Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
J'tie jaanr.
iflaanda# 1 Januari 1894.
bureau otevztraat 39.
Moord in het rosch.
INO. 4//».
I Feuilleton.
IIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
franco per post door geheel Nederland 2.
Afzonderlijke Nommers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
nmim.
if
tonde
Nieuw jaar, een nieuwe tijdkring ligt
voor ons open. Voorbij gesneld is
jaar met al zijn lief en leed, met
1- Veugdevolle oogenblikken, maar ook
y*i kommervolle dagen. En al wer-
WlJ nog een vluchtigen blik op het ver
jaar, het houdt ons toch niet meer
^iden
ig. a n
^"er oogen zijn gericht op dejong-
"ei die ons met den blijden lach der
r i tegemoet treedt en onze hope is
e toekomst. De hoop dat het nieuwe
bp°"s za' brengen wat het oude oris deed
'en, vervult aller hart en met rr.oed
ertrouwen gaan wij de nieuwe aera in,
r^ari deze dag oris de eerstelinge biedt.
c e" gebruikelijken heilgroet op de lip-
'reden familieleden en vrienden elkan-
'egemoet. En waar de heilwensch voor
hieuwe jaar wordt uitgesproken, is hij
^Uitdrukking van de blijde hoop die in
s harten leeft, dat de nieuwe tijdkring
ander alle opzichten ten heil en zegen
/Hlti.
OqW
j. Wij Stemmen in met het koor der
'Uschenden, en uit de volheid des har-
^enschen wij orizen lezers een heilvol
I uklqg Nieuwjaar! Zij immers heb-
le" fierst recht op onze heilwenschen.
^.fheele jaar gaan wij als vertrouwde
H (.'u m6t elkander om. Wij volgen
if -aarde gebeurtenissen van den dag;
;t''ten die eene algemeene wereldbetee-
(i k hebben of die waarin wij als burgers
et eene Vaderland of bewoners van
•j f,e stad het meest belangstellen. Wij
1 1 ils 't ware voor elkander. Is het dan
hi,ijk, dat wij in den morgen van den
hfyarsdag de eerste heilgroeten met
wisselen, dat wij als een nieuw ver-
va i vriendschap sluiten voor het jaar
1 5 .eden ingaan
ii er niet omgegaan, sedert wij het
Naar het Fransch van
Raoul de Navery.
laatst den gebruikelijken heilgroet met orize
getrouwe lezers wisseldenHoevelen die
nog het vorig jaar met alle opgewektheid
den nieuwen tijdkring intraden, hebben het
einde van liet jaar 1893 niet mogen zien
Hoevele achtenswaardige burgers heeft de
stad onzer inwoning moeten missenbur
gers die, hetzij in hoogen stand of in be
scheiden positie geplaatst, naar hun best
vermogen tot haar welzijn hebben mede
gewerkt! Hoe ondervond ook onze gemeente
niet de wisselvalligheid van het lot, en zag
zij, eens als een der welvarendste gemeen
ten van ons land geprezen, hare aloude
industrie nog steeds lijden onder de voort
during van de malaise, die reeds zoo vele
jaren handel en nijverheid met verlamming
slaatOok de toestand van ons Vaderland
gaf zeker in den loop van 1893 geen stof
tot overvloedige tevredenheid. Zien wij
aan de eene zijde landbouw en nijverheid
nog steeds verkwijnen onder de onvermij
delijke gevolgen onzer vreemdsoortige han
delspolitiek, van den anderen kant wekt
het steeds voortwoekerend onkruid der onte
vredenheid, dat ons in de revolutionaire
woelingen onzer dagen zijne wrange vruch
ten biedt, reden tot ernstige bezorgdheid.
Niet minder geeft de toestand van ons
werelddeel veel te denken en vervult ons
met angst en zorg voor de toekomst. Europa
tot aan de tanden gewapend, met den voet
bij het geweer, doet ons vreezen, dai het
tot waanzin gedreven militairisme leiden
zal tot eene uitbarsting die vreeselijk zal
zijn in hare gevolgen. Naast de uitspat
tingen van het militairisme zijn het vooral
de aanslagen der anarchisten, die schrik
en beroering brengen in onze Europeesehe
maatschappij. De gedachte dat zij zich
niet veilig bevindt, zelfs onder de hoede
der duizenden bajonetten, die heeten haar
te beschermen, is zeker wel in staat haar
met zorg voor de toekomst te vervullen.
