Dagblad voor Schiedam en Omstreken. ,r 16de Jaarg. Donderdag 11 'Mei 1893. No. 4584. bureau Jêoogetraaf (S 317. De Witte Wolf. ALGEMEEN OVERZICHT. Wegens den feestdag van 0. H. HEMELVAART zal de Nieuwe Schiedamsche Courant Donderdag-avond niet ver schijnen. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD. PRIJS DER ADVERTENTIÈN NIEUWE SCH E COURANT V«or Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Het auteursrecht van den iuhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. f 1.50 - 2.- - 0.05 l'opulariseeren der wetenschap is de leuze. Daardoor moet het volk verlicht, beschaafd worden. Daardoor moeten gezonde denkbeelden tot in de onderste lagen van het volk doordringen. Op geen wetenschap is die leuze in meerdere mate in toepassing gebracht dan op de Staathuishoudkunde; en toch is het er nog ver af dat gezonde, d. i. ware denkbeelden, omtrent die weten schap, gemeen goed zijr. geworden van do burgerijzij zijn nog niet eens door gedrongen tot het meer ontwikkelde deel. Zulks is te meer te betreuren juist in onze dagen, nu de zoogenaamde sociale kwestie zooveel gemoederen in bewe ging brengt. Onjuiste denkbeelden worden bij voort during den volke nog verkondigd, ge predikt, aangeprezen, en dit niet alleen door de liberale paitij. Helaas ook bij de katholieke partij vinden vele onjuist heden instemming. In den jongsten tijd bleek zulks ander maal bij de belastingwetten van Zijne Excellentie den oud professor Pierson. Inzonderheid met betrekking tot de Ver mogensbelasting wordt den volke verkon digd, dat deze wet zal strekken tot ontlas ting van den minderen man. De heer Van Houten heft een juichkreet aan in de Mid- delburgsche Couranten vindt zijn beschou wingen woordelijk in de Nieuwe Rotter - dam,ie he Courant van 4 Mei 1893 overge nomen. De conclusie is dat do Vermogensbelasting in verband met zout, zeep en gedistilleerd, een jaarlijksche last van meer dan 8 millioen gulden van zwakke schoudeis afwentelt en op sterke overbrengt. Die staathuishoudkundige dwaling schijnt ook gedeeld te worden door onzen wakkeren afgevaardigde, den beer Haft mans, die onlangs in zijn lijfblad een artikel plaatste hetwelk de eer genoot door De Tijd te worden overgenomen, waarin dezelfde meening dooi straalde, en waarin de verwachting werd uitge drukt dat, doorgaande op dienzelfden weg, wij eenmaal het zoo ver zouden bren gen, dat de kleine burger, de werkman geheel vrij zou zijn van belastingen. Eenigen tijd geleden, bij de bespre king van de Inkomstenbelasting naar het vermoedelijk inkomen alhier, heb ik meer speciaal aangewezen, dat de werk man door de in voering dier zoogenaamde directe belastingen in geenen deele wordt gebaat, daar al deze belastingen na korten of langen tijd zeer zeker worden omgezet in verbruiksbelastingen. Thans zij hier met enkele cijfers aan getoond, hoe onbereikbaar het doel is, hetwelk de heer Haffmans beoogt. Men stelle zich daarbij enkel de vraagwelk deel van het belastbaar inkomen dei- gegoede en rijke burgers zou moeten worden opgebracht om de kosten te dekken van het bestuur van land en volk. indien de werklieden en de zeer kleine vermogens buiten rekening bleven.'' Nemen wij bij voorbeeld als maat staf Schiedam, met eene bevolking van in ronde cijfers 2o000 zielen. A eiüg mag worden aangenomen, dat de wel vaart in die gemeente gelijk staat met de gemiddelde welvaart in het geheele land, rijke en arme streken dooreenge- rekend, en dat zij, in verhouding tot hare bevolking, een evenredig deel be taalt in de rijkslasten. Waarsftiijnlijk betaalt zij zelfs een groot er aandeel immers in de Patentbelasting draagt zij bijna 2'/^ maal zooveel bij als in ver- Van 1 6 regelsf 0-60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Naar iirt Fransch van Paul Féval. 