Dagblad voor Schiedam en Omstreken. tweede blad. Je atkii Tan vrouwen en Merci. 17de Jaarg*. Zondag 25 Februari 1894. No. 4824. bureau ^otev^txaat 39. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. v°lgende te j'erw'jt, dat Rebel, in zijne strafpreek Hij 'et Liberalisme, der hedendaagsche zinc, 'ei<^ mar Let hoofd slingert, is alles- Zlns verdient. nijverheid schrijft hij nad trek U-ln^ez'en welk een partij zij konde w 011 van de bescheiden en lenige vrou- elljke kunne." toor6 ^eioemde kanunnik Winterer, pas- denzelfd ^U.llhouse' sPreekt geheel en al in schr^f1 rna® n'6t 'anSer raeer duren sftg-j f 'dj «met het oog op de gezond- slev Z00Wel als de zeden en het huiselijk jin dat °P jeugdigen leeftijd een kind jo-g 6 'ahr'ek worde toegelaten, gedwon gen t0^ 6611 arhe'd) die boven zijn krach- sh< l ^aat' 8ewend aan een zekere oriaf- .ojfkheid en al te vroege zelfstandigheid, ^het'11 1 aan Z'dri huisgezin en geplaatst in undden van volwassen arbeiders, wier 2,^ sPiekken het verneemt en wier gewoon- en iet gedurig onder de oogen heeft." 5>st e,i vrouw 8aat bij voort is be- •"taap1 V°0r ^6n huiselijken haard, deze 'S overeenkomstig met haren aanleg J>va ïaar wezen en tevens met den geest a vet Christelijk huisgezin. j0 6 vrouw aan haar gezin te ontrukken »een tS plaatsen in een fabriek, is j>or|je :er§rijP tegen de maatschappelijke töeê»^are wente''ng heeft de machine alles Vro °es'eePt i in groote menigte hebben de tenUWen C'6 ^aar aangewezen plaats veria huis p1 C'6 a'oude overleveringen van het \)k leven laten verloren gaan. ^e gevolgen bleven niet uit. es heeft daaronder geledende gezond- de zedelijkheid, zoowel als het huiselijk heid geluk. is j1 slreken> vvaar de nijverheid bloeit, Sterft1 -^e'' C'er zedehjkheid gedaald, het Steg eCLfer Tan vrouwen en kinderen ge- het^ ™eis-ies' d'e door de nijverheid uit zWar0U(der'yk huis verdreven en tot een te in 6,1 arheld gedoemd worden, zijn niet op S|3at' z'ch behoorlijk voor te bereiden als h6 VerPhchtingeri, welke zij naderhand msvrou.wen en moeders hebben te ver- ^Ullg moeaers neuuen t ..t'^e taaki voorzeker wel kerm5Ud^e' een heilige, leeren zij niet een W ni6^ achten, niet liefhebben W moed »an terechtkomen van kinderen, wier -"uecier fah,.' i s morgens tot 's avonds m de Driek moet arbeiden Van e,j huisgezin, dat den grondslag uitmaakt dreio-'j6 maatschappij, wordt zoodoende be- van ^]enInet o'dhinding, en het is de plicht Zedenen ^taat> a's beschermer der openbare Onder 6n ^6r °Penhare gezondheid, de vrouw Z1jne hoede te nemen. De Staat is verp icht en gerechtigd, zoo veel hij kan te beletten, dat de gezondheid der vrouwen en meisjes, van wie de welvaart der komende geslachten afhangt, ondermijnd worde. De Staat is verplicht te verhinderen, dat de vrouw in de onmogelijkheid worde ge steld, hare dierste verplichtingen na te komen. De Staat is verplicht te waken over de zedelijkheid, in de werkplaatsen evengoed als op de openbare straat. Men zegt: het is goed, dat de Staat het minderjarig meisje onder zijne hoede neme, maar de volwassen vrouw behoudt bare vrijheid en kan zich-zelve behoeden. In de nijvez'heidsstreken is de vrouw niet vrij. Dat zij 12 a 13 uren daags en vaak des nachts werkt, geschiedt volstrekt niet bij vrije keuze, maar wijl zij daartoe wordt gedwongen. De teugellooze concurrentie laat haar geen andere keuze dan of het zware werk of den honger. De overeenkomst, waarbij de vrouw