Dagblad voor Schiedam en Omstreken. No. 4496. bureau J^ooc^traat 317. POLITIE. De Witte Wolf. 16de Jaarg. Donderdag 26 Januari 1893 ALGEMEEN OVERZICHT- *euii leton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÉN NIEUWE SC E COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 {Stsbl.) No. 12i. f 1.50 - 2.— - 0.05 Van 1 6 regelst 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Belanghebbenden worden herinnerd aan art. 12 der op 22 dezer in werking getreden nieuwe verordening op het rijden, waarin wordt voorgeschreven dat rik rij- 0f voertuig, met trekdieren be mannen, rijdende of stilstaande op den °penharen weg, vanaf een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór Ure opkomst, aan de voorzijde moet doorzien zijn van minstens éen van Aoren lichtgevende lantaarn. 25 Januari '93. Door de hemoeing der mogendheden de uitlatingen der Fransche pers krijgt de beruchte Panama-zaak eene in ternationale beteekenis. Wat eergisteren jjog slechts een los gerucht van Daily ^legraph scheen, werd gisteren reeds rijna eene internationale bedreiging aan ktt adres van Frankrijk. Wij bedoelen de klachten der mogendheden over het ichtvaardig verdenken van hare gezanten i? Darijs in zake de Panama-schandalen De Ka Ik. Ztg. had eergisteren gezegd, d?t er voor het gerucht der terugroe- Plng van alle te Parijs geaccrediteerde gesanten inderdaad wel reden bestonden, aar de Fransche regeering blijkbaar ^et bij machte is om de vertegenwoor- igers der huitenlanUsche mogendheden °°r de Fransche pers te doen eerbiedi gen. Voorloopig zouden de gezanten dan kuiten Frankrijk den loop der zaken kunnen afwachten,terwijl enkele zaakge lastigden den noodzakelij ke dienst zouden jvaarnemen.De Nordd.Allg.Zlg.n amdat ar- kei der Kölnische letterlijkover en voegde ®r zelfs de blijkbaar officieuse opmer- krng aan toe, dat Duitschland nog geen «ïtiatief in dien zin genomen heeft, ande Zlolx heilig zou aansluiten, indien ten u 'Mogendheden in dien zin moch- Deshssen. De Duitsche ambassa- Naar hst Fransch van Paul Féval. deur, graaf Munster, zegt zij, is tot dusver nog door geen der Fransche bla den verdacht gemaakt, maar des te meer hebben Von Mohrenheim, Menabrea, ïïoyos en Dufferin,resp. vertegenwoordi gers van Rusland, Italië, Ooatenrijk- Hongarije en Engeland aan lasterpraat jes blootgestaan. Te Parijs liep gis teren reeds het gerucht, dat de Oostenrijksche regeering gedreigd zou hebben haren gezant terug te roepen. En toch had de Fransche regeering door verscherping der perswet van haren goeden wil blijk gegeven. In tegenspraak met Clemenceau's ver klaringen voor de commissie van enquête zette gisteren de Figaro in een artikel uiteen, waarom DeReinach aan Glemen- ceau en door dezen wedei* aan Rerz de lijst der bij de Panama-zaak betrokken personen deed ter hand stellen. De redenen komen op het volgende neei. De Reinach en De Lesseps hadden eene I overeenkomst geteekend om 10.000.000 frcs. aan Herz te betalen, die zich daarvoor verplichtte, door de regeering een ontwerp te doen indienen tot het uitgeven van loten-obligatiën (ten bate der Panama-maatschappij). Toen het ontwerp was ingediend, viel llerz De Reinach lastig om de betaling van de tien millioen. Reinach betaalde negen millioen. Tegen het einde van 1888 dreigde het schandaal groote verhou dingen aan te nemen, llerz zou ver nomen hebben, dat Reinach 35 millioen van de Panama-maatschappij genoten had en eischte toen van hem nog 1.300.000 fr., nadat hij nog 2 millioen bij de 9 millioen had ontvangen. Reinach ovei- handigde hierop aan Stéphane de lijst, die een gedetailleerd gebruik van de door hem genoten gelden aanwees, en deed die lijst ter zijner rechtvaardiging door Olémenceau aan Herz toekomen. Die mededeeling maakte de onbeschaamd heid van Herz nog grooter, wiens eischan zoo dringend werden, dat Reinach, ten einde raad, zelfmoord