Dagblad voor Scliiedam en Omstreken.
16de Jaarg.
Dinsdag 10 October 1898.
No. 4708.
bureau hoogstraat 317.
Poolsche Banneling.
Parijsche Kroniek.
Feuilleton.
ALGEMEEN OVERZICHT.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN
4
SIK COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
2.—
- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.
iïilllllllllllllllJIIIlilillllllHi'lllllllllllllllXlllllllllillllU'imilllilllliillHllllltiHIIMlUlïïi
Van 1 6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke oiereen-
komsten aangegaan,
Verdrijving is eene hebbelijkheid
Jf^an niet alleen vele menschen doch
c| de meeste natiën mank gaan. Kan
°Pgewondenheid en geforceerde geest-
waarmede geheel Frankrijk het
j.j^sische eskader zal ontvangen en
eeren overdrijving heeten ;de ovatiën
Ronden door de daar vergaderde jour-
,usten aan een beruchten Franschen
«rijver, die ondei de gasten was, ge-
*a°ht, kan gerust eene bespottelijke
v erdrijving genoemd worden. De eenige
j glaring voor die overdrijving moet
oef Sro°te macht, welke de pers uit-
s ,ent, gezocht worden. Vele dagblad-
riJ vers gelooven zich de voorgangers
(j r geestelijke verlichting en vergeten
aarhij dikwerf de zedelijke verantwoor-
jkheid welke op hun werk rust.
e de diners in het „Crystal Palace"
den lord-mayor werden die onmisbare
e®ren, zooals zij zich-zelven zoo gaarne
moven, onder de vele vleierijen ook,
eenige minder aangename
opgedischt. De lord-mayor,
oprecht katholiek, bracht hem heel
.^dig onder het oog hoe groot de ver-
lfj Woordelijkheid der krantenschrijvers
juist omdat hen niemand ter ver-
In" ^?ording kan roepen. Hij heeft, zeide
R in zekere mate zielzorg op zich
n°men en mag nooit vergeten, dat, kan
J soms wat goed stichten,hij ook dikwerf
Schrikkelijk veel kwaad kan uitrich-
11 W an t hoe groot is het aantal menschen
b die, wat zij buiten hunne zaken
en, liet uitsluitend aan de dagbladen
s danken hebben. De courant is zoo
aan,
et
ge haar er niet uit los kunt scheuren
!e*«kkig
rh
een
j, geweven en één geworden met het
- aeele weefsel van het moderne leven,
ati
de ijn<^en ge ket deedt, zoo sprak laatst
in r Gladstone, dat zoude het weefsel
l^Sden worden vaneen gereten, zoodat
r al zijn eigenschappen verliezen zou.
k °nder van chapitre te veranderen,
n ik hier het nieuwe boek van Leopold
^aar het Franseh van Louis Collas.
67)
hadden ons over dat besluit niet te
gew?ei!' on;'e gevaarlijke onderneming viel
•bend i n den geest van zijn vurig, omlerne-
^ooQf farakter. Volkomen bekend met de ga-
tt)ter vnu de Russische politie, was niemand
spoot tan hij in staat, om haar op een dwaal-
dei brengenhy werkte dan ook met
ig hartstocht van iemand, die zich geluk-
iÜaufev?.elf wraak te kunnen nemen op een
hadden hem heeft doen lijden; aan hem
aan f1wij het te danken, als wij ontsnapten
hitvcw gevaar, dat ons plan reeds voor de
>7, CnDP* \n Anirvn* 11
f Bw. .».c. uy ...y bezoeken.
i,L 8 gaat wensch, zeide hylaat ons
ken" g iü duigen kon doen vallen.
'Fn dagen later kwam hij my b
,-6(i kif 8 gaat wensch, zeide hyiaat ons
opvT1 danken, dat de generaal Nathaline
°'ger van dien braven Apraxin benoemd
Mabilleau,over Victor Hugo, bij Hachette
verschenen, met eenige regelen behande
len. De vereerders van Victor Hugo,
zoo schrijft hij, stelden hem bij zijn
geboorte reeds boven de engelen en bij
zijn dood maar iets lager dan de goden.
In zijne kalme zakelijke critiek stelt
Mabilleau den grooten romanticus niet
op deze overdreven hoogte. Hij noemt
hem eer een Titan dan een god, een
kolossus liever dan een Apollo. Zijn
hoofdkenmerk is niet volmaaktheid doch
alleen een groote persoonlijkheid. Bij
het lezen van vele zijner gedichten kan
het vaak voorkomen dat men niets vindt
dan woorden, woorden, doch voortgaande
sleept hij je eindelijk in den stroom zijner
verzen mede, en men gevoelt zich aan
gedaan en getroffen als na een worste
ling.