104) hW lm"!?,"u zwÜgende verder eenklaps i Lminn. ilII'',en cen glimlach van innige voldoening „looide d*nne lippen. Alles -.vel beschouwd, zeide hij, beu ik er goedkoop afgekomenMijn verklaring kan <lien lrlciuen Ireml een naam bezorgen, tenzij M. Béohameil en het Parlement zijn eischen niet erkennen, hetgeen ik van harte hoop dat het geval zal zjjn. Maar dat gekrabbel kan mij in geen enkel geval La Tremlny ont nemen. Ik bezit een koopncte in den goeden wettelijken vorm, ik heb vrienden in het Par lement, en een bezit van twintig jaren be- teekent ook iets. Zeker, ik had den kapitein liever dood dan levend gehadmaar daar het toeval hem beschermt, dat hy leveIk bemoei my er verder niet mede en zweer, dat ik aan houding tot hare bevolking haar deel zou zijn. Welnu, volgens de wet op de mid delen is voor do staatsuitgaven in 1893 noodig f128,346.490. Stellen wij gemakshalve 125 millioen als dan maakt dit, aannemend eene bevol king van 4 millioen, jaarlijks aan s rijks belastingen f31.25 per hoofd. Schiedam betaalt daarin alzoo met zijn 25.000 inwoners f781250. Volgens do begrooting voor 1893 heeft Schiedam bovendien voor de^uit gaven van dat jaar noodig f 634,347,70. Nemen wij echter aan dat daarvan slechts f 500,000 door belastingen enz. moet worden opgebracht, dan verkrijgen wij als totaal cijfer door de inwoners van Schiedam jaarlijks op te brengen f 1,281,"50, zegge een millioen twee honderd een en tachtig duizend twee honderd vijftig gulden. Stel nu dat de kleine man daarin niet bijdraagt, wat zouden dan de meer gegoeden van hun inkomen moeten op brengen aan belastingen De belasting naar het vermoedelijk inkomen te Schiedam neemt de maat staf aan dat alleen personen die min der inkomen genieten dan f500, geheel vrij zijn van een inkomen van f 500 tot f 600 is 30 belastbaar van f 600 tot f 700 40 enz. Van te veel vrij gevigheid om den kleinen man vrij te stellen zal men die verordening zeker niet beschuldigen. Welnu, het belast baar inkomen naar dezen maatstaf is volgens de kohieren f2,100,000, Om het doel van den heer Haffmans te bereiken, zouden derhalve de belast bare inwoners jaarlijks meer dan 60 ten honderd van. hun inkomen hebben te offeren op het altaar des Vaderlands. Zou de heer Haffmans zulks mogelijk achten En toch zouden op dien voet de vrij stellingen voor den arbeidenden stand niet te ver zijn uitgebreid. Integendeel een werkman die gemiddeld fl 1's weeks verdient, zou jaarlijks nog ruim f90. hebben te betalen. Een ambtenaar met een inkomen van 13000 zou daarvan jaarlijks ruim f 1680 aan belasting moe ten opbrengen en slechts f 1320 over houden voor huishuur en onderhoud voor zich en de zijnen. Het is duidelijk: ten aanzien der be lastingen bevindt men zich op een dwaal spoor. Evenals een rivier hebben zij een natuurlijken loop. Dwaas is hij die bij voorbeeld zou willen beproeven om de Maas van Venlo naar Maastricht te doen vloeien. Evenmin is bet mogelijk de belastingen haar natuurlijken loop te ontnemen, 't Is waar: dikwerf kan eene rivier verwoestingen aanrichten en inzonderheid de oeverbewoners teisteren. Zoo ook zijn onze belastingen verre van volmaakt en wordt menigeen bovenma tig, ja soms wel onrechtvaardig er door getroffen. Doch om de oeverbewoners te beveiligen, werpt men geen dam in de rivier die haren loop stuit. Men tracht de oeverbewoners te beveiligen, door den loop der rivier te regelen, te normaliseeren en hindernissen uitdenweg te ruimen om den natuurlijken loop te bevorderen. Ook dien weg moet bet op met de belastingen, wil men waarlijk het volk van dienst zijn en diens welvaart bevor deren. J. O. Unuma. hein nooit een penning van zyn erfenis zal afstaan. Terwijl M. De Vaunoy deze belangwek