Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Een Spookgeschiedenis. 15de Jaarg. Dinsdag 13 December 1892. No. 4460. ^Smreau ^oogstraat <S 817. ALGEMEEN OYERZICHT. Feuil le ton. PRIJS VAN DIT BLAD: msxm. PRIJS DER ADVERTENTIEN 3) COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 {Stsbl.) No. 124. üiüimmm Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Zij die zich tegen I Januari op dit Blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. 12 December '92. De veel besproken schouwing van het lijk van den zoo plotseling over leden baron de Reinach heeft Zater dag 11. te Beauvais hij Parijs plaats gehad. Over den uitslag van die schou wing kwam het groote publiek nog niets te vernemen, daar besloten is die eerst over drie weken hekend te maken. In de meening dat de lijkschouwing Vrijdag zou plaats hebben hadden zich een groot aantal inwoners uit Beauvais naar Nivillers op 8 kilometer af stand -- begeven. Den geheelen dag wemelde het op den weg daarheen van rijtuigen en menschen. Tegen 8 uur verspreidde zich het gerucht dat de opgraving van het stoffelijk overschot 's nachts zou plaats hebben, en tot 1 uur in den nacht bleef de opgewonden heid voortduren. Eindelijk had de opgra ving Zaterdag-ochtend ten 8 ure in tegenwoordigheid van het parket en van de te Beauvais gevestigde doctoren Brouardel, Richardière, Augier en Levail- lant plaats. De magistraatspersonen constateerden, dat de kist werkelijk het lijk van den baron bevatte. Doch de rechter van instructie verklaarde aan de aanwezige verslaggevers, dat hij omtrent de lijkschouwing, die in een zaal van het stadhuis van Beauvais zou plaats hebben, een volstrekt stil zwijgen zou bewaren. Onder protest trokken de vertegenwoordigers der pers zich daarop terug. De ontzegeling der door Reinach nagelaten papieren zal Woensdag plaats hebben, en namens de familie van den overledene heeft de beheerder van den boedel verzocht, dat eenige leden der enquête-commissie daarbij zullen tegenwoordig zijn, waar toe dan ook reeds besloten is. De overlegging van de gerechtelijk in be slag genomen Panama-documenten aan de Enquête commissie zal ook weldra plaats hebben, daar de ministers Ribot en Bourgeois zich daartoe bereid heb ben verklaard. De procureur-generaal Quesnai de Beuarepaire, die zich tot het- laatste toe daartegen verzet hoeft, is buiten het debat gesteld, daar hij tot president van het Hoi van Cassatie is benoemd. Heeft het ministerie-Ribot in Frank rijk aan het Panama-schandaal het aan zijn te danken, het ministerie-Sagasta, dat wellicht reeds in Spanje is opgetre den, is door de Madridsche gemeente kwestie in 't leven geroepen. De minister-president Canovas del Castillo weigerde beslist aan te blijven, nu de fractie-Silvela zich in de gemeenteraads kwestie zoo beslist van zijne partij heeft afgescheiden. Zoowel de conservatieve als de liberale partijleiders bleven der Regentes dan ook het ontbieden van Sagasta aanraden. Aan een correspon dent van het agentschap-il^itf/ ver klaarde Canovas, dat hij het onvermij delijk had geacht de kwestie van ver trouwen te stellen, teneinde alle misver stand uit den weg te ruimen. De toestand was ingewikkeld door allerlei uiteen- loopende opvattingen tot eiken prijs moest licht worden verschaft. Hij zag dat er niet langer te rekenen viel op den steun van een aantal afgevaardigden, die hij aan zich verknocht waande. Echter was hij volstrekt niet voornemens zich uit het openbare leven terug te trekken, daar hij zich meer dan ooit ge noodzaakt ziet zich aan de politiek in de praktijk te wijden. Hij en zijne vrienden zouden echter nooit meer in goede verstandhouding metdeSilvelisten kunnen blijven. Allen, die zich bij de stemming onthielden, zou Canovas voor- taaD als zijn vijanden beschouwen. Reeds hebben de conservatieven eene bijeen- „Ik geloof, dat dit personage een lafbek is,'* sprak Bouteselle. „Hij zal (le dupe zijn van een of anderen grappenmaker. Met uw verlof, Mejuffrouw. wil ik voortaan in de kamer van de oude Tata slapen. Mocht er iemand komen sPoken, dan zal