Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
No. 4552.
bureau £boog$txaai 317.
EERSTE BLAD.
De Witte Wolf.
Kaan hst Fbansch van Paul Féval.
16de Jaarg.
Zondag 2 April 1893
PASCHEN.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Wegens het PAASCHFEEST
zal de Nieuwe Schiedamsche
Courant Maandag-avond niet
verschijnen.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.—
- 0.05
Het auteursrecht Tan den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.
|ilrfillliliiUiiiii<iiiiiiiiiiit|iiiiiyiiMi^iO'iiiimitftiiiiptiiHiiiiHimiUBtiHlBl
Van 1 6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
Sedert den uittocht van Gods uitver
koren volk uit Egypte werd reeds het
blijde Paaschfeest gevierd als een aan
denken van de redding der eerstgeborenen
onder de Israëlieten, in dien nacht des
uittochts, waarin de Engel des doods alle
eerstgeborenen der Egyptenaren sloeg.
Dit feest voerde ook den naam van
het Feest der ongezuurde Irooden. De oor
zaak dezer benaming ligt in het godde
lijk gebod, hetwelk den Israëlieten, ge
durende den geheelen feesttijd, geen
ander dan ongezuurd brood te eten
beveelt, en op dit gebruik van her
nieuwing zinspeelt de Apostolische les,
ons op den Paaschdag voorgelezen
Broeders! doet weg den ouden zuur-
deesem, opdat gij een nieuw beslag
zijt... En nog eens klinkt aan het
einde des epistels deze les: Laat ons
derhalve feestvieren, niet met den ouden
zuurdeesem, noch met zuurdeesem van
ondeugd en boosheid, maar met onge-
doesemde brooden van oprechtheid en
waarheid.
In oprechtheid en waai held. Deze groote
Pa;rschdeugden, aan alle geloovigen voor
gehouden, mogen wel bijzonder het deel
72)
Het
was iu dezen tjjd van sober en wan-
'Ü'len, Jat hem eeu geluk ten deel viel
,,k' söo groot, als hjj nimmer had
V T'."'Wacll,#u uiaar helaas, dit geluk
was sl ci s van korten duur; daarna viel hg
weer temg m den duisteren nacht, wanho
piger dan ooit.
Fr was een vrouw, die, liefdevoller dan alle
andere vrouwen, medelijden kreeg met den
armen verworpeling.
Zij was jong, goed, zacht en algemeen be-
bemind zij heette Saiute en zg verdiende dien
naam.
Zij vluchtte niet, de eerste maal dat Jean
Blauc tot haar sprak, zij stond hem toe
Plaats te nemen bg bet vuur in haar hut,
en wanneer hij dorst had, dan gaf zij hem
te drinken van de melk barer geit
zijn der Katholieke pers. Voor iedereen,
die den loop der wereldsche zaken kent
is het duidelijk, dat men om in de we
reld gezien te zijn, en om vooral veel
geld te verdienen, het zoo nauw niet
moet nemen, maar liever Goethes ver
derfelijke les tot uitvoering brengen moet:
„Gun fantazie en geest hun dartel spel,
Zet vrij de sluizen aller driften open."
Deze verderfelijke methoden, deze
methoden van schandalen-berichten, het
liefst tegen Kerk of kerkelijke personen,
van oproerskreten tegen het bezit en
de gevestigde machten, zij geven de
meeste ruchtbaarheidzij prikkelen de
nieuwsgierigheid, zij bezorgen abonnés
en advertentiën.
Dan, hoe waar dit alles zij, hoezeei
naar den lageren mensch gesproken, het
geluk voor de brutalen en de onge-
loovigen is, hooger, eindeloos hooger is
de koningsdienst der oprechtheid en
waarheid, want deze dienst heeft in den
verrezenen Verlosser, in het christelijk
Paaschfeest alleen zijn hoop en ideaal.
Een Pilatus mocht zijn macht te danken
hebben aan wapengeweld en gunstbejag,
een Caiphas aan goddeloosheid en on
godsdienstigheid, een Herodes aan sluw
heid en het heulen met alle booswichten
alle die gekroonde grootheden, welke
van deze aarde hun hulp genoten, zij
zijn weldra vergaan, en hun gedachtenis
is slechts gebleven onder de menschen,
ter vermelding hunner schande.
