Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
15de Jaarg.
Zondag 4 December 1892.
No. 4453.
bureau hoogstraat 317.
EERSTE BLAD.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Is de Inkomstenbelasting in het
belang van den werkman?
Jean G. Unuma.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
1-50
- 2.—
- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
II. (Slot.)
En hoe staat het nu ten aanzien van
den maatstaf met deze belasting
De willekeurigheid die men meende
door genoemde bepaling der Grondwet
uit de maatschappij voor goed te hebben
verbannen, wordt bij deze belasting
langs een omweg weder ingevoerd.
Deze belasting heet wel belasting
naar het inkomen, doch zij wordt, vol
gens art. 1 der verordening niet gehe
ven naar het inkomen, doch naar het
vermoedelijk inkomen. Dat woordje „ver
moedelijk" is de kern der nieuwe be
lasting. Door dit enkele woord wordt
de geheele burgerij overgeleverd aan de
willekeur van hen, aan wie de classi
ficatie, de vaststelling der kohieren is
toevertrouwd.
Laten wij nu eens zien, hoeveel goeds
die zal uitwerken voor de werklieden,
te wier behoeve men beweert dat deze
belasting is in 't leven geroepen.
Het ingezonden stuk dat aanleiding
gaf tot dit schrijven levert de stof voor
een voorbeeld. Brave werkman, goede
vriend, zegt o. a. de inzender, door deze
belasting zal uwe onverschilligheid
voor de openbare zaak verminderen.
Met andere woorden wil dit zeggen:
gij zult minstens naar de stembus gaan.
Doch wat de inzender er niet bijvoegt
is, dat de belasting den werkman niet
alleen naar de stembus zal doen gaan,
doch dat bovendien deze belasting zulk
een eenvoudig middel aan de hand geeft,
om den werkman te doen stemmen
zooals ik zal maar zeggenzooals
van hem verlangd zal worden. Dat
kostbare woordje „vermoedelijk" in de
verordening kan zoo gemakkelijk mis
bruikt worden om belooningen uit te
keeren en straffen toe te passen. Wat
moeite zal het kosten om den vriend
eeno klasse lager, den politieken tegen
stander eene klasse hooger aan te slaan
de belasting wordt immers niet geheven
Daar het werkelijke inkomen, doch naar
bet vermoedelijke. En wie is in staat
een vermoeden te controleeren
Wordt hiermede bedoeld een blaam
te werpen op hen die thans met de
vaststelling van het kohier zullen worden
belast In geenen deele. Veilig mag wor
den aangenomen, dat zij den aanslag
Daar geweten zullen vaststellen, en dat
er dus voorloopig geen grond bestaat,
°m voor oneerlijke, althans voor
opzettelijk oneerlijke toepassing, te
vreezen. Doch vooreerst valt het niet
te ontkennen, dat men niet weet aan
^ie in de toekomst de classificatie
zal worden toevertrouwd. En ten andere
begrijpt ieder, dat het besef van aan
"willekeur bloot te staan bij verreweg
de meeste mensclic-n reeds voldoende
vrees ontwikkelt om hen hunne onaf
hankelijkheid te doen verliezen.
In plaats van zijne positie te ver
sterken, zal deze belasting den werk
man, inzonderheid op staatkundig ge
bied, verzwakken, wellicht hem maken
tot een willoos werktuig.
Nu spreke men niet van de Commissie
uit de ingezetenen. Wie daaraan eenige
wairde hecht, wie daarin een waarborg
ziet voor de eerlijke toepassing der ver
ordening, bedriegt zich-zelven. Die com
missie dient slechts ter voorlichting en
heeft dus geen stem. Zij mag wellicht
verzoekenderwijs een goed woord doen
voor de werklieden, hen waarborgen
tegen willekeurige toepassing der ver
ordening vermag zij zeker niet.
Nog een tweede punt worde hier ter-
sprake gebracht.
Men heeft in den breede betoogd dat
door deze nieuwe belasting eenige ge
goede en vooral eenige rijke personen
veel hooger zullen worden aangeslagen
dan in de oude plaatselijke belasting,
en dat dus dat meerdere door die heeren
en dames te betalen, het aandeel van
den kleinen man zal verminderen; dat
dus feitelijk die nieuwe belasting ten
goede zal komen inzonderheid van den
werkman.
