Binnenland.
TWEEDE KAMER.
Militiewet.
ver de bezitrechten niet aan Afghanistan
waren afgestaan.
De stad Stong-Treng, op de grens
van Cambodja en Siam is door de Sia-
meezen ontruimd, op verzoek van een
Franschen resident in Cambodja. Een
Fransch detachement heeft vervolgens
de stad bezet.
Schiedam, 5 April 1893.
De Reg. heeft ingediend een wetsontwerp
tot regeling van den dienst bij de militie,
zijnde onder toepassing van het beginsel
van algemeenen dienstplicht, de eerste cate
gorie der dienstplichtigen (waarvan de tweede
categorie door de schutterijen wordt gevormd.)
B(j het ingediende wetsontwerp zijn zooveel
mogeljjk de bestaande bepalingen van de mili
tiewet gevolgd en de thans geldende begin
selen gehandhaafd voor den werkelijken dienst
en de diensthestemming der militie.
/■•„Het beginsel van de persoonlijke vervulling
van den militieplicht is in dit ontwerp neer
gelegd.
Met het bestaande stelsel van vrijstellingen
wordt gebroken zooveel mogelijk iedereen die
tot dienst geschikt is moet dienen.
Vrijstelling wordt verleend voor den geheelen
of voor den nog onvervulden diensttijd van
den bedienaar van den godsdienst, den gees
telijke en den zendeling-leeraar en telkens
voor éen jaar aan den student in de godge
leerdheid en den zendeling-kweekeling, die aan
een binnen het rijk gevestigde erkende in
richting van onderwijs, tot bedienaar van den
godsdienst, tot geestelijke of tot zendeling-
leeraar wordt opgeleid en aan de R. K. orde
broeders die tot eene binnen het rijk geves
tigde klooster-inrichting behooren.
Het vervullen van den werkelijken dienst
in vredestijd zal zoo weinig bezwarend moge
lijk worden gemaakt en daarbij zal worden
gelet op de maatschappelijke belangen en den
toestand van het gezin waarvan zij deel uit
maken.
Ten hoogste tweemaal telkens voor éen
jaar, zal uitstel van werkelijken dienst kunnen
worden verleend. Ten opzichte van eene ver
vroegde dienstvervulling is geen regeling in
het ontwerp opgenomendeze zal verband
houden met de toelating voor eene vrijwillige
verbintenis voor 9 jaren, onder bijzondere
voorwaarden.
De ingelijfden bij de militie zullen tot het
aangaan van een huwelijk niet langer de
toestemming noodig hebben vanwege de Re
geering.
Vervallen is de bepaling ten gevolge waar
van soms den ingelijfde bij de militie te land,
die zich niet kan doen vervangen, wegens zijn
dienstplicht de uitoefening van zijn burger-
bedrijf onmogelijk moest worden gemaakt.
Den verlofganger der militie zal worden
vergund zich in de koloniën of elders buiten
het Rjjk op te houden.
Voor de grootste sterkte van het zooge
naamd blijvend gedeelte wordt het maximum
verlaagd tot 7000 man (de jaarlijksche lich
ting zal 11.500 man bedragen). De bedoeling
is bij voorkeur en zooveel mogelijk in werke
lijken dienst te houden miliciens die daarvan,
ook door ruiling van nummers, vrijwillig deel
wenschen uit te maken. Tot bevordering dier
nummer-ruiling strekt de bepaling, dat zij,
die voor het blijvend gedeelte onder de wape
nen worden gehouden, behalve de gewone soldij,
eene toelage uit 's Rijks kas bunnen genieten;
alsmede door vermindering van het grootste
aantal dagen tot herhalings-oefeningen ten
hunnen aanzien voorgesteld.
Wanneer de ingelijfde bij de militie, die
anders dan tot straf, voor het blijvend ge
deelte is aangewezen en daardoor in zijn be
roep of de voorbereiding van zijn beroep gro
velijk zou worden benadeeld, zal bij onvermogen
tot ruiling van nummer, kunnen worden vrij
gesteld zonder nadeel voor derden.
Tot de herhalings-oefeningen kunnen alleen
de verlofgangers bjj de militie worden opge
roepen, die hun zesde dienstjaar niet hebben
volbracht. Ook bjj die oproeping wordt door
verschillende bepalingen rekening gehouden
met de bijzondere bepalingen van den ingelijf
de bij de militie.
Ten aanzien van de zeemilitie is de bestaan
de toestand in beginsel onveranderd behouden.
