Binnenland van den handel de nog aarzelende Sta ten zullen noodzaken om met de Vor.- Staten samen te werken ter vermeerde ring van de zilver-circulatie, die noodig is voor den algemeenen gang van zaken over de beschaafde wereld. De Vct- eenigde Staten zouden dan moeten voor zien in den uitvoer van goud, totdat Europa een voor de omstandigheden pas sende wetgeving zal hebben ingevoerd. 'Volgens bericht uit Washington zal Chandler, voorzitter van het bureau van landverhuizing, binnenkort hij den Senaat een wetsontwerp indienen om gedurende 1 jaar na 3 jaar geen landverhuizers meer toe te laten, behalve uit landen der nieuwe wereld. Vreemdelingen, die tijdelijk willen blijven, worden toegelaten. Schiedam, 7 December 1892. TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 6 December. Ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring vande overeenkomst met de Handel plaats c h a p p ij. De algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting zijn aangevangen. De beer S chaepman behandelde de vraag, waarom de Regeering de kiesrecht-wijziging heeft aanhangig gemaakt Niet om de zaak vroeg hij dat, want hij voor zich is geneigd, zooveel mogelijk te gaan binnen de grenzen der Grondwet (omdat die nu eenmaal bestaat). Maar hij vroeg 't, omdat dit kiesrecht, nu het ter tafel is gebracht, een groote belemmering zal wezen voor het verdere hervormingswerk, dat door de Regeering zoo kwistig is beloofd. Maar spr. moest daarin nu wel berustenonder deze omstandigheden zou hij als gast mee aanzitten, doch als gast in het Godshuis aan tafel en zou hij de begrootingen als credietwetteu be schouwen. De heer Farncombe Sanders achtte 't daarentegen bovenal noodig, om de kwestie van het kiesrecht nu vóór alles van de baan te brengen. Maar hij had bezwaar tegen de financieele politiek van den heer Pierson, in zoover deze tot allerlei dure maatregelen als: de verzekering van werklieden, den leerplicht, de militaire uitgaven, de financiën der gemeen ten, wil medewerken, zonder erop te letten, waar al die milliounen vandaan moeten komen. Zoolang de Min. v. Financiën niet duidelijker zijne plannen daaromtrent blootlegt, gaat hij niet verder met hem mede. De heer De Beaufort van Amsterdam betreurde 't ook, dat het kiesrecht den rustigen gang van den parlementairen arbeid zal belem meren en vooral dat het de zoo hoog dringende regeling der gemeente-financiën zal vertragen. Hij had daaromtrent weinig vertrouwen in de Kamer, die het uitvloeisel zal zijn van liet uitgebreider kiesrecht en spoorde de Regeering aan, om voort te gaan met de indiening van hare ontwerpen, al moeten die dan slechts als politiek testament en als aanwijzing en prikkel voor de volgende Kamer dienen. De heer L e v y is met prof. Buys van oordeel, dat men, eenmaal het politiek kiesrecht toege kend heobende, aan ieder, die lezen en schrijven kan eu die niet publiek bedeeld is, dat gemeen telijk kiesrecht aan die personen niet kan onthouden. Hij betoogde derhalve, dat men met de regeling van het plaatselijk kiesrecht niet kan wachten tot na de herziening der gemeen tewet. Maar het plaatselijk kiesrecht zal niet zóó danig kunnen worden uitgebreid als uit het politiek kiesrecht zal volgen, zonder dat de gemeenten verplicht worden directe belastingen te heffen, de gemeentelijke autonomie worde ingekrompen en het toezicht van Gedep. Staten worde overgebracht bij het centraal gezag. In den loop der vergadering is bepaald dat Dinsdags en Donderdags ook avondzittiugen zullen worden gehouden. Bij de hervatting der behandeling van het perequatie-ontwerp, stelde