ik hem eene kastijding toe dienen. waaraan hij vooreerst zijne bekomst *el zal hebben." Het voorstel werd in dankbaarheid aange komen. Voor den oud-sergeant werd een bed gespreid in de gevreesde kamer en ondanks de Waarschuwingen van eenige lieden uit de buurt, kam hjj er zijn intrek. Den morgen na den eersten nacht, dien hij er doorbracht, werd hij des morgeus bestormd met vragen van vrien- deo en bekenden, die van zijn waagstuk ge hoord hadden. Hebt gij iets gezien Hebt gij iets gehoord Bouteselle haalde minachtend de schouders op. Gij zijt flauweriken, zeide hij, spoken worden alleen door hen gezien, die er zich beangst voor maken. De taal van Bouteselle maakte geen slech ten indrukmen zag met een zekere bewon dering naar hem op, maar toch schudde me nigeen nog het hoofd en werd de overtuiging uitgesproken, dat de vermetelheid, welke de oud-soldaat aan den dag legde, hem wel eens kon berouwen. Meer dan twintig personen hadden de oude Tata immers gezien en waarom zou zij dan alleen voor Bouteselle onzichtbaar blijven Er gingen eenige dagen voorbij en Boute selle verklaarde steeds met hetzelfde spotach tige gezicht, dat de geest van de oude Tata slechts in de verbeelding van lafbekken be stond. Toch had hij zijne voorzorgsmaatrege len genomen, ten einde bij een eventueele ont moeting met het „spook" niet onvoorbereid te zijn. Het stond bij hem vast, dat de een of andere geheime vijand der weduwe Raymond kwam spoken, ten einde haar in hare zaak te benadeelen en hij brandde van verlangen, om daaraan eens voorgoed een einde te maken en het spook een afstraffing toe te dienen, welke het nog l.ing hengen zou. Hij had daarom een stevigen onden wandelstok met looden knop onder zijn bereik gelegd en bleef des avonds langer wakker dan zijn gewoonte was om kennis te maken met dengene, die den geest van de oude Tata kwam voorstellen. Verscheidene nachten gingen evenwel voorbij, komst gehouden om maatregelen tot reorganisatie der partij vast te stellen. Besloten werd een rondzendbrief te zen den tot alle conservatieve vereenigingen in Spanje met mededeeling van het pro gram der partij, zooals het door Canovas met conservatieve afgevaardigden en Senaatsleden zal worden vastgesteld. De zaak van den bekenden anti-semi- tischen rector dr. Alhwardt blijkt met de ongunstige beslissing van het Ber- lijnsche gerechtshof nog niet uit te zijn. Reeds voor de uitspraak was er sprake van dat het hoog gerechtshof te Leipzig het vonnis zou casseeren, daar de president der rechtbank herhaaldelijk openlijk partij tegen Ahlwardt heeft gekozen. Mocht dit niet gebeuren, dan staat voor den veroordeelde zelf nog de weg open om in hooger beroep te komen. Voorts is de vraag of de conservatieve groep in den Rijksdag niet zal bewerken dat Ahlwardt van zijne onschendbaarheid als parlementslid geniete. Dezer dagen zal er in den Rijksdag eene interpellatie worden gehouden, om generaal Caprivi gelegenheid te geven tot de verklaring dat uit het proces-Ahlwardt de deug delijkheid van het infanterie-geweer schitterend is gebleken Dr. Ahlwardt, die in ieder geval nog tot 21 Februari in de gevangenis zal moeten vertoeven, wegens eene vroegere veroordeeling ter zake van heleediging van den Berlijn- schen gemeenteraad blijkt het Berlijn- sclie publiek op zijn hand te hebben. Dat publiek is zeer ontevreden over den uitslag van het proces. Des avonds trok eene groote menigte manifestanten door de straten van Berlijn onder het geroep „Weg met de Joden!" Die hetoogingen duurden tot laat in den nacht zonder eenige wanordelijkheid op te leveren. De minister van oorlog Von Kalten- horn zette gisteren in den Duitschen Rijksdag hij het aanbieden van het legerwets-on twerp het militaire standpunt uiteen. Uit naam van het Centrum zeide Huene het ontwerp nauwkeurig te zullen zonder dat hij iets zag of hoorde en het denk beeld begon reeds bij hem te wortelen, dat het spook inderdaad slechts in de verbeelding der vorige knechts van juffrouw Raymond had be staan, toen hij op zekeren avond, na zijn licht te hebben uitgeblazen en