Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste bljd. l'de Jaaro*. Zondaff 4 Februari 1894. No. 4806. bureau *gj$oiex&txaat 39. De Merodaat. ïeuilleton. ^lOOUD IN HET BOSCH. 28) NIEUWE HE COURANT PRIJS YAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 ny^inden I'arico per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. II. (Slot) 6t vaer^e bedrijf wordt nu de stryd Senla^e(^en opgevoerd tot een waar Geth- Ja, tot een Oalvarië Orodes had 8filoo om oof 06,1 'aatste P0ging tot Merodaats °pri*a va' te bewerken een altaar doen °ntwik,e"' en riu voor dat altaar zelf SckaD 1 heidensche, maar hoogst recht- ade|(jG"e honing Orodes, alles wat konings weg °'n' a"es wat vaderliefde te spreken daat(jle^en zlJn pas-erkenden zoon Mero- v°ort i aarenbbven de snoode Artaban dreigt teg6ri ,TenA met de dreigementen der goden in 2j- '°des, bijaldien deze wankelen mocht gest strengheid. Zoo droef, zoo teleur- bij w°rdt dan ook ten laatste Orodes, dat j1-!r0C'a^es onverwrikte geloofsbelijdenis, detl ln ee" oogenblik van vader-wanhoop füs ''eil(i van Merodaat, den vromen Zopy- MetterVei' doet' "tart r,°daat zegeviert nu wel als cbristen- Veej ar> maar ook hij heeft zoo ontzettend dej, j 'd den kamp geleden, dat hij zelf bemel -r- smeektzijn vader niet meer 20pyj' 'iij smaakt echter de vreugd van gaat US te sPreken, voordat deze sterven te j,,,en belooft dezen, zijn vijanden niet daar 6n baten. Die vijand Artaban bezoekt °ok MerodatesMerodaat voorspelt dU a tw Artaban biels a 1 Als nu Merodaat reeds ten kerker de nabijzijnde straffen des hi bfab Ulle6t ar'S Wroeging als zijn woede door een bUti ,^raab hebben vernomen, komt Sargon Alab rta n nog meedeelen, dat, volgens dak ar's landverraad, ook de Parthen Nicea §est0 n' orn> als straks Merodates en Orodes dog en zullen zijn, de victorie voor hen dei, Vergemakkelijken. Hooger dus kun- fc- golven der droefenis voor Merodaat, 'odes in het drama niet meer stij- Naar het Fransch van Raoul de Navery. eensi Oevoerd, en wij een wijle zoowel 1 X p I 1 ev6n bbnde, herhaalde de knechtdat l"dg»ri en goed de waarheid zijn als een v"bberi' Se3ert bedelaars poeder gedaan jertr0ll 'b de voederbakken van de koeien, bf'°he Wt men bier niemand, en vader Is kp zou jn staat Zyn mij weg te jagen, ^6bcfe \°or<fe, dat ik u toeliet. Iutusschen \t. e knecht den slagboom, i Vg 'et langer geleden dan dezen mid- j detj^'b'gbe hij, hebben wij verdacht volk II b omtrek zien rondsluipen. Ik kan u 1J d6f( Seen andere plaats aanwijzen dan ie ^ilda bizolder, dicht bij mij. ,„S .eo Douce volgden den knecht. Het febrjge ®'sje strekte zich uit op het versche, booi, terwiji Gildas, tegen den muur meer dommelde dan sliep. Simon gen. Het laatste bedrijf moet noodwendig een Resurrexit brengen, een Alleluja! Droef en diepzinnig opent zich dat 5de bedrijf. Het einde van den martelaar Zopy- rus wordt verhaald. Gij hebt vraagt de koning aan ZoramGij hebt Zopyrus dan zien sneven En het antwoord van Zoram luidt Sloeg hem de moofdbijl neêr voor mijn oogen. 't Heeft allen diep bewogen, Zoo gij die wondre vreugd op zijn gelaat verspreid Met ons aanschouwd ha dt, ja, gij had met ons geschreid. Hij heeft ten einde toe den naam zijns Gods beleden, En vorst, voor uw geluk bij 't sterven nog gebeden. Zoo spreekt dan Zoram. Is het wonder, dat de arme koning Orodes schier onder zijn smarten bezwijkt, als hij zoo van de Christenen hoort spreken? Maar het rijk der zonde belaagt den Heidenschen Vader die Merodates' doodstraf nog uitstelt, met zijn laatste krachtsinspanning. Het volk zoo beweert Artaban begint te muiten om het aarzelen des konings, en nu blijft hem, den vorst, niets anders over, dan ten tem pel der Goden te snellen, en daar, door het drinken van den offerbeker, openlijk eerher stel aan den hemel te doen. Middelerwijl