Het benoodigd jaarlijksch contingent voor
de zeemacht zal niet langer over de provin
ciën worden verdeeld in reden van het aantal
dat zich vrijwillig aanmeldt. En om de vol
ledige beschikking over alle bruikbare elemen
ten uit de zeevarenden van het militie-contin
gent te hebben, zal dat contingent worden
afgeleverd, voordat de inlijving bjj de land
macht geschiedt. Door herhalings-oefeningen
in te voeren wenscht men de waarde van de
zeemiliciens te verbeteren.
Het bij de Tweede Kamer iugediende
ontwerp militiewetSeyffai'dt wordt
door de Tijd als volgt beoordeeld
Zooals men ziet zijn de vrijstellingen
voor aanstaande geestelijken, R. K.
kloosterbroeders enz. van het ontwerp-
Bergansius behouden, terwijl de mili
taire lasten, welke aan de natie worden
opgelegd, over bet geheel matiger zijn
dan die, waarmede wij werden bedreigd
door het vorige Kabinet. Evenwel is
ook door den minister Seyffardt het be
ginsel van persoonlijken dienstplicht
gehandhaafd. Zoolang op dit stuk niet
wordt toegegeven, is, natuurlijk, bestrij
ding van het ontwerp voor ons plicht.
Wij hopen, als de tijd zal gekomen zijn,
in de vervulling van dien plicht niet
te kort te schieten. Yoor het oogen-
blik echter maken wij ons niet al te
ongerust. Het getal door deze Regee
ring ingediende wetsontwerpen, welker
behandeling die van de ingediende Mi
litiewet moet voorafgaan, is zóó groot,
dat de toch reeds werkelijk verflauwde
levenskracht van dit Kabinet hoogst
waarschijnlijk reeds zal uitgeput wezen
vóór dit ontwerp aan de beurt komt.
Te minder, gelooven wij, zal op spoe
dige behandeling worden aangedrongen,
daar de ingenomenheid met dit voorstel,
naar wij veronderstellen, ook bij de
miiitairisten niet groot '/.al wezen.
In de vergadering van den Raad
dezer gemeente op gisteren waren nog
ingekomen de volgende stukken van
de plaatsel. comm. van toezicht op het
lager onderwijs beredeneerd verslag van
den toestand van het lager onderwijs
in de gemeente Schiedam over 1892;
ter visie gelegd ter behandeling in eene
volgende vergadering, zullende het wor
den opgenomen in het gedrukt verslag
der handelingen en in het jaarverslag
omtrent den toestand der gemeente
adressen van II. A. Midden en A. Vogele
zang Jr. om ontheffing van hun aan
slag in de plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, dienstjaar 1892/93;
de behandeling dezer bezwaarschriften
werd aangehouden, en ze inmiddels,
voor zoover noodig, overeenkomstig liet
bepaalde bij art. 20 der verordening
op de heffing dier belasting, in handen
gesteld van de in dat artikel genoemde
raadscommissie.
De later ingekomen stukken, bedoeld
in art. 10, 2e lid van het reglement van
orde waren; van Burg. en Weth. het
tweede suppletoir kohier der plaatsel.
dir. belasting, dienst 1892, tot een be
drag van f243.78 en het voljaarsko-
hier dier belasting, dienst 1893, tot
een bedrag van f 59212.34'/2beide ko
hieren werden in den loop der vergade
ring aldus vastgesteld zonder resumtie,
teneinde ze aanstonds ter goedkeuring
te kunnen inzenden aan de Gedepu-
teerde Staten dezer provincie; missive
van de commissie voor de plaatselijke
verordeningen tegen wier overtreding
straf is bedreigd, ton geleide van de
volgende verordeningen, allo op de open
bare gezondheid betrekking hebbende
1. verordening op de openbare reinheid
en ter bevordering der algemeene ge
zondheid 2. verordening regelende het
toezicht op gebouwen te Schiedam, die,
als nadeelig voor de openbare gezond
heid, ter bewonir.g ongeschikt zijn 3.
verordening regelende het toezicht op
vleesch en visch ter visie gelegd ter
behandeling in eene volgende vergade
ring adressen van F. W. Breve, B. II.
Burghout, J .Drektraan, A. den Herder,
C. Hoenderkamp, J. F. Post, J H. L.
Rigter, wed. T. RigterVan Dijk, G. J.
Smith, E. Steens, B. Gr. Gr. Verhoeve,
Fr. Zoetmulder en A. K. Zuidgeest, om
ontheffing of vermindering van hunnen
aanslag in de plaats, dir. bel. naar het
inkomen, dienstjaar 1892/93. Ten aan
zien van deze adressen werd dezelfde
beschikking genomen als ten opzichte
van die van gelijke strakking hier
voor vermeld. Missive van de commis
sie voor de plaatselijke belastingen
ten geleide van het ontwerp-besluit tot
heffing van havengeld, met ontwerp
verordening dier belasting, ter visie ge
legd ter behandeling in eene volgende
vergadering.