Voegt daarbij het steeds voortwoekerend
ongeloof en zedebederf in eene maatschappij,
3 e'en hoógen schoorsteenmantel waren
gezeten. Op de werktafel die
Weidde lag allerlei gereedschap ver-
naast ruw gesneden houten voorwer-
fschoon men zich reeds in de tweede
r Van April bevond, was de avond nog
en wierpen de arbeiders van tijd tot
iet6r"§e spaanders en takken dood hout
t^. ^uiir. Zij zetten zwijgend hunne taak
cle oudste van beiden legde de laatste
t, aan »en paar klompen, ter wij de jonge
^ebrabtsken sneed in een zoutbak, met
fier°ren smaak de v°gels en de bloemen
Ootbisch naamcijfer dooreen stren-
fl«e oogenblikken ontzonk het mes
handen van den jongeling, en tuurde
°r zich uit zonder iets te zien, als
ir roode asch en het vlammende
hout een visioen te ontdekken dat hem steeds
voor oogen zweefde. Als de grijsaard hem
aldus in. gepeins verzonken zag, schudde hij
ontmoedigd het hoofd ten slotte, niet langer
bij machte het stilzwijgen te bewaren, liet
bij den half voltooiden klomp op de werk-
plank rusten en vroeg
«Marcel, zult gij mij dan nooit het geheim
van uw leed toevertrouwen V'
«Vader," antwoordde de jonge man, op
eerbiedigen en droefgeestigen toon «mijne
droomerijen zijn zonder belang voor u. Van
mijne kindsheid at ben ik immers in mij-zelf
gekeerd geweest."
«Ja, ik weet dat gij nooit eenigen smaak
aan den dag hebt gelegd voor luidruchtige
vermaken of de feesten der streek maar
vroeger scheen het u toch geen schrik in
te boezemen met uw vader te spreken."
«Verbeeldt gij u dat...." riep Marcel uit.
«Welnuhernam Claudius Trézek, «zweer
mij dat gij mij geen geheim verbergt."
«Ik kan dien eed met afleggen," klonk
het antwoord.
«Dat zegt mij genoeg, Marcel, gij wilt u
wel achter een onwaarheid verschuilen,
maar gij weigert ten minste meineedig te
word i,"
waar de hebzucht en het zingenot ten troon
zijn verheven, dan is het zeker niet te ver
wonderen, dat velen zich ernstig afvragen
waar gaan wij heen
Maar naast dit alles dat ons met vrees
voor de toekomst vervult, en in staat zou
zijn ons den jmoed te benemen, is er ook
veel, dat ons bemoedigt en ons voor wan
hoop behoedt. Het jaar 1893 was een
jubeljaar. De groote Vredevorst, die op de
Zeven Heuvelen troont, vierde den vijftigsten
verjaardag Zijner bisschoppelijke wijding.
Het is waarhij is van alle uitwendige
macht beroofd. Zijne Staten zijn hem ont
nomen en hem' bleef slechts het Vaticaan-
sclie paleis met een tuin, waarin hij als in
een laatste wijkplaats slechts eenige wei
nige getrouwen ter zijner beschikking heeft.
Maar even als het Goddelijk Kind van
Bethlehem, dat daar machteloos neerlag in
Zijne Kribbe de huldebewijzen ontving van
de grooten der aarde, de offergaven van de
Koningen, de Wijzen uit het Oosten, zoo
ook ontving de Verheven Gevangene van
het Vaticaan de eerbewijzen en geschenken
der gansche wereld, en bracht men hulde
aan Zijn verheven genie en edelen men-
schemr.in. Uit alle luchtstreken der aarde
kwamen geloovigen en ongeloovigen toege
sneld, en brachten mèt de betuigingen van
hunne hulde, hunne offergaven aan de voe
ten van Christus' Stedehouder. Op het
woord en het voorbeeld van onzen grooten
Paus Leo wijden zich tal van mannen en
vrouwen in de hoogere en lagere kringen
der maatschappij aan de oplossing der
groote kwestiën die onzen tijd beroeren,
aan de heeling der wonden, die der kranke
maatschappij van alle kanten zijn geslagen.
