboren,
lieve kinderen.
Hier is vader en ook grootvader gestor
ven, zei Simon Le Priol op zyn beurt. Daar
op dat bed heb ik moeder de oogen gesloten.
Luister, Juliaan, en geloof mij voor al het goud
ter wereld, en al stond my de dood ook voor
oogen, verliet ik uit eigenbelang of vrees de
nederige woning der Le Priol's niet. Maar ik
verlaat ze, om mijn ouden heer Hue de Mau
rever mijn arm te schenken en hem te zeggen
Die hoort u toe
Reine viel den grijsaard om den hals, en
omhelsde hem, als ware hy haar vader geweest.
Daarna omhelsde zy ook moeder Fanchon, die
de tranen uit haar beschreide oogen wischte.
Simonnette streelde met bevende hand en een
hedrukt gemoed de twee schoone koeien, de
Roode en de Zwarte.
Word vervolgd.)
t