Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Woensdag 8 Februari 1893 No. 4507. bureau ^oogstraat 817. ALGEMEEN OVERZICHT. De Witte Wolf. „aarg. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÈN NIEUWE S COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. f 1.50 - 2.— - 0.05 SEEK Van 1—6 regelst 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 7 Februari '93. Gelijk bekend is, worden in het Prui sische Huis van afgevaardigden sinds vele jaren hij de behandeling der be grooting door den een of andere met de Regeering bevrienden afgevaardigde wenschen uitgesproken omtrent uitdie ping van het vaarwater in den Rijn. Dit geschiedt dan onder hoffelijke com plimenten aan de regeering voor hare bemoeiingen ten deze en tevens ondei betuiging van leedwezen wegens de- moeilijkheden van de zijde van Neder land. Dan betuigt de minister zijn dank voor de waardeering zijner werkzaam heden en haalt de schouders op over de moeilijkheden ten opzichte van Neder land. Ook gisteren heeft deze oude vertóoning naar dat oude program plaats gehad. De nationaal-liberale afgevaar digde Knebel bracht in herinnering, dat er in vroegeren tijd tusschen Keulen en Londen zeeverkeer had bestaan en dat men in 1885 had getracht dit weder tot stand te brengen, maar dat de po ging niet het gewenschte gevolg had gehad. Met het oog op het drukke ver keer tusschen Keulen en Nederlandsche havens zou eene voldoende uitdieping van den Rijn zeker voordeel opleveren en de Pruisische regeering was in dat opzicht ook niet werkeloos gebleven, doch Nederland maakte bezwaren. De minister Thielec. antwoordde op deze herinnering, dat het voordeel van het plan verdiende erkend te worden, maar dat te beginnen bij Emmerik, het overige gedeelte van den Rijn in Neder land ligt. Evenwel, het verdiende ook dankbare erkenning, dat de Nederland sche regeering in de laatste jaren met groote kosten veel ter verbeteiing van den Rijn had gedaan. Voorloopig werd in Pruisen er naar gestreefd, den Rijn van Keulen tot aan de Nederlandsche grens op een diepte van 3 Meter te brengen, hetgeen over het algemeen ook reeds het geval is. Van de grens tot aan de uitmonding worden werken ver richt om eene diepte van 2.70 Meter te verkrijgen. Verder wil de Nederlandsche regeering niet gaan. Of er ter verkrij ging eener meerdere diepte met voor uitzicht op goed gevolg onderhandelin gen met Nederland zouden kunnen ge opend worden, daaromtrent valt nog niets te zeggeu. In den loop van het debat heeft de minister, m antwoord op eene vraag van den afgevaardigde von Limburg Stirum, gezegd dat voor een kanaal van Dortmund naar de Eems thans de werkzaamheden voor een traject van 160 kilometer waren begonnen en dit binnen kort verder zou worden voort gezet. Nadat nu nog de conservatieve afgevaardigde Scholier zijne sympathie voor de zaak aan den dag had gelegd met het uitspteken der stoute gedachte dat voortaan de Amerikaansche stoom schepen tot Keulen zouden kunnen doorvaren, was het onderwerp hiermede voor ditmaal afgedaan, om het volgende jaar bij dezelfde gelegenheid weder in behandeling te worden gebracht. Tusschen de politie en verscheidene recruten te Gent had gisteren een ge vecht plaats. De menigte trok partij voor de recruten en wierp steenen en andere projectielen naar de politie-die- naren, die ter hunner verdediging de sabel trokken. Verscheidene recruten zijn gewond. Een twaalftal personen zijn in verzekerde bewaring gebracht. De loting zal heden en morgen voortgezet worden. Er zijn dan ook bijzondere maatregelen verordend. Uit de Schelde bij Oudenaarde zijn gisteren de lijken van drie mili ciens opgehaald. Men weet niet of zij door een ongeluk den dood in deiiviei' gevonden hebben of dat zij door een gevecht met elkaar in het water zijn geraakt. In de Kamer van afgevaardigden te Parijs deed gisteren de heer Millevoye den minister van justitie vragen omtrent Cornelius Herz en betoogde, dat het dringend noodig was, hem in Engeland te doen verhooren. De minister van justitie