Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. 17de Jaarg. Zondag 25 November 1894. No. 5051. bureau ~?&otev&txaat 50. 5 brutale diefstal. PRIJS Y AN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADYERTENTIËN: Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Parijsclie Kroniek. üo0 6t Werd inderdaad wel wat al te zwaar, blik ^e<^u,ende weken achtereen bij eiken welke men in de kranten wierp, hier 2jp,s anders dan lange artikelen over de |e 6' den dood, de begrafenistoebereidse- vUti e<1 daarbiJ gebruikelijke ceremoniën, 6t(^aar Alexander III, te moeten slikken let Was waarlijk eene verademing te dat d»19d™ zijne plechtige bij- le JÏ'S in de kerk van St. Petrus en Paulus (v, t- Petersburg, daaraan een einde zou aaen. "en60 ^ke sombere mist wierp dien dag eel '°uwrnantel over geheel Parijs, dat er niets bijzonders te aanschouwen gaf (ilr 6ene kleine troepenbeweging door de die van de kazernen naar de Rus- teri 6 kerk in de rue Daru leidden, alwaar (j e't ure de lijkmis gecelebreerd werd. pe ,te§enwoordigheid van president Casimir- pi er' het défilé der troepen na deze pe digheid, zijn de eenige in het oog loo- ^anüestatiën welke hierbij moeten Sibc>en °PSeteekend. Perier's voorgangers Vo;e« nooit zelf, bij den dood van welken 'ijk(f booge persoonlijkheid ook, naar den v doch deden zich officieel daarbij \Vone§e,1Woordigen. Hierin heeft de tegen- dfin 6 President> dadelijk na zijn optre- 6en verandering gebracht, door achter gari(jj "jkwagen van zijn ongelukkigen voor- 'ijkwa n„ ?er naar de Notre-Dame te gaanen ?'ch u'tvaal't van den Czaar heeft hij daar ook aan gehouden. De dienst keri_ Zeer imposant geweest zijn, doch de 18 betrekkelijk klein en de straten er '"et breed, waardoor er slechts weinigen MjkVan hebben kunnen zien. In de overige tigliWaS er ^us n'et vee' van P'ecb" zij 'e'd te bespeuren en een ieder bleef aan 'e bezigheden. feuilleton. het dagboek van een detective.) 2) T der eve.rgeefs beproefde men op het spoor boudert igers te komenzelfs de onop- de bet e pogingen der locale politie en biet i Wa'ne hulp van Scotland Yard waren ^erp n staat eenig licht op de zaak te deskundige machinisten en hand- leden werden allen teleurgesteld in ir"h'in/°8ingen' om aan te duiden, hoe een ?0,,gsm.en de brandkast, onder de voor as, j?atregelen, die ik noemde, mogelijk den' v,,6 een'ge sporen in den bodem van waren 4 gaten, die ongeveer 'n duim diep waren, alsof er schroeven Uloci 0ut gedraaid waren maar deze ver- be en °ns niets hoegenaamd te leeren. 'Uenking viel natuurlijk op de beide Het is een verschijnsel, hetwelk zekerde bemerking waard is, dat sedert nu ruim veertien a vijftien jaren, en niettegenstaande de antipathie, of laat ik liever zeggen de nog altijd heerschende haat der Franschen tegen alles wat Duitscher of Duitsch is, de muziek der nieuwe Duitsche school, lang zaam doch met vasten tred hier haar weg gemaakt heeft, en dat op de drie concerten welke Zondags gegeven worden: die van het Chatelet met Edouard Colonne als diri gent, in het Cirque d'Eté, met Lamoureux en in de rue Rochechouart, met d'Harcourt, namen als Wagner Liszt, Schumann enz. de eerste plaatsen op de programma's innemen. En gelooft nu niet dat hei alleen de ouver tures van een Rienzi, Tannhauser of Lohen grin zijn die gratie vonden, neen, fragmen ten uit de Ring der Nibelungen, zooals Siegfried's Götterdammerunguit de Par sifal en de Tannhauser bijna in zijn geheel, genoten de vorige week den grootsten bijval. Wat is de tijd reeds ver, dat er op de concerten van dien moedigen Pasdeloup, de baanbreker der classieke populaire concer ten alhier, een symphonie van Beethoven, eene Rêverie van Schumann of psalm van Mendelssohn tusschen de overige nummers van Fransche componisten, als