En waar wij een oogen blik vreezen, dat de
wereld in den nacht der boosheid zal ver
gaan, daar zien wij weer telkens de lich
tende sterre der deugd aan den donkeren
hemel schitteren
Dat zijn verschijnselen die ons moed
geven voor de toekomst, Hoe ziek en zwak
onze hedendaagsche maatschappij ook is,
wij weten dat de groote Schepper van het
heelal de menschen en volkeren niet onge
neeslijk heeft gemaakt. Waar de nood het
grootst is, is veelal Zijne hulp net meest
nabij, en Hij geeft ons in Zijne oneindige
goedheid het geneesmiddel voor onze indi-
vidueele en maatschappelijke kwalen. Met
die wetenschap gaan wij met blijden moed
en versterkt vertrouwen de toekomst tege
moet. Wat die toekomst ons ook brengen
moge, wij weten, dat er ons niets zal over
komen zonder Gods H. Wil. En de berus
ting in dien Heiligen Wil zal Gode zeker
aangenaam zijn en ons nieuwen titel ver
werven op Gods overvloedigen zegen. Moge
die Hemelsche zegen in het nieuwbegonnen
jaar het deel zijn van al de ingezetenen
dezer stad. Ondervinden zij in ruime mate
de goedheid en de weldaden Gods zoowel
in hunne familie-aangelegenheden als in hun
werk en zaken 1
Voor onze aloude industrie,die in den
loop der tijden reeds zoovele lotsverwisse-
lingen heeft ondergaan, wenschen wij in het
bijzonder dat het jaar 1894 zal zijn een
rijk gezegend jaar. Zij het haar gegeven zich
in den loop van dit jaar eens op te heffen
uit den langdurigen toestand van kwijning
en vernedering waartoe verschillende oor
zaken haar hebben gebracht! Komt het
Schiedamsche bedrijf weer tot nieuwer,
bloei, dan zullen weldra welvaart en voor
spoed in onze goede stad wederkeeren.
Spannen wij daartoe al onze krachten in
maar betoonen wij ook wat meer vertrou
wen op de Goddelijke Voorzienigheid, waar
velen in het prijsgeven van overmatigen
Zoridagsarbeid eene winstderving zien die
zij beweren niet te kunnen dragen. Han
delen wij aldus, dan zal het blijken, dat de
geleden beproeving tot ons heil was. Brenge
dus het nieuwe jaar verbetering in den
moeilijken en onhoudbaren toestand onzer
stad! Geve het aan ons Vaderland de zoo
noodige rust en orde om op den weg der
«Vader!"
«Laat ons er niet meer over spreken, gij
stelt geen vertrouwen in mij.".
«Zeg liever dat het mij aan moed ont
breekt."
«Het betreft een ongeluk, niet waar
«Ja het ongeluk van mijn gansche leven."
«Ik heb het recht met u mede te lijden....
Spreek, Marcel; indien het zijn moet,«zou
ik mijn bloed voor u geven."
«Opoffering en liefde zijn niet alles in de
wereld. Heel wat lieden schatten een zak
met geld vrij wat hooger dan een edel ge
moed. Om Geneveva te trouwen zou ik goud
moeten hebben, zes duizend franks op zijn
minst."
«Arme jongen 1 hebt gij dan de rijke en
mooie Genoveva lief
«Ja, de rijke en mooie Genoveva. Kan
ik het helpen dat zij alle andere meisjes in
lieftalligheid overtreft? Ik bemin haar zon
der hoop te voeden. Vader Chérau is op
geld gesteld, en zal zijne dochter niet anders
ten huwelijk geven dan aan een schoonzoon
die in staat is zijne bezittingen te vergroo-
ten."
«Dat is zoo. Chérau zal Genoveva's hand
nooit afstaan aan den zoon van een armer,
man, die slechts een nederig ambacht heeft
om van te leven. Maar kunt gij die ge
hechtheid niet onderdrukken, kunt gij U
daar niet tegen verzetten Marcel
«Sergeant Mitraille kan elke weerveran-
dering voorspellen door de pijn zijner oude
Wonden, en wat al jaren zijn er toch niet
verloopen sedert hij den sabelhouw ontving,
waarvan hij ons zoo dikwijls verhaalt 1 Zijne
kwetsuren zijn nooit geheel en al genezen.
Zoo zal het ook met mij gaan, vader. Zoo
lang ik leef, zal ik van Genoveva houden."
«Ik hoop toch niet dat zij het weet
«O 1 neen, neen, vader. Thans blijft mij
ten minste nog de hoop over dat haar hart
hetzelfde voor mij gevoelt. Indien ik het
stilzwijgen verbrak en zij mij weigerend
antwoordde, wat zou er dan van mij worden
Maar het komt mij bij oogenblikken voor
dat ook zij aan mij hecht. Des Zondags,
bij het uitgaan der kerk is het alsof zij blijft
wachten om mijn groet op te vangen. Ver
leden jaar had ik vergeten een palmtr'
koopen voor Palmzondag. Genove
j opgemerkt en overhandigde mi'
marijntakje. Dergelijke kleini'
kenen veel voor mij, ik
delijk aan.... En F*® r
;'*Y