Op de gronden in haar rapport ont
wikkeld, stelde de commissie in zake
de vermindering der kosten van het
gemeentelijk hooger en middelbaar on
derwijs het volgende voorlo. te ver
zoeken aan H. M. de Koningin-Regentes
vrijstelling van het voorschrift tot in
standhouding van een gymnasium, onder
toekenning van het vrijvallende rijks
subsidie aan de gemeente tot bestrijding
a. van de helft der wachtgelden voor
het personeel van het gymnasium; en
b. van de kosten der hoogere burger
school, in den vorm van een verhoogd
subsidie of, als hiertegen bij H. M. over
wegende bezwaren bestaan, in den vorm
van overname der school door het rijk;
2o. De Commissie van 28 October 11.
op te dragen, dit verzoek aanstonds bij
H. M. in te dienen en toe te lichten en
de commissie overigens ter zake diligent
te verklai-en.
De Rotterdamsche Tramwegmaat
schappij vervoerde in de maand Maart
j.l. 462,252 reizigers met een opbrengst
van f 36.335,80tegen 394.315 reizi
gers met een opbrengst van f 32,062,1 5
in Maart 1892.
Het totale vervoer over de afgeloo-
pen maanden van 1893 heeft bedragen
I,286,777 reizigers met een ontv ngst
van f 102,632.77, tegen 1,157,098 reizi
gers met een ontvangst van f 95,612,46
over datzelfde tijdvak in 1892 gevende
dit jaar een vooruitgang van 129,679
reizigers en een vooruitgang van
f8,020,31 in ontvangsten.
Bij den gemeenteraad van Delft is
ingekomen een adres van de heeren
Ribbink, Van Bork en Co., verzoekende
voor 30 jaren de uitsluitende vergun
ning tot aanleg en exploitatie te Delft
van voor het publiek bestemde telefoon-
geleidingen, op gelijke voorwaarden als
te Leiden of 's-Bosch doch tegen een
maximum jaarlij kschen abonnementsprijs
van '0 gulden van iedere aansluiting,
door hen te heffen
In de christelijk gereformeerde kerk
te Delft heeft zich iemand, waarschijn
lijk na zich te hebben laten insluiten,
schuldig gemaakt aan diefstal van f 8
a f 10 uit eene der offerbussen. Zes zil
veren nachtmaalbekers, die op eene tafel
vóór den preekstoel stonden, heeft hij
laten staan. Van een der ramen achter
het orgel was eene ruit verbrijzeld.
Kaar men mededeelt, heeft de burge
meester van Rotterdam den hoofdcom
missaris van politie aangeschreven om,
naar aanleiding van de in den laatsten
tijd daar plaats gehad hebbende brutale
diefstallen, de controle en de recherche
te verscherpen en het personeel daar
mede beiast uit te breiden, en onder
zijne directe leiding dienst te laten
verrichten.
Men schrijft ons uit Den Haag
Gister-ochtend hadden in de kerk
van O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen
(Da Costastraat) de plechtige uitvaart
diensten plaats voor de zielerust van den
zeereerw. pater Marynen S. J., die in
den vroegen ochtend van Goeden Vrij
dag in het R. K. Ziekenhuis alhier
overleed.
De H. Mis van Requiem werd gece
lebreerd door den provinciaal, den hoog
eerw. pater Van den Boogaardt S. J.
geassisteerd door de zeereerw. heeren pas
toors Philipptns en Van der Haagen.
Verder werden opgemerkt de hoog eerw.
heer J. Th. Heyligers, kanunnik, doken
en pastoor, de zeer eerw. heer Kouwen-
berg, pastoor der O. L. Vrouweparochie
te Rotterdam, benovens een aantal Eerw.
Heeren Kapelaans der verschillende
parochiën, de broeders van den overle
dene en regenten van het R. K. Zieken
huis.
Ka de H. Mis van Requiem, betrad de
weleerw. pater W.Van Kieuwenhof S J.
den kansel tot liet houden der lijkrede.
De gewijde redenaar besprak bijzonder
lit tgeen te dezer stede door pater Ma
rynen, die op 37 jarigen leeftijd kapelaan
werd der St. Teresiaparochie |is verricht.