Na de begrafenis van Hugo in 1885
is de storm van émotie die bij de gelet
terde wereld woedde, veel bedaard. zyn
groote ijdelheid en onzinnige inbeelding
heeft hij zells niet trachten te verber
gen en aan Amiel het recht gegeven
hem als volgt te teekenen: „Frankrijk
is de wereld, Parijs is Frankrijk, Hugo
is Parijs valt neer, volkeren, en aan
bidt!"
Victor Hugo heeft aan de Fransche
dichtkunst nieuwe kracht gegeven de
versmaten beschaafd en uitgewerkt en
zoo wel in de alexandrijn als in alle
soorten van poezie heeft hij voorbeelden
gesteld. Het is niet moeijelijk veel in
hem bespottelijk te maken, hem de
vastheid en zekerheid der groote mees
ters te ontzeggen, dat woorden hem
beheerschten en hij geen zelfbeperking
had, zoodat alle zijne werken in zeven
deelen zouden kunnen zijn saamgevat
doch hij was ook alleen een gansche
letterkunde in hem was een geest van
een natuurlijk hartstochtelijk voelen,
uitgedrukt in oorspronkelijke taal, zoo
als alleen bij groote mannen voorkomt.
Met al zijn groote gebreken was Hugo
sinds Goethe de eenige Europeesche
is. Die groote man met zijn hoogroode kleur,
zware knevels en dikken nek, is juist de man
dien wij noodig hebbenzijn te groot gevoel
van eigenwaarde verblindt hem, en hals over
kop loopt hij in de eenvoudigstige valstrikken
verbeeld u, dat ik in blakende gunst bij bem sta.
Vertel mij eens dat meesterstuk van
diplomatie.
Het is niet moeielijk geweest, dat verze
ker ik u. Gij weet, dat ik vrij gemakkelijk
een vers maak dat talent is mij al te nood
lottig geweest dan dat ik er trotsch op zou
zyn ik heb eenige verzen tot den generaal
gericht; ik hemelde daarin zijn daden op; ik
had het geluk, een omstandigheid te kennen,
waarin hy bewyzen van grooten moed heeft
gegeven, en daarvan heb ik gebruik gemaakt.
Intusschen was de wierook zoo sterk, dat ik
vreesde dat hij er de lucht niet van zou kun
nen verdragenmaar zjju ijdelheid is niet zoo
kieskeurig. Natuurlijk vond hij, dat ik een
dichter was, en bij heeft my bij zich ontboden.
Na de gebruikelijke plichtplegingen, vroeg hy
my, of ik behoorde tot de beroemde familie
der Platofs op myn bevestigend antwoord
Hoe die groote krygsman
Is myn oom.
Maar hoe komt het
Dat ik luitenant in Siberië ben? Dat is
zeer eenvoudigmen heeft het prestige van de
discipline willen verhoogen, door het feit, dat
de drager van een der luisterrijkste namen
figuur in de letterkunde, uitstekende
boven de hoop, en hoewel er zeker wei
nige of misschien wel geen enkel zijner
tijdgenooten, bij hem kunnen vergeleken
worden, toch is het weder overdrijving
te voorspellen, zooals er enkelen doen,
dat hij van alle eeuwen zijn zal. De
volken uit het westen staan in over
drijving, gelukkig, nog ver ten achter
bij die van het Oosten en ten bewijze
daarvan kan het volgende dienen.
De „Ching-Pao", het oudste dagblad
der wereld, te Peking verschijnende, is
beroemd in het geven van curieuse be
richten en advertentiën. In een der
laatste nummers bieden zes onderwijzers
van 90 en dertien idem van 80-jarigen
leeftijd zich aar. om de jeugd met hunne
rijpe ondervinding ten dienste te staan.
In hetzelfde nummer komt het keizerlijk
decreet voor, waarin de datum waarop
de zomerhoed den winterhoed zal ver
vangen, bepaald wordt. Deze krant is
met zulk een zorg en nauwgezetheid
behandelddat er nooit een enkele druk
fout in voorkomt en daarvoor bestaat
een zeer overwegende rede. De goed
gesalarieerde correctors worden voor
vergissingen of taalfouten welke zij over
het hoofd zien, met den dood gestraft.
Hoe men in het Hemelsche Rijk nog
redacteurs kan vinden, die zich aan
zulk een dood gevaarlijk vak wagen, is
voor ons, niet-Chineezen, zeker onver
klaarbaar, en dit nuttige geslacht liep
hier, onder zulke barbaarsche wetten,
veel kans spoedig geheel te zijn uitge
roeid.
Fidelius.
Parijs, 23 Sept.6 Oct. 1893.
9 October '93.
Blijkens berichten uit Berlgn heeft
Bismark's vei trek uit Kissingen met het
gewone vertoon plaats gehad. Al wat
nog aan vreemdelingen in Kissingen ver
toeft, kwam op het perron, waarbij
van geheel Rusland, hier een eenvoudige be
trekking bekleedde buitendien heeft myn oom
opgedragen aan hooger hand verslag uit te
brengen over den toesaand van deze kolonie
id heb daarin smaak gekregenik vrees ech
ter, dat ik niet lang meer zal hier blijven
het schijnt dat de Minister mij wil terugroepen.
