Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
De per;
ilMnnst.
EERSTE BLAD.
16de Jaarg,
Zondag 4 Juni 1893.
No. 4602.
l^urecat Jöoog^traai 317.
Een tweetal bijdragen in zake de
pensioneering yan werklieden,
ALGËUEËN OVERZICHT.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
NIEUWE SCHIEDAMSCDE C0URAN1
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.-
- 0.05
Het antenrsrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124.
WIIIIUIIIIIIIIIIHI
MIIIIIIIHIH
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
IV. Slot,
Alvorens antwoord te geven op de
gewichtige vraag aan het slot van ons
vorig artikel gesteld Is het naar Katho
lieke beginselen den Staat geoorloofd,
door wettelijke voorschriften te dwingen
tot verzekering van werklieden voor
den ouden dag kan zulk een Staats-
dwang wenschelijk geacht worden
een enkel woord vooraf.
Wij wenschen geenszins gerekend te
Worden onder degenen, die voor de prac-
tische oplossing der hedendaagsche kwes-
tieën alleen heil verwachten van eene
zoo krachtig mogelij kont wikkeldeStaats-
bemoeiing. Veeleer betreuren wij het,
dat in werklieden-kringen (de resolu-
tieën van het Katholiek Vakcongres
bewijzen het) een zoo krachtige streving
heerscht naar uitgebreide Staatsinmen
ging.
We betreuren zulks, ofschoon we
het volkomen begrijpelijk vinden.
We betreuren het, wijl het onze
heilige overtuiging is, dat in de tegen
woordige omstandigheden niet op de
allereerste en allerhoogste plaats, red
ding moet verwacht worden van den
Staat, al behoeft men in bijzondere
gevallen de hulp van den Staat niet
te versmaden.
De klove tusschen kapitaal en arbeid
wordt niet vernauwd door dwangmaat
regelen. Die klove is ontstaan door de
langzame afwijking dezer beide steun
pilaren der menscheiijke samenleving,
door het toepassen van het egoïstisch
„ieder helpe zich zeiven," wil zij
verdwijnen, dan dienen de beide uiter
sten tot elkander gebracht, dan moet
er wederzijdsche belangstelling, waar
deering, vertrouwen worden opgewekt
en gekweekt, gevoelens, die zich nu
i)
Het is belrekkeljjk zoo lang niet geleden,
dat de groolmenigte hoegenaamd geen idéé
had van de doorzichtkunde. De leek op het ge
bied der f hilderkunst gevoelde dat gemis ter-
nauvvernoo 1. Hij was tevreden, als de hoofd
gedachte eener schilderij overwegend op den
voorgrond trad, en hiervoor was het volgens
zijne meening voldoende, dat de schilder alles
V'at haar op eene bijzondere wijze uitdrukte,
naar gelang van deszelfs respectieve belang
rijkheid eenige malen vergrootte, verkleinde,
zachter of sterker kleurde.
Niet aldus oordeelde echter de kunstkenner
en allerminst de ware kunstenaar zelve. Hoe
heeft hjj niet gezocht om dat geheim te ont
dekken En als hjj dan nederzat met het
eenmaal niet door wetten en wetjes
laten opdringen.
Niettemin begrijpen we ten volle, dat
de werkman zich laat verlokken, om
alleen van Staatsdwang en wettelijke
maatregelen verbetering zijner positie
te hopen. Waar aan de hillijkste eischen
dikwijls nog zoo weinig gehoor wordt
verleend, waar de heiligste rechten
straffeloos gekrenkt wordenwaar het
particulier initiatief wel zeer vrucht
baar is in woorden, maar woestijnachtig
dood in daden, waar nog altijd velen
met een voornaam schouderophalen alle
pogingen tot lotsverbetering der arbei
ders trachten te negeeren, en niet het
minste begrip schijnen te hebben, dat
de sociale kwestie is een kwestie „de
volle werkkracht van den man waardig",
daar mag liet ons niet verwonderen,
dat de arbeider zich onder de machtige
bescherming van den Staat een paradijs
droomt, en niet bemerk t, hoe daar voet
angels liggen en klemmen.
Het behoeft na deze verklaring, die
iets langer dan een enkel woord gewor
den is, wel geen betoog, dat we ook
in zake eener pensioenregeling den Staat
en zijne wetten liefst zoo min mogelijk
zouden willen te hulp roepen.
Maar men moet de zaken nemen ge
lijk ze zijn.