Laat ons even zien hoeveel waars of
liever hoe weinig waars dit betoog bevat.
Tweeërlei personen heeft men hierbij
in het oog en worden als 't ware met
den vinger aangewezen: enkele rijken
en eenige ambtenaren.
Afgescheiden van hetgeen in den aan
vang dezer is gezegd omtrent de om
zetting der directe belastingen in ver
teringsbelastingen, waardoor ten slotte
ook den aanslag der meer gegoeden
komt ten laste van de verbruikers
en dus ook van den werkman, is het
duidelijk dat het doel dat men beweert
te beoogen door het belasten dier twee
categoriën van personen, niet kan, veel
minder zal bereikt worden.
Die ambtenaren, om met hen te be
ginnen, zullen alzoo in de nieuwe be
lasting worden aangeslagen of hooger
worden aangeslagen dan in de oude be
lasting. Wat baat, wat voordeel zal
daarvan de burgerij genieten? Die amb
tenaren toch hebben, ieder naar den aard
hunner betrekking een zekeren stand
op te houden kunnen zij nu, ten gevolge
van hun aanslagbiljet dit niet meer doen,
dan is het natuurlijk dat hun tractement
verhoogd zal moeten worden. En wat
baat het nu de burgerij dat zulk een
ambtenaar f50 in de inkomstenbelas-
tingbetaalt,wanneer hem daarom een trac-
tements-verhooging van f59 moet, wel
licht van f 100 zal worden toegestaan
En dat het dien weg opgaat, ziet men
aan de voortdurende verhooging der
tracteinenten van bijna alle ambtenaren
te dezer stede; dat zag men nog dezer
dagen door de verhooging van het trac
tement van verschillende onderwij
zers, hetgeen voor hen reeds bij voor
baat een douceurtje is tot goedmaking
van hun aanslag in de inkomstenbelas
ting. De belasting door deze ambtenaren
betaald, zal dus weldra wederom moeten
komen uit den zak der overige be
lastingschuldigen, en dus ook van den
werkman.
En wat zal nu het gevolg zijn van
den hoogeren aanslag van die enkele
rijke personen, die men tot aanprijzing
der inkomstenbelasting niet schroomt
zelfs met namen te noemen
Niet alleen zal de werkman door den
hoogeren aanslag dier enkele rijken niet
worden gebaat, doch hij staat daardoor
nog aan een groot gevaar bloot. Wor
den deze enkele persoonen hooger aan
geslagen, dan hun lief is, dan is er
veel kans dat zij naar elders verhuizen.
Dat ziet men in groote mate geschie
den te Amstendam; dat geschiedt reeds
voelbaar in Delftdat zal hier nog in
drukkender mate voorkomen dan bijna
overal elders, omdat het verblijf hier,
juist voor dergelijke gefortuneerde per
sonen uiets aantrekkelijks heeft. Bij
de toepassing der inkomstenbelasting
zal men hen dus moeten sparen of men
jaagt hen uit de gemeente. In het
eerste geval zou de overige burgerij on
rechtvaardig worden behandeld; in het
tweede geval zal de percentage der nieuwe
belasting moeten worden verhoogd en
ook die verhooging zal wederom in
hooge mate drukken op den werkman.
Daarenboven dreigt hier den werk
man nog een bijzonder gevaar. Door-
het vertrek dier rijke personen naar
elders gaat niet alleen hun aandeel in
de belasting voor de gemeente verloren,
doch de werkman, inzonderheid de on
gelukkige, de zieke, de arme, zal
hunne milddadigheid missen. Men achte
dit niet gering, vooral in deze tijden
waarin zoovelen dikwerf tevergeefs
naar arbeid zoeken.
