Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
17de J aars*.
Zondag; 27 Mei 1894.
No. 4898.
bureau *g$oier$txaat 50.
De Vioolspeler ier Sansculotten.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.—
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Het
dat
Parijsclie Kroniek.
De H. Tunica van Argenteuil.
is nu ongeveer drie jaren geleden
•fen in de dagbladen kon lezen met
^elk een godvruchtigen aandrang de katho-
ieke bevolking der Rijnstreken en omlig
gende landen de plechtige uitstelling van den
le'ligen Rok van Christus te Trier ging
vereeren. Meer dan twee millioen pelgrims
to8en er heen en verlevendigden hun geloof,
terwijl hunne gebeden er vol vertrouwen
hemel stegen.
Sedert den 14den Mei is te Argenteui),
een stadje ruim twintig minuten sporens
Van Harijs verwijderd, met eene novene, de
^tstelling en vereering van het Heilige
'eed dat daar van af het jaar 800 bewaard
w°rdt, begonnen om den lOden Juni aan
bande te eindigen. In een herderlijk schrij
den 20 Maart j.l. geeft de Bisschop van
ersailles vele bijzonderheden aangaande
eze Heilige Relikwie, welke zeer mijn aan-
acht trokken, en rekening houdende met
e officieele bronnen waaruit zij voortkomen,
wetenschappelijke onderzoekingen en den
f°°n van overtuiging waarmede zij geschre-
Ven zijn, wel verdienen, ook buiten Frank-
r'jk, gekend te worden.
Argenteuil, zoo vangt de prelaat aan, be-
Zlf sedert de tijden van Karei de Groote,
eene onvergetelijke relikwie, aldaar gedu
rende den loop van elf eeuwen, als het ge
bigde kleed van Onzen Heer Jezus Chris
tus vereerd.
Twee onzer oudste geschiedschrijvers,
'egoire van Tours en Frédégaire verhalen
dat, vóór de gift, door de Heilige Helena
aan Trier, hare geboorteplaats, van een
kledingstuk van Christus gedaan, men reeds
met eere in een stad van Klein-Azië een
Kleed van Onzen Heer bewaarde, dat, zegt
Frédégaire, hetwelk Hem bij het lijden ont-
Feullleton.
Eene Episode uit het Kunstenaarsleven
van Cherubini.
56)
»Bravo 1" schreeuwden de sansculotten.
Voor uit, naar Chateau d'eau 1"
«Halt vrienden, ik heb nog niet alles
gezegd," riep Etienne opnieuw en over
schreeuwde met zijne krijtsende stem het
awaai, dat ontstaan was. «Gelooft ge dan
dat wij hier niet zoolang kunnen wachten
otdat burger Cherubini ons lied op muziek
>eeft gezet zie maar hij bestudeert reeds
■et gekrabbel, dat jammer genoeg bijna
meesbaar is ik geloof dat zijn muze
eeds genoeg in extase is, als wij maar een
a„ ,je geduld hebben. Het zou toch heel
Vn 21Jd aH wij nu met, het nieuwe liedje
g konden komen."
Waarlijk, gij hebt gelijk 1" riepen alle
rukt werd, en waarom de soldaten die Hem
bewaakten, met dobbelsteenen lootten. Tegen
het jaar 590, zegt dezelfde historicus, onder
de regeering van den Koning Gor.tran, werd
de Tunica, te Jaffa niet ver van Jerusalem
bewaard, met grooten eerbied door drie
patriarken en andere bisschoppen naar de
Heilige Stad gebracht, waar zij nevens het
Heilige Kruis des Heeren geplaatst werd,
en waarmede zij zeker al de lotgevallen
deelde, toen het heilige hout der Verlossing,
door de Persen ontroofd en later door
Heraclius weder heroverd werd.
Naar Constantinopel vervoerd, om tegen
de voortdurende aanvallen der vijanden in
de afgelegen provinciën beschut te zijn,
weten wij door eene overlevering, op talrijke
bewijsstukken gebouwd, dat zij door de
Keizerin Irene aan den machtigen Keizer
der Franken werd ten geschenke gegeven.
Deze Vorst, in wien, op de stem van Paus
Leo III, het Oostersche rijk herboren werd,
was door zijn geloof en moed bekend en
gevreesd en de Grieksche Keizers zochten
daarom zijne gunsten te winnen. Zij wis
ten welke vereering hij voor de relikwieën
van Onzen Heer en der Heiligen had, en
zonden hem dus van de rijkdommen van
Constantinopel, hetgeen het hoogste in
waarde geschat werden zoo kwam de
heilige Tunica des Verlossers van de boor
den van den Hellespont naar die der Seine.