Vooropgesteld aan den eenen kant
het wenschelijke en rechtmatige eener
pensioneering van oude werklieden
van den anderen kant de onmoge
lijkheid om zonder verplichte verzeke
ring tot die pensioneering te komen;
moet men zulk een hij de wet ver
plichte verzekering wel wenschelijk
achten, mits zij niet in strijd zij met
de katholieke beginselen.
Wie hier den weg wil leeren kennen,
zal moeielijk een meer betrouwbare en
veiliger gids vinden dan de pauselijke
encycliek over het arbeidersvraagstuk.
„Daar waar het algemeen belang, zoo
leert de Paus, „of het belang van een
„stand in het bijzonder, nadeel onder
bond of in de toekomst nadeel dreigt,
„en geen andere middelen tot herstel
palet in de linker- en zjjn rechterhand steeds
meer en meer uitdrukking tooverde op bet
doek, dat hij vereenzelvigen wilde met het
beeld dat hij zich eenmaal vormde, dan stond
hy plotseling mismoedigd op en wischte een
traan uit de oogen, omdat de heerlijke uit
drukking van elk vlak in het bijzonder zoo
deerlijk werd weggedrongen door de wanstal-
lige verhouding dier vlakken onderling. Neen,
hij gevoelde het diep, niet deze was de uit
drukking zjjns harten. Daar binnen in zijne
ziel heerschte er volkomen harmonie tusschen
de onderdeelen van het schoone talereel, dat
zijne verbeelding zich schiep. Maar hoe dit
alles weergegeven
Daar kwam op eenmaal een keerpunt in
bijna alle kunsten. Voor velen was dit nood
lottig, in menig opzicht ook voor de schilder
kunst. Doch gelijk het zoo dikwerf geschiedt,
ook hier diende het kwaad om iets goeds te
doen geboren worden, en de Renaissance,
waar tegen wat kunstbevordering aangaat,
zeer veel beschuldigingen met volle recht kun
nen worden ingebracht, kan men de eer niet
weigeren, die zij verdiend heeft, door de door
zichtkunde in de schilderkunst tot eene groote
volmaaktheid op te voeren.
Dit bracht hare strekking niet weinig mede, en
al was die zoo geheel loffelijk niet onder alle
opzichten, toch heeft zjj in dit punt de kunst
„of ter afwering voorhanden zijn, is het
„noodzakelijk de tusschenkomst van den
„Staat in te roepen."
„Wij gelooven niet te veel te zeggen,
indien we beweren, dat zoowel het alge
meen belang, als het bijzonder belang
van den arbeidersstand, het tot stand
komen eener verplichte pensioneering
vordert. Waar moet het heen indien hij
de toenemende werkeloosheid en de dien
tengevolge overvloedige aanbieding van
arbeidskrachten en vermindering van
loonen, de arbeiders nog gedrukt worden
door de zorgen voor hun ouden dag!
Zou reeds dit ééne, als n.l. oude werk
lieden voldoende gepensioneerd waren,
niet aanstonds welvaart verspreiden in
vele arbeidersgezinnen, welke nu, zonder
dat pensioen van een vader of familielid
moeten leven van giften en gaven
Daarbij zou ten voordeele der krachtige
werklieden de arbeidsmarkt verlost wor
den van de talrijke schare oude werk
lieden, die gedwongen zijn nog iets te
verdienen, en het loon voor de anderen
meesterlijk bederven.
Wat verder het algemeen belang be
treft, het kan niemand ontgaan, dat,
waar de welvaart bevorderd wordt van
een# zoo talrijke klasse der maatschappij
als de arbeidersstand is, zulks nood
zakelijk aan het algemeen moet ten
goede komen.
Derhalve gelooven we veilig te kun
nen besluiten, dat verplichte verzeke
ring van oude werklieden met een ge
rust hart van den Staat kan gevraagd
worden, en juichen daarom ten zeerste
de poging toe van het Centraal Bestuur
van den Ned. R. K. Volksbond, om
deze zaak zoo spoedig mogelijk haar
beslag te doen krijgen.