Maar niet zoo de gekruisigde Koning
der Joden. Hoe dwaas en onvermogend
zijn woord voor de tribunalen zijner
rechters ook schijnen mocht, on verwrikt
luidde zijn belijdenis: „Daartoe ben ik
„geboren en daartoe in de wereld ge-
Dat verwondert u, vriend Jude? zeide Pelo
Rouan plotseling, en toch deed zg nog meer
dan dat. In weerwil van het afschuwelijke
masker, hem door de natuur opgelegd, bleef
Jeau Blauc man.
Welnu, zeide Jude op licht spottenden
toon, was er bruiloft
Ja, Sainte stemde er in toe hem te huwen.
Een jaar later werd Marie geboren, zg was
het levende evenbeeld harer moeder.
Die Sainte was een braaf meisje, mom
pelde Jnde, wien de geschiedenis overigens
niet erg vermaakte.
Zij was een engelachtig eu liefdevol
kind, hernam Pelo Rouan. De twee jaren
die Jean Blanc aan haar zgde leefde, waren
voor hem als een droomhg vergat de
wonden die zgn hart geslagen warenhg
kende noch verlangen, noch vreeszy was
geheel liefde en toewijding en hg leefde slechts
voor haar.
Pelo Rouan zweeg en streek langzaam met
zijn hand over zgn voorhoofd.
Zoo gingen twee jaren voorbij, vervolgde
hg na een oogenblik met bevende stemna
verloop van twee jaar zag Jean Blanc weder
om Fransche soldaten en ambtenaren der be
lasting in zgn hut. Vaunoy had zgn schuil
plaats ontdekt. Den eersten keer verjoeg hjj
henzjj kwamen terug terwgl hg afwezig was
en een lafaard een soldaateen ellendeling
beleedigde en sloeg Sainte, die, om zich te
„komen, opdat ik getuigenis aflegge
„voor de waarheid, en elk die uit de
„waarheid is, hij hoort mijne stem".
Dit strijden voor de waarheid baarde
den Gegeeselde, ja den Gekruisigde zelfs,
zijn heerlijken Paaschmorgen. Moest
zoo vroeg Hij zelf op den Emmaus- tocht
moest de Christus niet lijden en zoo
ingaan tot zijn glorie?
Zoo ingaan tot zijn glorie! Wij willen
voor de toekomst hopen, dat ook aan
ons dit woord van den Meester eens
zal worden vervuld. Aan kruisdraging
ontbrak het ons niet hij het ongedee-
semd brood van waarheid en oprecht
heid, en hoewel wij het getuigenis van
den goddelijken Leeraar durven herha
len, dat wij ook alleen gekomen zijnom
getuigenis voor dewaarheid af te leggen
in ons blad, o neen, niet allen die uit
de waarheid zijn, hooren onze stem.
Maar toch op het Paaschfeest opnieuw
gehoopt, opnieuw aan opstanding en
verheffing gedacht.
Christus is opgestaan!
Heil nu den sterflijke,
Met de verderflijke,
Sleepende on erflijke
Zonden belaan.
Christus is opgestaan
Zalig, die strijdende,
Gode zich wijdende,
Liefdevol lijdende
't Kiuis heeft doorstaan
P. M. B.,
pr.
verdedigen, niets anders had dan de wieg van
haar slapend dochtertje,
Ik zal u niet vertellen wat er toen volgde,
ik zon het niet kunnen, mgn goede man,
want mijn bloed kookt, en in dit oogenblik,
heb ik ingn beide handen noodig om de klop
pingen van mijn hart te bedwingen.
Sainte bezweek aan de talrijke wonden,
haar door haar moordenaars toegebracht
stervende bad zg God voor Jean en haar
dochtertje.
Wederom zweeg Pelo Rouan. Zijn stem werd
zwakker en zwakker.
Waarachtig! bromde Jude, het is te be
grijpen dat de arme jongen niet veel vau de
Franschen houdt.