Bourgeois zeide, niet te kunnen 'toelaten, dat de Kamer zich de rechten aanmatigde van denrechter van instructie; deze zal handelen, zooals hij noodig oordeelt, want hij alleen is verantwoor delijk en tevens onafhankelijk. Bour geois zeide ten slotte, dat hij geen enkele vingerwijzing aan de justitie zal geven en in dit opzicht niet zwichten zal voor eenige partij, allerminst voor eene minderheid. Daar Millevoye de beschul diging had herhaald, dat de Justice geld van Herz ontving, verklaarde Clémen- ceau, dat de boeken van het blad ter beschikking zijn van de commissie van enquête. De Kamer heeft met. 432 tegen 21 stemmen een supplementoir crediet van 6 millioen toegestaan voor de kosten van bezetting in Dahomey. Eene dooi den heer Argelies aangekondigde inter pellatie betreffende de verlenging dei- concessie van het Panama-kanaal zal later in beraadslaging komen. De com missie van enquête heeft een voorstel van Manguan aangenomen, waarbij mededeeling gevraagd wordt van het dossier van den rechter van instructie en van de inlichtingen die verder door het verhoor verkregen zullen worden. Een voorstel om door gemachtigden Cor nelius Herz en Henri Rochefort te doen ondervragen, is verworpen. Volgens bericht uit Weenen is gis teren het programma der regeering aan de clubs der Duitsche linker zijde, der Polen en der aanhangers van Hohenwart medegedeeld. Het stemt overeen met de troonrede van 1891. De Poolsche club heeft zich bereid ver klaard, de regeering te steunen in de richting, door haar programma aange geven, maar behoudt zich omtrent zekere wetten eene beslissing voor, na nauw gezet onderzoek. De conservatieve club Hohenwart verklaarde tot haar leed wezen ernstige bedenkingen te moeten Naak het Fransch van Paul Iéval. 30) Pelo Hou an liet zijn dochter geheele vrij heid, waai nu (ieze onbewust gebruikt maakte, evenals zij ademde, zich niet kunnende voor stellen, dut het anders kon zijn. De kolenbran der had trouwens zijn dochter niet zorgvuldig kunnen bewaken, daartoe was hij te dikwijls voor geruimen tijd afwezig. De reden voor deze afwezigheid was een geheim, zelfs voor Marie. Somtijds bleef de oven van Pelo Itouan weken lang koud, maar wanneer hij dan terugkwam, werkte hij dubbel zoo hard om den verloren tijd in te halen. Niemand werd in zijn hut toegelaten. Van tijd tot tijd kwam men Pelo Rouan des nachts bezoeken. Zij, die hem om ons onbekende redenen moesten spreken, klopten dan op bij - zondere wijze op de deur. Pelo verliet dan de hut, terwijl Marie, aan deze wijze van han delen gewoon, er geen acht op sloeg. Toch was een enkele maal de drempel van deze ongastvrije woning door een vreemdeling overschreden. Hij ondersteunde Marie en leidde haar wankelende schredenzij was een on- maeht nabij. Fransche soldaten, die van Parijs kwamen en op weg waren naar Hennes, had den haar in het kreupelhout achtervolgd. Hij, die haar vergezelde, was een rechtschapen jonge man, met beminnelijk en goedig gelaat. Hij had haar beschermd. Haar eerste gedachte was om God te danken, terwijl zij tegelijker tijd een vurig gebed voor haar redder ten hemel zond. j Wanneer na dien dag Mane den vreemdeling zag erino- zij hem zonder vrees te gemoet en wisselde" enkele woorden met hem. Hun ge sprek was onschuldig en naïef, als dat van twee kinderen. De vreemdeling vertrok, de herinnering aan hem in Marie's hart achterlatende. De bewoners van het bosch ontmoetten haar weder op de paden. Langzaam en met gebogen hoofd schreed zij voort; op zwaarmoedigen toon zong zy liet lied van Arthur van Bretagne. Pelo Ronan ondervroeg haar nietliy kende de oorzaak harer droefheid. Iuiusschen was het gezelschap in de keuken van het kasteel van La Tremlay nog altijd byeen. Na de gezondheid gedronken te hebben, waarmede het vorige hoofdstuk besloot, nam inbrengen tegen verschillende artikelen van het programma en behoudt zich haar antwoord voor. Bij de behandeling der begrooting in de Italiaansche Kamer van afgevaar digden heeft generaal Dalveri de regee ring geïnterpelleerd