Dagblad voor Schiedam en Omstreken. bureau Jèoog^iraat 317. OP DE HEIDE. 16de Jaarg. Vrijdag 23 Juni 1893. No. 4618. ALGEMEEN OVERZICHT. c Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÈN NIEUWE SCHIEDAM C0URAN1 Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.- - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 22 Juni '93. Een onder alle opzichten warme Kamer zitting was het, welke eergisteren in het palais Bourbon te Parijs werd gehouden. Ee temperatuur en hot onderwerp-zelf, dat eergisteren de Kamer bezig hield, haakten het den afgevaardigden zeer ^&rm. Scherp en strijdlustig als steeds kondigde Millevoye eene interpellatie bij de Kamer aan, waarin hij van de Eegeering wenscht te vernemen, welke houding zij zou aannemen na het laatst gehouden geneeskundig onderzoek, dat de heer Herz in Engeland had onder gaan. Deze interpellatie, die zeker tot veel rumoer zal aanleiding geven is op heden (Donderdag) bepaald. Intusschen behoefden de gegadigden niet op eenige scènes te wachten. Na de aankondiging der interpellatie toch zette de Kamer de behandeling voort van het ontwerp betreffende de gedeeltelijke aftreding van de Kamer. Toen Clémenceau, die zich door de onthullingen van het Eanama-schandaal zoo gecompromit teerd zag en daardoor als politiek Han onmogelijk is geworden, hier °ver het woord nam, werd hij herhaal delijk door de afgevaardigen Dérnulède en Millevoye in de rede gevallen. Uit toepen als: „besmeur de tribune niet langer!" „onmogelijk kerel," „diefjesmaat van Herz„aandeelhouder in een schur- kanmaatschappij enz. werden Clémen ceau toegevoegd. Die harde woorden vvaren natuurlijk oorzaak, dat na afloop der zitting Clémenceau zijne getuigen zond aan Déroulède en Millevoye. Maar zij kwamen terug met de boodschap, dat men niet vocht met iemand als Clé menceau, de „eer" der uitdaging was te groot. Mag men de Cocarde gelooven, dan zou de zitting van 11. Dinsdag de eerste zijn van een gansche reeks van dien aard. Een aantal onthullingen van o. ken jaar was er verloopeu en nog een. Hgnor Nerahi had zjjn orgel reeds sedert ge ruime]} tjjd voltooidmaar de graaf liad zoo veel behag'u in de muzikale geleerdheid van aen Italic u, in de belangwekkende studie van oude paviituren, waarin hij door zijn gast werd ingev. ij.i, dat van geen vertrekken wilde tooien, en Nerani gaf aan deze wenscheu te gewilliger gehoor, omdat hij hier in deze stilte, "ehalve het aanzienlijke honorarium van den graaf, den tijd vond om aan de ontwikkeling z\)ner dochter met onverdeelde krachten te arbeiden. Zoo ging de tjjd voorbij. Sebastiaan was tot ryzigen, krachtigen jongeling opgegroeid Lelia stond op de grenzen der kindsheid, 1 als zij nu met hare groote, wonderbare buitengewone beteekeDis zou aanstaande zijn, en zoowel de pers als de parle mentaire tribune, zouden gebruikt wor den als voertuigen, terwijl het blad zijne mededeeling nog interessanter maakt door de bijvoeging dat de wijze, waarop men zicb in 't bezit heeft ge steld van zekere documenten (verbre king en afsluiting) wel strafbaar is, doch dit alles is geschied in 't belang van 't vaderland. Dat wij inderdaad staan voor eene hervatting der Panama-schan dalen in het Parlement is zeer waar schijnlijk en zal wellicht reeds heden ter gelegenheid van Millevoye's inter pellatie blijken. Indien het gerucht waarheid bevat, zou Déroulède al het mogelijke hebben gedaan, om Millevoye, zijn helper bij Clémenceau's executie, van diens interpellatie te doen afzien, omdat de verwachtingen door het gebeurde op Dinsdag zeer hoog zijn gespannen, en daar niets sensationeels te berde kan worden gebracht, de teleurstelling Cle- menceau ten goede zou komen. De Regeering van haar kant zou ook liefst een nieuwe schandaal-zitting zien ver mijden, doch Millevoye had gisteren aan de op hem uitgeoefende pressie tot intrekking van zijn interpellatie nog niet toegegeven. Hij zal