Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 17de Jaarg. Zaterdag 22 September 1894. No. 4997. bureau ^ofer^fraat 50. Het Masker des Konings. algemeen overzicht. PRIJS TAN DIT BLAD: "Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 21 September '94 De berichten van het oorlogstooneel in e* verre Oosten, blijven nog steeds zeer etrouwbaar, daar neide partijen voort aan zich bij de herhaalde slagen te land ter zee de overwinning toe te schrijven. Sens berichten uit Shangai' bevestigen 2 "'ecte telegrammen uit Port Arthur, dat j°ndag een zeeslag bij den mond van den oekiang in de baai van Korea is gele- rcb maar niet dat de Chineezen in het ordeel zijn gebleven. De Japanners ver- ren evenveel schepen, maar de vier Chi- ^eesche die onder gegaan zijn, behoorden de beste der Chineesche vloot, zoodat de ki, 2e in langen tijd geen zee zal kunnen 'ezen. De naar Port Arthur teruggekeerde V °ot levert, volgens Europeesche ooggetui- fe6r' die zich daarop bevonden, de bewijzen V;i'1 het woedend karakter van den strijd ^atl Zondag. Bovendien zijn er op die bo- ms zeer veel gewonden. De genoemde ^''opeanen bevestigen het bericht, dat de "'fieezen gelegenheid hadden gevonden, landingstroepen, meerendeels voetvolk, e door zeven transportschepen waren over bracht, veilig te ontschepen, alvorens de bval der Japanners begon. Dat begin was et in den grond boren van de oorlogsbo- h, dern; s Tsjen Joeën en King Joeën. Zes '°"derd man, officieren en manschappen, verdronken, terwijl het geheele verlies 1 Chineezen op 1500 en dat der Japan ss op 1000 man wordt geraamd. Dat de Y 'neesche onderbevelhebber, de Duitscher °n Hanneken, zou gesneuveld zijn, wordt r"et bevestigd. Integendeel verneemt de bslagggver der Times te Shangai, dat Von anneken en admiraal Ting hun dienst op 6 vloot hebben hervat. De correspondent *°egt er bij, dat de Japanners het verlies 6r Chineezen te Pingjang onder de 7000 "b begrooten. Volgens te Jokohama ontvangen nadere Feuilleton. (j dvilia schrikte geweldigdoch reeds was raadselachtige van haar zijde geweken fiaar den raadsheer doorgedrongen. »Mag de Toovenaar zoo gelukkig zijn u laak te verlichten in de begeleiding van t 6e.. dames door dit gewoelvroeg hij, Wijl hij een weinig zijn masker oplichtte Y den raadsheer de trekken van luitenant °n Fambach te doen herkennen. ]y/ '''"dei-daad", antwoordde de raadsheer, Vuu'k een taak ligt slechts onder het bereik r n een vertegenwoordiger der hoogere a hten en daar Toovenaar en Elfe tot familie behooren, wil ik u de bescher- Jng van het kind des wouds toevertrou- de n mocht de drukte in de zaal ons schei- ltdan zullen wij elkander in de kleine rtler onder het orkest terugvinden." berichten omtrent den veldslag bij Pingjang, verloren de Chineezen 2000 man aan doo- den en werden 14500 man gewond en krijgs gevangen gemaakt. Slechts aan ongeveer een vierde gedeelte van het Chineesche leger gelukte het te ontsnappen. De ver liezen der Japanners bedragen 30 dooden en 269 gewonden. Het Japansche leger trekt nu in noordelijke richting op Wijoe aan, een stad op de Koreaansche grens, gelegen aan den grooten heirweg die naar Moekden leidt. Moekden is de hoofdstad van Mantsjoerije en de heilige bakermat der Koreaansche ko ninklijke familie. Men gelooft dat het leger aan het eind dezer maand Wijoe zal be reiken. De herhaalde nederlagen-der Chi neezen hebben vooral noodlottige gevolgen voor den Chineeschen onderkoning Li Hoeng Tsjang, die in dezen als zondenbok moest dienst doen. Hem de in den zeeslag gele den verliezen te wijten, gaat niet best, maar de nederlaag van Pingjang, de onderschat ting der Japansche strijdkrachten, de lang zame mobilisatie, en wat niet al, wordt hem door zijn vijanden ten laste gelegd bij den Keizer, die dermate tegen den onderkoning zou zijn opgezet, dat