Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Nieuwjaar. bureau £boog$traai 317. EERSTE BLAD. KERSTMIS. 15de Jaarg. Zondag 1 Januari 1893, No. 4476. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Weder staan wij aan den vooravond van een nieuwen tijdkring. Nog slechts weinige uren en de klokken op onze stadtorens zullen het uur aangeven, dat het oude jaar van den nieuwen jaar kring scheidt. Een geheel jaar zal dan weder tot het verledene behooren en een nieuwe aera, met al wat zij duisters in haren schoot verbergt, ligt vóór ons. Met een gemengd gevoel van vreugde en smart werpen voorzeker velen een terugblik op het afgeloopen jaar. Immers, onder dankbare erken ning van Gods goedheid, moeten wij het getuigen, dat het verscheiden jaar ons veel goeds heeft gebracht, velen zelfs meer dan zij verwacht hadden. Maar naast liet vele goede, dat het jaar '92 ons bracht, bleef ook veler harte- wensch onvervuld, werd menige blijde verwachting teleurgesteld. Hoe velen werden niet getroffen in hetgeen hun lief en dierbaar was, ondervonden ach teruitgang in zaken, en hadden soms df het gemis van dierbare betrekkingen hf het verlies van geld en goed te be treuren Terwijl wij dus aan het eind van het verloopen jaar God voor Zijne tallooze weldaden loven, onderwerpen wij ons tevens aan Zijnen heiligen Wil, waar Hij ons, tot ons meerder heil, naast den overvloed Zijner zegening, de bit terheid Zijner beproeving ondervinden deed. Voorzeker, wat er ook in den loop her tijden verandere, onder dit opzicht Zal het eene jaar wel steeds aan het andere gelijk blijven. Evenals het ge- heele leven van den menscli slechts eene afwisseling is van vreugde en smart, zal ook ieder jaar wel steeds dezelfde [Wisseling bie({en_ Een kruis met rozen 18 °n blijft steeds's menschen lot. Maar helet ons niet, den nieuwen tijd- J,V w«c 3r voi nioed en vertrouwen kr tü £aan. Het streven naar geluk, Go<] <jen jnensch ingeschapen, doet stt nls jlej. keste voor de toekomst geeft ons moed en doet ons veitiounen, <jaj. njeuwe aera ons zal lengen, wat hare voorgangster ons te wenschen overliet. Werden ons wonden geslagen in 'thart, we hopen, dat de voortspoedende tijd ze heelen zal. Bracht het afgeloopen jaar ons teleurstelling op velerlei gebied, we vertrouwen, dat het nieuwe jaar onder dit opzicht zal aan vullen, wat het oude is tekort gescho ten. Ondervonden wij in den afgespon nen tijdkring tegenspoed of achteruit gang in zaken, hadden wij te kampen met ziekte of moeilijkheden van allerlei aard, we hopen, dat het nieuwe jaar in dit alles verbetering zal brengen, en dat het een jaar zal zijn, gekenmerkt door Gods overvloedigen zegen. Voor onze getrouwe lezers in 't bij zonder, wenschen wij, dat zij den zegen Gods, die het al doet gedijen, in ruime mate, zoowel in het familieleven als hunne zaken, zullen ondervinden. Zij hebben ons in het afgeloopen jaar veel zijdige blijken van sympathie gegeven met hetgeen wij tot verbetering en uit breiding van ons blad hebben aange wend. Blijft ons die sympathie bij voortduring verzekerd, en wordt zij ons door de Katholieken van Schiedam en Omstreken vooral, in het nieuwe jaar in steeds toenemende mate betoond, dan zal het ook zeker onze bescheiden on derneming goed gaan, en mogen wij het voortbestaan en den bloei van ons blad tot in de verste toekomst verzekerd achten. Dan zullen zeker ook onze lezers ervaren, dat wij van onzen kant al het mogelijke beproeven, om ons blad voor allen in waarde en aantrekkelijk heid te doen stijgen, en het zóo in te richten, dat zij het als plaatselijk orgaan, 'twelk naast de algemeene vooral die bijzondere zaken publiceert, waarin zij het meest belang stellen, boven alle andere bladen de voorkeur zullen geven. Voor het algemeen welzijn willen wij vooral den wensch uitspreken, dat het jaar 1893 moge zijn een jaar van vrede, dat wij bevrijd mogen blijven van de rampen van een oorlog, die ons wereld deel onder de tegenwoordige omstandig heden wellicht ten ondergang zou voeren. Betoone ons de Algoede ook Zijne on eindige barmhartigheid door alsnu terug te houden den geesel Zijner gramschap dien wij reeds van zoo nabij hebben ge zien moge Hij ons voor alle besmet telijke ziekten vrijwaren In 't bijzonder voor de stad onzer in woning willen wij uit de volheid des harten wenschen, dat hare aloude indus trie weder tot bloei gerake. Dit toch is de onmisbare voorwaarde voor Schie dams welzijn. Volle waarheid bevat toch het spreekwoord: regent het op de grooten, het druppelt op de kleintjes. Met den voor- of onspoed van den bran der en gistmaker is het wel en wee der gelieele burgeiij nauw verwant. Met der. wensch dat het jaar 1893 voor Schiedam moge zijn een rijk gezegend jaar, willen wij dus besluiten. Moge het zoowel ten opzichte van hunne stof felijke belangen als wat hun geestelijk heil betreft, al den burgers onzer stad welgaan Worde het voor allen ver vuld, wat wij ieder in 't bijzonder van harte toewenschen een heilvol, een gezegend nieuwjaar II. [Ingezonden.] Men kan, dunkt