Dagblad voor Schiedam en Omstreken. "pureau hoogstraat 817. EERSTE BLAD Opheffing van het Gymnasium, 16de Jaarg. Zondag 16 April 1893. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht ran den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Onder de vele vraagstukken die in den laatsten tijd de aandacht onzer vroede mannen bezig houden, bekleedt de kwestie omtrent de al of niet op heffing van het gymnasium eene voor name plaats. Dat wij verplicht zijn, ter wille van eenige weinige jongelie den, waarvan nog het meerendeel van huiten de stad, eene inrichting van on derwijs te onderhouden, wier resultaten niet in verhouding staan tot de kosten die zij der gemeente veroorzaakt, is blijkbaar ook velen raadsleden een doorn in 'toog. Zij achten voorzeker de vrij gevigheid al te ver gedreven, waar zij voor een uiterst klein gedeelte ingeze tenen en enkele vreemdelingen aanzien lijke uitgaven toestaat, welke voor de stad onzer inwoning in't algemeen nut tiger en beter konden worden besteed. Deze overweging hoeft hij de jongste begrootingsdobatten de meerderheid van den Raad geleid tot hot besluit, om eene commissie te benoemen, die te on derzoeken zou hebben, in hoever de kosten vr.n ons liooger en middelbaar onderwijs konden verminderd worden. Dat deze commissie eene gemakke lijke taak te vervullen zou hebben, heelt zeker niemand zich voorgesteld. Vin den eenen k nt toch had zij te rekenen met do rijkswetten en konink lijke besluiten, die het houden van ze kere instellingen van onderwijs en de wijze van inrichting gebiedend voor schrijven; aan de andere zijde ontmoette zij het bezwaar, dat velen hun liet voorrecht, door de rijkswetten, zij het ook ten onrechte, verleend, niet zoo gemakkelijk laten ontnemen. Evenwel, Waar een wil is, daar is een weg. Do Commissie toog aan hst werk, en als de vrucht barer bemoeiingen, zag het aanzijn het voorstel, dat in een der laatstgehouden raadszittingen, door haar hij den Raad werd ingediend. Op de gronden in haar rapport ontwikkeld, stolde de commissie voor1 te verzoe ken aan H. M. de Koningin-Regentes vrijstelling van het voorschrift tot in standhouding van een gymnasium, onder toekenning van de vrijvallende rijks subsidie aan de gemeente tot bestrij ding a. van de helft der wachtgelden voor het personeel van het. gymnasium, en ,J. van de kosten Ier Hoogere Bur- W i°°* den vorm van een ver- ovefwÜ Hu,'3jdie óf als hiertegen bijH. M. vom 'M^bezwaren bestaan, in den "Rii lr 9 'vernanro der school door het li on t C°mm!?s'e van 28 October 1 1' \f in u' verzoek aanstonds rlA clm dienen en toe te lich ten en de commissie overigens terzake diligent te verklaren. Ontdaan van de b;jgaande omschrij ving bevat dus het voorstel der commissie de opheffing van het gym nasium. Dat die opheffing hij Je be trokken personen bezwaren zou ontmoe ten, was wel te voorzien. Allereerst meende daartegen de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te moeten opkomen. Zij acht ook voor Schiedam, eene fabrieks-en handelsplaats, eene wetenschappelijke inrichting als een Gymnasium noodzakelijk en meent dat over de vrijvallende subsidie mag noch kan beschikt worden op de wijze, zooals door de commissie wordt voorge steld. In een adres aan den Raad waaiin verschillende geschriften naar aanleiding van haar rapport van 7 Februari 11. verschenen, op den voet worden gevolgd, beantwoordt de Commissie die opmer kingen als volgt: De Commissie van Toezicht op het M. O. heeft het ons ge makkelijk gemaakt. Zij acht ook voor Schiedam, eene fabrieks- en handels plaats, eene wetenschappelijke inrich ting als een Gymnasium „noodzakelijk". Onze tegenovergestelde meening acht ze „geheel eenzijdig". Deze uitspraak