Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Bericht.
1§de Jaarg.
Zaterdag 24 September 1892.
No. 4393.
"SSureau hoogstraat 317.
Kennisgeving.
ALGEMEEN OYERZICHT.
KENNISGEVING.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Zij. die zich tegen 1
Oct. op dit Blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum nog
te verschijnen Nummers Gratis.
47)
De Cholera.
NIEUWE SCHIEDA
E COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
Het auteursrecht Tan den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.)
iiinliiiiiimiiiiiiiiiiiiiliill
iiiiiiiiiimpmiiiiiiiinii
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
oppervlak van 3.50 M'2, ter vervanging van
het bestaande stoomwerktuig met ketel.
Schiedam, den 22sten September 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNÈDE.
De Buhqemeesteb van Schiedam,
Gezien art. 26 der wet betrekkelijk de natio
nale militie van den 19den Augustus 1861
(Staatsblad no. 72), laatstelijk gewijzigd bij de
wet van den 4den April 1892 Staatsblad no. 56)
Brengt bij dezen ter kennis van de daarbij
belanghebbenden, dat het inschrijvings-register
van 1892, voor de lichting 1893, en de daaruit
opgemaakte alphabetische naamlijst, van heden,
gedurende acht dagen, op de gemeente-secretarie
ter lezing zullen liggen.
Eu is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 22sten September 1892.
De Burgemeester van Schiedam,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder
kannen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders va»
Schiedam;
Gelet op Art. 8 der wet van den 2den Juni
1875 (Staatsblad no. 95J
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
heden aan C. A. BEUKERS en zijne recht
verkrijgenden vergunning verleend is tot uit
breiding zjjner branderij aan de Westvest alhier
wijk A, no. 248, kadaster sectie C, no. 448,
door plaatsing van een stoomwerktuig van 4
paardenkracht en ketel met een verwarmend
NAAR «ET FRANSCH.
Wacht, mijn zoon,
wacht watzei broe
der Bruno;' de konijnen van Tombelène zijn
wel goed, maar sedert de Engelschen bezet
ting op l.et eiland hebben liggen, is er geen
enkele meer.
Odie schurken van Engelschen, brom
den alle aanwezigen.
Zij houden van wild, alsof ze christenen
waren, hernam Bruno, het best is nu, het zand
om te woelen om schelpen te vinden, als wij
van avond wat te eten willen hebben.
Voor ons, zei Jantje, die ditmaal de goed
keuring der Gothon's niet verwierf, komt het
er zoo nauw niet op aan, maar mijnheer Hue,
mejuffrouw Reine en Simounette mag het aan
niets ontbreken He Hola Mathurins Schel
pen zoeken schelpen zoeken
Nuzei de goede leekebroeder by zich
zelf, die geschiedenis zal ik vertellenklein
23 September '92.
De Duitsche keizer, die reeds zoo lang
thuis is geweest, zal zich eerstdaags
weer op reis begeven. Den lOn October
wordt keizer Wilhelm te Weenen ten
bezoek van keizer Frans Jozef gewacht.
De Keizer zal verblijf houden in het
keizerlijk paleis van Schönhrunn en
en eenige dagen te Weenen vertoeven.
De gezondheidstoestand in Duitschland
en Oostenrijk zou in dit plan nog ver
andering kunnen brengen.
Door eene commissie van den Ber-
lijnschen gemeenteraad is thans de tweede
burgemeester Zelle definitief candidaat
gesteld voor het door Forckenbeek's
overlijden vacant geworden opperbur
gemeesterschap. Men twijfelt er niet aan
of de gemeenteraad zal werkelijk Zelle
als zoodanig kiezen en verwacht dan
tevens de koninklijke bekrachtiging, al
is het overbekend, dat Zelle te ultra
radicaal is om ten hove goed te zijn
aangeschreven. De socialistische Vorwarts
geeft dan ook te verstaan, dat toen de
opperpresident Yon Ackenhach dezer
dagen den Voorzitter van den Berlijn-
schen gemeenteraad Stryck, drie andere
candidaten kwam voorstellen (Studt
Bitter en Becker) zulks op last van
hoogerhand geschiedde. En het blad
maakt zich zeer hoos, dat Stryck hem
te woord stond en zelfs de gelegenheid
waarnam, om den landraad Stuben-
raucli, hij eventueele opklimming van
Zelle, als tweeden burgemeester aan
te hevelen.
