Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 16de Jaarg. Zondag 9 April 1893 No. 4557. bureau ^oogstraat 317. EEBSTE BLAD. De Witte Wolf. ALGEMEEN OVERZICHT. Parijsche Kroniek. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÈN NIEUWE HE COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. f 1.50 - 0.05 Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. O printemps, jeunesse de l'année 1 O jeunesse, printemps de la viel Onder de feesten die de H. Kerk viert, is er geen dichterlijker dan het Paaschfeest. Geplaatst bij den aanvang der lente en de terugkomst der zonne stralen, vervult dit schitterende feest der groote overwinning van het leven op den dood zoowel de harten der kinde ren en eenvoudigen als die der geloo- vigen met onuitsprekelijke vreugde. De natuur sluit zich bij het feest aande leeuweriken kweelen in het jonge graan de hoornen laten uit hunne gezwollen knoppen de teedere groene blaadjes ont snappen. Het heerlijk geheim wordt voltrokken de Christus is uit Zijn graf opgestaan en de zon is door de nevelen van den winter gebroken. De schep ping is vernieuwd en herborende duisternis en het kwaad verdwijnende genade en het licht verspreiden zich op de verjongde aarde. Als voor zoovele eeuwen bloeien de bloemen weer even liefelijk en schoon het leven heeft den dood overwonnen overal luiden vioolijk de klokken en zingen de christenen een blij Alleluja. Wat is het echter te betreuren, dat de oude en bekoorlijke gebruiken, die zooveel onschuldige vreugde aanbrach ten en de eentonigheid van het leven voor een tijd deden vergeten, bij de meeste kerkelijke feesten hebben opge houden te bestaan. Van de gewoonte om elkander paascheieren te zenden is r.iets meer te bespeuren. Vanaf de mid deneeuwen tot vóór dertig jaren waren de paascheieren het blijde teeken dat de onthouding en versterving geëindigd waren. Hier werden de met alle kleu ren beschilderde eieren op Paaschzondag in groote manden in de kerk gebracht, waar de priester ze zegende, waarna bloedverwanten, vrienden en buren ze elkander als teeken van vreugde en Naak hkt Fbansch van Paul Féval. vriendschap ten geschenke gaven. Alles wat men thans nog ziet, zijn bij de suikerbakkers groote en kleine choco lade-eieren met breede zijde linten om wikkeld of in de speelgoedwinkels kleine popjes in gekleurde suikereieren, die de voorbijgangers tegenlachen. Een maand Maart zooals wij dit jaar beleefden, zal ons lang geheugen. Het is hier als in den zomer, en men kan zich niet verbeelden dat dit nog ver anderen kan. Door dit prachtige weder begunstigd is op de Paaschdagen te Havre het eeuwfeest van den dichter en dramatischen schrijver Casimir De- lavigne waardiglijk herdacht. Zijne wer ken zijn wel wat vergoten, doch wie herinnert zich niet het heerlijke gedicht „Jeanne d'Arc", wat ons in onze jeugd in verrukking bracht en als volgt eindigt „Du Christ avec ardeur Jeanne baisait l'image: „Ses longs cheveux épars flottaient augrêdes (vents „Au pied de l'échafaud, sans changer de visage „Elle s'avanqait a pas lents. „Tranquille, elle v monta. Quand debout snr (le faite, „Elle vit ce b»cher qui l'allait dévorer, „Les bourreaux en suspens, la flanime déjA prête! „Sentant son coeur faillir, elle baissa la téte „Et se prit A pleurer. „La flamme l'environne et sa voix expirante „Murmure encore: „O France! 