zal Merodaat dan uit den kerker nog eens naar het hof worden gebracht, en de arme vader kan dan zijn eindbesluit nemen. Ge wis doorziet de lezer hier gemakkelijk Ar- tabans listen. Orodes' dood door den gift beker staat voor de deur, en daarna zullen de Parthen en Artabans zwaard, gemakke lijk Merodaat doen sterven. De arme Orodes heeft dus nu geen enkele uitkomst meer. Maar waar hier, volgens de regels der tragedie, alle hoop vervlogen scheen, daar breekt nu eensklaps de morgenstond der blijde ontknooping door. Eerst hoort de getrouwe Zoram alle boosheden van Artaban uit den mond van dien éénen priester, die eerst in Sargons en Artabans geheim was opgenomen, en nu door hen, als een nutte loos werktuig, ter dood verwond is. Koning Orodes herleeft reeds eenigszins bij die tijdingen. Wel is de nood nog ontzettend, deed weldra een verbazend gesnork hooren. Gildas weid uit zijn dommeling gewekt door het gelluister van stemmen or.der het venster van den hooizolder. Hoe zacht men ook sprak, werd de blinde eensklaps door een herinnering getroffen. Wij moeten met de schuur beginnen, zeide een der mannen. Terwijl zij dan trach ten den brand te blusschen, kunnen wij onzen slag slaan. Gildas stond op, en tegen den muur steunende, deed hij enkele schreden, hierbij geleid door de regelmatige ademhaling van het jonge meisje. Toen hij bij Douce was, vatte hij haar hand, Word wakker, mijn kind, word wak ker, maar spreek niet. Ik heb de stem herkend.Wij zijn op het spoor. Doch men bereidt een nieuwe misdaad voor, en God weet, of wij niet nog ongelukkiger zullen zijn dan gisteren.Ik zal Simon wekken, houd u gereed. De knecht smoorde een kreet, toen Gil das hem wakker schudde. Wat is er Wat wilt ge Hulp hulp Voorzichtig fluisterde Gildas het jonge meisje is gewaarschuwd. Sta op, SimonI óf ik bedrieg mij zeer, óf er sluipen boos- wel meent Artaban nog zeker te zijn van zijn zaak, bewerende, dat hij Merodaats terechtstelling reeds had bevolen, maar aan stonds, als Orodes over dit ontzaglijk weer tot wanhoop komt, zie, daar snelt Oleonis aan, meldende victorie en uitkomst. Op zijne beurt was Artaban met een valsch doods bericht over Merodates terechtstelling mis leid, en terwijl zijn bondgenooten, de Par then, de stad binnendrongen, verlostten de Armenische krijgers hun ouden veldheer uit de gevangenis, en in de hoogste geest drift verwon Merodaat, als weleer, de vij anden des vaderlands. Nu ten hove verschenen, vindt Merodates in waarheid eerst zijn vader weder. Die vader kan immers geen Christenen meer lasteren, hij heeft het sine affectione (a.) der heidenen afgelegd. Zopyrus, die ster vend voor Armenië bad, hij had niet moeten sterven, neen, en Merodates, die daar zooeven, alle mishandeling vergetende, de Parthen versloeg, Merodates zijn eenige, zijn overdierbare zoon, hij is der kroone meer waardig dan zijn vader. Orodes biedt dan ook troon en rijksgebied aan zijn zoon, maar tevens doet de genade Gods hare eerste zonnestralen reeds ken nelijk vallen in de ziel des rechtschapen heidens, die de Christenen reeds niet meer afschuwelijk vindt. En nu beëindigt een dubbel tooneel van ziele-ondergang en ziele-redding dit groote drama. Eveneens als het op Calvarië bij de moordenaren ging, zoo gaat het hier met Orodes en Artaban. Wij zeiden Merodaat verwierf den troon. Welnu, nauwlijks is die Merodaat den troon geklommen, of hij spreekt aldus 'k Heb als Christen reeds vergeven, Als koning, die naar 't recht gena bewijzen kan, Vergeef ik andermaal, vergeef ik Artaban. Is het nu wonder, dat Orodes' ziele niet meer noodig heeft, om zich te bekeeren en Christen te worden? Neen, het is voorwaar (a.) Het hart zonder hartelijkheid. doeners rond de hoeve, om die in brand te steken en te plunderen. Ellendeling! riep de knecht, misschien behoort