Binnenland. Het 2e bataljon van bet Devonshire- regiment zal ontscheept worden en voorloopig in Egypte blijven tot na aankomst der versterkingen, welke van Maltha en Gibraltar in de eerste week van Februari verwacht worden. Haar het blijkt, is de quarantaine-wet, door den Senaat der Unie aangenomen, onvereenigbaar met de quarantaine-wet door het huis van afgevaardigden be krachtigd dientengevolge is eene on middellijke wetgeving niet mogelijk, tenzij een vergelijk tot stand komt. Nog eens „sociale toestanden te Schiedam." De Utr. Cri., het jongste artikel van dr. Joh. W. Pont inde Volksvriend van 5 Januari 11. besprekende, vindt in de alinea, waarin ten onrechte beweerd wordt, dat de Schiedamsche branders knecht nooit zijne kinderen ziet, aanlei ding tot de volgende ontboezeming De twee kleine woordjes dat spreekt (voor de enquête-commissie) van den ar beider die nooit zijne kinderen ziet, spreken meer dan boeken vol ge leerde vertoogen over staatsrecht en staathuishoudkunde. Met dominé Pont hopen wij van harte dat zij ook mogen spreken tot het volk, tot de beschaafden vooral. Maar bij onze sympathie met al die hartelijkheid, hebben wij toch één be denking tegen de volgende woorden van Ds. Pont. „Er zijn in onze dagen veel politici, „veel menschen die zich met hoogere „politiek bezighouden, ook onder de „branders, maar al kan men groote „woorden spreken over de politiek, het „woord van Thomas Carlisle blijft „waaiwie uit liet geroep eener volks menigte ooit iets anders hoort dan de „stemIs er dan niemand om ons te „leiden? hij is geen staatsman Aldus eindigt Ds. Pont. Zou het waar zijn? Wij gelooven het niet. Leiders zijn er altijd geweest. Leiders zijn er ook op het oogenblik. Meer dan genoeg zelfs Maar het zijn de goede leiders niet! Het zijn de mannen, die de ongeluk- kigen in onze maatschappij aansporen tot verzet tegen toestanden, waaraan zelfs de meest goedwillige patroon niets kan veranderen. Met name in hut brandersvak is de achteruitgang groot. Het is bekend, dat er in Schiedam zéér, zéér vele eige naars van branderijen zijn ten gronde gegaan in de laatste tiental van jaren, sedert 1880 vooral. Yerhooging der inkomende rechten in alle landen, vooral in Amerika, Spanje en Frankrijk, verhooging van accijnsen in ons eigen land heeft aan de indus trie, waarvan Schiedam leeft, onbere kenbare schade gedaan. En kan dan van de patroons, die bezig zijn te verarmen, gevergd worden, dat zij hun werklieden meer geven dan zij kunnen missen? Het zijn niet de goede leiders welke ongeluk wijten aan hen, die er ook zelf vaak het meest onder lijden. Na en door de leiding van die mannen lijdt het volk tot op den huidigen dag. Door zulke leiding wordt het volk gevoerd tot opstand, die de ordelijke samenleving verstoort, die baat brengt aan niemand, en die het volk overlevert aan politie en soldaten. Tot leiden zijn weinigen bekwaam en de heethoofdige opruiers allerminst. Wie meent de beschaafde maatschappij tot verandering te brengen door be dreiging, door vreesaanjaging, weet van de maatschappelijke verhoudingen zoo goed als niets. Aansporing tot gematigdheid, tot kalmte, tot onderlinge waardeering en tot erkenning van elkanders lief en leed, achting voor wederzijdsche rechten, zijn de middelen, waardoor de maatschappij kan worden gered. Samenwerking van allen, broederlijk en niet met de vijandschap die door „leiders" gepredikt wordt, kan men veel 'tot stand brengen. Het is te hopen, dat o. a. de Kamers van Arbeid krachtig ten goede