Moge die poging met succes worden
bekroond
Chr. Mas.
niet weinig gehaat. De oude meester streefde
er véor alles naar, om de gedachte, het in
wendige, het bovenzinnelijke, het bovennatuur
lijke in uitwendige vormen zooveel mogelijk
weêr te geven. In tegenoverstelling hiervan
beijverde zich de nieuwe school om het uit
wendige, het zinnelijke, het natuurlijke zoo
nauwkeurig mogelijk te schilderen. De Renais
sance deed de Grieksche knnst herleven en
wat deze zinnelijks bevatte, ademde zij met
volle teugen in. Kon het nu anders of de be
hoefte aan een volkomen bewaren der propor-
tiën van een zelfde vlak en van meerdere vlak
ken onderling moest zich met klemmenden
aandrang doen gevoelen Wet een fra Augelico
minder hinderde, hij die in al zijne kunstwer
ken niets zocht dan de uitdrukking van eene
of andere gedachte, dit werd onuitstaanbaar
voor een Rafael, als hij de zinnelijke natuur
in hare hoogste volkomenheid wilde weer
geven. (o) Aldus voldeed de nieuwe richting
(a) Hiermede wordt geenszins beweerd, dat
Rafael en andere groote meesters der nieuwere
school de gedachte verwaarloosden, evenmin
dat de ouderen de proportiën volkomen ver
smaadden, alleen was de strekking van dezen
om die gedachte uit te drukken meer geeste
lijk, van genen meer stoffelijk, of zoo men wil
meer zinnelijk.
3 Juni '93.
Als een verblijdend teeken voor het
herstel der eenheid in het Duitsche Cen
trum mag worden aangemerkt dat, vol
gens berichten uit Berlijn, Yon Schor-
lemer Alst reeds een weinig van zijn
onberaden stap terugkomt. Hij wil nu
niet meer weten van een „eigen partij"
en doet alsof dit nooit in zijne bedoe
ling had gelegen, niettegenstaande
het toch klaar en duidelijk in zijn voor
immer betreurenswaardig manifest te
lezen heeft gestaan. Hij heeft thans in
den Münsterschen Ameigeronder dag-
teekaning van 27 Mei, een open ver
klaring doen opnemen, waarin hij zich
op de eerste plaats beklaagt over het
opnemen van persoonlijk tegen hem ge
richte hatelijkheden in den IV es tf.
Merk., hoewel dit blad juist tegen eene ont
aarding van den beginselstrijd in perso
nenstrijd gewaarschuwd had. Hij klaagt
o ver een door het Centrum op hem toe
gepast schervengericht, verklaart dat
hij slechts onder den drang van de
opeulijke klachten der landbouwers ge
handeld heeft, en vergelijkt zijn toe
stand met dien van graaf Von Lands-
berg-Steinfurt, die in 1890 ook niet meer
candidaat werd gesteld, omdat hij volgens
zijn geweten afzonderlijk gestemd had
(omdat hij de kiezers grietde door voor
het Septennaat te stemmen). Als de
landbouwers eene betere vertegenwoordi
ging verlangen, dan is dit geenszins in
strijd met het Centrumsprogram. Behalve
in godsdienstig-politieke zaken heeft
iedere Centrumsman vrijheid van stem
men, gelijk de Köln. Volksz. nog onlangs
aan Fusangel moest toegeven. Vaneen
nieuwe partij (zoo besluit Schorlemei)
is in het geheel geen spraak Op per
soonlijk tegen mij gerichten laster ant
woord ik niet; die laat mij even koud
als de vroegere lof. Ik heb gehandeld
naar mijn geweten en 'neb alleen het
goed recht voor oogen. Ja, zegt de
\Vestf. Merk., maar als Schorlemer slechts
voor een groot gedeelte aan de behoeften der
oude schilderschool. Hoe jammer echter is het,
dat haar al te vurig streven om natuurlijk
te zijn, het inwendige, de gedachte op den
achtergrond drong.
De doorzichtkunde bevat in zich twee ge
heel verschillende elementen. Deze moeten beide
vereenigd zijn, willen zij den kunstenaar voor
deel aanbrengen. Een daarvan beweegt zich
op volstrekt wetenschappelijk gebied. Het ander
behoort voorloopig nog tot dat der kunst, in
afwachting dat ook hiervoor de wetenschap
spoedig hechte grondslagen moge hebben ge
legd. Wil de schilder op een doek meerdere
vlakken volgens hunne natuurlijke verhouding
weergeven, dan moet hij, hetzij van nature of
wel door oefeöing of studie meetkundige zyn,
want het is volgens meetkundige bepalingen
dat de afstanden en andere verhoudingen ge
regeld moeten worden. Hier moeten dus we
tenschap en kunst elkander broederlijk de hand
leenen. Naast dit wetenschappelijk element der
doorzichtkunde, dringt zich het andere als van
zelf voor onzen geest op. Dit is een teeken,
dat het, gelijk het eerste, volstrekt onontbeer
lijk is.
(Wordt vervolgd.)