de heer v.Houteu een gewijzigd amend, voor, strekkende om de vergunning tot heffing van hoogere opcenten aan een termijn van 3 jaren (1893, 1894 en 1895) te binden. Beu voorstel-Van Kerkwijk om ook dit amend, niet als zoodanig te beschouwen, werd verwor pen met 51 tegen 37 stemmen. Het amend. VanHouten werd verworpen met 53 tegen 36 stemmen en het geheele artikel 3 (Rijkssuppletie aau Gemeenten) verworpen met 53 tegen 36 stemmen. Het wetsontwerp in zijn geheel werd aange nomen. Aan de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting namen nog deel de heeren Vermeulen, die de Regeering verweet dat zij niet krachtig genoeg optreedt tegen de uiterste richtingen op politiek zoowel als op financieel gebiedRutgers, die in het financieel beheer te weinig voorzichtigheid voor den dag van morgen bespeurde en voor wien 't een ernstige grief was dat niet genoeg in 't oog werd gehouden het urgente der rege ling van den financieelen toestand der gemeen ten V a n K a r n e b e e k, die de Regeering tot gematigdheid aanspoorde, èn A. van D e d e m, die het kiesrecht het thans alles be- heerschend vraagstuk noemde en klaagde over liet hooge eindcijfer van deze Begrooting en de opdrijving der uitgaven. In de avondzitting werd het debat voortgezet. Avondzitting van Dinsdag 6 December. De algemeene beschouwingen over de Staats begrooting voor 1893 werden voortgezet. De heer Beelaerts ontwaarde op eco nomisch, militair en electoraal terrein ver schijnselen die hem met bezorgdheid vervulden. Vooral de positie van den Min. v. Oorlog wekte deernis bij hem, omdat die bewindsman, die scheen te beseffen dat hem op militair en par lementair gebied vertrouwen ontbreekt, met zekere vertwijfeling naar de quadratnur in den cirkel schijnt te zoeken en voorstellen op voorstellen stapelt. Hem scheen de Nemesis te drukken. Voorts klaagde spr. over het hooge eindcijfer der Begrooting en betreurde hij het achter wege blijven van de regeling der gemeentelijke financiën, niet minder dringend dan het Rijks- belastingstelsel, dat fragmentarisch en overhaast werd herzien en waarvan de gevolgen, voor zooveel de Vermogensbelasting betreft, zich reeds doen gevoelen in de opbrengst van lief dadigheidsvoorstellingen. Het voorstel tot invoering feitelijk van het algemeen kiesrecht eene daad van „roeke loosheid" - verwonderde hem niet van den Min. Tak. wel van het Ministerie, en speciaal van de Ministers Van Tienhoven en Pierson. Hij had niet gedacht dat de Kabinetsformeer der er naar zon streven de invoering van het algemeen kiesrecht te maken tot hoofdzaak van het Regentschap. Hij hoopte, dat althans de Kamer met dat kwaad niet zal meegaan. De heer Pyttersen meende daarentegen dat de „kloeke daad" van de Regeering alom in den lande vertrouwen heeft gewekt, ook omdat de overtuiging bestaat, dat men langs ordelijken en geleidelijken weg hervormingen zal verkrijgen. Daarom zijne hulde aan de Re geering brengende, klaagde hjj echter over te weelderige inrichting der Begrooting. Ook hem had 't voorts teleurgesteld, dat niet voor zien wordt in den nood der gemeenten. Meer bepaaldelijk klaagde hij over de hoog opgevoerde militaire uitgaven. Wil de Regeering niet het beginsel van arbitrage van de Vereenigde Staten overnemen voor de beslechting' van inter nationale geschillen 1 De heer O p p e d ij k kwam in verzet tegen het toenemend streven om de macht der over heid steeds meer op 't volk over te brengen, daarbij het„dient den Heer met vreeze" uit 't oog verliezende. De heer Ruijs v. Beerenbroek besprak de pensioneering van oude, gebrekkige werk