zullen werken. Tot zoover de Utr. Cri. Het doet zeker ieder, die het wel meent met de stad onzer inwoning, goed, te zien, dat niet alle persorganen in het stukje van dr. Pont aanleiding heb ben gevonden tot de onwaardige com mentaren, waartoe sommige bladen zich lieten verleiden. De Utr. Crt. legt de vinger op de wonde, waar zij de sociale toestanden, die mèt dr. Pont ieder weldenkende betreurt, wijt aau den ongelukkigen toestand waartoe het brandersvak in het laatste tiental jaren is vervallen. Die toestand is hoofdzakelijk het ge volg van onze eigenaardige handels politiek, van onze zonderlinge fiscale wetgeving. De brander, die zich in het buitenland door liooge inkomende rechten den pas voor den uitvoer zijner producten ziet afgesneden, ziet zich in bet. eigen land door den enorm hoogen drankaccijns, door de zonderlinge bepa lingen der fiscale wetgeving in zijn be drijf belemmerd. Aan laatstbedoelde bepalingen is het vooral te wijten, dat het verblijf in de branderijen voor de branderskneehts langer gerekt wordt dan het werk ver- eischt. Hoe dikwijls gebeurt bet niet, dat de werklieden in de branderijen niet kunnen vorderen met het werk, omdat het uur, door den fiscus voor sommige werkzaamheden bepaald, nog niet ge slagen is Kon het branderspersoneel geregeld doorwerken, het werk zou ze ker eenige uren vroeger dan nu het geval is, zijn afgeloopen. Maar hoe men ook over de oorzaken der bestaande achteruitgang denke, zeker is het dat onze Schiedamsche n ij veren met groote moeilijkheden heb ben te kampen. Is het een feit, dat voor velen hunner het brandersbedrijf geen winsten meer oplevert, wij kunnen beslist verzekeren, dat bij vele bran dersfirma's hier ter stede de vraag ern stig is overwogen of hot maar niet het best was de branderijen te sluiten. Dat slechts enkele firma's daartoe zijn over gegaan, is alleen te wijten aan de ge lukkige omstandigheid dat vele bran ders alleen in 't belang der werklieden, die ze niet broodeloos willen maken, de zaken nog aan den gang houden. Onder deze omstandigheden zou het zeker onbillijk zijn de patroons hard te vallen over misstanden, die zij met den besten wil der wereld niet op eens kunnen veranderen. Schiedam, 26 Januari 1893. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ontwerp tot regeling van de mijn- ontginningen in Nederlandsch Indië ter vervanging van de bestaande onvol doende, tot vele bezwaren aanleiding gevende bepalingen. De wetsvoordracht beoogt hoofdza kelijk de hinderpalen weg te nemen die aan eene gezonde ontwikkeling dei- mijnindustrie in den weg staan, wes halve slechts een matige cijns wordt gevorderd, zoolang eene ontginning zich niet vrij heeft gewerkt. Zijn alle ont- ginningskosten teruggevonden, dan vloeit een ruimer aandeel ia de netto opbrengst aan de schatkist toe, hetwelk aan het algemeen ten goede komt. De concessiën worden voor hoogstens 75 jaren uitg geven. De inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht van Zuid-Holland, dr. Menno Huizinga, en de waarnemend in specteur, dr. Ruijsch, hebben een be zoek aan den Sluispolder onder Maas sluis gebracht, in verband met de dooi de gemeente aan de wetgevende macht ingediende aanvrage tot het verkrijgen van eene wet, houdende onteigening van gronden in den Sluispoldor, in verband met de uitvoering van het plan tot be maling van een gedeelte van dien polder. In de tapperij van ouds de Graankor rel in de Pottebakkerssteeg No. 20 te Rotterdam, welke gedreven wordt door A. Noldon, had eergisteren, zooals