Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
^txxeaix Jöoog^tracit 317.
EERSTE BLAD.
De Gemeente in Nederland.
OP DE HEIDE.
16de Jaarg.
Zaterdag 24 Juni 1893.
No. 4619.
Wegens den Feestdag van
den H. JOANNES DEN DOO
IER, te dezer stede als Zondag
te vieren, zal de Nieuwe Schie-
damsche Courant Zaterdag
avond niet verschijnen.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.—
- 0.05
Het antenrsrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.
II ijfiiiiiiiiiiiiMM'iiiiiiiilii'iniiiiiitiMc.^iii'iirmwiiMiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
Voor ©enigen tijd verscheen van de
tand van den heer mr. J. Sicken ga, lid
Van Gedeputeerde Staten van Friesland,
®en vlugschrift getiteld „de Gemeente
in Nederland". De schrijver die den
nood der Friesche gemeenten van nabij
heeft gezien, wijst in die brochure op
ten treurigen financieelen toestand,
waarin vele gemeenten in Nederland
verkeeren en brengt verder eenige mid
delen tot verbetering ter sprake. Met
vele cijfers toont hij aan, dat sedert
te gemeentewet van 1851 de uitgaven
ter gemeenten buitensporig zijn geste
gen, welke stijging vooral voortvloeide
hit de wetten op het onderwijs en het
armwezen.
Als middel tot verbetering, zegt mr.
J. Sickenga te wenschen, dat het Kijk
te uitgaven voor armenzorg en open
baar lager onderwijs geheel, die voor
gemeentelijk, middelbaar en hooger on
derwijs voor de helft op zich nam.
Voorts o. a. dat alleen de plaatselijke
Wegen, pleinen, vaarten enz. ten laste
Van de gemeente zouden komen. Op
deze wijze zou dan het rijk een last
van 92 millioen overnemen en de pro
vinciën 3 millioen, welke uitgaven hij
zou willen dekken door het rijk te doen
beffen 30 opcenten op de vermogens-
en bedrijfsbelasting en 20 opcenten op
do gi ondbelasting en het personeel, ter
wijl dan de uitkeering van 4/5 van het
Personeel zou vervallen.
5)
Het was het zaligste uur dat zij samen had-
aen beleefd nooit waren zij tot stelliger be-
Wustzjjn gel-omen der waarheid dat zij aan
elhaar, en aan elkaar alleen, toebehoorden. Het
Was het zaligste uur, maar helaas! ook het
laatste.
Signnr Nerani was intusschen naar deu opzich-
J-er gegaan. Het was een vreemde stap, want er
neerschte tussehen die mannen al bijzonder
Weinig overeenstemming. Beiden oefenden, ieder
°P zijne wijze, eene soort van heerschappij
over den graaf uit, en geen van beiden wilde
Ui dien invloed zich laten storen door denan
ker. Daarenboven verachtten zij elkanders
Werk, en het had aan menigvuldige onaange-
aamheden geenszins ontbroken. Heden voor
iet eerst schenen zjj eensgezind zjj gingen
Wij gelooven, dat do heer Sickenga
met het uitgeven dezer brochure een
verdienstelijk werk heeft verricht en
een zeer urgente kwestie ter sprake
gebracht. Meermalen is er reeds op ge
wezen, dat de gemeenten in Nederland
door de huidige wetgeving en het te
genwoordig belastingstelsel ten gronde
worden gericht. De Regeering draagt
de uitvoering en toepassiug van ver
schillende Rijkswetten aan de gemeenten
opdie uitvoering vereischt veelal een
aantal ambtenaren en groote admini
stratieve kosten, welke der gemeenten
een zwaren financieelen last opleggen,
waarvoor zij geen aequivalent vindt in
het aandeel of de verhooging van de
rijksbelastingen, welke haar door de
Regeering worden toegestaan. Deaken
wij hier slechts aan de uitvoering der
wetten op het lager, middelbaar en
hooger onderwijs, de toepassing der ar
menwet en het uitvoeren van de wet
op de gezondheid en de veiligheid in
fabrieken en werkplaatsen. De uitvoe
ring van al deze wetten, in'1, bijzonder
die op het onderwijs, kost der gemeenten
een schat van geld, welke hare draag
kracht in den regel verre te boven gaat.