Omtrent de viering van het eeuw
feest der Kepubliek wordt uit Parijs
Jantje uit het dorp Saint Jean, hij de stad
Dol, dat in het jaar vijftig, evenals de heilige
Johannes Baptista een schapenvacht droeg
Die voornaamste bijzonderheden prentten zich
in een der vakken van zijn vervaarlijk ge
heugen. Dat was stof voor later.
De Mathurin's, Bruno en Jantje gingen hui
ten den ringmuur, om achter Tombelène schel
pen te zoeken.
Intusscheii bleef Aubry met deu ouden heer
de Maurever alleen iu den ontmantelden toren.
Op twee passen vandaar had Jantje in een
uitspringenden hoek der oude vestiuglijn met
behulp van steenen en aangespoelde planken
een kleine hut gebouwd, waarin Reine en Si
mounette bij elkander zaten.
Simon Le Priol, zijn vrouw Fanchon en de
overige uitgewekenen, beschutten zich zoo goed
zy konden, en maakten toebereidselen voor
den nacht.
Mijn zoon, zei de oude Maurever tot
Aubry, het deed mij een ontzettend groot ver
driet, toen ik u uw degen voor de voeten van
onzen heer Frans zag werpen. Gy deedt dit
uit liefde voor mijn dochter Reine, en ik dacht
Daar sta ik nu, ik, de Bretanjer ridder Hugo
de Maurever, die zijn hertog een fleren degen
ontrooft
"Vader, antwoordde Aubry, wat ik dien
dag deed, zal morgen ieder edelman uit het
hertogdom doen.
Maurever boog zijn grijs hoofd.
het volgende gemeld De president der
Republiek heeft zich gisteren morgen,
te tien ure met de ministers naar het
Panthéon hegeven voor het eeuwfeest
der republiek. De minister-president
Loubot hield een lofrede op de repu
bliek en den vrede. Hij zal trachten
de sociale kwestie op vreedzame wijze
op te lossen. De heer Floquet, voor
zitter der Kamer, hield een rede ter
verheerlijking der Revolutie. De tegen
woordige republiek heeft, dank zij de
eensgezindheid der partijen, de nationale
kracht hersteld en zij doet thans haar
wil eerbiedigen. De historie zal de
geslachten vereeren, die de broederlijke
eensgezindheid tnsschen alle burgers en
de definitieve overwinning van het
recht op liet geweld, waardoor de deu
ren voor de broederschap tusschen de
volkeren geopend worden, zullen \ooi-
bereiden.
De Franschen hebben deze week nog
een ander feest gevierd. De herdenking
van de overwinning hij Valmy, een veld
slag voor honderd jaar geleverd en
waarbij generaal Kellermann aan het
hoofd der Fransclie vrijwilligers de over
winning behaalde op de Oostenrijkers
en hunne bondgenooten, gaf aan de
republiek weer gelegenheid tot feest
vieren. De gebeurtenis werd voorname
lijk herdacht te Chalons-sur-Marne en
te Valmy. In eerstgenoemde plaats
werd door den minister van onderwijs
een museum geopend, bevattende eene
historische tentoonstelling tot aanden
ken van den veldslag die over het lot
der republiek besliste. In de nabijheid
van Valmy werd mede door den minis
ter een op het slagveld opgericht stand
beeld van Kellermann onthuld. Nadat
de heer Bourgeois in zijne rede de be
langrijkheid van dendaareens geleverden
slag had geschetst, eindigde hij met de
woorden„Frankrijk heeft de achting
en het aanzien der wereld herwonnen,
en zal die weten te bewaren. Mochten
het vaderland en de républiek ander-
Dan moge God mij de straf vergeven, die
ik wellicht verdiend heb mompelde by.
En daar Aubry hem vol verwondering aan
zag, hervatte de grijsaard
Ik meende mijn plicht te doen, maar
's menschen misdaad ligt tusschen den mensch
en God in. De misdaad kan niets veranderen
aan het recht, dat onze heer de hertog op ons
leven heeft. Ik heb verkeerd gedaan, mijn
zoon Aubry, ik heb verkeerd gedaan, ik heb
verkeerd gedaan
Hij sloeg zich driemaal met kracht op de
borst.