gij tot de bende. Zou ik u dan waarschuwen? Simon liep naar de deur, doch vond deze gesloten. Gelukkig was het venster breed genoeg. Simon plaatste een ladder tegen den muur en ging naar beneden. Toen hij op het binnenplein was, zag hij de vonken uit de schuur opstijgen. Hij bedacht, dat de huisdeur van binnen gesloten was en liep nu naar de melkerij, om door deze de huiskamer te bereiken. Doch terwijl hij dit deed, sloegen de brandstichters uit alle macht op de vensters van de benedenverdieping, uitroepende ïbrand brand Van alle rampen, welke de boer vreest, is het vuur de vreeselijkste. Wanneer hagel den oogst vernielt, of regen het hooi of graan bederft, dan draagt hij aan den hemel de zorg op om hem te redden maar het vuur is het werk van den haat en meesten tijds weet men niet, wien te verdenken. Is het een weggejaagde knecht, een boos doener of een onbekende vijand In een enkel uur ziet hij de vrucht van jarenlang een rationale obsequium Deo, een redelijke dienst aan God, dat die grijsaard bij zulke vergiffenis der vijanden uitroept: Voorwaareen God was hij, die 't u als plicht gebood. Nu volgt anderzijds de ver werping van Artaban. Alle zijn plannen gin gen dan te niet, de Parthen zijn verslagen, Merodaat is koning, Orodes leeft, maar bovenal heel Armenië dreigt met zijn vorsten Christen te worden. De hel komt dan met hare demons van wanhoop, woede en blind heid opdonderen in de ziel van dezen apostaat. Als een andere Juliaan, erkent hij Artaban, vloekend, de heerschappij van Christus hij verwerpt zijn eigene lijfsgena, hij bedreigt Merodaat en Orodeshij wenscht Merodaat apostasie, Christenvervolging en verdubbelde verwerping toe, om eindelijk in zelfmoord om te komen. Zoo eindigden ook hier alle stormen der zee voor het wachtwoord van den Christus, sprekende in de daden Zijner leerlingen Hoor hoe hemelsch schoon de nieuwe koning heel het drama biddende eindigt: Almachtig Opperheer, behoed mij voer dien val, Eer sterve ik dan mijn hart U ooit verraden zal. Kom, gaan wij nu het lijk des martelaars vereeren, Den hemel danken voor het blijde triomfeeren. En meldeu wij, vereend in het gelukkigst lot, Aan 't gansche koninkrijk de zegepraal van God. Zoo luidt dan het meesterwerk de Mero daat. Reeds het eenvoudg overzicht, wat wij hier neerschreven zoude voor een recensie kunnen volstaan. Wie ziet hier niet de regels der drievoudige treurspel-eenheid, van onder werp, tijd en plaats? Of wie was blind bij de lezing van het bovenstaande, voor het hoog verhevene en belangrijke van het onderwerp, voor het natuurlijke der knoo ping en ontknooping, voor het getrouwe der karakters, voor het roerende in de om standigheden enz., kortom, wie zag hier heel de Vondeliaansche en Bïlderdijksche wetgeving op de tragedie niet vervuld? Slechts eene moeielijkheid Men kan mo gelijk de herkenning van Merodaat eerst zwoegen verloren gaan zijn huis stort ineen zijr. vee komt om het leven. Op het land is brand te meer te vreezen, omdat er gewoonlijk gebrek bestaat aan water om te blusschen. En de hoeven lig gen ver van elkanderer zijn naar even redigheid van het gevaar slechts weinig arbeiders, en alvorens de buren ter hulp kunnen snellen, blijft er niets dan een hoop asch over. Door het geraas gewekt, sprong de land bouwer Laloue uit bed en ging naar den schoorsteen om een toorts aan te steken maar hij had hiertoe nog niet den tijd ge had, toen twee stevige vuisten hem aan grepen. Er ontstond een hevige strijd Laloue werd overwonnen, gebonden en in een hoek gesmeten. Half dood van schrik trachtten de vrouwen nog tegenstand te bieden aan twee ellendelingen, die haar in hun lakens rolden en zoo vast met koorden bonden, dat de striëmen in haar lichaam stonden, en zij vreeselijke pijn leden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1