Karei de Groote was moeielijk beet te
nemen, en de vorsten van Byzantium zoude
het niet gewaagd hebben hem het geheiligde
kleed zonder de bewijzen van hechtheid er
hij te voegen, te zenden, temeer daaraan
zijn paleis een school verbonden was aan
wier critiek alles onderworpen werd.
Om de goede bewaring van dezen groo-
ten schat te verzekeren, en aan de personen
die hij het meest lief had een ondubbel
zinnig bewijs zijner genegenheid te schenken,
wilde Karei de Groote het aan de goede
zorgen van de abdij van Argenteuil, waar
zijne zuster Gisèle en zijne dochter Theo-
kerels eenstemmig. «Komaan, burger, maakt
voort I"
Cherubini had intusschen een gedeelte
der verzen gelezen, welke zeer slecht en
vol fouten op het vuile papier geklad waren.
De componist las niet verder. Een vluch
tig rood verscheen op zijne wagen.
Hij rimpelde het voorhoofd en legde het
papier op de tafel, welke voor hem stond.
Terwijl hij zich geweld aandeed om zijn
gevoel te vermeesteren, zeide hij
«Dat kan ik niet componeeren
«Waarom niet?" vroeg Frossard.
«Waarom niet?" herhaalde de bende.
«Ik wil niet hopen, dat het u niet be
valt voegde de reus er dreigend bij.
Indien Cherubini op dat oogenblik ge
antwoord had: «Mijn gevoel verzet er zich
tegen om deze schandelijke en oproerige
woorden op muziek te brengen" in weer
wil der ovatie, welke hem zoo even ten
deel waren gevallen, zou men hem zoowel
als de vrouwen vermoord hebben.
Hij antwoordde daarom evenals te voren,
doch nu meer beslist
«Dat kan ik niet componeeren 1"
«Nu niet, maar later," bromde Frossard.
«Later ook niet
drade réligieusen waren, toevertrouwen.
De overlevering heeft de herinnering aan
de eerbewijzen waarmede de kostbare reliek,
in een ivoren koffer gesloten, ontvangen
werd, trouw bewaard, en tot op heden nog
luidt de klok om één uur 's namiddags, zijnde
dit het oogenblik dat de heilige Tunica in
Argenteuil was aangekomen.
Vanaf dat oogenblik is het steeds een
voorwerp van godsvrucht en vereering ge
bleven, en tot aan de revolutie in het bezit
der abdij van Argenteuil geweest. Na hare
opheffing in 1790 werd de heilige Tunica
naar de parochiekerk van Argenteuil over
gebracht en zelfs in dit treurige tijdperk der
geschiedenis, werd zij met eerbied door den
gemeenteraad bejegend.
Ten tijde van de invallen der Noorman
nen onder de zwakkere opvolgers van Karei
de Groote, kwamen die zeeroovers uit het
Noorden de Seine tot aan de muren van
Parijs verontrusten, waardoormen gedwon
gen werd de Heilige Relikwie in een muur
van het klooster te verbergen, zoodat na
een eeuw niemand meer wist waar zij was
weg gelegd. Volgens bijna alle kroniek
schrijvers dier dagen werd zij door eene
goddelijke mededeeling of liever eene inge
ving aan een kluizenaar, teruggevonden.
De meest geloovenswaardige geschied
schrijvers bevestigen dit feit in bijna de
zelfde woorden en beschrijven het heilige
gewaad zooals het nog heden is. Dit ge.
schiedde in 1156 en groote feesten hadden
plaats waaraan ook Hugues, aartsbisschop
van Rouaan met een groot getal bisschop
pen en abten deelnamenen sedert dien
werd de eeredienst van het H. Kleed niet
meer onderbroken. De Koningin Blanche
van Castille, de heilige Lodewijk, Hendrik
III, Lodewijk XIII, de Kardinaal Richelieu,
de heilige Vincentins a Paulo, en zoovele
andere beroemde personen, kwamen als
pelgrims naar Argenteuil, om de Heilige
Tunica te vereeren.
In 1680 schonk Marie de Lorraine, her-
Dit antwoord deed het wantrouwen van
Etienne weer ontwaken. Hij trad naar de
tafel, en sloeg er met de vuist op.