Zijne Majesteit zou hebben aangekondigd het bewind der zaken persoonlijk te zullen voeren. De raadsleden der Kroon trachten echter den Keizer daar van af te brengen. In financieele kringen te Berlijn wordt tegen de volgende maand intrekking ver wacht van het op 10 Nov. 1887 door Bis marck doorgedreven verbod op beleening van Russische fondsen door de Duitsche Rijksbank. De verhouding tusschen Duitsch- land en Rusland was toen zeer gespannen en Bismarck wilde de Duitsche geldmarkt voor Rusland sluiten, en ofschoon acht dagen later door de persoonlijke verschijning van den Czaar te Berlijn, bij welke gelegenheid de Kanselier gelegenheid vond, om de valschheid der tegen hem bij den Czaar gebruikte stukken te bewijzen het oor logsgevaar bezworen werd, bleef toch het verbod gehandhaafd (wegens Rusland's finan cieele moeilijkheden). Nu echter de vriend schap door het handelstractaat zooveel inniger, het crediet van Rusland sedert de Fransch-Russische entente zoo aanmerkelijk beter geworden is, en de Russische fondsen ter Berlijnsche beurs weder ruim verhan deld worden, bestaat voor het beleenings- verbod geen reden meer. Ondanks de nog dezer dagen verspreide uitdrukkelijke verklaring, dat de gezond heidstoestand van den Russischen Keizer reeds aanzienlijk beter was geworden, blijft te Berlijn in gewoonlijk goed ingelichte kringen het beweren, dat de beterschap slechts van voorbijgaanden aard en de toe stand van den Czaar in werkelijkheid niet gunstig is. Naar het heet, zouden ook de moeilijkheden, gerezen in verband met de voorgenomen bruiloft van den troonopvolger, nog niet uit den weg zijn geruimd, zoodat thans de hulp moet zijn ingeroepen van de vrouwelijke bloedverwanten, opdat dezen haren invloed doen gelden bij de bruid, die in het bijzonder met de wijze harer bekee ring tot het Russische geloof nog niet geheel ingenomen schijnt. Daarbij komt dat de troonopvolger zelf met de bruiloft minder haast schijnt te willen maken dan zijn ouders. In een woord ook de familiezaken schijnen een hinderpaal op te leveren voor het herstel van den Keizer. De Berlijnsche sociaal-democratie, die niet meer bij machte was de door den bierboy- cott werkeloos geworden brouwersknechts te ondersteunen, heeft nu een verzoek om hulp aan alle Duitsche arbeiders gericht. Zoo zijn de sociaal-democraten gevallen in den kuil door hen voor de patroons gegraven. Volgens berichten uit Parijs heeft presi dent Casimir-Perier, die bij zijn terugkomst van de revue, te Chateaudan levendig werd toegejuicht, tijdens den maaltijd een dronk gewijd aan de krachtsinspanning waarmede de middelen ter verdediging hersteld zijn gedurende het tijdperk van den vrede, Hij zette den weg voort, terwijl Julia den door Farnbach aangeboden arm aan nam Farnbach gevoelde, dat een siddering haar door de leden liep. «Red mij uit den doodelijken angst," fluisterde Julia haar be geleider toe Wat bedreigt Frits, wat ver mag ik. «Niet hier," antwoordde de officier zacht, «ik moet u eenige oogenblikken ongestoord spreken ik voer u naar een zijkamer, ver trouw op mij," zei hij haastig, toen hij Julia een stap terug zag treden, «ieder oogen- blik is van het hoogste gewicht." Als betoovei'd liet de jonkvrouw het hoofd zakken, sik moet u gelooven," zei zij nauwe lijks hoorbaar. b arnbach hield den tred in tusschen den vooruitgaanden raadsheer met zijn gemalin en het jonge paar drong zich terstond een stroom van menschen. Julia was van haar ouders gescheiden. Zwijgend liet zij zien door den luitenant geleiden. Zij betraden een der kleine kamers, welke de hoofdzaal omgeven en door zware portières van deze zijn afgezonderd. De kleine ruimte, inge nomen door een divan met enkele zetels, waarachter eenige sierplanten geplaatst waren, werd door een hanglamp met rood glas verlicht en was volkomen zonder