Nieuwe Schied. Courant TWEEDE BLAD ALGEMEEN OVERZICHT. Vervolg Binnenland. VAN DE van ZONDAG 10 DECEMBER. 9 December '93, De ministerieels crisis in Italië heeft n de laatste dagen een zeer bedenkelijk karakter verkregen. Na reeds een ka binet gevoimd t# hebben, beeft de heer Zanardelli plotseling d# hem opgedragen taak neergelegd en voorgoed de opdracht tot het vormen van een ministerie op gegeven. De beweegreden tot dit onver wachte besluit is niet bekend, althans de telegraaf maakt er geen melding van. Alleen wordt bericht, dat Zanar delli den Koning in herinnering had gebracht, dat als Z. M. van oordeel Hiocht zijn, dat hij, Zanardelli, niet volkomen beantwoord had. aan het in hem gesteld vertrouwen, de Koning volgens de Grondwet het volle recht had een andfr met de opdracht te be lasten. Het antwoord van den Koning is niet officieel bekend, maar volgens gerucht is de combinatie Zanardelli niet door hem aanvaard «n zulks te minder, daar Baratisri, Marzano en Rac- cliia toch eigenlijk slechts tegen hun 'zin, d. i. op koninklijk bevel »r deel van uitmaakten. Zanardelli heeft dus afgedaan en er zal een nieuwe kabi- fietsformeerder optreden, maar me? Yolgens sommigen zal Turini nog ••n poging, maar volgens anderen zal de Koning beproeven een extra parle mentair ministerie te vormen uit mannen, hie niet hot vertrouwen van deze of gene partij maar dat des lands bezitten. Ook h* naam van Crispi wordt weder genoemd, maar het zou toch al te dwaas zijn, als deze beruchts kerkvervolgcr we der eerste dienaar der kroon werd. Vol gens den Romeinschen correspondent der ïnAep. beige zou koning Humbert het tob- hen moede worden en er ernstig aan den ken ten behoeve van zijn zoon, prins Victor Emmanuel, afstand te doen van den troon. Volgens berichten uit Pesth heeft het Hongaarsche Episcopaat Maandag ten huize van den primaat aldaar nogmaals eene vergadering gehouden om hat ont- ^erp-mandement te bespreken, dat door kardinaal Slauch en de bisschoppen Hornig en Steiner in zake de dreigende invoering der wet op het burgerlijk huwelijk was opgesteld. Volgens het Weener Taterland werd na langdurige discussie besloten, het omvangrijk ont ^verp te verveelvoudigan, opdat ieder der Prelaten een exemplaar zou hebben °m hst te bestudeeren. Jl. Donderdag Werd een nieuwe vergadering gehouden °m de redactie van het stuk definitief vast te stellen. Omtrent het conflict tusschen Pruissn ®n Wurtemberg verneemt men uit Stuttgart nog, dat het ook met da nieuwe wijnbelasting in verband staat. De W"urtemburgscho minister-president Von Mittnacht zou namelijk in den Bonds raad gezegd hebben, dat hierin een con tractbreuk ligt, welke aan deDuitsche eenheid geen goed zou doen. De Keizer moet over die woorden zeer verstoord ZlJn geweest en dit zou de aanleiding geweest zijn van Mosers vertrek uit Berlijn, hoewel het blad zelf gelooft, dat de wijze waarop Wurtemberg zich aan de groote manoeuvres onttrok, toch het meeste gewicht in de schaal heeft gelegd, „wijl dit aan de Rijks- regeering zeer onaangenaam is geweest." Het is dus reads zoover gekomen, tat de Bondsstaten niets mogen doen Wat de Rijksregeering onaangenaam is De rankf. Ztg. meent dat het 'tbest zal wuzen, dat Wurtemberg maar in het geheel geen nieuv.en gezant te Ber lin benoemt, evenmin als bijv. in Rus and. He Gtrmania geeft harerzijds en raad, Von Moser tot minister van oinnenlandsche zaken te benoemen in de plaat» van Von Sohmid, die juist •verleden is,,, De politie-ambtenaren, die onlangs door de Fransche regeering naar Berlijn gezonden werden, om een onder zoek in te stellen naar de zaak van de helsche machines, die aan keizer Wilhelm en den rijkskanselier