6 mon roi bien- (aimé!" Wat een lijn gevoel weergegeven, en welk een taal vo± kracht en toch zoo wel luidend. Neen, zulke verzen mogen wij niet vergeten. Niettegenstaande alles in de natuur ons van nieuw leven en harmonie spreekt, blijft het hier in de politiek maar steeds bij het oude, want al is Ribot gevallen en door Dupuy vervangen, dit nieuwe minissterie zal ons niets nieuws brengen. Men voelt dat wij steeds in een cerele vicieuxronddraaien, dat de schuldigen door medeplichtigheid of uit complai sance geroepen zijn over hun-zelven en hunne collega's een vonnis uit te spreken, hetwelk door vrees of zwakheid voor de 77) ik~zelve lengen is nutteloos, ging zjj voort, het hotpiVtv!bon<* uw w°nd, nadat men u in deze meUineaVentggLbr>h^ 6\ m! kapitein Didier toebehoorde!' kende, dat z" gond°^ onget^feld den' dat zq slechts van koper is. -- Ontkent g(j nog? vroeg Alix, zich niet verwaardigende te antwoorden. Waartoe zou het dienen Gjj weigert dus niet langer het kasteel te verlaten Zeker welmeer dan ooit. Maar ongelukige, riep mile. DeVaunoy nit, vreest gij dan niet, dat ik u aan mjjn vader verraad? Lapierre schaterlachte. Verontwaardigd richtte Alix zich op. Dat is te erg, zeide zqzoodra mijn vader terug is Wie weet wanneer uw vader terug komt, freuleviel Lapierre haar in de rede, terwql hij haar vlak in het gezicht zag. Wat wilt g(j zeggen vroeg het jonge meisje, door een vage onrust bevangen. Lapierro opende reeds den mond om te spreken, doch h(j bedacht zicheeii cynisch lachje krulde zijn lippen. Wij zjjn allen sterfelijk, zeide hjj na een oogenblik, en iedereen is minstens zevenmaal daags er aan blootgesteld om ten onder te gaan dat is alles wat ik u zeggen kan, freule. Wat uwe bedreiging aangaat, dat is nu eens gebeurd, laat ons daarover niet meer spreken maar waeht u er voor dit nogmaals te doen. Het is voor een adellijke jonge dame verne derend een knecht te dreigen. Maar, riep Alix uit, door dit tergen tot het uiterste gevoerd, mijn bedreiging is niet ijdel. M. De Vauuoy zal alles weten. Verander den tijd van het werkwoord. Ik bezit een weinig taalkennis. Spreek in den tegeuwoordigen tijd in plaats van in den toe komenden eu gij zult de waarheid zeggen, freule. Ik begrijp u niet! stotterde Alix, die ver bleekte en wankelde. camaraderie alle openhartigheid en recht vaardigheid mist. Mijnheer Carnot alleen heeft het middel zich van die slavernij der politieke partijen te ontslaan, doch het schijnt hem totnutoe aan de noo- dige wilskracht te haperen om zich van die oude sleur los te rukken en eens voor het waarachtig algemeen belang moedig op te treden. Hij moest hierin den nieuwbenoemden president der Ver- eenigde Staten, Mr. Cleveland, navolgen, en even ferm en verheven van gedach ten de mannelijke taal voeren, waarvan zijn boodschap aan het Amerikaansche volk zulk een schoon voorbeeld is. Hoe cordaat en openhartig erkent hij daarin de vergissingen welke begaan zijn en die hij zich geroepen acht te herstellen Dat is pas echt repuhlikeinsch spreken voor het hoofd van een volk dat ont wikkeld en rijp is zich zelf te kunnen regeeren, en dus de gebreken waaraan liet lijdt, zonder omwegen onder de oogen kan gebracht worden. Alle landen hebben hunne misstappen en gebreken en daarin gelijken zij op elkander meer dan wij wel gelooven. De Panama-schandalen hebben al maan den de gemoederen bezig gehouden en de publieke opinie vraagt nu niets meer dan dat zij die direct of indirect er in betrokken waren, bekend worden ge maakt en van het politieke terrein ver dwijnen. Waarom geeft het hoofd van den Staat niet aan dit billijk verlangen toe en benoemt een ministerie uit nieuwe mannen, die met al die knoeierijen niets hebben gemeen gehad Dit schijnt bij de Eransche Republiek nog niet moge lijk te zijn want het opgelapte nieuwe ministerie-Dupuy bestaat uit zeven leden van het vorige bewind en de overigen zijn mannen van de meest uiteenloopende beginselen en richtingen, zoodat Paul de Cassagnac in zijne Autorité uitroept C'esi une saladeune rattapouillea un ministère? Jamais Fidtêlius. Pakijs, 25 Maart1 April 1893. Toch wel, freule, g(j begrqpt mij zeer goed. Geloof mij, dwing mij niet, om de puntjes op de i op te zetten. Integendeel, hernam Alix met moeite ik wil dat gij duidelijk spreekt. Zooals g(j wilt. Uw gezond verstand zal u wel dadelfjk doen inzien, dat er niets gemeens