Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Dinsdag 15 Augustus 1893. No. 4661. bureau Jèoog^traat 317. Bedorven Kinderen. De Poolsche Banneling. Wegens den feestdag van 0. L. V. HEMELVAART, zal de Nieuwe Schiedomsche Cou rant Dinsdag-avond niet verschijn en Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN: NIEUWE 8CHIE Voor Schiedam per 3 maanden 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2.— Afzonderlijke Nommers- 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer conrant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. Van 1 6 regels0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke o\ereen- komsten aangegaan IE. (Slot.) Hoeveel kleinen zijn er niet, die van .l°ngs af leeren al hun glorie in vaak Potsierlijke» opschik en hoofdtooisels \6 zoeken, in het volgen eener even üWaze als grillige mode. i,Verwijder van het kind alle aanlei ding tot weekheid. De toegevendheid, liie men voor eenige zonen over heeft °n de vrijheid, die pupillen genieten, ziin noodzakelijke bronnen van bederf. 7 at kan er groeien van een kind, dat zjch nooit iets zag geweigerd, steeds z'jne tranen zag gedroogd door eene teerhartige moeder en dat altijd zijn goed recht tegenover zijne kameraden, zijne heesters zelfs zag gehandhaafd Verwijdert van de kinderen alle vleierij dat zij de waarheid hooren, 1111 en dan vrees en respect leeren ken den, eerbied hebben voor hunne oversten, c'at zij nimmer iets afdwingen door drift: ),Wat gij hun geweigerd hebt toen zij jenden, geeft het hun als zij kalm zijn." (Seneca t. 7 p. 162.) Waarom aandringen op zoo treurige bemerkingen Uit medelijden met de °pvoeders, de onderwijzers der jeugd, "lïl hun te sparen zooveel ondank, aan bunne taak onvermijdelijk. Al deze be merkingen trouwens zijn herinneringen lessen van ondervinding. In de moei- bjke functie der pedagogie is niets smar- Rijker te zien, niets pijnlijker te doen dan bedorven kinderen op te voeden alle zorgen, alle pogingen lijden vaak s°hipbreuk, vooral bij kinderen door Naar liet Frausch van Louis Collas. 20) vj.b>e hoofd, tad van Oost Siberië, met zyn J'entvvintig.inizend inwoners, voor een groot j/'6' afstammelingen van vroegere bannelingen, m ons afl iding geven ra die eindelooze ver- n uig, ecu gevolg van volkomen gemis aan l'Pdijke betrekkingen. Het was dan niet ware verrukking, dat ik van een nnveltop de stad, schitterend verlicht door 0 heldere zon, daar beneden langs de beide ke ®rs van de rivier zag liggende talrijke het veu' de indrukwekkende massa van Paleis des gouverneurs, gaven haar een dat^i Srootsch voorkomen wel begreep ik, he werkelijkheid myn bewondering niet ïe fecbtvaardigen, maar ik zou er althans nu6-11. eu beweging vinden; reeds dit voor- lltz>cht bekoorde my. weekheid verwend dezulken worden schier immer ongeneeslijk bevonden. Kinderen, bedolven door hoogmoed, geven soms jaren lang veel hoofdbreken en zorgen, maar dank de medewerking, de toewijding en de ervaring der mees ters, dank aan dezer degelijke opvoe ding, komt men dit gebrek mettertijd te boven. Zulke kinderen bieden zon dei- twijfel een treurig schouwspel maar een schouwspel minder afschuwwekkend nochtans, dan zij vertoonen, die de weekelijkheid bedierf. De hoogmoed van het kind heeft wegens de onschuld van den jeugdigen leeltijd alle edele en goede hoedanigheden niet diep kunnen bederven. Bij die trotsche naturen blij ven ten minste goede gronden, terwijl bij de weekelijken niets blijft dan be derf, ondeugd, een laag en zianelijk eigenbelang. Dit bederf is in waarheid de verstandelijke, zedelijke en physische verschijning. Het laat niets over dan een poel vol verwijfde lafheid, waar het kwaad de schande, de zedelijke el lende liet ontkie nen van iets goeds be letten: die poel bevat vergiftige vech ten, die een geur van bederf en dood bespreiden. Om de opvoeding van zulk een kind te doen slagen, wordt gevor derd, dat men niet slechts verbeteren, maar de natuur opnieuw doe beginnen wondere onderneming! Zij vraagt tijd, geduld, moed, verstand, die