reeds meermalen gebeurde, eene toevlucht ge zocht de vrouw van den 32-jarigen sclul der W. van den Broek, en zulks omdat zij van haren man, met wien zij in onmin leefde, niets meer wilde weten. Deze vrouw, een 25-jarige, die vroeger meermalen kellnerin was, werd voor een paar dagen door haren man aangetrof fen in een café ia de Nes te Amsterdam, van daar naar hier medegenomen, waarna de verzoening plaats had. Deze was echter [slechts van korten duur. Nadat Yan den Broek eergisteren reeds een paar malen in de tapperij in de Pottebak- kerssteeg naar zijne vrouw was komen vragen, trof hij' haar daar eindelijk des avonds omstreeks 9 ure aan. Weer trachtte hij zich met haar te ver zoenen, en toen dit niet gelukte be proefde hij haar te bewegen, een half uurtje met hem mede te gaan. De vrouw weigerde ook dit, uit vrees van mis handeling, die zij reeds meermalen van hem ondervond. Al pratende waren bei den toen in de keuken achter de gelag kamer gaan zitten, toen Van den Broek eensklaps een tafelmes nam en daar mede zijn vrouw eene korte, doch diepe snede in de linkerzijde van den hals toebracht. Hierop verwondde hij zich- zelven ernstig aau de keel. Du politie werd geroepen, en beiden werden onmid dellijk naar het Ziekenhuis vervoerd, alwaar bleek dat 's mans wond niet zonder gevaar, doch die van de vrouw, van haar eigen genaamd Helena de Vries, niet levensgevaarlijk is. Het mes, in de tapperij in beslag genomen, is bij de politie gedeponeerd. Van den Broek had zich, alvorens de daad te plegen, uitgelaten het voornemen te hebben, zijne vrouw te vermoorden en daarna zelfmoord te plegen, omdat zij van hem weggeloopon was en te kennen had gege ven, niet meer met hem te willen leven. Men schrijft uit Het Westland De dooi is eindelijk met kracht inge vallen, al vertrouwt ook menig „weer kundige" hot werk nog maar half en hoort men velen zeggen „als er uit al dien damp maar weer geen vorst komt-" Hoe 't er buiten op 't veld uit ziet, daarvan is nu nog niet veel te zeggen, maar de verwachtingen omtrent den toestand van't winterkoren zijn niet hooggespannen. Er is in 't najaar over 't algemeen veel te laat gezaaid, zoodat men vreest, dat de jonge plantjes geen weerstand aan den winter hebben zullen kunnen bieden. Sommige boeren konden slechts gedeeltelijk met het zaaien ge reed komen, terwijl bij velen al zeur slordig is gezaaid. De gevolgen zullen zich wel niet laten wachten. Reeds is gebleken, dat hier en daar het koren, b.v. de rogge, nog niet is ontkiemd, zoodat er voor de vrees van hen, die meenen, dat er weinig van 't winter koren terecht zal komen, alle grond bestaat. Door regenten van het krankzinnigen gesticht „Het St. Joris Gasthuis" te Delft zijn benoemd t >t opzie hters-teoke- naar bij den voorgenomen bouw van het buitengesticht de hoeren Br. Groene- wegen aldaar e;i J. Th. Minningh te Dordrechteerstgenoemde is met de uit voering belast. Het plan voor de oprichting van een nieuw hotel pension in het Van Stolk- park te 's Gravenliage heeft zijn beslag gekregen. De leening van f150,000 is gelukt. Mot den bouw van het hotel zal spoedig een aan vang worden gemaakt. Met 't oog op leerplicht De minister van Binnenlandsche za ken heeft door tusschenkomst van de Commissarissen der Koningin een opgave verzocht van het aantal kindei en, dat de gewone lagere school vooigoed heelt verlaten, vóórdat zij geacht kunnen worden het gewoon lager onderwijs vol ledig hebben genoten. Tot lid der Staten van Noord-Holland is, bij herstemming, in