Een zaak moet mij hierbij van het
hart. Onder de hier bedoelde kleine cate
gorie van rijke ingezetenen, worden
hetzij dan te recht of ten onrechte, een
paar gezusters genoemd. Met welge
vallen worden hare namen genoemd en
men verheugt er zich over die dames eens
flink te kunnen treffen. Ik sta tot diedames
niet in de minste betrekking, doch
in mijn oog ligt er, om geen andere
woorden te bezigen, iets onedels in
die vreugde; ik vrees bovendien dat zij
wellicht slechts van korten duur zal
zijn, omdat, naar ik hoor, die dames
door niets aan Schiedam gebonden zijn
en reeds vroeger op een vertrek naar
's-Hage hebben gezinspeeld. Mochten
die dames nu werkelijk naar elders
verhuizen, dan zal de gemeente meer
verliezen dan zij meent. Weliswaar
die dames leven eenzelvig, gaan weinig
uit, bezoeken persoonlijk geen armen of
zieken, tenzij bij uitzondering, en toch
weet ik, dat zij, door tusschenkomst
van derden, zeer veel goed doen, zeer
veel nut stichten. Door hare onbe krompen
milddadigheid hebben zij vele tranen
gedroogd, tal van huisgezinnen gespij
zigd, zieken door voedzame spijs de
gezondheid weergegeven, en menig huis
houden voor ondergang behoed. En dat
doen zij zoo onbaatzuchtig, dat in ,/ver-
reweg de meeste gevallen zelfs de be
weid adigde niet weet welke hand hem
ter hnlpe is gekomen. Nu moge de we
reld lachen en die dames en haar ver
trek onbekommerd aanzien, niet alzoo
de werkman. Wat verliest hij dan ook
niet door het vertrek van zulke perso
nen, vooral die werkman die door ziekte
of gebrek aan werk tijdelijk hulp behoeft?
En nu, voor ditmaal, genoeg. Door
het aangevoerde zal wel genoegzaam
zijn aangetoond dat de werkman geenerlei
reden heeft om zich over de inkomsten
belasting te verheugen.
3 December '92.
De ministerieele crisis in Frankrijk is
hare oplossing nog geen stap nader ge
komen. Brisson, de voorzitter der enquête
commissie, de man die het ministerie-
Loubet deed vallen, heeft de opdracht
tot het samenstellen van een ministerie
nedergelegd: In een schrijven aan de
Agence Earns bericht Brisson, dat hij de
vorming van een Kabinet afwijst. Hij
wil een Kabinet vormen met medewer
king van alle republikeinsche fractiën,
doch de weigering van Perier om mee
te doen en die van Bourgeois om de
portefeuille van binnenlandsche zaken
te aanvaarden, deden hem besluiten er
van af te zien. Zoo onttrekt zich de
voorzitter der commissie van enquête
aan de verantwoordelijkheid welke de
toestand hem oplegt. Het conflict tus-
schen de enquête-commissie en de recht-
telijke macht in zake Panama heeft de
heer Brisson, als haar voorzitter, in het
leven geroepen; aan hem dus de taak
het uit de wereld te helpen. Blijkt dit
niet zoo spoedig te gaan, dan is de eenige
oplossing dat de enquête-commissie hare
eischen matige en de zaak late rusten,
totdat zij bij de rechterlijke macht in
behandeling komt. Wellicht zal in die
richting beproefd worden eene oplossing
aan de bestaande crisis te geven. Naar
gemeld wordt, is thans Casimir Perier
met het vormen van een ministerie be
last. Perier heeft gisteren-namiddag sa
menkomsten gehad met Ribot, Bourgeois
en Dupuis.
Voor de enquête-commissie heeft Cata-
grel, oud-afgevaardigde, gezegd, dat
hem 500.000 frs. zijn aangeboden, maai
den persoon die dit deed, zal hij alleen
aan de justitie aanwijzen. Volgens
Martin, den schrijver in de Libre Parole,
zou de geheele huidige campagne geleid
worden door Charles de Lesseps. De
vroegere bankier Martin verklaarde
20.000 frs. ontvangen te hebben om
eene gunstige stemming te wekken voor
de uitgifte der Panama-leening. Jesiersky,
directeur van het Journal OJJicielzeide
niets te hebben ontvangen toen de
storting geschied kon zijn, welke heet
te hebben plaats gehad ten gunste van
de Telegraphehad hij de redactie van
dit blad reeds verlaten. —- De procureur-
generaal Quesnay de Beaurepaire heeft
aan de commissie van enquête geschre
ven, dat de 26 cheques (die op de Fransche
Bank waren afgegeven, gezamenlijk ten
bedrage van circa 4 millioen, in ruil
tegen een van gelijk bedrag door Rei-
nach op de Bank afgegeven) door het
NIEUWE SCHIEDA