«Ho riep hij boosaardig lachende. «En
gij aarzelt eene reden op te geven voor
uwe weigering Juist nu moet ge het lied
componeeren, in onze tegenwoordigheid,
want gij moet ons nog het bewijs leveren,
dat gij ons niet bedrogen hebt, dat gij inder
daad dengene zijt, waarvoor gij u uitgeeft
Cherubini zag den spreker verachtelijk
aan en antwoordde:
«Dat kan ik u elk oogenblik uit mijne
papieren bewijzen. Maar wat zou het baten,"
voegde hij er bij, terwijl zijn duisteren blik
den kring der snncuiotten monsterde, al
schrijf ik ook eene melodie op het papier
voor uw lied. Daar gij zeker geen van
allen noten kunt lezen, zoo zult ge ook niet
in staat zijn van het geschreven papier te
zingen."
Alle sansculotten zagen elkander aan,
doch Etienne liet zich niet tot zwijgen bren
gen. Spotachtig lachende grijnsde hij.
«Wel, wel, en nu Jgelooft gij ons allen
overbluft te hebben Gelooft ge dat inder
daad, burger Holawij weten ons te hel
pen Ga zitten en schrijf eene fraaie, popu-
togin van Guise, eene met goud en edelge
steenten versierden relik wiekast om de houten,
waarin het kostbare kleed sedert de gods
dienst-oorlogen bewaard werd, te vervangen.
Tijdens de Fransche revolutie werd deze
kast naar de Munt gebracht en gesmolten.
De bisschop van Versailles had met vele
geestelijken opgemerkt, dat de Tunica op
den rug breede strepen van een gestolte
vloeistof droeg, en wenschende de geheele
waarheid, zonder aan den eerbied voor de
kostbare relikwie te kort te doen, te weten,
onderwierp hij aan de beoordeeling van ge
leerden de volgende vragenwelke ouder
dom het kleedingstuk kon hebben en wat
den aard der vlekken, die het droeg, konde
zijn. Een stukje werd aan de directeuren
der nationale fabrieken der Gobelins en van
Beauvais ter onderzoek gezonden. Deze
heeren hebben niet geaarzeld te verklaren
de stof zeer oud was, en beantwoordt in
grondstof en bewerking aan de weefsels in
de graftomben der eerste eeuwen onzer
jaartelling in Egypte gevonden en hoewel
zeer regelmatig geweven, het toch met een
primatief toestel moet zijn daargesteld. Wat
de vlekken aangaat, hiervan verklaarden
schriftelijk twee bekende scheikundigen van
Parijs, dat zij van zeer ouden datum en
bloedvlekken zijn, en wel van menschenbloed,
hetwelk den vorm en de grootte der glo-
bulen aanduiden. Het microscopische onder
zoek heeft zelfs doen constateeren, dat eenige
dezer kleine kristallen nog den rooden kleur
van bloed behouden hadden.
Door deze nasporingen in onze overtuiging
versterkt, roepen wij, zoo schrijft de prelaat,
alle geloovigen op, om het werk van Maria,
en naar alle waarschijnlijkheid het laatste
kleedingstuk dat Jesus gedragen heeft, te
komen vereeren. De eerbied en godsvrucht,
welke men aan de relikwieën betoont, be
paalt zich immers niet tot het voorwerp dat
onze oogen aanschouwen, doch gaat regel
recht tot God, Zijne heiligen of hen aan
wien deze voorwerpen behoord hebben. In
laire 'melodie neer; als dat gebeurd is dan
speelt gij ze ons op de piano voor, wij zin
gen u alien na, er, zullen het goed doen,
want wij hebben een goed gehoor. En hangt
daar niet eene viool aan den muur Als de
burger zijne taak volbracht heeft, dan neemt
hij zijne viool en vergezelt ons."
«Bravo Ja, zoo moet het gaan schreeuw
den alle sansculotten door elkaar. «Maak
voort, burger!"
Cherubini nam eene weigerende houding
aan. Het dierlijk geschreeuw van het ge
peupel maakte het hem onmogelijk om een
woord te spreken.
Cécile klemde zich aan de comtesse vast,
die donker voor zich keek.
«Nu, gij hebt het gehoord, burger," riep
Frossard ruw. Gij zult uw talent voor het
volk veil hebben, en ik hoop dat ge dit als
eene eer zult beschouwen. Wij zullen er
pleizier in hebben en wel maken, dat ge
dubbel over ons tevreden zijt."
De componist ontwaakte uit zijne ver
doofdheid.
«Ik doe het niet gaarne," zeide hij.
Wordt vervólgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
'M «la'j
IIIIIIIIIIUIHilll-'IIIIMIIIil'lllllllllllllIHÜIIIlllllllHllllllllllinilllIHIIIMIIIttttlHIIH1