uit Or leans gezonden zijn, zetten hunne na sporingen voort tot nog toe is niet uit gelekt, of zij met succes bekroond zijn. Met h#t oog op de ontdekking van me deplichtigen, als die er zijn, hebben de ambtenaren de stadswijk bezocht, waar de meeste Berlijnsche anarchisten wonen. Zij warden daarbij vergezeld door eenige leden van de B-rlijnsche politie, wier kennis van het district hun van veel waarde is. De Zwitsersehe Bondsraad heeft aan de nationale vergadering te Bern voor gesteld 10 millioen gulden te kenen voor loopende uitgaven, vooral vooreen mogelijke betaling aan particulieren van de waarde der Italiaansche pasmunt. De wet betrekkelijk de verdediging van den St. Gottbard werd met alge- meene stemmen aangenomen. Door het hoofd van het departement van finan ciën werd verklaard, dat de financieelë toestand van de republiek niet schitte rend is, maar geen ongerustheid in boezemt. Naar men uit Petersburg bericht, stemde de minister van financiën er in toe, dat de aandeelhouders van den Rus- sischen grooten spoorweg als vergoeding bij de overdracht van den Staat per aandeel van 125 goudroebel nominaal elk 187V2 goudroebel 4 percents be lasting vrijen schuldbrief, alsmede 5 credietroebel baar bekomen. Bij eerste lezing is in het Lagerhuis te Londen de wet aangenomen, waarbij de regeering gemachtigd wordt om eene leening van 10 millioen voor Indië te sluiten. George Russell toonde aan, dat het voorstel noodzakelijk was tengevolge van het verlies, geleden door de ver min during van den verkoop van gouver nementswissels op Indië, wegens de slui ting der munt in Indië, die onvermijdelijk vermindering van den handel tengevolge moest hebben. Het verlies bedraagt reeds 5.400.000 pd. st. en zal tot April nog 5 a 6 millioen bedragen. Volgens berichten uit Washington zou het regeuringsbeleid van president Cle veland ten opzichte der Hawaï eilanden strekkende om het gezag der verdreven Koningin te herstellen, mislukt zijn, daar de Koningin geweigerd heeft de verlangde toezeggingen te doen. Aan de Times wordt uit Rio de Ja neiro bericht, dat De Mcllo zich naar Desterro heeft hegeven om er troe pen af te halen. De staat van beleg wordt te Rio de Janeiro gestadig ver lengd. Men meldt uit Rio Grande do Sul, dat de opstandelingen, die de baai aan- vi lun. werden teruggeworpen. Te Wierum na de zeeramp. 6 December. Wierum, een vis«chersdorpje met bijna duizend zielen in de Friesche gemeente Westdongeradeel, is in diepe rouwe. Men weet. ongeveer door welke ramp het ge troffen is. De Donderdag-nacht uitgezeilde visschersvloot, bestaande uit 16 aken, kreeg reeds Vrijdag-ochtend te 6 uur, toen zij met de eerste goede vangst in dit jaar uit de Noordzee huiswaarts wilde kseren, met een storm te kampen. Tegen elf uur werd het een sneeuwstorm, die den visschers belette het smalle Wierumergat te vinden, en tusschen twee en drie uur deed de booze, kokende zee vier schepen, met 22 koppen bemand, vergaan. Boven den stormwind uit boor den de andere zeelieden bet hulpgeroep van de drenkelingen, doch aan redden viel niet te denken; alle krachten wer den gevraagd voor het behoud van eigen leven. Men hoopte nog het Amelander gat te kunnen bezeilen, wat inderdaad aan twee aken gelukte. Toen dit voor da andere onmogelijk bleek, grepen zij het uiterste noodmiddel des zeemans aan de vaartuigen werden aan het strand met zijn geweldige branding en kerk- hooge baren overgeleverd. Men sprong in zee en wadende, sommigen tot den hals in het water, en twee ouden van dagen getrokken aan een touw, gelukte bet hun het Amelandsche Duin te bereiken. De bemanning van één aak werd dooi' de Amelandsche reddingboot aan wal