Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ^utreau hoogstraat 317. 15de Jaarg. Vrijdag 14 October 1892. No. 4410, ALGEMEEN OVERZICHT. )ft urn Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN: IEUWE SCH Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers 1-50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stabl. No. 124.) iimiuiiuiiiiiniimiinmiiiii Van 16 regelsC.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 13 October '92 De positie van den Duitschen rijks kanselier flraaf Caprivi schijnt bij voort during zeer onvast te zijn. Sinds de intrekking der Pruisische onderwijswet en zijn altreden als Pruisisch minister president zijn aanhoudend berichten om trent zijn ontslag als kanselier in omloop. Dinsdag bevatten weder verscheidene bladen het bericht dat Caprivi binnen kort zal aftreden. In officieele kringen spreekt men het bericht tegen, maar ■wordt toegegeven, dat de positie van den kanselier Keer zwak is. Het heelt dan ook zeer de aandacht getrokken, dat Caprivi den Keizer niet naar Weenen vergezeld heeft. De bewering dat de kanselier alleen thuis gebleven zou zijn, omdat er te Weenen geen politiek zal behandeld worden vindtin weinig kringen geloof. Veeleer meent men, dat er na hot optreden van het nieuwe ministerie in Engeland, de samenkomsten te Aix- les-Bains en de demonstratie te Genua wel een hartig woordje over de inter nationale verhoudingen zal gewisseld worden maar vermoedelijk heeft keizer Wilhelm hierbij zijn eigen kanselier willen zijn in afwachting, dat hij een ander persoon, die zijn volle vertrou wen geniet, met dit gewichtig ambt zal belasten. In een rappoit van den Italiaanschen ministerraad aan den Koning wordt ge zegd, dat met betrekking tot de buiten- landsche staatkunde, men gelukkig op jaren van vrede kan hopen voor de op lossing der financieele kwestie. Italië draagt tot handhaving des vredes bij en het wegnemen van wantrouwen. Het rapport kondigt volledig herstel van het evenwicht op de begrooting aan, zonder nieuwe belastingen, en daarne vens een reeks van financieele admini stratieve en maatschappelijken hervor mingen. Alle voorgestelde bozuinigin- gen worden gehandhaafd. De leger- uitgaven zijn belangrijk ingekrompen, zonder de noodzakelijke eischen der verdediging in verband tot den staat kundigen toestand uit het oog te ver liezen. Het rekruteerstelsel wordt ver beterd door de jonge lieden in den wapenhandel te oefenen. Het tekort over 1892/93 bedraagt 377 millioen en over 1893/94 50 millioen. De lasten van het budget zullen nog vermeerderd worden door onmogelijk te vermijden uitgaven en door amortisatie van de schatkistbons op langen termijn. Het tekort zal vervolgens in vijf jaren traps gewijze afnemen j de schatkistbons zullen geconsolideerd worden, waardoor de schatkist te beginnen met 1897/98 be vrijd zal worden van de noodzakelijk heid om het loopende dienstjaar en de drie volgende in evenwicht te brengen. Naar aanleiding van dit rapport zal de Begeering een gemeentelijk en een irovinciaal crediet instellen door de op richting van gelijko instellingen als overal in den vreemde bestaan. Tenge volge van eene ivijziging in het stelsel van pensioenbetaling van nieuwe bezui nigingen en andere financieele maatre gelen zal de Begeering onmiddellijk het evenwicht op de begrooting herstellen, die voor 1892/93 sluiten zal met een overschot van 6 millioen. De begrooting van 1893/94 zal in evenwicht zijn. De Kamer zal dus eigenlijk over eene her ziening van de verhouding tussclien de belastingen kunnen beraadslagen, en om deze hervormingen voor te bereiden, stelt de Begeering voor, het monopolie van den invoer en den verkoop van mi nerale oliën voor den Staat te bewaren. De Begeering zal eenige hervormingen in het donanestelsel voorstellen. Met de hervorming der emissiebanken zal men geleidelijk te werk gaan. De voort durende muntcirculatie