De overledene zoo zeide hij onge
veer was bezield met een grooten
ondernemingsgeest, waaraan hij, door
de genade Gods, een onwrikbaar door
zettingsvermogen paarde. Ku vond hij
de goede stad onzer inwoning, die
zich meer en meer uitbreidt, groot
genoeg voor een eigen R.-K. Zie
kenhuis. Hij stond nagenoeg alleen
met zijn meening, maar hij hield vol,
hij zette door, en zie, daaraan danken
wij het Ziekenhuis van den H. Joannes
de Deo. In dat huis der liefde is zijn
naam op een marmeren steen gebeiteld
maar het onberekenbare goed, door pater
Marynen daar gesticht, zie, dat staat
niet op een steen, maar Gods engelen
schreven het in het boek des levens.
Maar nog meer heeft hij tot stand
gebracht. Schier van af zijn komst in
deze stad had hij gezien, hoe een nieuw
heiligdom zou moeten verrijzen. Hij
wendde alles aan wat hij aanwenden
kon en dank zij zijn vermogenden
invloed - hij smaakte in 1877 het
genoegen een hulpkerk te zien inwijden.
1 lij zelf werd belast met de herderlijke
zorgen voor de nieuwe gemeente en liij
stond er op, dat de kerk zou worden
toegewijd aan do H. Maagd Maria.
Sinds de Hofkerk was gevallen, was
er te dezer stede geen heiligdom meer,
dat onder bescherming van Maria stond,
en daarom moest zijn kerk aan de
Moeder des Heeren gewijd zijn.
Spreker wees verder op de gevolgen
der stichting van de nieuwe kerk.
Onder de zorgen van pater Marijnen
groeide en bloeide do jeugdige prrochie,
en wat in 1877 slechts bekend was
onder den naam „het Kleine Veentje,"
daar verrees straat bij straat, daar ont
stond allengs een voorstad van 's-Gra-
venhage met duizenden inwoners.
Pater Marijnen was evenwel mot zijn
kerk nog niet tevreden, zij was hem te eng,
te klein. IIij kocht reeds een aanzienlijk
stuks gronds, bestemd voor een grooter
bedehuis. Doch toen riep hem de ge
hoorzaamheid weg. En hij ging als een
kind, neen als een religieus. Kiet voor
zich toch had hij gewerkt, maar voor
God en 't. was hem een troost, dat zijn
beide opvolgers zoozeer zijn voetspoor
betraden en zijn grootsch, zijn heerlijk
plan der Mariakerk verwezenlijkten.
De redenaar schetste nu op boeiende
wijze de dankbare vreugde, welke pater
Marijnen bezielde, toen hij op den 8n
December des vorigen jaars de inwijding
der nieuwe tempel mocht bijwonen, om
vervolgens te wijzen op het benijdens
waardig talent van den overledene, om
de harten te winnen van hen, die van
dej kerk waren afgedwaald. Nog in de
laatste weken bracht hij in het Zie
kenhuis een medekranke tot de kerk
weer. Zoolang zijn krachten het hem
toelieten, ging hij viermaal daags naar
het ziekbed van dien man -—- een ge-
buur uit de stad zijner geboorte, met
wien hij nu door Gods goedheid in 't
zelfde gesticht was - - hij knoopte do
vriendschap weder aan, smeekte hem
den verkeerden weg te willen verlaten
en mocht het genoegen smaken, dat de
man zich voor zijn stervensuur met
God verzoende.
Tot slot zijner treffende lijkrede hor-
dacht pater Van Kieuwenhoff in korte
trekken het afsterven van den dierba
ren overledene, wien voorzeker liet
eeuwig loon niet zal ontgaan, vooral
niet, wanneer allen, die hem gekend en
lief gehad hebben, voor de rust zijner
ziel bidden
Terstond volgde nu de begrafenis.
Op uitdrukkelijk verlangen van den
overledene was alle kransentooi ach
terwege gelaten.
De treurige stoet werd door velen
naar het kerkhof vergezeld, waar de
plechtigheden der beaarding door den
hoogeerw. pater van den Bogaard geas
sisteerd door de zeereerw. heeren pas
toors der O. L. Vrouwe en H. Teresia-
kerk werden verricht.
Ka afloop der plechtigheid verlieten
de talrijke aanwezigen den doodenakker
in de overtuiging een man ten grave
te hebben gebracht aan wien de Resi
dentie veel verplicht is en wiens nage-
godachtenis nog lang in gezegender her
innering zal voortleven.
Het programma voor de feestelijke
viering van 's Pausen jubilé in de
residentie belooft, behalve de feestrede
van dr. Schaepman, het volgende vier
tal karakteristieke tableaux vivants
„Tu es Petrus", „de Paus der kruis
vaarders", „de Paus der werkliede
en „de Glorie des verlossers." Toepas-