gebracht. In het geheel werden negen vaartuigen op het strand gezet. Eén aak, die eerder dan de andere was ge wend, slaagde erin over het Bornrif te zeilen, koos volle zee en vond daar betrekkelijk goed weder, zoodat zij met weinig averij Zaterdag alhier is binnen- geloope». De gestrande'schepen konden, daar ue vloed afliep, niet meer over bet rif komen. De 22 verongelukte visschers, die 13 weduwen en 29 kinderen, van welk de oudste 15 jaar, nalaten, behoorden tot de kloekste zeelieden van het dorp. Ook de 81-jarige H. Prins, een kras, ver standig en opgeruimd man, die aller raadsman was en stilzwijgend als hoofd van de vloot werd erkend, vond zijn dood in de golven, 's Zomers bleef hij een enkele maal wel eens een reis thuis, maar als de herfstwinden kwamen, had ieder hem nog gaarne mede nnar zee, en had de oude man aan wal ook geen duur. In- den storm heeft hij-zelf nog het roer gehanteerd, en dat. trots dit feit het schip van „pake" (grootvader) is vergaan, strekt allen bewoners van het dorp tot bewijs, dat allerminst gebrek aan zeemanskunst een oorzaak van deze treurige gebeurtenis kan zijn. De aak van Prins was verder bemand met een zoon, twee kleinzoons, een neef en een achterneef van den grijsaard. Ook een van de andere verongelukte aken waren drie broers, allen gehuwd. Dinsdag-avond, toen overal elders de goede Sint onder blijde mensclienkinderen rondreed, hoe somber en kil was het toen in dit zwaar geteisterde visschers- dorp, waar schier ieder een familielid te betreuren heeft en waar zooals een klein meisje, een allerliefst vlas kopje, blijkbaar uit den mond der móeder, mij zeide, Sinterklaas dit jaar alleen maar zwarte kleedjes bracht. Geen vreugdetoontje klonk er; men hoorde alleen het eentonig geklots der wreede zee. Vanochtend bezocht ik enkele vis- sckerswoningeh, allen zindelijk als de brand. Mij met de treurenden onder houdende in de taal der pro vincie, werd ik niet als vreemdeling beschouwd, en vertelde meu mij onbevangen van de ramp en hun diep leed. Roerend, dooi de ziel snijdend was het, de oude weduwe Kamma te hooren over baar twee ver- verongelukte zoons, oppassende jonge mannen van 28 en 29 jaar, die kerels als boomen en haar kostwinners waren. „Och, och, als ze Zondags naar kerk gingen, waren het schilderijen vpor mijn oogen, en nu zie ik ze nooit weer het goed kar, terugkomen, maar het bloed niet." Het gerimpelde moedertje hoopt innig, dat de lijken nog gevonden zul len worden; dan zou zij hare jongens nog dicht bij zich hebben op het kerkhof, en anders zal zij hen altijd weer in de bolderende zee moeten denken. Schreiende en licht het hoofd schud dend, wees zij naar den'wand, waar een bewijs hing van betoonde mensch- lievendheid, moed, volharding en zelfop offering. Aan haar man werd daarin 's Konings goedkeuring en tevredenheid betuigd wegens de redding der schip breukelingen van het in den nacht van 24 op 25 Dec. 1877 bij Wierum ge strande schip Paulinevan Bremerhaven, „Och God,'waarom hebben ze mijn jongens ook niet kunnen redden!" Ook in de andere huisgezinnen een even troosteloos, somber klagen. Bij de weduwe Heemstra, die haren man en twee schoonzoons yerloren heeft, hoorde ik van de vrouwen: „Och, waren zij maar op bed gestorven en hadden' wij ze nog kunnen oppassen Een jonge weduwe, aan wie Zaterdag, toen, het bekend was welke schepen waren omgeslagen, een oude medelijdende zeerob nog van wonderbare reddingen moet hebben verteld, kon nog heden niet nalaten, een enkele maal bij .den zeedijk op te klauteren, om minuten lang te turen over het grijze Wad... Toen vanochtend twee vaartuigen, die naar de wrakken en de gestrande sche pen waren geweest, op