ze dus waar schijnlijk heden in de Kamer houden. In verschillende streken van Spanje blijft het volgens berichten uit Madrid nog steeds zeer onrustig. Er is te Boya (Saragossa) een oproer uitgebro ken tengevolge van de octrooi-regeling. Werklieden vielen het huis van den pachter aan, welke aanval afgeweerd werd door het gebruik van vuurwape nen. De gendarmerie, te hulp geroepen, moest aan dit opslandje een einde maken. Ook de anarchisten zitten niet stil. Dinsdag heeft men een bom tegen het huis van den oud-minister Canovas doen ontploffen, terwijl die niet in zijn woning aanwezig was.De aanslag wordt den anar chisten toegeschreven. Het lijk van een man, gevonden in den tuin van Canovas' oogen opzag naar baren vriend, dan begreep ieder dat de onbewuste, kinderlijke droom thans ver achter hen beiden lag, en dat een warmer morgenrood zijn stralen in deze liefde deed schitteren. Sebastiaan zeide het zelf: „Gij en ik, Lelia, bijeen, laat dan de geheele overige wereld in het niet terugzinken. Maar het kwam andersSiguor Nerani zag eindelijk zjjn werk in Lelia voltooid dank aan haar tact en zijn arbeid en moeite, was het meisje tot een meesterschap ontwikkeld, dat haar in de hoogste sferen der kuntenaars- wereld de meest glansrijke uitkomsten beloofde en verzekerde. Haar vader weerstond ditmaal de wenschen van den graaf, wier vervulling zich niet lan ger liet vereenigen met zijn eigenbelang, en toen Lelia op zekeren avond van eene wande ling thuis kwam, kondigde haar vader, kort en vast, het naderende uur van hun vertrek aan. Zij sloeg hare oogen vol verwondering tot hem op. Dat er een tijd zou kunnen komen zonder Sebastiaan, daaraan te denken had zij nooit gewaagdthans kwam dit keerpunt dichter en dichter, en een namelooze angst maakte zich van hare ziel, van geheel haar wezen, meester. Zie mij niet zoo onnoozel aan riep haar va der ongeduldig. Hebt gij mij niet verstaan Ik zeg u dat wij vertrekken. woning, onmiddellijk na da ontploffing van de bom, is gebleken dat te zijn van een redacteur der Anarchia. De directeur en een lid der redactie van dat blad zijn in hechtenis genomen. Het is aan het licht gekomen, dat er eene samen zwering bestond om ontploffingen te doen plaats hebben te Madrid en in de pro vinciën. De vraag of de toekomstige Rijks dag een meerderheid zal opleveren voor de Legerwet, houdt volgens verschil lende berichten uit Berlijn vele pen nen in beweging. Aan gissingen is geen gebrek en de kansen staan voor de Regeering niet slecht. Tot dusver zijn gekozen 100 voorstanders en 118 tegenstanders der wet. Maar men heeft hierbij in 'toog, dat van de 179 her stemmingen 28 noodzakelijkerwijze ten gunste van het regeeringsontwerp zul len uitvallen en slechts 20 daartegen. De tegenstanders hebben dus op dit oogenblik nog slechts een voorsprong van 10 stemmen, zoodat het geenszins onmogelijk is te achten, dat de voor standers ten slotte toch nog de over winning zullen behalen. Een eigenlijke Ahrfe^-Rijksdag zal echter wel in geen geval worden gekozen. De Kar- teil-partijen: conservatieven, vrij-con- servatieven en nationaal-liberalen, zijn daarvoor nog te zwak. Zij hebben bij eerste stemming niet meer dan 76 zetels veroverd en al komen zij op zeer vele plaatsen in herstemming, een triomf als in 1887 is toch niet waarschijnlijk. Aan de Times wordt uit Belgrado ge meld, dat de aangeplakte koninklijke redevoering, sensatie wekt en irritee rend op de liberalen werkt, wier hoofd orgaan ze heftig critiseert en de liberale partij oproept om zich tegen de radica len te verdedigen, daar op de kroon voor de rechtvaardigheid niet langer is te rekenen. Daarentegen dreigen de radi calen met represailles tegen de libera len zij willen het Kabinet der regen ten wegens hoogverraad aanklagen, En Sebastiaan vroeg zij als in een droom, zonder hare plaats te verlaten. Wat gaat u die boerenjongen aan her nam de oude