Ik had in het koor op de knieën moeten
blijven liggen en mijn oude handen naar de
boeien moeten uitsteken. In plaats daarvan
heb ik, verrader, die ik ben, de vlucht geno
men, omdat ik het zacht gelaat myner Reine
achter haar rouwsluier zag, en ik haar nog
eenmaal wilde omhelzen.
Gijeen verrader 1 riep Aubry uitgij,
de heilige, de eerlijke Maurever
Zwijg, kind, zwijg! laster niet! Ja, ik
ben ecu verrader, en God heeft my gestraft,
door do woningen mijner leenmannen te Saint
Jean aan de vlammen prijs te geven. Heb ik
in mijn eenzaamheid niet een noodlottigen
weergalm hooren klinken Coëtivy viel voor
Cherbourg, Coëtivy, onze groote krijgsman
Zoo verdwijnen de dappere Bretanjers, en la
ten hun lijk in de velden van Normandië. Ik
zeg u, Aubry, Bretanje begiut, evenals zijn
maal in gevaar komen, dan zal Frank
rijk aan de heldendaden van 1792 het
geheim der overwinning ontleenen."
Volgens een te Rome algemeen ver
spreid gerucht zal de oud-minister
Crispi president der Kamer worden in
de plaats van Biancheri, wien door den
minister-president Goilitti voor dit ge
val een senaatszetel is toegedacht.
Door het radicale comité is voor de
verkiezingen te Rome de candidatuur
gesteld van Barzilai, en toen Cavalotti
in zijn dagblad zich daartegen wilde
verzetten, werd hem aanstonds het
zwijgen opgelegd door Ferrari, Bovio en
Colaiani, die zelfs dreigden met hun
uittreding uit het comité. Te Pisa
is Dinsdag een gedenkteeken onthuld
voor Victor Emmanuel ter gedachtenis
aan den intocht der Italiaansche troepen
in Rome op 20 Sept 1870. De prins
van Napels werd met geestdrift ont
vangen. Te Venetië werd denzelf
den dag een gedenkteeken onthuld van
den afvalligen monnik Paolo Serpi!
Zonder een nieuwe hoon voor de Kerk
mocht de 20e Sept. natuurlijk niet
voorbijgaan
Blijkens de laatste berichten begint
de cholera-epidemie te Hamburg iets
te verminderen. Van Woensdag tot
Donderdag-middag is het aantal aan
gegeven ziektegevallen 180 en sterf
gevallen 97. Hiervan komen er 150
aangetasten en 18 overledenen op
Woensdag; de rest was gisteren aan
gegeven.
Vanwege het gemeentebestuur wordt
in het stedelijk ziekenhuis onder lei
ding van doktoren de noodige voorlich
ting gegeven om op verstandige
wijze te leeren ontsmetten. Voorts wordt
het denkbeeld overwogen om, naar het
door den heer Siemens aan de ]iand
gedane stelsel, al het water der ste
delijke waterleiding van Berlijn reeds
hertog zelf, zijn doodstrijd met de overwin
ning. Er waait een wind uit het oosten, die
tot een storm zal aangroeien. Frankrijk zal
zijn ijzeren arm verlengen en men zal zeg
gen „Bretanje was weleer een edele natie
Aubry begreep er niets van.
Maurever vervolgde in klimmende vervoe
ring, met verwarde haren en de oogen ten
hemel geslagen
Vervloekt zij, onder alle verwenschte da
gen, de dag waarop gy, o Bretanje, ten onder
zult gaan! Vervloekt zy de hand, die zich
naar het goud uwer hertogskroon zal uitste
ken Vervloekt zij de Bretanjer, die niet zjjn
leven geeft alvorens te zeggen: „Frnnkryks
koning is mijn koning!"
Waar is die Bretanjer? nep Aubry uit.
Maurever zag hem met een somheren blik aan.
Gij zijt nog jong, gij zult hem zienzei
hijuit het graf, waarin mijnheer Gilles slui
mert, is een vloek opgestegen. Gy zult het
zienHet rijke Nantes, het doorluchtige Ren-
nes, en Brest, en Vannes, en het oude Pou-
tivy, en Fougères, en Vitré, zullen Fransclie
steden worden.
Nooit!
Weldra
Hij liet zijn hoofd in zijn handen zakken,
en sprak niet meer.
Aubry durfde hem niet ondervragen.
Eenige minuten later knielde de grijsaard
voor zijn houten kruis en had.