plee^ •de. Bij de discussie over de geheime oor" logsfondsen in de Fransche Kamer, zeide gisteren De Launay, dat een minister er geld uitgenomen heeft om zijne por tefeuille te behouden. De Kamer zal over dien minister uitspraak doen bij het debat over de geheime fondsen voor binnenlandsche zaken. In de in het Panama-proces gehouden pleitrede meende advocaat Bardoux te mogen beweren, dat Charles de Lesseps den eerbied heeft geërfd, dien men al gemeen voor zijnen vader heeft, en dat zijne gevangenneming groote verbazing heeft gewekt. Deze bewering gaf tot heftige tegenwerpingen in de zaal aan leiding. De zitting moest worden ge schorst. De Russische troonopvolger is gisteren te Berlijn te 9V2 uur aangekomen en werd door den Keizer, al de prinsen van het Koninklijk Huis en de meeste hier vertoevende vreemde vorstelijke personen aan het station begroet. De Keizer en de grootvorst omhelsden elkan der herhaaldelijk. Op weg naar het Russische gezantschap bracht eene zeer talrijke menigte den Keizer en zijnen gast levendige ovaties. In de legerwet-commissie heeft de rijkskanselier Caprivi gisteren betoogd, dat het voorstel om het aantal rekruten te verhoogen, mits binnen de grenzen der tegenwoordige legersterkte op voet van vrede bedenkelijk is voor 's lands weerbaarheid en derhalve niet in over weging genomen kan worden. De be hoefte aan versterking des legers spruit niet voort uit minder vertrouwen in de sterkte van liet drievoudig verbond, noch op twijfel aan het voortduren daarvan, maar uit de overtuiging, dat ook met dat bondgenootschap, Duitschland voor bereid moet zijn op eenen oorlog met overmachtige vijanden. In de gisteren gehouden zitting van de militaire commissie uit den Rijksdag werd weder veel gedebatteerd, zondei dat de grondslag tot eene schikking gevon den werd. Opmerking verdiende de me dedeeling van den vertegenwoordiger van den minister van oorlog, generaal Gosslar, dat reeds bij de eerstvolgende recrutenlichting de maat op 1.54 meter zal verminderd worden, onverschillig of het legerontwerp tot stand komt of niet. Caprivi verklaarde, dat de Regee ring zich aan de beweerde misnoegd heid onder de bevolking wegens de toe nemende militaire lasten niet storen kan, aangezien het met de legerver- sterking op Duitschland's toekomst aan komt. Over de buitenlandsche politiek wilde hij zich thans niet weder uitlaten dit toch was na zijne jongste ervaring niet aanlokkend. Slechts dit wilde hij nog zeggen, dat hij het sterke vertrou wen in het drievoudig verbond deelde: doch vertwijfeling was het, of Duitsch land na een eventueel uiteenvallen van dit verbond een ander bondgenootschap zou kunnen sluiten. Generaal Goslar uitte nog de meening, dat de volgende oorlog tamelijk wel het karakter der volksverhuizingen van vroegere eeuwen dragen en over de overwonnenen even groote ellende als destijds brengen zou. Bebel pleitte voor eene militie-leger. Hij is overtuigd, dat bij den toekomstigen oorlog al de Europeesche staten, ook de kleine, mee zullen betrokken worden. Daarom is hij wel voor het grootst mo gelijke aantal manschappen, doch slechts langs den weg van een werkelijk volks- leger. Het debat werd tot Donderdag verdaagd. De Bonner studenten wilden bij de aanstaande viering van 's Keizers ver jaardag ook eene rede op Bismarck la ten houden, hetgeen echter de rector en de senaat verboden, omdat het naar oppositie tegen den Keizer zweemen zou. De studenten verklaarden nu, dat men slechts op uitdrukkelijk verlangen van rector en senaat er van wilde afzien, hoewel de groote meerderheid der stu denten in beginsel vóór eene ovatie aan Bismarck was. Dit geval is te opmer- 19) marmerensrWaS reeds verlaten, doch de wit schijn vim ïlorwVerto(mden noS de" weer" Standbeelden, zuïil .