be zoekers. Julia nam het woord«Gij ziet, ik ben u, vertrouwende op uw eer, gevolgd en voor immer zal ik u dankbaar zijn, indien gij een gevaar van het hoofd des armen Frits kunt afweren." «Gij bemint dien armen Frits dus innig?" vroeg de officier met een bespiedenden blik. «Ik wil het u niet verbergen ja, mijnheer, sinds mijn kindsche dagen behoort hem mijn hartik behoef mij deze neiging niet te schamen, want Frits is een cavalier, even edel als eergevoelig." «En gij zoudt tot een offer bereid zijn, indien gij een gevaar, dat hem dreigt, kondt afwenden «Tot elk offer, dat een jong meisje in eer en deugd mag brengen," antwoordde Julia met waardigheid. «Gij zijt edelman, slechts met dit voorbehoud wil ik u ver der aanhooren." Farnbach onthutste geheel en al. «Dat spreekt van zelf," antwoordde hij, en luister nu naai mij, ik zal kort zijn, want ieder oogenblik, ik herhaal het, is kostbaar. Gelijk gij Frits bemint, zoo - waarvan Europa geniet en dat het nog zal weten te verlengen. Het Fransche leger, zeide Perier, is thans machtiger dan ooit en de dag waarop het Vaderland bedreigd zal zijn, zal ik de standaard met vertrouwen salueeren. De minister van oorlog ant woordde met eene dankzegging en herinnerde er aan, hoe Casimir-Perier in de dagen van gevaar medestreed in de gelederen en op het slagveld zich het Legioen van eer ver wierf. De minister betuigde daarbij den president der republiek de eerbiedige sym pathie van gansch het leger. De verjaardag van de inneming van Rome is door de Piemonteezen weder op de ge bruikelijke wijze gevierd. In antwoord op een telegram van den burgemeester van Rome naar aanleiding van den gedenkdag, heeft koning Humbert pér telegraaf eene dankbetuiging gezonden voor de hulde, aan wijlen zijnen vader gebracht, met de bij voeging: dat de natie in het volgende jaar het jongste jubelfeest zal kunnen vieren wegens het tot stand komen der eenheid van Italië en tegelijkertijd wegens zijne economische wedergeboorte. In verband met dit telegram verdient de aandacht eene zeer belangrijke bekentenis naar aanleiding van de veelbesproken rede van den heer Crispi, vervat in eene corres pondentie uit Rome aan de volbloed libe rale Indep beige gericht. «Het beroep op een bondgenootschap tusschen Kerk en Staat, met het doel een beruchte secte te onder drukken, verraadt de volharding, waarmede de monarchie tracht de grieven van het Pausdom te ontwapenen en dit tot een bondgenoot te maken, want in Italië betee- kenen Kerk en Staat: de Paus en de Koning. Dit bijna smeekend beroep van een minis ter, die voor Gibelijn wil doorgaan, tot een Paus die totnutoe elke toenadering hoog hartig afwees, toont dat het officiëele Italië, zor.der het te durven bekennen, den ernst gevoelt van den toestand, waarin het zich gebracht heeft, en van de gevaren die het laat mij het u bekennen zoo bemin ik u Julia stond op. «Mijnheer «Hoor mij ten einde toe," verzocht de luitenant dringend, terwijl hij de jonkvrouw, die heen wilde gaan, terughield. «Ik ver moedde dat ik aan Von Sydow een mede dinger bezat. Van onze jeugd af heerschte tusschen ons geen overeenstemming, een onverklaarbare weerzin verwijderde mij van hem alsof ik een voorgevoel had dat eens onze wegen zich vijandig zouden kruisen. Toen ik hem in het huis uwer ouders ont moette," ging hij op levendiger toon voort, «vond ik mijn ergste vermoedens beves tigd. Ik zag toe met den blik der ijverzucht, ik verstond de spraak der oogen, die trouwe tolken der harten. Op dat oogenblik zwoer ik hem haat en wraak, zwoer hem in het verderf te storten, zoodra een gunstige ge legenheid zich aanbood en hij zelf bezorgde mij op hetzelfde uur die gelegenheid." Wordt vervolgd NIEUWE SCHIEDAM COURANT luiiiiimiHniuiimiiuuiiiiinMNimiHmiiiiilTil Gn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1