slechts zelden in den noodigen graad zijn ver- eer.igd en die zonder eene buitengewone genade Gods nog onvoldoende zullen zijn. Slechts eene machtige bovennatuur lijke inwerking kan zulk een wonder baren ommekeer teweeg brengen. „Vóór de eerste communie, tegt Monseigneur Dupanloup, hoopte ik, later nooit meer!" Na dit alles kan men licht inzien, wat men van de volgende en dergelijke gezegden te denken liebbe: liet hincl verstaat. Tiet nog niet." „Se jeugd woei eerst uithollen„Se mensch moet door zijn vallen leeren„Gebreken zullen van zelven en met de jaren verdwijnen enz. Dadelijk 'na onze aankomst te Irkoutsk ge leidde men ons, dwars door een nieuwsgierige menigte, naar een kazerneplein, om een mon stering te ondergaan. Een kring van soldaten werd rondom ons opgesteld, alsof in den be- klagenswaardigen toestand, waarin wij ver keerden, tegenstand of ontvluchting te vreezen ware geweestde beteugeling van al die boos doeners kon niet. met te veel plechtigheid ge schieden. In een ijzige koude stonden wij te wachten, tot dat alle formaliteiten, welker ingewikkeldheid een kenmerk is van de Rus sische adm nistratie, vervuld waren. Ik stond te beven van koude, te midden van mijn even eens verstijfde lotgenooten, toen een bejaard man ons naderde; hij werd gevolgd dooreen bediende, die een mand eetwaren droeg, welke hij uitdeelde onder de bannelingen, die in langen tjjd zulk een feest niet hadden bygewoond. Toen hij bij mjj gekomen was, bleef hij staan en keek mij belangstellend aan. Mijnheer, zeide hij, ik ben Pool en ban neling, evenals gij, ik heb hier een handels huis gesticht en voordeelige zaken gedaan, Wat ik vooral op prijs stel in 1 et geluk, dat mijn pogingen bekroonde, is, dat ik mijn for tuin kan gebruiken om mijn landgenooten te hulp te komen. Gy zijt ziek, voegde hij er bij. Ik had inderdaad moeite om mij staande te houdenik was niet wankelmoedig geweest gedurende de beproevingen en vermoeienissen op reismijn lichaam had weerstand geboden Ouders, die hunnen kinderen in de eerste jaren alles veroorloven, ze van alle vermaken als visites, kinderbals, avondpartijen, en hoe de dingen al meer heeten mogen, laten genieten, ze zorge loos en onbeteugeld laten opwassen, laten loopen waar en met wie ze verkie zen, bedenken niet, gelijk Sailer zegta. dat hunne feilen, schoon in den beginne niet onzedelijk, echter gemakkelijk later natuurgewoonte worden, die, bij de ont waking des gewetens, even gemakkelijk overgaat in de gewoonte om tegen de stem des gewetens te handelenb. dat de zwakste trekken in het kinderhart blijvende lijnen worden bij jongeling en manc. dat dezelfde kinderen, die zich nu ongehinderd aan hunne gemoedsge aardheid en hun onverstand overgeven, weldra even vrij hunne toomelooze nei gingen zullen botvieren d. dat door de neigingen des harten de beelden der phantasie en zelfs het lichaam zekere voorbeschiktheid tot zonde verkrijgen, welke de overwinning des gewetens over de sterker geworden begeerlijkheid ten kwade zeer verzwaart. 't Was onder geheel goddelijke inge ving, dat de Wijze Man onder meer deze ernstige woorden neerschreef: „Vlei uwen zoon en hij zal u doen beven; speel met. hem en hij zal u be droeven. „Laat uw zoon niet leven zonder tucht en regel. „Buig zijn hoofd en onderwerp hem in zijne jeugdkastijd hem gestreng terwijl hij nog kind is, opdat hij zich niet 'verzette en u niet meer wille ge hoorzamen en hij niet worde de droef heid uwer ziel". Ten slotte hooren we een eerwaardig geestelijke over dit punt in zijn werk over de opvoeding der kinderen 's Menschen leven moet geregeld zijn zoo is Gods II. Wil, en hiertoe schenkt Hij aan allen genoegzame genade. Het ongeluk echter van vele kinderen is, dat al hunne wenschen en begeerten aan armoede eii ellende van allerlei soort maar na mijn aankomst te Irkoutsk was een soort van ontspanning gevolgdik beefde van de koorts, het bloed vloeide d- or mijn aderen, als brandde het, ik leed onlesckbaren dorst. Myn landgenoot verliet mij, en gedurende enkele oogenblikken zag