Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
No. 4536.
"gSureau hoogstraat f§ 317.
EERSTE BLAD.
Sprokkelingen
Schiedams Verleden.
16de Jaarg.
Zondag 12 Maart 1893,
li
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.—
Afzonderlijke Nommers- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124,
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
uit
ÏV.
STICHTINGSOORKONDE
Leliëndaal of het St. Liduïna-Klooster.
Wij scout, burgemeesters, scepenen
ende rade der stede van Scyedamnie,
doen condt allen luyden dat voir ons
gecomen sijn die heylige gheestmeesters
binnen onser stede van Scyedamme ende
hebben over gegeven bij guedduncken
ende consente van onsen luyden ende
onsen gemenen burgeren, die susteren
van der derder oirden sinte Franciscus
uut dat convent van Hairlem tot sinte
Claren, den vrijen eygendom vanalsulcke
huyse ende erve mit alle haren toe
behoren staende in de Bogaertstraet,
op welke hofstede ende erve voirscr.
Lijdwij Pietersdochter zaliger gedachten
gestorven is, in suiker manieren als hier
naevolgende bescreven staet.
In den eersten dat dese capelle,
husinge ende erve voirscreven, altijt
bewonen ende besitten sullen, guede,
eei'3amige persoenen van vrouwen die
onberuft ende van enen gueden name
sijn, die hair broot mit malkander in
enen reynen, oetmoedigên leven winnen
sullen ende eendrachtelic in enen ge-
menen cost te samen verteren sullen,
gelijckerwijs als in anderen steden van
eerbaren susteren gewoenliken is. Des
soe sullen die arme luyden aldair
wesende, hair woenstat behouden in
suiker manieren als sij tot desen dage
toe gehadt hebben totter tijt toe dat
hem die susteren een ander huijs be-
sorcht hebben bij der stede voirs.
Item voirders soe sullen dese suste
ren alle jaers, na der ouder costume,
delen ter eeren Goods ende der zaliger
maget Lijdwij een ygelic comende, jonck
off out, arme ende rijcke, een witte
broot, ende des sullen sij weder ont-
fangen alsulke renten als dair toe ge
geven ende beset sijn.
Item voirders soe zullen dese susteren
off die tot ewigen dagen nae hem comen
sullen, kyesen alle jaers ende ons aen
breng ben, twee guede, eersamige knapen
van onsen poirteren, wien sij willen,
ende die sellen van der stede weghen geset
worden om hem hulpelic, radich, voir-
derlic ende onderstandicb te wesen in
allen «aken, die die susteren op hem
begheren sullen. Ende opdat sij in
enen behoeden en blivenden leven, te
bet staende moghen bliven, soe sullen
deze guede knapen voirscreven, van der
stede wegen gemachticht wesen dese
voirseide susteren te verantwoirden in
allen saken die hem op comen moghen
ende recht voir hem te spreken, te geven
Ingezonden.
De naam dezer straat heeft vermoedelijk
voor den naam van Achterweg moeten wijken.
ende te nemen, hetsij in 't gemeen off
voir een ygelic persoen bijsonder, in
wat manieren sij des behoeven ende op
hem begheren sullen, zonder gements
wedersegghen.
Item voirders soe wat persoen in den
voirscreven huyse ontfangen sal worden,
dat sail altijt wesen bij consente ende
guetduncken der meester helft van der
susteren voirscreven.
Item voirders die persoenen comende
binnen desen convente en sullen gheen
eygelike guede, als land off renten bin
nen desen convente brenghen als hair
proper, eyghen guet, mer dat sullen sij
vercopen off wech geven hair convent
off anders dair 't hen belieft eer sij pro
fessie doen. Ende ist dat enige persoenen
binnen desen convente wesende, enige
guede besterven, sij sijn roerende off
onroerende, mogen sij oetmoedeliken eijs-
schen om hair consciencie ende die geen
die dat onder hebben te vrijen endo te
qui ten, sonder enich recht dair op te
soeken. Ende die gene die hem diterf-
nisse willen laten volgen, sullen sij vrij
aentasten ende gebruyken tot haren
wille ende profijte.