tersluiks, doorgleden en ik herinner mij nog zeer goed het ergerlijke gesis bij een Rapsodie van Liszt, aan wien men maar niet scheen te vergeven, dat hij de schoonvader van dien verfoeiden Richard Wagner was, van wien men zeker geen nummer op het programma zou geduld hebben. Toen men in mijn jeugd de Wagner- muziek de muziek der toekomst noemde, kon ik niet vermoeden, reeds in 1894 te zullen kunnen constateeren, dat die toekomst muziek de muziek van den dag geworden is en dat alle kleingeestige of zelfs brutale tegenwerking, kabalen, ja straatrumoeren, welke soms het ergste deden vreezen, de opvoering van de Lohengrin toch maar een paar jaren tegen hielden, die nu zoo in den beambten, maar hunne onschuld was glas helder, toen men er aan dacht, dat de brandkast zeker niet binnen in den wagen was opengebroken. Welke echter de dieven ook geweest mogen zijn, men was 't er algemeen over eens, dat de diefstal een der opmerkelijkste was, die in de jaarboeken der misdaden stonden opgeteekend. «De boven medegedelde bizonderheden welke ik noodzakelijkerwijze zoo kort moge lijk heb verteld, waren alles, wat van den diefstal bekend was. «Daar ik in dien tijd te Kimberley woonde, en wegens ziekte mijn ontslag te Scotland Yard had gekregen, stelde ik er natuurlijk uiterst veel belang in, om eenig licht te werpen op dezen diefstal, eene belangstel ling, die zeker nog door eene belooning van 5000 pond, die voor den vinder dei- dieven uitgeloofd was, werd verhoogd. Alle pogingen bleven echter vruchteloos, en de zaak raakte langzamerhand in 't vergeet boek, daar andere meer geruchtmakende feiten het publiek bezighielden. «Thans komt het voornaamste punt van mijn verhaal, hetwelk gij, zoo gij wilt, kunt beschouwen als een dier onverklaarbare toevallen, die gedurig in het dagelijkse!» smaak is gekomen, dat zij met de veel moeilijker te bevatten Walkurehet meest winstgevende muzikaal drama van het re pertoire der Groote Opera is geworden. Doch niet alleen is men er toe gekomen de muziek van Wagner te willen hooren, en velen zelfs met genoegen, (want weer an deren hooren ze nog alleen om in de mode te zijn)maar de meeste Fransche toonzet ters, o. a. Saint Saens, Massenet enz. heb ben zijne wijze van werken gevolgd en hunne laatste werken dragen daar zoo sterk den stempel van, dat de nog altijd ver woede tegenstanders van den Duitscher, die Frankrijk eens beleedigde, hen daar een verwijt van maken. Eenige dagen geleden hoorde ik in de Opéra Comiquede jongste Opera van den ruim tachtigjarige Verdi, de Falstaff, en ik geloofde mijne ooren niet. Was dat dezelfde muzikus, die de Trouvère, Lraviata, enz. componeerde P Zoo rijk aan thema's en melodiën, doch dikwerf zoo arm in de be geleiding en zoo mager in zijn orchestratie- Het is ongelooflijk hoe ook bij den Italiaan, met zijne goede en slechte eigenschappen in de kunst, de genre van Wagner zijn invloed heeft doen gevoelen en ingang heeft gevonden, en van het begin der eerste tot het einde der derde en laatste actie was ik inderdaad onder den charme van zooveel frissche oorspronkelijkheid dat ik met spijt het scherm zag dalen en het genot dus een einde nam. En wat werd er nu van den man die het meest tot deze meer verfijnde muzikale opvoeding en beschaving der Parijzenaars heeft bijgedragen en daaraan een kwart eeuw onvermoeid arbeidde De onverzaagde Pasdeloup stierf een paar jaren geleden verlaten en in zijn ouden dag alleen door den steun van de Figaro tegen armoede beveiligd. Een der vurigste navolgers van Wagner, de componist Ernest Reyer, vraagt nu ook in de Dèbats. Dat de Parijsche Gemeenteraad de naam van Pasdeloup aan leven voorvallen, om er ons aan te herin neren, dat ten slotte het onrecht nooit de straf ontkomt. «Ongeveer drie jaar