ik hem sprekende met den vertegenwoordiger van den gouver neur hun op mij gerichte blikken zeiden mij, dat ik het onderwerp van hun gesprek was. Toen hij terugkwam, was hij vergezeld door een militair geneeskundige. Deze onderwierp mij aan een nauwkeurige onderzoek, waarin hij zeide - Mijnheer is gemachtigd u bij zich aan huis te houden tot uw genezing. Hij is ver antwoordelijk voor uhet spreekt van zelf, dat gij zónder toestemming het huis niet ver laat en u altijd moet gereedhouden om op de eerste oproeping te verschijnen. Leunende op den arm van mijn weldoener verwijderde ik mijaan de moeilijkheid, waar mede ik liep, hegreep ik, dat het tijd werd, dat ik het einde van myn reis bereikte. Het huis, evenals de meeste huizen te Irkoutsk van hout gebouwd bewees, den rijkdom van den eigenaarin al zijn bijzonderheden wees het echter op zwaarmoedigheid, de gewone metgezel van den banneling. Ik werd tot tranen toe bewogen door de wijze, waarop ik door mijn landgenoot, zoowel als door zijn vrouw, evenals hij een Poolsche, altijd voldaan worden. En het is bloot toeval dat een mensch, die zich aan de voldoening aan veel behoeften en wen schen gewoon heeft gemaakt, ook niet de grootste laagheden begaat. De ge ringste hartstocht, wordt er altijd aan toegegeven, kan in bepaalde gevallen het werk der opvoeding totaal bederven en tot alle kwaad voeren, en het is zeker, dat onnoodige behoeften en daaruit ge woonlijk voortvloeiende ontevredenheid te voeden, reeds een groote hartstocht is. Wanneer dezulken niet eenmaal hunne ziel verkoopen, zal het alleen wezen, gelijk een groot menschenkenner zegt., omdat zij geen kooper vinden. Bovendien moet de mensch op aarde niet den weg der boetvaardigheid be wandelen en overal een zeker bedwang over zich zeiven uitoefenen Waar vindt men die versterving, diezelfverloochening in de tegenwoordige manier van opvoe den V Waarlijk, wie in eten en drinken, en spreken en hooren, in v reugde en genot, kortom in de zaken die hem be vallen, en die hij gaarne heeft, zich niet menigmaal iets weet te ontzeggen, is niet genoeg te betreuren. Het kwaad heeft toch somwijlen zulk een kracht en macht, dat wie tijdens zijne eerste jaren der jeugd niot is geoefend in de school der zelfverloochening, spoedig bezwijkt en weldra slaaf der zondige gewoonte woidt. Wie zich als kind door zinne- lijken lust e.n afkeer laat geleiden, zal zich als man ook niet weten te behecr- schen. Het is waar, kinderen zijn kin deren en daarom moet men geduld heb ben en soms al eens wat door de vingers zien. Dit zij zoo, maar de toegevend heid zal toch wel hare grenzen hebben, die men niet overschrijden mag, wil men niet, dat die toegevendheid in liefdeloosheid ontaarde. Wanneer ouders en opvoeders niet verstandiger zijn dan de kinderen, en aan dezen alles wat zij willen en zooals zij' het willen, toestaan, zoodra het kind slechts een, droevig gezichtje trekt, werd ontvangenhy alleen, die met geweld aan den vaderlandschen bodem is ontrukt ge worden, kan de groote mate van dankbaar heid begrijpen, waarmede ik plaats nam aan die gastvrije haarstede, een dankbaarheid, die mij bijna de onophoudelijke kwelling van een vijandige bewaking deed vergeten, Die weldaad des hemels was mij echter slechts gegeven, omdat ik er toch niet van kon genieten de ziekte toch, die mij aan mijn legerstede kluisterde, bracht mij aan den rand des grafs ik werd zoo zwak, dat ik nauwe lijks mijn weldoeners kon verstaan, wanneer zij in mijn onmiddellijke nabijheid elkander hun treurige voorspellingen mededeelen. Toen ik, voor het eerst na mijn vertrek uit Warschau, in den spiegel keek, week ik ver schrikt terugik was onherkenbaar, maar ik was gered. Aan mijn sterk gestel had ik het te danken, dat ik weldra de ziekte te boven kwam, en het was niet zonder eeuigen spijt, dat ik mijn krachten voelde terugkeeren, want ik voorzag maar al te goed, dat ik mij weldra zou moeten losrukken van dit voor een ban neling' al te aangenaam verblijf. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1