wordt niet nader gemotiveerd. Wij stel len er tegenover deze vragen. Blijkt die noodzakelijkheid soms uit het gering aantal Schiedamsche leerlingen I s li e t ontbreken van industrieel onderwijs, van voor velen toegankelijk taalonderwijs, van goed ambachtsonderwijs toor zulk een gemeente geen eenzijdigheid? Is het niet juist, dat wij in de H. B. S. reeds eene in richting van gelijke wetenschappelijke waarde als het Gymnasium bezitten „Overde vrijvallende subsidie „mag noch kan beschikt worden op de wijze, zooals door de commissie wordt voor gesteld". Ookdit wordt niet nader ge motiveerd. Dat de Hooge Regeering zoo dadelijk ons voorstel zal aannemen, daarvan zijn wij ook volstrekt niet zeker. Maar wij achten ons niet ver antwoord zoolang het mogelijke niet is beproefd. En bovendien bestaat de kans, dat de Hooge Regeering, die voor vakonderwijs een warm hart blijkt te be zitten, een tegenvoorstel doet, waardoor het subsidie van f 8850.voor onze ge meente behouden kan blij ven een voor stel waarmee Uw college zich dan al licht vereenigen zal. „Curatoren van het gymnasium wijzen er op, dat deze inrichting reeds meer dan 3 eeuwen heeft bestaan. Een argu ment, dat, zonder meer, ons van geen waarde schijnt. Met gelijksoortige argu menten kan elke hervorming worden bestreden en alzoo is dan ook alle eeuwen door de behouders geschied. „Voorts zeggen zij, dat de inrichting uitnemende resultaten heeft opgeleverd en zeker veel heeft bijgedragen tot al- gemeene ontwikkeling, inzonderheid dei- kinderen van het meer beschaafde deel van de bevolking dezer gemeente." Wordt hiermede gedoeld op lang ver vlogen tijden, dan dingen wij er niets op af, omdat ons de gegevens voor eene beoordeeling ontbreken; maar eene kostbare instelling dient ook thans nog flinke vruchten af te werpen, wil haar voortbe staan gerechtvaardigd zijn. En mot droefheid wijzen wij dan op de nuchtere cijfers van bladz. 86 en 87 van ons rapport, die recht geven om de hoven aangehaalde zinsneden aldus om te zetten povere resultaten heeft opgeleverd en zeker schaars heeft bijge dragen tot algemeene ontwikkeling, inzonderheid der kinderen van het meer beschaafde deel der bevolking van de omliggende J) gemeenten." Dat inzon derheid de meer beschaafden van het onderwijs genieten, is voor ons geen aanbeveling deze toch zijn vooreerst betrekkelijk gering in aantal en vin den voorts hun weg door het leven heel wat gemakkelijker dan de minder beschaafden. Wij beamen volkomen, dat zij die een groot aandeel in de belastingen dragen, de meer bemiddelden dus, in het Gymnasium slechts een „geringe vergoeding" vinden voor de belangrijke offers, (mede ten gevolge van deze in richting) door den gemeente-fiscus ge- ëischt. Een klein aantal medeburgers vinden een geringe vergoeding in een kostbare inrichting. De logica zou de conclusie eisclien, dat de opheffing wordt aanbevolen; neen, ze wordt „ten, sterkste ontraden „Curatoren vereenigen zich overigens geheel met do brochure van rector en leeraren, dus ook met de onnauwkeu righeden daarvan, de onjuiste voorstel lingen van gedeelten van ons rapport enz. Wij gaan er vele stilzwijgend voorbij, die voor de kwestie weinig belang heb ben. Een groot gedeelte van de bro chure betoogt hier de Commissie is gegrond op etn misverstand Onze bedoeling was en is nog om van H. M. slechts dispensatie te vragen, indien de vrijvallende subsidie aan de Gemeente kan verzekerd blijven. Over de cijfers zoo gaat zij verder zijn wij bet reeds nu bijna eens. De verschilpunten zijn nog slechts „lo. Volgens ons rapport zouden we kunnen volstaan met den leeraars, die door de opheffing van het Gymnasium 42 lesuren en f 3400 traktement minder zouden