••agen' andere rijke versiersel"' autieke vazen en luister eener vorige Reu-e^,ven rrnog op dei1 heid van de Koninklijke stad diiiPu verlaten" kort. Het zand in clAoetpaden ventn^A'200 nog de indrukselen van de satijnen muiltjes en rood gehakte lage schoentjes. J en Prijkten er geen bloemen meer in de vazen en stortten de lachende bronzen najaden geen zilveren waterstralen meer in de schoone bekkens? Helaas! de verlatenheid duurde daarvoor reeds te langde bloemen waren verwelktde bronzen en marmeren beelden hadden de gestrenge schoonheid verkregen van een vervlogen tijd perk; hier geen gezang, geen vreugde meer. Doch Nicolas Trend en zijn stalmeester waren er de menschen niet naar, om zich met standbeelden en fonteinen bezig te houden. Al voortgaande wierpen zij een verstrooiden blik op die lachende, fluitspelende, met win gerdbladeren gekroonde steenen goden, en hielden zich geen oogenblik op. Na nog enkele uren verder te zijn gegaan, kwamen zij aan de Seine. Zijn wij nog ver van Parijs vraagde Nicolas Treml aan een boer, die hen voorbijging. De boer keerde zich om en strekte zijn arm uit naar het Oosten. M. de la Tramlay, met de oogen deze aanwijzing volgende, bemerkte aan den horizon een schitterend punt. Dit was het nieuw vergulde koepeldak van het Hotel des Invalides", dat de stralen der op gaande zon terugkaatste. vriend! zeide lnj tot Jude, ziedaar het einde van onzen tocht. Goed, antwoordde Jude. Hadden de paarden kunnen spreken, voor zeker zouden zij op duidelijker wijze hun vreugde hebben doen blijken. Toen zij de stad binnenreden, deed Nicolas Treml zich het paleis van den Regent wijzen en gaf zijn paard de sporen, om te eerder aan te komen. Het scheen, alsof de daar koorts zich van hem had meester gemaakt. Jude volgde hem op den voetbrandende nieuws gierigheid vertoonde zich op zijn gelaat. En werkelijk, wat wilde M. de la Tremlay toch van den Regent Bij het Koninklijk paleis aangekomen, steeg Nicolas Treml van zijn paard. Hij wilde bin nengaan knechten beletten hem den toegang. Gaat naar Philippe van Orlêans en zegt hem, dat Nicolas Treml hem verlangt te SPDeeiknechten bekeken het ouderwetsche costuum van den ouden edelman, dat onder een dikke laag stof letterlijk verdween en hem den rug toekeerende, barstten zij in lachen uit. Toch zeide een hunner Zijne Koninklijke Hoogheid bevindt zich op zijn kasteel te Villers-Cotterets. M. De la Tremlay besteeg weder zijn paard. "WH een uwer mij naar dat kasteel ge leiden De lakeien van den Regent lachten min achtend. Mijn goede man, riep men uit, lieden van uwe soort worden op het kasteel te Villers- Cotterets niet toegelaten Het is de wandelende jood, zeide een lakei. Don Quichotte riep een ander. M. De la Palisseliet een derde zich hooren. Jude bracht de hand aan de greep van zijn lang zwaarddoch met een teeken hield zijn meester hem tegen en wendde den teugeleen btleediging van zoo laag geplaatsten treft niet. M. De la Tremlay hield stil voor een herberg, die tot uithangbord had: „In het wapen van Bretagne." Zonder zich den tijd te gunnen om af te" stijgen, beval hij den waard, hem een gids op te zoeken, die hem dadelijk naar Villers-Cotterets kon geleiden. De verwondering van Jude steeg ten top. Geen weerstand meer kunnende bieden aan zijn brandende nieuwsgierigheid, vroeg hij Mijnheer Nicolas, verlangt u dan zoo zeer dien Philippe van Orleans te spreken? En dat vraagt gij mij barstte Nicolas Treml los. Dit antwoord deed de verwondering van Jude alle grenzen te buiten gaan. Ik begrijp er niets meer van, mompelde hij voor zich, wat wil mijnheer toch van den Regent? Nicolas Treml hoorde het, en den stalmees ter bij den arm grijpende, riep hij uit: Ik wil hem dooden Jude verweet zich, dat hij zulk een eenvou dige zaak niet begrepen had. Goed, uitstekend, zeide lip. Hij herkreeg nu zijn gewone bedaardheid. Juist op dit oogenblik verscheen de waard met den gids. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1