Item voirders wair dat zake, dat dese
susteren voirscreven tot enigen tijden
uit der stede togen end© een jaer lang
wech bleven, soe zoude di.capelle, hu
singe ende erve voirscreven ende al dat
sij dair lieten, comen, een derdendeel an
die heylighe kerc van Scyedam, een
derndeel an den heylighen (Geesthuis?)
ende een derndeel an 't gasthuys, sonder
enich weder seggen. Ende want wij die
eere ende den loff Goods altij t meenen
in onser stede sonderlinge te meeren
ende te stereken nae onsen vermogen.
Ende opdat dese guede, devote personen
voir ons ende onser gemeen re stede te
trouweliker mogen bidden, soe hebben
wij hem alle dese voirscreven poncten
gegeven ende geconsenteert voir ons ende
onsen naecomelingen, in derselver mach
ten trouwelijken ende wel te houden
Ende nemen dese capelle, huse ende erve
off enige husinge ende erve die sij ver-
cregen hebben off naemaels vercrigen
moghen, mit den susteren die dair nu
sijn off naemaels in comen sullen, mit
alle hare guede, roerende ende onroe
rende, in onser hoede ende bescermenisse
gelijken onsen poirteren. Ende willen
ende consenteeren hem voir ons ende
onsen naecomelingen, dat sij vrij ende
quyt sullen sitten ende wesen tot allen
tijden, van scoten, van loten, van wa
ken ende wachte, van exsise ende van
allen ongelden, sonder enich offbrek off
sonder enich calengeren. Behoudelijck
dat dese persoenen binnen den con
vent wesende voirscreven, tot genen
dagen en sullen vervolghen noch doen
vervolghen an enighen prelaten, geeste-
lic off wairlic om te doen transfereren
dat lichaem Lijdwij uut onser moeder
der heyliger kereke.
In kennisse der wairheit, soe hebben
wij desen brieff open bezegelt mit onser
stede grote zegel. Ende wij susteren
voir noemt, die dese pun eten voirnoemt
vaste ende gestade houden willen ende
wij selve genen zegell en hebben, soe
heeft brueder Jacob die Grut, gardiaen
van den minrebroeders tot Delff, ter
beden van ons, dezen brieff voir ende
over ons bezegelt, in 'tjaer ons Heren
MCCCC een ende sestich op sinte Geer-
trudendach den seventienden dach in
Maerte.
HET BEGIJNHOF.
Onderscheiden van de drie zusters-
doosters door inrichting en regeltucht,
overtrof het Schiedamsche begijnhof de
andere kloosters der stad verre in ouder
dom. Reeds in 1301 wordt het ver
meld in een testament van Cille Eggaerts
die aan de begijnen van Nieuwendam
(Schiedam) 5 schelling vermaakte. Het
bof was gelegen ten zuiden der Sint-
Janskerk. Dooi aankoop en vrijwillige
giften werden steeds nieuwe panden aan
geworven en tot begijnenhuisjes ver-
rnuwd, zoodat het geheel ongeveer het
aanzien van het tegenwoordig Proveniers-
ïuis moet hebben gehad. Het strekte
zich uit tot de zoogenaamde Laantegen
over het stedelijk ziekenhuis.
Van de lotgevallen, die dit huis ge
durende drie eeuwen wedervoer, is niets
tot ons gekomenslechts in de laatste
dagen van zijn bestaan heeft het eene
treurige vermaardheid verkregen.
Nadat Schiedam in 1572 door Lumey's
benden, wier handen nog dropen van het
bloed der Gorcumsche Martelaren, bezet
was geworden, moesten de geestelijken
door een overhaaste vlucht de wijk naar
elders nemen. Op bescherming van den
magistraat viel niet te rekenen, want
deze was, wegens haar trouw aan het
katholieke geloof en den wettigen lands
vorst, van alle macht beroofd. De pas
toor van Schiedam, Cornells van Gouda,
vluchtte naar Utrechtde overige pries
ters zochten elders eene schuilplaats
alleen Gerrit Jacobsz. bleef tot troost
der geloovigen achter. Deze waardige
priester, van Vlaardingen geboortig,
ontving zijne opleiding te Delft bij de
Broeders van 'tgemeene leven, werd
pastoor te Kethel, en was thans te
Schiedam belast met de waarneming
van eenige kerkelijke diensten, de lei
ding van het zingen der kerkelijke ge
tijden en het geestelijk bestuur der
begijnen. Als begijnenvader zal hij
waarschijnlijk in een der nederige huis
jes van het hof verblijf hebben gehou
den. Daar hield hij ter sluiks gods
dienstoefening, voor zoover ziekte en
ouderdom dit gedoogden, totdat in Fe
bruari 1574 eenige soldaten der bezet
ting van zijn oponthoud lucht kregen.