op 't punt zijnde zich ter ruste te begeven, in een hoek van het vertrek een zonderling geluid vernam. Hij zag in de richting vanwaar het geluid kwam, maar kon niets bespeuren. Na eenige oogen- blikken was alles weder stil en Bouteselle trachtte tevergeefs licht te maken, toen het geluid zich plotseling opnieuw deed hooren. Bouteselle stiet een verwensching uit en greep naar zijn rotting. In de duisternis werden plotseling twee vurige stippen zichtbaar, twee glinsterende oogen, die den oud-soldaat, hoe onverschrokken hij ook zijn mocht, onwillekeu rig een stap terug deden treden. Maar zijne aarzeling duurde slechts een enkel oogenblik. Hij sprong vooruit en zijn stok zwaaiend, deed hij den looden knop beukend neervallen in de richting van den muur, waar hij de twee vu rige oogen had gezien. Een krakend geluid deed zich hooren, en Bouteselle begreep, dat hij een houten beschot had stukgeslagen. De vurige stippen waren terstond verdwenen en toen Bouteselle zijn licht weder had ontstoken, bemerkte hij dat een paneel in den wand der kamer verbrijzeld was. Niet zonder eenige ontsteltenis begon Bouteselle een nader onder zoek. Hij bemerkte tot ziju groote verwon- onderzoeken, waarna hij hoopte het met de regeering eens te zullen worden. Richter zeide, dat hij het er voor hield, de Rijkskanselier zou hij een toegeeflijke Rijksdag met hooger eischen voor den dag komen. De Rijkskanselier Yon Caprivi verklaarde van de noodzakelijk heid der voordracht voor de veiligheid van het Duitsche rijk zóo overtuigd te zijn, dat hij de verantwoordelijkheid daarvan ten volle op zich wil nemen. Uit naam der conservatieven betuigde Manteufel, dat deze alleen voor het wets ontwerp zullen stemmen, indien zij de over tuiging erlangen, dat de hoedanigheid der troepen onder de voorgestelde rege ling niet minder zal worden. In de Muntconferentie te Brussel heeft de heer Tirard Zaterdag 11. in een lange rede betoogd, dat de conferentie slechts tot een zeer beperkt resultaat kan komen, daar men niet verder kan gaan dan tot een voorstel, dat geene volledige ver anderingen zou brengen in het munt stelsel der groote Europeesche mogend heden. De zuivere en eenvoudige kwestie van het bimetallisme vervangende het monometallisme zou tot niets kunnen leiden. De heer Tirard verzekerde, dat de toestand van Frankrijk niets onrust- wekkends heeft. De overvloed van munt beantwoordt aan den staat van verdeeld heid der fortuinen en veelvuldigheid van kleine commercieele ondernemingen, welke eene dadelijke regeling eischen. Met betrekking tot het voorstel Levy zeide de heer Tirard, dat Frankrijk er geen belang hij had, daar het geen lagere biljetten dan van 50 francs heeft. Men moet zich niet verwonderen dat de op lossing van het muntvraagstuk niet zoo maar voor de hand ligtde zaak is zoo ingewikkeld maar als het noodig is, zal de medewerking van alle welge- zinden zeker niet ontbreken. De heer Tirard eindigde met te doen opmerken, dat zoo de groote mogendheden er in toestemden hun land te begiftigen met een hoeveelheid zilveren munt voor de dering, dat achter het houten schot zich een groote ruimte bevond. Met de hand kon hfj de niet weggeslagen doch losgeraakte panee- len verwijderen en nu bevond hij zich in een soort nis. Plotseling schoot hem iets langs de beenen. Het was een kat, die uit de duisternis te voorschijn sprong en zich onder een kast, die in het vertrek stond, verschool. „Dat is een rare ontdekking." mompelde Bouteselle, „ik ben misschien wel wat voorba rig en ruw geweest in mijn optreden, maar wie kan ook weten, dat de muur van hout en niet van steen was en dat ik hier in een onbekend gewest zou arriveeren. In ieder geval zal ik nu maar eens op verken ning uitgaan." De ruimte, waarin hij zich bevond, was vry groot en bood niets opmerkelijks aan. Boute selle bespeurde echter, dat zij uitliep in een smalle gang, welke hij niet zonder eenige omzichtigheid volgde. De gang was niet lang en al spoedig stuitte de verkenner op een blinde deur. {Slot volgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1