lieden eu het beschermen der gezondheid van fabrieksarbeiders enz. Vooral het laatste onder werp is terecht door de Regeering 't eerst ter hand genomen, omdat dit de noodzakelijke voor bereiding is voor het eerste. Tegenover de verplichtingen echter die den industrieelen worden opgelegd, behoort, in hun belang en in dat der werklieden, eene schadeloosstelling te staan. Wijziging van het tarief van invoer rechten noemde spr. in dat verband. Omtrent het Regeeringsbeleid ontwikkelde spr. als zijne grief, dat de Regeering kies recht- en belastinghervorming door een gemengd heeft, waaronder de laatste moet lijden. De plannen overigens betrekkelijk het kiesrecht vervulden ook hem met bezorgdheid. Hij noemde het kiesrecht-ontwerp een vergiftige Parther- pijl, die in het lichaam van elke volgende regeering zal blijven steken. Aan den vierden stand worden rechten gegeven waartegenover geen verplichtingen staan. Onze constitutio- neele instellingen worden daardoor in gevaar gebracht. De heer Lieftinck verdedigde de Regee ring tegen het verwijt van roekeloosheid met het kiesrecht-ontwerp. Dit voldoet z. i. aan een eisch van rechtvaardigheid, omdat het kiesrecht thans wordt uitgeoefend door per sonen, die er minder aanspraak op hebben dan de toekomstige kiezers. Eerlijkheid hangt niet af van geld, maar wel van karakter. - In de financieele bezwaren deelde hij met den heer Sanders, vooral wat de militaire begrootingen betreft. Maar vooral de nood der gemeenten eischt voorziening. De heer Borgesius klaagde over slappe en gebrekkige toepassing der Arbeidswet. De drie inspecteurs kunnen, bij allen ijver, den arbeid niet af. Ook het vraagstuk der veilig heid in fabrieken enz. is in hooge mate ur gent. De kwestie der invoerrechten kan daar aan niet worden vastgeknoopt. Ook de vorige regeering heeft aan verhooging van die rech ten niet gedacht. De heer Yan Alp hen wilde onder de be staande omstandigheden de Begrootingen als credietwetteu beschouwen. Maar op de Regee ring rust inmiddels de plicht, klaarheid te brengen in deu toestand. Wat bedoelt de Regeering met hare voortdurende wetsvoor stellen te midden van het kiesrecht Wie meet 't in den wedloop winnen, de Min. v. Bin- nenl. Zaken of die van Financiën Z. i. moet het kiesrecht voorgaan, omdat het tegenwoor dige kiesstelsel door zijne willekeur is ver oordeeld. De Minister Van Tienhoven, desprekers beantwoordende, zeide dat de Regeering in haar programma zich gehouden heeft aan 't mogelijke. Dit programma verdiende den naam van fanfara niet. Uitbreiding van het kies recht achtte zij constitutioneele plicht. Alge meen kiesrecht is 't niet, want dit verbiedt de Grondwet. Reden tot bezorgdheid bestaat er niet, maar men moet geen scheidingsmuur ma ken tusscheu het Nederl. volk. Door gemeen overleg hoopt de Regeering tot een kiesrecht te geraken, waaronder Nederland met vertrouwen de toekomst kan tegemoet gaan. Hangende de Kieswet, wil de Regeering zooveel mogelijk, meer bepaaldelijk van de belastinghervorming, afdoen. Wat daartoe is gedaan en nog zal volgen, zal tevens ten goede komen aan het plaatselijk belastingstelsel. Ook op sociaal gebied acht de Regeering zich diligent. Zij heeft verschillende onder werpen ter hand genomen. De veiligheidswet is bijna gereed. De voorbereiding der verze keringswet tegen invaliditeit is goed gevorderd. Daarvoor zal veel geld noodig zijn, maar het zal ook belangrijk de armenzorg verminderen. Ware het parlementair initiatief niet genomen tot instelling van arbeidsraden, de Regeering zou dit zelve hebben gedaan. De herziening van provinciale en