verachtelijk. Gij moogt niets met hem gemeen hebben, ik heb u tot betere din gen bestemd. Maak het mij niet zoo lastig het is toch al hoog tijd dat gij aan zulk slecht gezelschap vaarwel zegt. En ik zeg u, vader, riep Lelia, ik ga geen stap ver zonder Sebastiaan hij heeft het eerste recht op mij. Zijt gij krankzinnig zottin schreeuwde de oude toornig, welk recht heeft die lummel op u? Hjj bemint mijantwoordde Lelia vast. Ik wijk niet van hem. Zoo spotte de signor, zoo Zie, zie, mijn dochtertje, dat is een aardige historie. Wij zullen zien, wie in staat, zal zijn zijn recht te doen gelden, hjj of ik. Daarbij greep hij haar zoo hevig bij den arm, dat zij met een gil ineenkromphij lette daar niet op, stiet haar ruw in de naburige kamer, die hij een vloek mompelend, achter haar slootLelia bleef alleen in het donker. Zjj vond het koud, ofschoon de zomernacht zoel het open raam binnen waaide. Zjj weende niet, zjj stond heel stil, met gekruiste armen en staarde voor zich uit. Leliariep eene zachte stem, voor het venster. Sebastiaanen in den jubelklank van maar de vervolging der regenten-zelveu, waarvan reeds sprake was, schijnt grond wettelijk onmogelijk. Aan de Standard wordt uit Tiflis ge meld, dat de Russischs regeering den afstand verkreeg van den noodigen Perzischen grond nabij Firoezeh tot stichting van een gezondheidsoord voor de troepen van Askhabad. Perzië zal eene vergoeding in grondgebied verder oostwaarts krijgen. De Standard meldt uit Shanghai dat de Chineesche regeering Hart's voor stellen tot hervorming der keizerlijke posterijen heeft aangenomen. De be staande verdwijnen en worden vervangen door een keizerlijk hoofdpost-departe ment met talrijke door vreemdelingen beheerde bijkantoren. China vraagt het lidmaatschap van den Weltpostverein aan, zoodra het nieuwe posterijen stelsel in werking getreden is. Tumult in de Fransche Kamer. Over de jongste woelige tooneelen in de Fransche Kamer, na een redevoering van minister Dupuy, lezen wij nader in de Fransche bladen: Bijval volgde op de rede van den ministermaar de heer Rivet merkte op, dat de toejuichingen meerendeels van de Rechterzijde gekomen waren da heer Barthou voegde er bij Mijn heer Dupuy, uwe tegenstanders vindt gij onder de republikeinen, en de heer Paul Dérourède riep den minister toeGij wilt het Land verslaven. De heer Clémenceau steeg nu op de tribune. Maar hoe het tooneel te be schrijven, dat nu volgde? De vriend van Cornelius Herz zwijge! Hij heeft niet liet recht te spreken riep Déroulède. Leg uwe rekeningan overschreeuw de Millevoye, Boulangist evenals Dé roulède. Clémenceau trachtte te spreken. IJdel pogenTien minuten lang worstelde hij tegen het helsche rumoer in. dezen naam was al haar leed verzonken en vergeten. Zjj vloog naar hem toe, zij leunde voorover naar buiten, gaf hem beide handen en vroeg snel en teeder, vleiendSebastiaan, nietwaar, wij kunnen nooit scheiden? Hoe komt gij op die gedachte, mjju schat? antwoordde hij kalm, terwijl hij hare verwar de haren van het voorhoofd streek. Nu ver haalde zfj hem wat er geheurd was hij luisterde geduldig'hij vloog niet op, hjj vloekte niet en werd niet boosmaar diep in zijne ziel rijpte het vaste besluit om niet van Lelia af te zien, hoe ook de naam van het offer mock zijn, dat hjj moest brengen, om zijn hemel te ontsluiten. Hebt gij mij lief, Lelia begon hij, nadat zij gesproken had, en hebt gij den moed, om mij te volgen waarheen dan ook Zijt gij niet bang voor armoede, voor ontbering en voor moeilijken arbeid Zjj zag hem aan. Waar ik uw gelaat zie, is het dag, antwoordde zij toen. Uw hart is mijn thuis voor mij is er slechts eene armoe de u te verliezenmijn leven en mijn liefde zij éen, Gfj moogt zoo niet vragen. Hij omhelsde haar en zij klemde zich aan hem vast, gelijk de bloem aan den stam, die sterven moet als menkaar losscheurt. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1