Te middernacht bestormden zij met
helsch gedruisch de kleine woning, bra
ken de deur open, plunderden of ver
nielden alles, wat onder hun bereik
viel. De priester, die krank te bed
n Ontleend aan de Bijdragen voor de geschie
denis van het bisdom vanHaarlem Dl. XYI blz.431.
Volgens Mr. A. Vinck bevindt zich eene kopie
dezer oorkonde in het Stadsprivilegi'ênboelc, blz.
20 Daar dit boek ons ten stadhuize niet ter
inzage kon worden verstrekt, was vergelijking
onmogelijk. Wij wagen het, Schiedams vroed
schap in bedenking te geven of met de uitgave
van dit handschrift de geschiedvorsching niet
grootelijk# zou worden gebaat.
lag, verwachtte niets anders dan een
wreeden dood en droeg zich zei ven den
Heer als offer op. Zijn laatste uur
scheen geslagen. De woestaards stoven
zijn slaapvertrek binnen en pleeg
den op den zestigjarigen, weerloozen
man met hunne degens en stokken zulk
een geweld, dat zij hem voor dood ach
terlieten. Des anderen daags voerden
eenige medelijdende Katholieken dan
afgemartelden priester in een schuitje
naar Delft, waar hij onder het arm dak
van een liefderijken geloofsgenoot, na
weinige dagen van hevig lijden, ten
gevolge der gruwelijke mishandelingen
den 20sten Februari stierf. Deze ge
weldenarij, die voornamelijk op reke
ning komt van bandelooze huursolda
ten, wordt zoowel door andersdenken
den als door Katholieken betreurd en
verfoeid.
De gebouwen van het Begijnhof, dat
volgens resolutie van 23 Mei 1577 door
de Staten van Holland aan de stad in
eigendom was toegewezen, werden deels
aan particulieren verkocht, deels inge
richt tot Bank van Leening.
HET KRUISBROEDERSKLOOSTER.
Omstreeks de helft der 15de eeuw
bestond er te Schiedam een klooster van
Kruisbroeders of Kruisheeren dit blijkt
uit verschillende akten van het Sint-
Ursula-klooster. Bij de abdis van Rijns
burg, Elisabeth van Mathenesse (1460-
1494) stonden deze geestelijken in hooge
gunst. Zij vereerde hun klooster met
een gebrand glas, waarop zij zelve was
afgebeeld in haar geestelijk gewaad en
met eenen staf in de hand. De plaats,
waar dit klooster heeft gestaan, is door
sommigen buiten Schiedams muren ge
zocht, doch het Broersveld, het Broers -
veldpadde Br oer soest en het Land van
Belofteschijnen al te duidelijk op een
klooster van broeders te wijzen.
HET HEIL1GE-GEESTHUIS.
De broederschap van den H. Geest,
die zich de verzorging der armen ten
doel stelde, dagteekent reeds van 1405.
Aan het hoofd dezer liefdadige vereeni-
ging stonden vier Heilige-Geestmeesters,
wien het beheer der goederen en het inza
melen der liefdegiften waren opgedragen.
Zij bezat in de Sint Janskerk haar altaar
en hare offerbussen en had uit hare
fondsen een gasthuis gesticht tot onder
steuning van armen en weezen. Dit ge
bouw stond ter plaatse wat nu Achter
den Raam en Achter de Stoof genoemd
wordt of bij de Verbrande Erven.
Door de afschaffing van den alouden
godsdienst verloor deze broederschap
haar godsdienstig karakter en tevens
hare levenskracht een der laatste Hei
lige-Geestmeesters was Cornells Pieter
van der Burg, in 1574. Zij leidde nog
een kwijnend leven, totdat zij omstreeks
1598 werd opgeheven, en hare goederen
in het nieuw te stichten protestantsche
weeshuis overgingen.
HET OUDE MANNENHUIS.
In 1564 vermaakte Mr. Servaas Pie-
tersz. Fabri van de Hoogerwerff naar
gissing een Schiedamsch geestelijke
1000 gld. voor den aankoop van een huis
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
VAN