over de verdedig baarheid van Sicilië en de vestingwerken van Bizerta. Hij wees op het gewicht van Bizerta voor den handel. Het is, zeide hij, niet moeilijk door eene onder handeling met Frankrijk tot eene schik king te geraken over eene andere der gelijke kwestie. Italië wil niet aan vallen, maar het moet zich toerusten tegen eiken aanval. De heer Vazi interpelleerde de regeering insgelijks over de vestingwerken van Bizerta en eindigde met aan te dringen op eene voldoende versterking van de Sicili- aansche kust. De minister van oorlog, antwoordende, verklaarde dat hij ge loofde de verzekering te kunnen geven dat de vestingwerken, die op Sicilië uitge voerd en nog uit te voeren zijn, vol doende zijn om aan de grootste gevaren het hoofd te bieden, namelijk het ont schepen van vreemde troepen te belet ten. De minister voegde er bij dat hij niet zal nalaten do voltooiing der wer ken te verhaasten. Hij zal de kwestiën be treffende de geschuttreinen en alle andere, waarvoor de Regeering te zorgen heeft, onderzoeken, opdat het land nooit over rompeld kan worden. De minister van marine verklaarde de woorden van zijn ambtgenoot voor oorlog ook tot de zijne te maken. Alle gebeurlijkheden zijn onder de oogen gezien. De generaal Dalverie verklaarde hierna dankbaar maar niet geheel voldaan te zijn. Bij de beraadslaging in de Kamer te Lissabon over het ontwerp betreffende de huitenlandsche schuld, heeft de heer Oliviera Martins, oud-minister, de nood zakelijkheid aangewezen om eene over eenkomst met de houders der schuld brieven aan te gaan. De minister president verklaarde, dat Portugal met Pelo zijn stok op, zooals de oude huishoudster gezegd had, doch in plaats van te vertrekken, klopt"; hij langzaam zijn pijp uit en, met den rug naar het vuur gekeerd, ging hij vlak voor meester Simounet staan. En weet men hoe hjj heet vroeg hy, onverschilligheid voorwendende. Wie De nieuwe kapitein. Onze heer weet het misschien, antwoord de Simonnet. Hij moet inderdaad een goed dienaar des Konings zijn, dat is de hoofdzaak. Zou hij op het kasteel logeeren Of bij den Koninklijken intendant. Op het punt staande een nieuwe vraag te doen, scheen Pelo Rouan te aarzelen. Zoo is het, zeide hijeen ieder doet zyn best dien dapperen officier en zijn maréchaus- sées gastvrijheid te verleenen. Na deze woorden begaf hij zich naar de deur. In het voorbijgaan drukte hij Yvou vluchtig de hand en zag Corentin met een blik van verstandhouding aan. Goeden avond, meester Simonnet, goeden avond, gij allen zeide hij. Op het oogenblik, dat hij de hand uitstrek te naar den knop van de deur om deze te openen, werd met den klopper een zware slag op de buitendeur gegeven, die door het huis weerklonk. Pelo bleef. Benige oogenblikken later traden twee in hun mantels gewikkelde mannen de keuken binnen. De neergeslagen breede randen van hun vilten hoeden bedekten bijna geheel hun aangezicht.Bij een onwillekeurige beweging,door een hunner gemaakt, viel echter het roode schijnsel vaiUhet haardvuur een oogenblik op zijn gelaat. Pelo Rouan ging op dit gezicht achteruit, en in plaats van de keuken te verlaten, ver school hij zich snel in een hoek. De nieuw aangekomenen bezaten heide een hooge, krachtige gestalte. Hjj, wiens gelaat Pelo Rouan gezien had, was in de volle kracht der jeugdhij bezat een innemend gelaat en een elegant voorkomen. De andere was reeds een grijsaard de last van meer dan zestig jaren rustte reeds op zijn breede schouders. Wie gij ook zijn moogt, zeide Simonnet met echt Bretonsche gastvrijheid, ik heet u welkom. Wat verlangt gij De jongste van de twee vreemdelingen wierp zijn mantel open en liet de uniform van een kapi tein der marêchaussêes zien. Ik wil M. Hervé de Vannoy spreken, antwoordde hij. De nieuwe kapitein, fluisterden de be dienden van La Tremlay. Renée, de Normandische kamenier van Mile Alix, streek dadelijk de plooien van haar kleed gladde andere vrouwen bepaalden er zich toe uitermate te blozen. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1