de reede aan kwamen, was bijna ieder weer bij de palen. De tijding, die men vernam, was niet bemoedigend, de wrakken waren zeker geheel verloren, en van de aken op bet Amelandsche strand zou ook wel zeer weinig terechtkomen. Een paar ervan waren reeds bijna geheel in liet zand gezakt, en een nieuwe aak, die van boven vrij ongeschonden was ge bleven, was evenals alle andere beneden keelemaal stukgeslagen. Want en tuig voor zoover zij niet in den storm zijn verdwenen, zijn dooi den Amelandschen strandmeester geborgen. Van de vier verongelukte schepen behoorde één aan een reeder te Dokkum; de andere drie waren het eigendom van devisschersfamilies. De drie overgebleven aken zijn van nacht weer ter visscherij uitgezeild. liet trof mij, hoe ik bij deze eenvou dige bevolking, dooreen gen omen straat arm, steeds den zielmensch en betrek kelijk weinig den materieelen mensch boorde klagen. En toch, nijpende armoede staat op den dorpel van hun deur. In de laatste drie jaren is de vangst (zij visschen schelvisch en in den zomer ook wel rog) uit er 31 schraal geweest een huisgezin, dat per jaar f200 a f 300 verdiende, achtte zich heel geluk kig. Vroeger, toen in het noorden van Friesland de vlasbouw nog bloeide en het braken soms meerhanden vroeg dan beschikbaar waren, was het zoo erg niet, als er eens een slecht visch- jaar kwam. De stoere visschers konden braken als de besten, al toonden zij, kinderen der zee, geboren met den trek naar zee, vaak liever met geringer ver dienste op zee te zwalken dan in het braakhok te staan. Nu echter moetalles van de visscherij komen. In de eerste behoeften wordt door de gemeente voorzien, maar voordat alle weduwen en weezen goed zullen zijn verzorgd, en de vrouwen, gelaarsd en m pijen broek, weer het Wad op zullen gaan, om aas (zeeworven) te zoeken voor de voltallige vloot, zal een mooi ka pitaaltje bijeengebracht moeten worden. Het liefdadige vaderland zij Wierum met warmte aanbevolen. (V. liott. Cl.) Men schrijft ons uit Leeuwarden Toen tengevolge van den sneeuwstorm van Vrijdag, de straten Zaterdagmorgen vol sneeuw lagen, zette het gemeente bestuur een groot aantal werkloozen aan bet opruimen, zoodat 's namiddags om vijf uur althans de hoofdstraten, de drukste verkeerswegen en de Singels om de stad vrij goed begaanbaar waren. Helaas, als andere jaren, deed zich weer het verschijnsel voor, dat een zeer belangrijk deel van het verdiende geld niet kwam ten goede der vrouwen eti kinderen van de „sneeuwscheppers", maar dat de kroeghouder daarmee ging strijken. De arbeiderskroegen vierden Zaterdagavond feest, 'tWas of de lui bevreesd waren, dat. Leeuwarden zijn roem, van jaarlijks 17 a 18 L. gedistilleerd per hoofd te ge bruiken, over '93 niet zou handhaven, dat de één millioen gulden aan jenever per jaar weggegooid niet vol zou komen, zóó dronk men. Het is inderdaad erger lijk, de diepste armoede zoo vaak met drankzucht en de gevolgen van dien gepaard te zien gaan. „Nu eet menig gezin morgen toch weer eens wat beter", hoorde ik Zaterdag zeggen. Ik yrees, dat dat menig in enkele zal moeten wor den veranderd. Nu wordt in een ingezonden stuk in de L. Ct. aangeraden, het loon bij d. g. gelegenheden in het vervolg uit te kee- ren in bons voor eetwaren enz. Het ware te wenschen, dat deze maat regel zou helpen. Maar Het gebeurde meermalen, dat uitgedeelde eetwaren werden verkocht, om jenevercenten te krijgen. Dat gevaar blijft bestaan, als men bons geeft. In elk geval, hij verdient een „hemel," die een middel weet te vindeti, óm aan liet drinken zooal geen einde, dan toch eenige paal en perk te stellen. Dv. N.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 5