Deze brntale leugens vielen op goeden bo
dem. De generaal wenschte mij geluk met
mijn zelfverloocheningik bemerkte weldra,
dat ik in zyn oogen iemand was die moest
worden ontzien en wiens invloed hem zeer
nuttig kon zijn. Zyn stem klonk vleiend hy
bood mij zijn diensten aan en verzocht mij
hem mijn opmerkingen over den toestand van
het land mede te deelen.
Den volgenden morgen nam hymede op
jacht en nu voltooide ik de overwinningik
ben een goed schutter en ken de plaatsen,
waar het meeste wild isverder had ik in
zijn oog nog een verdienste, die hij zeer op
prys stelt. Hy is een van de grootste drinkers
die ik ooit in Rusland, dat in dit opzicht zoo
rijk is, ontmoet heb, en ik, och, ,ik drink zoo
noodig als een
Zegt het maarals een Pool
Werkelyk, dat wilde ik zeggenmen
beweert dat de spreekwoorden der volken
wijsheid zyn ik laat die dwaasheid voor het
geen zy is.
Maar dat is niet allesde by Kolêief ge
vonden papieren, waarvan gy my mededeeling
nog kwamen de inwoners der bad
plaats. Kort vóór het vertrek van
den trein kwam Bismarck met dr. Schwe-
niger in een rijtuig aan het station en
beklom daarop de trappen naar het per
ron, door zijnen lijfarts, slechts lich
telijk ondersteund. Bismark droeg dit
maal geen bril. Zijn aangezicht was
misschien een weinig magerder en meer
gerimpeld geworden en zijn gang een
weinig zwakker, zooals dat bij herstel
lenden natuurlijk is, maar overigens
is er niet de minste verandering merk
baar. De prins ging door de hochf roe
pende menigte heen, zonder onder
steund te worden, tot aan den sa
lonwagen. In den wagen namen voorts
plaats prinses Bismarck en dr. Schwe-
niger. Chrysander en twee bedienden
volgden. Bismarck nam terstond op een
leuningstoel plaats, maar stond op, daar
op het perron aanhoudend de kreet„tot
wederzienszich liet hooren en kwam
aan het geopende venster, waar hij
lachend en knikkend aan zyn hoed trok
en tot aan het vertrek van den trein
bleef. De prins zeide tot zijne omge
geving, dat hij dezen winter Fredrichs-
ruh niet dacht te verlaten.
De Spaansche minister van buitenland-
sche zaken, Armyo, had Vrijdag naar
aanleiding van het gebeurde te Melila
een conferentie met de gezanten der
mogendheden en onderhield zich vooral
geruimen tijd met den gezant van Frank
rijk Roustan. Men verwacht, dat het
Spaansche eskader de volgende week
naar Algesiras zal vertrekken met sup
pletietroepen een logger met wapenen
was reeds naar Marokko vooruitgezon
den, maar is in de straat van Gibraltar
buitgemaaktOverigens heet het, dat
de aanvallen op het fort van Melila
geen goedkeuring vinden bij de overige
Moorsche stammen evenmin Is bij de
regeering van den Sultan. Aanleiding
tot den aanval der Kabylen was, gelijk
thans blijkt, dat de Spanjaarden de ver
dedigingswerken van hun vesting Melila
hebt gedaan, hebben my in staat gesteld hem ont
hullingen te doen, die hem een hoog denkbeeld
van myn scherpzinnigheid hebben gegeven.
Ik ben zyn raadsman, zijn secretaris geworden
ik kan hem alles laten doen wat ik verkies;
als ik hem maar doe gelooven, dat hy zyn
eigen denkbeelden volgt. Zoo heb hem over
gehaald om den chef van de douanen en dien
van de politie, wier tegenwoordigheid ons
zeer zou kunnen hinderen, met verschillende
opdrachten van hier ts zenden. Ik hoop den
tyd, die nog overblyft, niet minder nuttig te be
steden. Vergeet de levensmiddelen, wapenen,
munitiën en paarden niet.
In alles is voorzien.
Vaarwel dan, ik ga naar den generaal.
Bramil voerde het bevel over den wacht
post bij de woning van den generaal. De
mannen onder zyn bevelen, lagen met uit
zondering van de schildwacht, allen op ban
ken in een klein vertrek, dat met een dikken
rook gevuld was. Platof wisselde enkele woor
den met Bramil, die op het plein heen en
weer liep en trad toen de woning van den
generaal binnen.
Deze ontving den jongen officier met har
telijke voorkomendheid.
Komaan, myn vriend, zeide hy, wat is er
voor nieuws?
(Wordt vervolgd.)