krijgen,op te leggen 12 lesuren aan een avondcursus in moderne talen tegen f1200 bezoldiging en hun bovendien f500 a f1350, zegge p. m. f 1000 verhooging toe te kennen, omdat anders hun traktementen geen voldoend be staan opleveren. Derhalve 30 lesuren en p. m. f 1200.tractement minder. Wij meenden; dat deze heide vermin deringen redelijk wel tegenover elkaar opwogen. Neen, zeggen de leeraars, ze zouden in 't geheel geen avondlessen kunnen geven en in plaats van de f3400. -■ stellig toch f2500 moeten behouden. Derhalve 42 lesuren en f900 tractement minder. Of deze beide verminderingen in juiste verhou ding staan? Wij zullen er niet langer over spreken, omdat een nader onder zoek onze denkbeelden ten aanzien van den cursus heeft gewijzigd. Een cursus van totaal 12 uren per week is name- veel te kort. Op de H. B. S. afdeeling Alg. studie krijgen de jongelieden we kelijks 52 uren taalonderwijs, verdeeld i) "j Wjj herinneren er aan, dat van de 27 leerlingen slechts 12 uit Schiedam zijn. over 5 jarendaarmede verwerven zij een graad van kennis in de 4 talen, die zeker niemand overdreven zal noe men. De avondcursus zal dus niet zoo heel veel uren minder moeten geven, en daar de leerlingen wel niet meer dan 5 avonden per week telkens 21/» uur zullen beschikbaar hebben, volgt daar uit, dat de cursus allicht 3 misschien wel 4 jaar zal moeten duren. Laat ons aannemen 3 jaren, dan moet elke week 37 uur les worden gegeven. Welnu dan is het gevonden. De leeraren van de 4 talen krijgen vrij de 42 lessen van het Gymnasium, geven in de plaats 37J/2 uur aan den avondcursus en toehouden hun tegenwoordige Gymnasiale bezoldiging Zoo ongeveer (kleine verbeteringen van dit plan blijven natuurlijk aan meer bevoegden en aan eene definitieve rege ling voorbehouden) is de zaak op een voudige wijze geschikt. De avondcursus kost dan echter f3400,maar zal dan ook heel goed zijn, heel wat beter dan wanneer hij korter duurt of de leeraars kariger bezoldigd wordeD." Tot zoover het adres van de betrok ken commissie. In de door ons gecur siveerde woorden ligt het geheele zwaar tepunt van de kwestie. Over de over tolligheid van het Gymnasium bij de talrijke gelegenheden, die er voor de weinige jongelieden die daarvan gebruik maken, bestaat, om op andere wijze het onderwijs te ontvangen 'twelk daar ge geven wordt, is men het vrij wel eens. Maar men huivert tot de opheffing van liet Gymnasium over te gaan, als daar door de belangen moeten geschaad wor den van een zekere klasse van perso nen die men reden heeft te ontzien. Al wat de coram, verder aanvoert tot wederlegging van de bezwaren van rector en leeraren rakende het gemeentebelang, de moreele verplichting van de gemeente tegenover de tegenwoordige gymnasias ten, enz. heeft voor on3 mindere waarde. De leeraren bedoelden daarmede voor zeker niets anders dan het al te naakte feit der oratio pro domo eenigs- zins te bemantelen. Of zij ook al met hun 11 staan voor 12,zegge if?0£M^/'Sehie- damsche leerlingen, het doet er niets toe; ze zijn niet voor de leerlingen, integendeel die leerlingen zijn voor hen. Intussclienliel Vaterland kannst ruhig sein het is „gevonden". De les uren die van het Gymnasium vrij vallen, zullen zij aan een avondcursus be steden, er zal nog een vrij uurtje over blijven, en zij behouden hun tegenwoor dige gymnasiale bezoldiging. Wij zul len zien of er op deze basis een schik king zal getroffen worden, die allen zal bevredigen. Zullen aldus de kosten van ons plaatselijk onderwijs verminderd worden Wjj cnrsiveeren Red. N. R. Ct. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT llll lilll|lllUIIIHImlllll'lllMWIIllllUltHHIU

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1