Het staat dus te voorzien, dat, gaat
men op dezen weg voort, het groote
vraagstuk van den dag in Nederland
zal zijnvoorziening in den financieelen
nood der gemeenten. Immers, het kan
niet uitblijven bij al de bezwarende
uitgaven, waartoe zij door de uitvoering
der rijkswetten gedwongen worden, zul
len de gemeenten weldra in nood ge
raken en het meest rationeele zal zeker
zijn, dat de Staat, die ze tot het doen
van deze uitgaven gedwongen heelt, ze
ook tegemoet komt in den nood, welke
het gevolg van deze uitgaven is. Intus
schen willen wij hopen, dat die voor
ziening in den nood der gemeenten zich
nog lang zal laten wachten, en ons het
onverkwikkelijk schouwspel van een
dreigend gemeente-bankroet zal bespaard
blijven.
wel twintig, wel dertig malen voor het huis
op en neerde Italiaan sprak veel en snel,
met alle leden gebaren makende, de opzichter
daarentegen, met beide handen in de zakken,
gaf zijn toestemming slechts nu en dan door
een hoofdknik of een enkel binnensmonds ge
mompeld woord te kennen. Eindelijk drukten
zij elkander de handen en lachten beiden. Sig-
uor Nerani met zijn heesch, hoonend, onheime-
ljjk gegrinnik, de opzichter met een luiden en
ruwen lach.
Ta, ja, wij zullen er wel een speldje
voorsteken, meende hij, en gij hebt volmaakt
gelijk, hoe eer wij de zaak afdoen, hoe min
der tijd tot verzet zij hebben, hoe minder ge
legenheid om ons het hoofd warm te maken.
Daarom, gelukkige reis, mijnheer de muzi
kant Ik zal die zaak wel in orde brengen
Zoo namen zij afscheid. De opzichter had
eigenlijk niets nieuws van deu signor verno
men ook had hij sedert lang met geheimen
toorn gemerkt hoe de zdken tussehen Lelia en
Sebastiaan stonden, en hij was zeer verheugd
dat door het ontworpen vertrek van den sig
nor bet keerpunt gekomen was, dat aan alles
spoedig een einde zon maken. Wanneer Sebas
tiaan tot hem gekomen was met een krachtige
werkzame boerendochter en haar tot vrouw
lmd begeerd, dan zou hij, niettegenstaande
de jeugd van zijn zoon,de zaak hebben toegestaan.
Ook was daar immers Veronica, de aangeno
men dochter van den opzichter, een stil en
Nu schijnt het echter wel in de bedoe
ling der Regeering te liggen, aan dezen
voor de gemeenten onhoudbaren toestand
een einde te maken. Maar daarbij dringt
zich aanstonds de vraag op, hoe zal
dit geschieden, of door de Regeering
geheel of voor een grooter deel de uit
gaven op zich te doen nemen voor ar
menzorg en onderwijs, welke nu groo-
tendeels door de gemeenten worden ge
dragen, of door der gemeenten een deel van
de rijksbelastingen ter vergoeding voor
hare grootere zorgen af te staan. Veel
zijdig is ook de wensch uitgesproken,
dat een en ander zou gepaard gaan
met eene regeling van het Kiesrecht
voor de Gemeenteraden, en dat de voor
gestelde kiesrechtherziening in dien zin
zou aangevuld worden.
De Regeering komt daartegen op
en zegt in haar memorie van antwoord
o. a., dat de zorg voor een richtig de
gelijk beheer der plaatselijke belangen
daarbij op den voorgrond treedt en dat
de Grondwetgever terecht ingezien heeft,
dat de eischen, welke hierdoor aan het
kiesrecht voor de gemeenteraden ge
steld worden, eene afzonderlijke over
weging en regeling medebrengen. Ook
de Minister meent, dat in de laatste
jaren onnoodig en veelal onbillijke las
ten op de plaatselijke huishouding zijn
gelegd. Om een bewijs te geven, hoe
de Minister over een en ander denkt,
lichten wij het volgende uit de bespro
ken memorie van antwoord
„Zal het beginsel onzer tegenwoordige
gemeentewet, die, behoudens een ver
schil in het getal der Raadsleden en
der wethouders, de bestuursinrichting
van alle gemeenten, van Amsterdam
tot Urk, hoezeer in omvang en gesteld
heid verschillende, heeft gelijk gemaakt,
onveranderd zijn te handhaven Zal
het voorzitterschap van den Gemeente
raad aan het burgemeestersambt ver
bonden blijven? Zal dit laatste zijn
tegenwoordig karakter onveranderd be
houden Zal een afzonderlijk beheer
vlijtig meisje, die sinds hare kindsche jaren
in huis was, en veel van Sebastiaan hield, die
zou den opzichter wtl bevallen hebben, maar
die Zigeunerdeerne met verwende handen, die
geen naald wist te hanteeren en een onniit
handwerk uitoefende neen, die grillen zul
len wij er toch wel uitkrijgen hij den jongen,
dacht de opzichter, en toen Sebastiaan laat
thuis kwam, riep hij hem tot zich.