gemeente wet moet blijven rusten, tot na afdoening der Kieswet. Verhooging van de militaire uitgaven was reeds verleden jaar in uitzicht gesteld. Wat tot instandhouding onzer weerkracht noodig is, wordt binnen de grenzen van het mogelijke, door de Regeering gewenseht. Ook al werd het beginsel van arbitrage aangenomen, zou een goede weerkracht noodig blijven. En be- heerscht de geldkwestie alles, men mag niet terugdeinzen voor hetgeen strekken kan tot verhooging van de nationale kracht, ook van de financieele draagkracht. Ook van de Kamer die het uitvloeisel zal zijn van het nieuwe Kiesrecht, verwacht de Regeering oprechte behartiging van het alge meen belang. De Regeering hoopt niet roe keloos, maar voorzichtig te werk te gaan, naar de eischen van 't algemeen belang, binnen de grenzen der constitutie, tot welzijn van het laud, en onder het bestuur van een Vorsten huis waarmede Nederland's onafhankelijkheid ten nauwste is verbonden. Het debat werd te kwart vóór elf uren ver daagd tot Woensdag-ochtend. De Burgemeester van Schiedam brengt ter kennis van de ingezetenen, dat het kohier van het patentrecht no. 8 dezer gemeente over het dienstjaar 1892/93, door den heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen op den 2n De cember 1892 executoir verklaard, den Ontvanger der Directe belastingen ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt herinnerd, dat een ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen alsmede dat den 5n dezer de termijn van 3 maanden is ingegaan, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag belmo ren te worden ingediend. Burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen ter kennis van be langhebbenden, dat de militieraad in het 2e district van Zuid-Holland voor deze gemeente op Vrijdag den 23n Decem ber aanstdes voormiddags ten 10' ure zijne eerste zitting zal houden tc Bot terdam in liet Oude -Mannenhuis aan de Hoogstraat aldaar. Zij brengen tevens in herinnering art. 91 der wet betrekkelijk de Nationale Militie van den 19 Augustus 18G1 Staatsblad no. 72), luidendeIn de eerste zitting van den militieraad wordt uit spraak gedaan omtrent: de verschenen vrijwilligers voor def militiede lote- lingen die redenen van vrijstelling heb ben ingediend; de lotelingen in de art. 55 on 55 bedoeld; alle overige lote lingen. Dientengevolge roepen zij op de lo telingen voor de lichting van 1893, om ten bepaalden dage, ure en plaatse voor gemelden militieraad te verschijnen. In de Vergadering van den Gemeen teraad op gisteren werden voor kennis- ving aangenomen verschillende missives van Ged. Staten, houdende kennisge ving der benoeming van schoolopzieners, goedkeuring van raadsbesluiten of be richt van ontvangst van hun verstrekte mededeelingen. De missive, waarbij het aan Ged. Sta ten ter goedkeuring toegezonden raads besluit in zake de vcrdeeling en be zoldiging der onderwijzers werd terug gezonden, sprak de wenschelijkheid uit, in het betrokken raadsbesluit nog de bepaling op te nemen, dat de hoofden der scholen in het genot zullen zijn van vrije woning en tuin of billijke vergoe ding van huishuur, met verzoek dat besluit aldus te wijzigen. Burg. en Woth. stellen voor, om aan het bezwaar van Ged. Staten tegemoet te komen, aan do verordening een nieuw artikel 5 toe te voegen, waarin bepaald wordt, dat de schoolhoofden zullen go- nieten vrije woning, zoo mogelijk met tuin) of anders eene billijke vergoeding voor huishuur Aldus werd besloten. Verder waren nog ingekomenont- werp-verordening op bet nummeren der gebouwen en de aangiften van bet be volkingsregister, alsmede