Hij haat ben barstte Pelo eensklaps los,
en ik, ik veracht alles wat hg haatHaeen
hunner dwaalt rond deze hut. Maar bij mijn
zaligheid, vriend Jude, ik keu zeker oud ge
weer, dat over Marie waakteen goed wapen
dat ver en juist draagt. Daar gij in dienst zijt
van den kapitein, Didier, waarschuw hein,
dat hij zich niet waagt op de voetpaden, waar
op zich Marie, de dochter van Sainte en Jeau
Blanc bevindt.
Ik ken de geheimen van den kapitein
niet, antwoordde Jnde koel, ik weet slechts
dat lig edelmoedig en eerlgk is. En indien
iemand hem verraderlijk of openlijk aanvalt,
dan zal mijn hulp hein niet ontbreken.
Zooals gij wilt, Jude Leker. Ik ga ver-
1 April '93.
De ministerieele crisis te Parijs volgt
het gewoon verloop van al de crisissen
die Frankrijk reeds heeft doorleefd. De
President raadpleegt de leidende Staats
lieden, die bij de crisis het meest be
trokken waren. President Carnot heeft
gister-morgen de voorzitters van Kamer
en Senaat ontvangen. Men kan zeggen,
dat de president den voorzitter van den
Kabinetsraad niet uit den Senaat zal
kiezen uithoofde van de botsing met de
Kamer over de begrooting. De voorzitter
der Kamer, Casimir Périer, zal het voor-
zittei schap van het miuisterie weigeren,
als Carnot het hem aanbiedt.
Wanneer Peyrauton in de Estafette
naar aanleiding van het votum van
gisteren, spreekt van eene vergadering
zonder politieken zin, zonder samenhang,
ten prooi aan alle verrassingen eener
zedelijke anarchie, heeft hij gelijk,
zegt de Parijsche correspondent van de
N. 11. Ct. Maar wanneer Magnard
het Kabinet-Ribot karakteriseert als
een der treurigste welke Frankrijk in
lang heeft gehad, heeft hij ook gelijk.
De Kamer en het Kabinet-Ribot zijn aan
elkander gewaagd en als dus de val
van het laatste de ontbinding der Kamer
na zich moest eleepen, zou eigenlijk
ieder tevreden kunnen zijn, en zou ook
Constans uit den Senaatszetel kunnen
worden gehaald, om den presidentszetel
in te nemen en de verkiezingen te leiden.
Want deze Staatsman te roepen, voor
die tijd gekomen is, is te gevaarlijk.
Constans zou kunnen gevallen zijn, juist
als men hem noodig had. Boverdien
zou de benoeming van een senator tot
premier op dit oogenblik weinig politiek
zijn, en het conflict tusschen Kamer en
Senaat slechts kunnen verscherpen.
Over het geheel is er in de pers een
gevoel van opluchting waar te nemen,
dat het Kabinet-Ribot heeft geleefd. Zelfs
der Na den dood zijner vrouw nam Jean Blanc
zgn dochter op den arm en ging opnieuw
door het woud. Hg was wanhopig en zon op
wraak.
Het terugzien van de plaats, waar zgn
vader vermoord was, wekte weder oude her
inneringen op. Het verledene en het -tegen
woordige vloeiden tot éen geheel sameneen
onmetelijke, een onverzoenlijk» haat vervulde zgn
geheele ziel.
Het was juist in den tgd, dat de arme be
woners van het bosch, tot het uiterste ge
bracht,, zoowel door den Koninklijken intendant
als door de grondbezitters, die, aangehitst
door Vaunny, het plan hadden gevormd hen
van hun goederen te verjagen, de hoofden bg
elkander staken en trachtten geweld met ge
weld te keeren. Over dag hieven zij nog
altijd hun hutten bewonen, maar des nachts
vereenigden zg zich iu de groote onderaard-
sche holen van het Wolvenhol, waarvan het
geheim hun door een man was medegedeeld.
Die man was Jean Blanc, die vroeger den
toegang tot deze holen achter de iu puin
gevallen windmolens en op geen vijftien schre
den van zgn hut, ontdekt had.
Wordt vervolgd.)