zal worden ver zekerd, zonder op de regelingen met andeie landen inbreuk te maken. Ter zake van de conferentie der Latijnsche 64j VAAR HUT FrAKSCÏI. De mist was opgetrokken. Het oog zweefde over die onmetelijke zee van zand. In het noord-weateu zag men de blauwe lijn der op komende zee. Op het strand was niet* te zien. Niets, tenzij een duistere, nauw merkbare stip, die zich op de hoogte van het dorp Samt- Georges aan de overzijde van den Couesnon vertoonde. Aubry wees ze Jantje met den vinger aa,n. Het is te ver, zei de kleine schelpvis- scher maar men kan niet weten En hjj voegde erbjj Binnen tien minuten staat die zwarte stip onder water. Het koude zweet stond Aubry op zijn voor hoofd. Mijnheer Jan Connault, prior der monni ken, een geleerd natuurkundige, bromde broe der Bruno, heeft hier dicht bü den toren een houten buis met glazen erin. Ik heb eens door die buis gekeken, en ik zag was het tooverspel ik zag de vrouwen van Cancale met haar kappen en geplooide halsdoeken, alsof Cancale plotseling over zee aan den voet van den muur was komen liggen. De sukkel droomtriep Aubry stampvoe tend uit. Bruno vloog naar den toren, en kwam een oogenblik later met een soort van een^ hollen stok naar beneden, die uit buisvormige, in elkander schuivende ringen bestond. Aubry bracht hem toevallig met het eene einde voor zijn oog. Hij zag duidelijk de koeien, die vier mijlen vandaar over den berg Dol liepen. Een kreet van verwondering smoorde in zijn borst. De buis werd nu naar de zwarte stip, uie zich op bet glinsterend zand vertoonde, gericht. Ditmaal liet Aubry de buis vallen, en sloeg zün beide handen aan zijn borst. ReineReine zei hijJuliaan en Me- loir Oij het gevaar af, zich den schedel te ver brijzelen, stormde hij in toomelooze vaart naar den trap van het plateau. Zij, die hem de eet- en wachtzaal door za gen 'ijlen, hielden hem voor een zinnelooze. Het paard van den heer Ligneville stond onder aan de leuning vastgebonden. Zonder een woord te spreken sprong h\j m het zadel, en gaf het paard de sporen. Unie kan er tussclien de vertegenwoor digers van Italië geen verschil zijn over de houding door de Latijnsche Unie aan te nemen en den weg door haar te volgen. Met betrekking tot de geestelijke kwestie heeft het Hongaarsche Kabinet besloten, de openbare meening gerust te stellen en een ontwerp van wet in te dienen tot organisatie van een leeken- bestuur voor het houden van registers van den burgerlijken stand. Bij het ontwerp zal het corporatierecht van de Joodsclie Kerk worden erkend. Het Kabinet heeft afgezien van het invoeren eener wetsvoordraclit tot invoering van iet burgerlijk huwelijk. Hiermee is nu wel voorloopig het gevaar voor eene ministerieele crisis bezworen, doch nog geenszins een oinde gemaakt aan den politiek-kerkelijken strijd, waarvan het koninkrijk van den H. Stefanus het tooneel is.' Zooals men weet, kan de Katholieke Kerk niet berusten in de wet op den doop der kinderen uit ge mengde huwelijken, voorschrijvende dat in zulke gevallon de jongens in liet ge- oof van hun vader, de meisjes in dat van haar moeder belmoren te worden opgevoed. De liberaal-magonnieke peis verlangt, dat de Begeering de wet en hare toepassing gestreng handhave, terwijl de catholieke geestelijkheid en het katlio- ieken volk verklaren, dat de confes- sioneele vrede in Hongarije onmogelijk zal zijn, zoolang die wet in werking is. Gelijk bekend is, werd zij inge voerd onder een libeiaal ministerie, ge steund door een liberale meerderheid. De Keizer schijnt tot eene intrekking of althans een buiten werking stellen der wet geneigd, maar de joodsch libe rale partij is zoo machtig in Hongarije, dat het ministerie-Szapary tot dusver het standpunt van Tisza is blijven in nemen. Het zou dus geenszins onmoge lijk zijn, dat binnen niet te langen tijd een conflict tusschen het Kabinet en den Keizer-Koning