het hoofdkioidis- trict Amsterdam gekozen de heer T. 11. Yan Eeghem (anti-revolutionair, óók gesteund door do Katholieken) met 3005 van de 5847 geldige stemmen. De heer G. A. Loeft' (liberaal) kreeg 2842 stemmen. Tot lid van den raad der gemeente Amsterdam is, bij herstemming, gekozen de heer J. A. Wormser (anti-revolutio nair, óók gesteund door de Katholieken), met 3184 van de 5893 geldige stemmen. De heer mr. J. B. Roelvink (liberaal) kreeg 2799 stemmen. De trein van Winterswijk naar Am sterdam, welke eergisteren avond te 6 u. 52 m. moest aankomen, is tusschen Akksel en Apeldoorn blijven zitten, wegens overstrooming. Men is onmid dellijk aan het werk getogen, om den gercgelden treinloop te herstellen, maar het oponthoud, daardoor veroorzaakt, zal groot zijn. Te Amsterdam heeft zich eene com missie gevormd, die zich ten doel stelt licht te brengen in de duistere kwestie der „werkloosheid", namelijk door do gegevens te verzamelen, die voor eene beoordeeling van den feitelij keu toe stand onmisbaar zijn. Inmiddels doet zij een beroep op de offervaardigheid der ingezetenen, opdat bij werkelijk gebleken hul pbehoevendheid onmiddellij k steun kan verleend worden. In de 1ste vergadering van dit jaar van commissarissen van het Rijkspeu- sioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren is tot voorzitter benoemd prof dr. Van Geer te Leiden, tot secretaris do heer P. J. Raaymakers te Amsterdam en tot vice-voorzitter de heer H. J. Smits te Amsterdam. Tegen een der heftigste opruiers, die zich bij een stoet van werkloozen te Amsterdam had aangesloten, is een bevel tot inhechtenisneming uitge vaardigd. Deze „werlclooze" blijkt thans te be- hooren tot de zg. „flesschentrekkers", tegen wie de politie in de hoofdstad meermalen waarschuwde. De bevolking van Amsterdam bedroeg einde December 1892 207,000 mannen en 230,434 vrouwen, te zamen 437,441 zielen, tegen 426,798 op 31 Dec. 1891. Eene vermeerdering van 10,643 zielen. Er werden geboren 14,366 kinderen, 7351 van het vrouwelijk en 7015 van het mannelijk geslacht. Er vestigden zich in de gemeente 12,073 mannen en 13,500 vrouwen te zamen 25,573 20,830 personen, naineLjk 9657 mannen en 11,173 vrouwen, verloor Amsterdam metterwoon. Het gouden Bisschopsfeest van Z. II. den Paus zal te Breda gevierd worden op den juisten dag nl. don 19 Febr. liet feest zal geopend woiden door een pontificale H. Mis ten half 11 ure in do kathedraal door Z. D. Hoogw. Mgr. P. Leijten, Bisschop van Breda. In den namiddag zal in het gebouw van den Katholieken Kring door dr. Schaepinan een feestrede worden gehouden. Nu reeds worden pogingen aangewend door niet-leden om daarbij tegenwoordig te zijn. De ruimte laat zulks echter niet toe. Het gemeentebestuur van Rozendaal heeft al de werkloozen, die zich aan melden, tegen 80 cents per dag in dienst genomen, voor het opruimen van het ijs on slijk in de straten. Te Klundert (N -B.) is gisteren een 26-jarige jonkman bij het opentrekken eener sluis tusschen de ijsschotsen geval len en verdronken. Door de politie uit Lunteren is te Barneveld in eene slaapstede gearres teerd zekere T. K., van beroep brillen- koopnian, een oude bekende der justitie. Hij is de vermoedelijke dader van den diefstal bij en mishandeling van de wed. D. L., wonende nabij Lunteren. Na door deze en een in de nabijheid wonende boerenknecht te zijn herkend, is bij gevankelijk naar Arnhem overgebracht- Te Lunteren had de politie groote moeite

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 2