kende alleenspraak hield, was hij den hoofd ingang van het kasteel genaderd. Hjj ging binnen. Jean Blanc bleef na het vertrek van zijn gevangene eenige oogenblikken in gedach ten verzonken staan toen maakte hij inet be hulp van Yaumi, die was teruggekeerd, zijn gelaat weder zwart en deed zijn kolenbranders- kleeding aan. Dit gedaan zijnde, verliet hij het onder- aardsche gewelf, daalde tot op den bodem van het ravijn af en ging toen in den hollen eik» Hij had zich voorzien van gereedschap om te kunnen graven. Toen Didier na zijn onderhoud met Jean Blanc, op het kasteel La Tremlay kwam, was Hervê De Vaunoy afwezig. Het kasteel had nog geheel het uiterlijk van een door bestor ming veroverde sterkte, en de jonge kapitein was zeer verwonderd, toen hij hoorde, wat er in den afgeloopen nacht gebeurd was. Jean Blanc en Marie hadden hem alleen verteld, wat hem-zelt onmiddellijk aanging, te wetenden nachtelijken moordaanslag, den dood van Jude en de wijze waarop hjj, Didier, was gered. Hij wist niets van den diefstal van de 500.000 francs, en bijna niets van den aanval der Wolven. De eerste, dien hij in den gang ontmoette, was de Koninklijke intendant. De arme Bé- chameil had zijne schitterend roode gelaats kleur verloren. Hij was bleek en zijn mis moedig gelaat drukte een diep gevoeld ver driet uit. Hij vertelde den kapitein, wat des nachts gebeurd was, en beschuldigde hem van verraad. Didier was bekommerd. Het was boven dien duidelijk, dat M. De Bêchameil niet de eenige zou'zijn om hem te beschuldigen. De belastingpenningen waren aan zijn hoede toevertrouwd. Om zijn onschuld te bewij zen, was er een eenig middel: het eerlooze gedrag van Hervê De Vaunoy aan het licht brengen. Maar Alix 1 Alix, die hem gereed hadzoo edel en zoo ongelukkig. Didier wierp dat denkbeeld ver van zich af. Gedachteloos ging hij de gang m naar zijn kamer. De deur stond open. Hy ging binnen. Op zijn bed lag het lichaam van den bra- van stalmeester Jude uitgestiekt. Len vrouw, aan het hoofdeinde neergeknield, bad hardop, langzaam de verzen van het De Profundis opzeggende. Het was Goton Rehou, die aldus de laatste plichten bij haar ouden vriend vervulde. Didier ontblootte zich het hoofd, doch Weeft in de kamer op en neer gaan. Toen zij ziju 10 Mei '93. Nu de Duitsche llijksdag ontbonden is, schijnt ook de Fransche Kamer haar einde te naderen. Zij gevoelt zich eenigs- zins afgeleefd en levensmoede. En hoewel zij zelf nog geen bede tot een spoedig einde slaakt, stijgt toch vol gens berichten uit Parijs -- deze bede uit hare omgeving op. Naar luid der be richten van eenige bladen van zeer uit- eenloopende richting wordt tusschen de sporen hoorde rinkelen, keerde de huishoudster zich om. Zjj had den kapitein nog niet gezien maar zijn geheele persoonlijkheid veroorzaak te nu bij haar een ontroering waarvan de oorzaak voor haar verborgen bleef. Didier bleef bij het bed staan; geruimen tijd beschouwde hij in stilte de gelaatstrek ken van Jude. aan welke de dood de uit drukking van onverschrokkenheid niet had ont nomen. Arme Jude, dacht hij hardop, want hy had de tegenwoordigheid van de oude vrouw reeds vergeten. God heeft niet toegestaan, dat hij zijn zoo vurig begeerd doel zou bereiken. Hij is gestorven, alvorens den zoon van zjjn meester te hebben teruggevonden. De oude Goton Rehou begon te beven. Heer, lieer, zeide zij, mijn oogen zijn oud en sedert twintig jaar heb ik Georges Treml niet gezienmaar in naam des hemels, wie zyt gij Men hoorde den klopper op de buitendeur vallen. Didier liep naar het venster en zag Vaunoy op het plein staan. Wie zijt gij herhaalde Goton, de han den vouwende. Gy herinnert n dus Treml ook nog vroeg de kapitein. [Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1