ontstond. Een correspondent van de Timex hangt een somber tafereel op van den toestand in Servië, waar een felle strijd tusschen de partijen is uitgebroken. Vooral de radicalen weren zich, sinds *ij van het bewind werden verdreven, geducht. De correspondent acht de positie van den jongen Koning daarom zeer gevaarlijk, zelfs al komt het tijdens zijn minder jarigheid niet tot eene uitbarsting. Zeer onrustwekkend luidt een bericht, dat de PolitiscJie Correspondenz ontvangt en waarin gezegd wordt, dat van de 531.000 belastingschuldigen in Servië 60.000 hun belasting in 't geheel niet hebben betaald en 82.000 slechts ge deeltelijk. De wanbetalers zouden tot de radicale partij behooren. De Golumbusfeesten te New-York zijn voortgezet door eene groote betooging met schepen op de rivieren en in do baai, onder het prachtigste weder en onderden toeloop eener ontelbare menigte, schepen, aanlegplaatsen en oevers waren schitterend versierd en bevlagd. De Schepen schaarden zich in drie kolom men, die zich onder het lossen van het geschut in beweging stelden, met de vreemde oorlogsschepen in het midden, de Amerikaansche op de vleugels en het Spaansche schip Infante Isabel op de eereplaats. Verder is het feest nog ge vierd door een groote militaire demon stratie en de inwijding van het monu ment voor Columbus, aan de stad aan geboden door de Italiaansche vereeni- gingen. Morton, vice-president der Unie, heeft in naam van president Harrison eene rede gehouden, waarin hij ver klaarde, dat de betrekkingen tusschen Italië en de Vereenigde Staten vriend- schappelijker zijn geworden. Gelijke manifestaties hebben er ook plaats ge had te Chicago, te Philadelphia en te Baltimore. Er heersclit overal groote geestdrift. Volgens berichten uit Ottowa heeft de militie-minister luitenant Macdonald van de legerlijst geschrapt, omdat hij Weldra kon men hem in vollen galop over het strand zien draven. Hij had de lans van Ligneville in zijn hand. Voor hem sprong een groote, zwarte windhond. Zij renden. 't Was een dfmlwmd 1 Jantje had gezegd Binnen tien minuten zit die zwarte stip onder water. Die zwarte stip was Reine. De sporen ten bloedevoortvoort Reine en Méloir Want Aubry had met behulp der buis ge zien, dat Méloir Juliaan zijn degen in de borst stiet. Arme Juliaan Yoort I voortMoed, beste Loys Op het plateau verdrong zich thans een groote menigte om mynheer Hue de Maure- ver, die op den vloer geknield lag, en zijn bevende handen ten hemel stak. Men volgde Aubry met het oog. Zou hij tijdig komen Jantje vroeg zich af Maar waarom staan de ridder en de juf fer onbeweeglijk, en zoo dicht bij de opko mende zee nam op zijn beurt de buis en werd blee- ker dan een doode. Ze zijn in 't zand gezaktstamelde hij de ridder zit tot aan zijn middel er in, en mejuffrouw verdwijntverdwijnt Op het klooster luidde de doodsklok. Een stem klonk van de bovenste gaanderij, roepende Twee ongelukkigen zuchten in het zand in doodsangst. Bid voor de stervenden XXXIII. Het welzand. Toen de mist eindelijk voor de heldere stra len der Junizon geweken was, had Méloir in den omtrek der rivier de Couesnon op min stens twee mijlen afstands van het vasteland alleen gestaan. Wat er van zijn geleide geworden was, was Méloir ten eenenmale onbekend. Hij was vreeselijk slecht geluimd. Een soort van wroeging knaagde aan z\jn geweten, want niets is zoo goed geschikt om wroeging te verwekken, als het mi.lukken eener onderneming. Ridder Méloir nu, was veel te verstandig, om niet in te zien, dat hij schandelijk schip breuk had geleden. Beleg en jacht waren beiden even slecht afgeloopen. Sapperlootzal de brave Méloir gezegd heb ben zijn ziel verdoemen kan er nog door, als er een goede prijs mee behaald wordt Maar zich gratis aan Satan over te leveren, welk een dwaasheiden wat moet die batan wel lachen {Wordt vtrvolfdii.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1