Zij spraken langen tijd, luid en hevig, met
gesloten deuren, tot elkander. Het moest hun
beiden wel zeer ter harte gaan, wantVeronica,
die vol zorg meer dan eens de deur voorbjjsloop,
om te zien of zjj zich nog niet ter ruste had
den begeven, hoorde den opzichter toornig met
de vuist op de tafel slaan, en hoorde ook de
stem van Sebastiaan, die bevend hevige woor
den sprak, zooals zij nog nimmer van hem had
gehoord.
Na middernacht kwam Sebastiaan naar bui
ten, zoo bleek, dat zelfs zijne lippen kleurloos
schenen.
Gij kunt mjj niet van haar scheiden,
vader, riep hij, ik zal haar volgen, waarbeen
dan ook!
Er zullen nog wel middelen te vinden
zijn, om ongehoorzame knapen van roekelooze
daden af te houden schreeuwde de vader,
terwijl hij toornig de deur dicht wierp en alles stil
werd.
Sebastiaan viel moede en opgewonden te bed,
koortsachtige droomen vervolgden hem, zoodat
der uitgaven voor de plaatselijke huis
houding worden voorgeschreven Deze
en vele andere vragen treden al dade
lijk op den voorgrond en zullen, in den
eenen of anderen zin, eene oplossing
eischen. En dat met do beantwoording
daarvan niet slechts de inrichting der
bestuurscolleges, maar ook de regeling
der kiesbevoegdheden voor de Gemeente
raden samenhangt, kan moeilijk wor
den ontkend. Deze laatste moet daarom,
wil de herziening der gemeentewet te
zijnertijd op juiste en vruchtbare wijze
kunnen geschieden, tot de vaststelling
dezer wet worden uitgesteld en daarin
worden opgenomen."
Het antwoord op al deze vragen is
zeker niet gemakkelijk te geven het
ligt ook niet op onzen weg ons daar
mede in te laten. Maar zeker is 't, dat
eene verandering van de positie der
gemeenten in Nederland dringend noodig
is. Vooreerst denken wij daarbij aan
eene decentralisatie van het gezag,
die de vrijheid der gemeente in het
beheer van haar eigen huishouding meer
zal verzekeren. Maar ten andere hebben
wij daarbij het oog op eene ontheffing
van den last, die der gemeente door
de verplichting tot uitvoering van ver
schillende rijkswetten op de schouders
wordt gelegd. Hoe men de zaak ook
regele, zeker is 't, dat er verandering
komen moet. De gemeente moet nu op
treden in verschillende zaken, die meer
de algemeene dan de plaatselijke be
langen raken, terwijl het rijk zich
wederkeerig bemoeit met verschillende
aangelegenheden, die der gemeente zeer
goed waren toevertrouwd. Aan deze
verwarring van machtsbedeeling moet
een einde komen. Rijk en gemeenten
blijven ieder op hnn eigen terrein, elkan
der aanvullend, helpend en steunend,
maar zoo dat zij vermijden eikaars ge
bied te betredenDan eerst kan een
gezonde toestand geboren worden die
eene afdoende verbetering van de positie
der gemeenten in Nederland belooft.
hij eerst laat insliep. Toen de morgen hem
wekte, ging hij naar het venster. Hjj zag voor
het kasteel, bij den vleugel waar Nerani woon
de, een gepakten wagen stilhouden. De grijze
schemering maakte juist plaats voor den dag
Sebastiaan zag de bekende iustrumentkisten
naar buiten dragen, de paarden waren reeds
voorgespannen. Men wilde hem Lelia ontroo-
ven, in het geheim, vóór hij den tfjd vond haar
te redden. Misschien werd zij ruw behandeld,
met hardheid gedwongen tot deze snelle afreis
alleen hfj was in staat haar te beschermen
hij wilde naar buiten snellen, maar de deur
zijner kamer was op slothij was opgesloten
als een knaap.
Tevergeefs rukte hij aan het slot, tever
geefs trok en rammelde hij er aan, tevergeefs
beproefde, hij de deur in te trappen. Men scheen
er aan den buitenkant iets te hebben voorge-
schoven, want het hout week geen haarbreedte.
Angst, verontwaardiging, toorn kookten in zijn
binnenstemoest hij zich hier als een kind
laten vasthouden, terwijl Lelia zjjne bescher
ming zoo dringend ncodig had, terwijl zij naar
een verre streek hem werd ontvoerd Neen
hier kwam het er op aan, snel een besluit
te nemenhij moest tot haar, langs welken
weg dan ook.
Wordt vervolgd.)