de vervulling van hare plichten jegens haar huisgezin en jegens zich-zelven zoude prijs geven, is zedelijk ongeoorloofd. »Hare echtverbintenis zegt Kardinaal Manning zeer duidelijk «maakt elke «overeenkomst, waardoor de naleving barer «huiselijke plichten wordt verijdeld, onmo gelijk." En wat de roeping van den Staat be treft, Paus Leo verklaart in zijne Encyclica, dat »het openbaar gezag moet ingrijpen, «zoodra binnen den huiselijken kring be langrijke schennis van wederzijdsche rech tten zou voorkomen, ten einde misbruiken «te voorkomen en de orde te herstellen." En waar de goede zeden in gevaar wor den gebracht, is de Staat wederom naar 'sPausen uitdrukkelijke verklaring «onder «meer dan één opzicht verplicht tot be- «scherming der arbeiders en wel in de eerste «plaats wat aangaat hunne zedelijke be- «langen." Men kan dus geenszins beweren, dat de Staat hierin niets heeft te zien. Ook gaat het niet aan, te zeggen: De vrouw verkoopt aan den werkgever haren arbeid, trekt daarvoor het bedongen loon, en bijgevolg is de zaak in orde. Neen, de zaak is niet in orde, omdat de vrouw door nood gedwongen wordt, den arbeid te aanvaarden en bovendien het recht niet heeft, over hare werkkracht te beschikken ten nadeele van haar huisgezin. In vrouw en kind erkent de Kerk eene zwakheid, die aanspraak kan maken op achting, bescherming en eerbied, terwijl het Socialisme die wezens schandelijk ver laagt, en hunne heiligste rechten vertrapt. Die de vrouw, in zake recht en plicht, op éérie lijn stelt met den man, onder voor wendsel, haar in aanzien te doen stijgen, doet haar te kort. Zij staat in zekeren zin hooger dan de man, juist omdat zij zwakker, en het hare roeping is, het meuschelijk geslacht aan haar hart te dragen, te voeden en te ver plegen. Is de man de kracht, die schept, zij is de liefde, die het geschapene in hare han den opneemt, voor God opvoedt en Gode waardig maakt. Wilt gij weten hoe hoog een volk in beschaving is gestegen, zie dan hoe hoog daar de vrouw wordt geacht. Een maatschappij, die de vrouw niet ont ziet, haar berooft van hetgeen haar steun moet wezen: hare eer en hare deugd, kan niet verre meer van den afgrond verwijderd zijn. Daarom wake men met gestadige zorg voor de eerbiediging van haar recht, en wijze men der vrouw in het heiligdom van den huiselijken haard wederom hare plaats aan, opdat zij voor echtgenoot en kind de engelin der liefde zij, de heldin der toewijding, de koningin des vredes, laat dan ook wezen, de martelaresse van haren plicht. Bij den haard, bij de wieg, bij het ziek bed is hare plaats; daar draagt zij kroon en scepter; in de dompige groeve, in de smokende fabriek kan zij niet meer zijn dan een slavin. De vloekwaardige heb- en gewinzucht der geliberaliseerde 19de eeuw heeft haar gelijk gesteld met den man en daardoor verlaagd. Ziedaar een der gruwelijkste zonden, waarvoor de maatschappij zal hebben te boeten. J. V. Nieuwe arrestaties te Parijs. In den nacht van Woensdag zijn te Pa rijs weder verscheiden anarchisten in arrest genomen. Onder de anarchisten, die men zocht, was ook de 23-jarige Elysée Bastard, wonende te St.