mij, moeilijk een meer praktisch bewijs van dankbaarheid geven aan den Goddel ij ken Stichter van het Christendom, dan de herinnering van de allesovertreffende weldaad Zijner geboorte te vieren, door aan den voet van Zijne kribbe neêr te leggen eene, zij het dan ook gebrekkige, opwekking tot de juiste toepassing der christelijke beginselen in het maatschappelijk zoo wel als het godsdienstig leven. Het laatst gedeelte van deze taak wordt glorierijk volbracht door het tal loos nakroost van den „Onbevlekten Hoogepriester", de priesters van Gods Kerk, die het leven van offer, hetwelk in Bethlehems stal begon, stellen als het voorbeeld, waarvan ieder christen leven de trouwe copie moet wezen. Het eerste gedeelte te waken voor de juiste toepassing der christelijke be ginselen op het maatschappelijk leven, is in het bijzonder, de roeping, welke de katholieke pers te vervullen heeft. Men hoede zich echter, uit de onder scheidene taak, welke aan de „wach ters in Iraël" is opgedragen, te beslui ten, dat men dus het godsdienstig en maatschappelijk leven, als wezenlijk van elkander gescheiden heelt op te vatten. Deze twee zijn noodzakelijk één. Zij leven van denzelfden geest, putten uit dezelfde bron. Zonder nadeel voor een van beiden, kan men ze niet van elkan der losmaken. Hunne verhouding is even innig als de verhouding van's men schen ziel tot zijn lichaam. Het maat schappelijke leven moet in zijn geheel en in elk zijner handelingen van den godsdienst doortrokken zijn, gelijk het lichaam in zijn geheel en in ieder zijner deelen doordrongen is van de ziel. Het godsdienstig leven moet zijn be velen uitdeelen aan het maatschappelijk leven en dit heeft te gehoorzamen.. Het eerste is het le"ensbeginsël van het laatste, zoodat do maatschappij, door den godsdienst te verjagen, noodzakelijk haar eigen graf delft, waarin zij rot tend tot ontbinding overgaat. Is deze uitdrukking te sterk Wat getuigt dan het weinig aanlokkelijk schouwspel, dat onder onze oogen op het wereldtooneel vertoond wordt ?Welnu, als het gezegde niet op overdrijving berust, dan vervullen wij, Katholieken, eene heilige roeping, ons door God ge geven, indien we naar best vermogen medewerken om die voorstelling te doen staken, en zorgen dat de godsdienst zijn rechtmatige plaats op den troon der menschelijke samenleving herneme, om door de aanraking van zijn toover- schepter de maatschappij verjeugdigd uit haar eigen asch te doen opstaan. Waarlijk een grootsche roeping, die van ons eischt: „dat wij in de veel zijdige richtingen des tijds het wettige „van het onwettige wel onderscheiden, „en de oplossing der groote vraagstuk ken van den tegenwoordigen tijd zoe ken in de waarheden des Christendoms, „deze aan de schijn- en drogbeelden „van den tijdgeest tegenover stellen en „op dat lichtspoor eene hooge, waar „ideale richting volgen." (Mgr. Yon Ketteler. Vrijheid, Gezag en Kerk). Evenals ieder den invloed ondervindt van de omgeving, waarin hij leeft, de personen waarmede hij omgaat, het huis gezin, waarin hij wordt opgevoed, en nie mand, tenzij door voortdurenden strijd, zich geheel kan losmaken van de gees tesrichting, van de begrippen, welke daar heerschenzoo ook zijn wij allen in meerdere of mindere mate schatplich tig aan den tyrannieken tijdgeest, die een altijd grooter overwicht op ons denken •n handelen tracht te verkrijgen. Met dien tijdgeest dient rekening ge houden, waar wij een poging willen wagen, om in het sociaal en politiek leven het wettige te onderscheiden van het onwettige. De geest van onzen tijd, iedereen weet het, is de geest van het liberalisme. Dit moge als systeem reeds toebereidselen zien miken voor zijn uitvaart en zijn plaats moeten ruimen voor de uiterste consequenties, die het zelf in het leven riep, zijn geest blijft akelig spoken door de wereld. Die geest heeft verderfelijk gewerkt op het katholieke leven, en nog zijn wij niet geheel bevrijd van den invloed zijner zwarte too vermacht. Tegen dien geest is de strijd gericht. Het komt er dus op aan hem te leeren kennen. Daarom een enkel woord over de verschijning en de streving van het liberalisme. Het liberalisme kwam tot ons zacht, en zoet en fleemend, met de argeloosheid van de duive, welke het niet bezat met de liet der slang welke het in hooge mate eigen was. Het verscheen ouder verschillende ge daanten, als de drager van beschaving, verlichting en vooruitgang. Het vertoonde zich aan het volk als de uitvinder van de verheven ideeën, die uitteraard iederen edeldenkenden geest treffen, ieder warm hart tot hooge geestdrift stemmen. De gouden vrijheid, de broederlijke gelijkheid door den Stichter des Chris tendoms gepredikt, door Zijn Kerk sinds eeuwen in praktijk gebracht, was geen vrijheid, geen gelijkheid, geen broeder schap. Deze dienden aan den invloed van Godsdienst en Kerk onttrokken te worden, dan eerst zou de gouden eeuw aanbreken. Dus aarzelde het liberalisme niet, om het ongeloof te ondermijnen (want dit NIEUWE SCHIEDA E COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1