kan zijn tusschen een eerlijk man, zooals ik, en een kind zonder vader, zooais de kapitein Didier. Inderdaad, ik ken geen haat. Maar het noodlot is jegens mij onrechtvaardig geweest ik ben slechts knechtde haat van anderen kan mijn haat worden, en om het mij gegeven geld te verdienen, is het mogelijk dat ik den degen getrokken lieb, alsof ik werkelijk haatte. - Gij liegt, ellendelingriep het jonge meisje verbitterd uit, want zij begreep hem. Gij weet wel beter. Ik heb gedood, om dat men mij bevolen bad te dooden. Durft gij mijn vader te beschuldigen Ik Ik geloof niet, dat ik den zeer eer- biedwaardigen naam van M. Hervé De Vannoy genoemd heb. Maar als u begrijpen wilt, wat ik zeg, dan Gij liegtGij liegtherhaalde Alix. Laat ons aannemen, dat ik lieg, als u dat aangenaam kan zjjn. Maar of ik lieg of niet, freule, indien gij, zooals ik geloof, eenig belang stelt in kapitein Didier, verspil dan uw tijd niet met een man te bedreigen, die u niet behoeft te vreezen. Die man is overigens slechts 8 April '93. In verschillende plaatsen des lands - zoo seint men uit Londen heb ben bij voortduring unionistische volks meetings tegen het home-rule-ontwerp plaats. Donderdag-avond werd daarover te Liverpool het woord gevoerd door lord Randolph Churchill, die Gladstone heftig aanviel en zijn plan schurkach tig, diefachtig en eene dwinglandij noemde, volgens hetwelk de Ieren niet alleen in Ierland, maar ook in Enge land mederegeeren zouden. De spreker wees er op, hoe er groote &nti-home-rule- vergaderingen bij na o veral worden gehou den, ter wijl geen enkele belangrijkeEugel- sche volksmeeting daarvóór plaats heeft. De ptaat van zaken te Hull verergert en is thans zeer ernstig. Honderden dokwerkers, die tot den Reedarsbond waren toegetreden, zegden den dienst op en sloten zich aan bij de werkstakers, evenals de arbeiders in aanverwante beroepen, zooals lichterlieden, gaswer- kers, timmerlieden, stukadoors enz. De aanvoerders der werkstakers dreigen de beambten der spoorwegen over te halen om mede te werken door de weigering om vrachtgoederen voor de geboycotte stoomschepen over te brengen. Diezelfde leiders beoogen gelijktijdige werksta kingen te Londen, Liverpool, Glascow en Cardiff. Te Huil, waar de troepen en politie, de laatstgenoemde versterkt door detachementen uit Leedsen Notting ham, de str.ten tr.chtten schoon te houden, hebben desondanks herhaalde hotsingen plaats gehad. De troepen werden door het volk uitgejouwd, het welk op straat, in weerwil van het politietoezicht, den chef der reedersfirma Wilson aanviel met een paar klerken, clie schepen in de haven hielpen laden en lossen. Een ernstige botsing vond plaats op de kade, waar duizenden werkstakers het stoomschip Montebello waarop vrijwilligers bezig waren te een werktuig. Ga hooger opboud den arm tegen of onderwerp bet bart. En zachter voegde b(j er bij En als uw vader terugkomt, als be t u gegeven is hem terug te zien, handel dan zonder een minuut te verliezenhet is een goede raad, dien ik u geef. Na deze woorden groette Lapierre baar en verliet het vertrek. Alix begreep zijn laatste woorden nietdoch zij had reeds genoeg gehoord. Zoodra de knecht haar verlaten bad, viel zij op een stoel en verborg haar gelaat in beide handen. Een we reld van droevige gedachten doorkruiste haar arm hoofd. Vader! Vader! zuchtte zij; ik wil het niet gelooven. Die ellendeling liegt. Maar wat zij ook deed, een onweerstaan bare overtuiging drong zich aan haar geest op bet was haar vader, die bevolen had Didier te vermoorden. Waarom Wankelende stond zij op en belde. Zjj wilde Didier spreken, hem aanraden te vluchten. Helaaswat moest zij zeggen zonder baar vader te beschuldigen Toen Renée op het bellen binnenkwam, vond zij baar meesteres bewusteloos op den grond liggen. (Wordt vervolgdj

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1