-Denis en sedert eenige jaren in de anarchistische beweging zeer nauw betrokken. Zooals men weet, werd na de aanslagen in de rue St. Jacques en op den faubourg St.. Martin Bastard Voor den dader gehou den, doch aan de prefectuur van politie was men van een ander gevoelen, wijl het daar bekende signalement van Bastard volstrekt niet beantwoordde aan dat van «Rabady", welken naam de dader in de kleine hotels, waar hij een bom neerlegde, had opgegeven. Ook wist men aan de prefectuur, dat Bastard Parijs niet verlaten had en zich dus vermoedelijk bij een vriend schuil hield. Te 11 uren Woensdag-avond vernam de inspecteur Lefoulon, dat Bastard zich bij den kroeghouder Duprat, in de rue Ramey, te Montmartre, ophield. Bastard was daar in gezelschap van vier vrienden, van welke de eene, Leon Guérin, werd vermoed «Ra bady" te zijn. Vergezeld van een zestal agenten van politie deed de inspecteur een inval bij den kroeghouder, en na een hevige worsteling met de anarchisten, werden deze overmees terd en lieten zij zich naar het politiebureau van het 18e arrondissement geleiden, van waar zij in den nacht naar het hoofdbureau werden overgebracht. De gearresteerden zijn de 23-jarige Elysée Bastard, de 35- jarige Lucien-Pierre Lagasse en de 26-jarige Charles Meyer, beide Belgen, de 32-jarige Léon Guérin en de 27-jarige Lucier Bécu. In hun woningen werd een onderzoek inge steld, doch dit heeft geen resultaat opgele verd. Toen Bastard en Guérin werden geconfronteerd met de getuigen der twee aanslagen, oleek dat geen van beiden op «Rabady" geleek. De gevangenen zijn des niettemin ter beschikking van het parket gehouden. Waarschijnlijk heeft de gezochte dader der twee aanslagen slechts den naam van Rabady aangenomen, want de politie is in het bezit van het portret van zekeren Etienne Rabady, die verscheiden vonnissen te zijnen laste heeft, en ook dit portret is niet herkend als dat van den dader. Dat vermoeden wordt bevestigd door een bericht uit Laval, de woonplaats van Rabady, waar de politie een onderzoek bij diens vrouw en schoonmoeder heeft ingesteld en vernam, dat Rabady sedert drie weken naar Rouaan was vertrokken en vandaar had geschreven, dat hij zijn dienstboekje verloren had. Men vermoedt nu, dat de gewaande «Rabady" het gevonden of gestolen heeft, om er ge bruik van te maken. De moeder van Emile Henry heeft Dins dag aan den rechter van instructie verlof gevraagd, haar zoon te mogen bezoeken, wat haar is toegestaan het onderhoud heeft ongeveer een half uur geduurd. Voor den politiebeambte Poisson, die steeds in beterschap toeneemt, zijn van ver schillende zijden grootere en kleinere som men geld ontvangen, o. a. een som van fr. 500 van een oud-afgevaardigde bankier te Parijs. (T.) Vervolg Binnenland. Dinsdag-nacht is te Raalte het huis be woond en toebehoorende aan G. De Lange, aan den Stationsweg, tot den grond afge brand. Ook van den inboedel is zoo goed als niets gered. Huis en inboedel waren tegen brandschade verzekerd, het huis voor f 1000 bij de Jong Co., te Amsterdam, de inboedel voor f1200 bij de Impérial te 's-Hage. De trein van 11 u. 23 van Ruurlo kwam gisteren te Deutichem aan met twee hevig brandende goederenwagens met poetslap pen. De brand die in de beide met afval van katoen geladenwaggons ontstond, is door een aanjager en één spuit gebluscht. De waggons waren te Enschede geladen en bestemd voor Gent. De lading is geheel verloren, de onderstellen der waggons van de Staatsspoor n°. 22103 en 25789 zijn be houden gebleven. In het treinenverkeer is geen vertraging ontstaan, dank zij de flinke houding van den stationschef, den heer Bolderdijk. NIEUWE SGHIEDAMSCHE COURANT e "CHIgC, iccicii clt k"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5