die op het gebruik en de bescherming van gemeente grond on gemeente-eigendommen, voor stel tot uitbreiding van bet getal leden der commissie voor het lager onderwijs; een ontwerp nieuwe instructie voor die commissie, waarin de uitbreiding reeds is opgenomen. Deze stukken werden alien ter visie gelegd ter behandeling in eene volgende vergadering. Het rapport van de raadscom missie in zake de pensioen-regeling be zwaar inhoudende tegen de voorgestelde korting op de jaarwedden der ambtenaren; een amendement van bet raadslid den beer De Groot op art. 2 alin. 3 der ontwerpen pensioen-regeling en een nota van het raadslid den heer Dom ter wederlegging van bet antwoord door de pensioen-commissie gegeven op de door hem gemaakte bemerkingen op de ont worpen pensioen-verordening. - Deze stukken worden tegelijk met het ontwerp waarop zij betrekking hebben aan de orde gesteld. Ter vervulling van de vacaturen ont staan in eenige commission waren inge komen voordrachten, o. a. ter benoeming van een lid van bet burgerlijkarmbestuur in de plaats van denbeer J.M.v.d.Schalk, wien eervol ontslag was verleend, waarop geplaatst zijn de lieer S. Bijnbende en C. J. P. van der Schalk; zij wer den ter behandeling in eene volgende vergadering ter visie gelegd. De behandeling 'der verordening op het rijden te Schiedam liep hoofdzake lijk over de verschillende wijze van rijden: stapvoets, matige draf, sukkel draf, draven, galoppeeren en hardrijden. Enkele wijzigingen werden in de be staande verordening gebracht. Zoo zal het paard de schelklinkende bel waarvan het bij sneeuw voorzien zal moeten zijn, niet meer om den hals behoeven te dragen, maar zal die ook aan ieder ander lichaamsdeel, b. v. aan den staart, kunnen worden aangebracht. De lijkwagens zullen niet van belletjes voorzien behoeven te zijn. Zonder ongelukken werd deze rijpartij (ook de stoomtram kwam er hij te pas) teneinde gebracht, waarbij een der leden wel voor een oogenblik derailleerde, maar zoo dat bij toch spoedig weer in het spoor werd geleid. Het besluit gisteren door den Gemeen teraad genomen, om bet havengeld te verminderen, door vrijstelling te ver- leenen aan die zeestoombooten, welke gedurende bet loopende jaar reeds acht malen onze haven aandeden, werd op 't Lloofd mot algemeene vreugde verno men want zoowel sjouwerlieden als bakkers, slagers, groenboeren enz. zien bierdoor een zonnestraaltje breken door liet nevelig verschiet, dat zij, door de steeds minder wordende scheepvaart, tegemoet gingen. Buitendien moeten reeds velen der equipage van de ertsbooten, die sinds eenigen tijd alhier gelost hebban, te ken nen gegeven hebben, zich met hunne buisgezinnen metterwoon hier ter stede te zullen vestigen, wanneer de vaart dezer booten op Schiedam bestendigd blijft. De Minister van Binnenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis, dat vol gens de bij hem ingekomen ambtsbe richten in de afgeloopen week als aan Aziatische cholera overleden zijn aan gegeven in Zuid-Hollandte Gouda 1 persoonte 's-Gravenhage, 1 persoon te Bietveld, 1 persoonin Noordholland te Weesp, 1 persoon. Dinsdag-ochtend is op de Veemarkt te Botterdam eene koe aan mond- en klauwzeer lijdende bevonden. De koo is met 2 andere verlachte dieren, alle aangevoerd uit Gouda, naar hrt abat toir overgebracht. Binnen den kring der gemeente Botter dam hebben zich twee gevallen van mond en klauwzeer voorgedaan. Een in den stal van den heer Meijer Pool aan den Goudschen Bijweg en een in den stal teCrooswijk van den veehandelaar A. Bijl-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2