na den diefstal van den mailtrein besloot ik mijn geluk te gaan beproeven in 't pas geopende territorium van de «Chartered Company" in Mashona- land. In dien tijd was het gedeeltelijk nog onbekend land en voor hen, die aan 't leven in de open lucht niet gewend waren, ging de reis gepaard met aanzienlijke gevaren, door de afwezigheid van water enz. Wij waren de Tuli aangekomen, waar wij uit spanden, en in de koelte van den avond begaf ik mij op weg, om onzeri vermin derden levensvoorraad weer aan te vullen door eenige patrijzen, waarvan die streek krioelde, te schieten. Niet ver van het wagenspoor want ik kan het onmogelijk een weg noemen kwam ik langs een gezadeld paard, dat rustig graasde. Ik dacht, dat de eigenaar wel in de nabijheid moest zijn ik volgde de hoefsporen, die het dier achtergelaten had en kwam eindelijk aan een dicht boschje aan den voet van een heuvel. Onder een groepje mimosa-hoornen, ontdekte ik het de vergetelheid zal onttrekken, door een der straten in den omtrek van het Cirque d' Hiver, naar hem te noemen. Waar zooveel stand beelden voor onbekende grootheden worden opgericht zal, dunkt mij, deze nederige en welverdiende hulde aan de gedachtenis van Pasdeloup zeker niet geweigerd worden. Fidélius. Parijs, 10/23 Nov. 1894. ALGEMEEN OVERZICHT. 24 November '94. De nieuwe Kamer in België is thans voor goed samengesteld op den grondslag der laatstgehouden verkiezingende verschillende partijen hebben positie genomen. In de Kamer werd een oogenblik gevreesd, dat de katholieke afgevaardigden van Brussel, we der, evenals bij een vroeger succes der katholieken aldaar, een afzonderlijke groep van «independenten" zouden vormen. En in de laatste dagen liep het gerucht ook, dat de afgevaardigden van de Vlaamsche pro vinciën een afzonderlijke groep zouden con- stitueeren, ja, dat de afgevaardigden van Oost- en West-Vlaanderen, daartoe reeds feitelijk de Antwerpsche colleges hadden uitgenoodigd. Noch het een, noch het ander heeft zich bevestigd. Alleen wanneer spe ciaal Vlaamsche belangen aan de orde zijn, zullen de afgevaardigden der Vlaamsche dis tricten elkander vooraf verstaan. De Provinciale Raad van Brabant heeft besloten het tot dusver door de universiteit van Brussel genoten subsidie, voortaan tus schen haar en de katholieke universiteit van Leuven gelijkelijk te verdeelen. Ziedaar dus reeds een eerste onrechtvaardigheid door de omzetting van dien Raad weggenomen Verleden jaar hadden de toen nog opper machtige doctrinairen beslist, dat de Presi dent van den Prov. Raad rechtens moet zitting hebben in den Raad van Beheer der Vrije Universiteit van Brussel. Weinig ver moedden zij toen, dat thans een katholiek blijkbaar diode lichaam van een man, van ongeveer 40 jaar, wiens kleeren eene lange afwezigheid uit de beschaatde wereld ver rieden, en wiens algemeen uiterlijk bewees, dat hij, alvorens te sterven, vreeselijk ge leden moest hebben aan eene kwaadaardige koorts, die gedurende den regentijd in die streken zoo hevig kan woeden. Een nader onderzoek deed echter uit komen, dat het leven nog niet geweken wasen daar de zon juist achter den hori zon verdween, ging ik dadelijk aan 't werk, om hem weer bij te brengen, door zijne lippen met het water van mijn veldflesch te bevochtigen. Mijne pogingen werden spoedig beloond, daar ik hem zijne oogen zag openen, doch blijkbaar was hij te zwak om op te staan. Daar ik bang was, dat de duisternis ons zou overvallen en ik in 't bosch verdwalen zcu, nam ik den ongelukkige zoo goed en zoo kwaad als 'tging op mijn rug en be reikte spoedig de plaats, waar ik 't paard had verlaten. Wordt vervolgd NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT |HHrmiui»uini'ii[innrii'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1