wordt althans gemeld, dat, nadat de beide
eerste aanvallen waren afgeslagen, een derde
aanval tegen het oostelijk fort gelukte. Dit
fort bleef in handen der Japanners. Trou
wens, te oordeelen naar het succes dat de
Japanners tot dusver, zoowel in Korea als
bij de verovering van Port-Arthur behaal
den, kan men verwachten, dat ook Wei-
hai-wei wel door hen zal worden vermees
terd. Over de vredesonderhandelingen is
nog niets naders bekend. Tot dusver zijn
de besprekingen tot het sluiten van den
vrede nog niet op ernstigen grondslag be
gonnen. Van het resultaat dezer onderhan
delingen wordt vooreerst nog niet veel
verwacht.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 1 Februari 1895.
Heden herdenkt de heer G. F. Penning,
directeur van het postkantoor alhier, den
dag waarop hij vóór 40 jaren als surnume
rair ten postkantore te Zutfen in dienst
trad en aldus gedurende 40 jaren bij de
posterijen werkzaam is.
Het personeel ten postkantore meende
dezen bijzonderen gedenkdag van den wel
willenden en hulpvaardigen directeur niet
onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan.
Toen de geachte jubilaris dan ook dezen
ochtend ten half negen ure zijn kantoor
betrad, vond hij zijn zetel zeer net met
eenig groen versierd. Namens het personeel
werd daarop de jubilaris door den onder
directeur, den heer J. Goekoop, toege
sproken. In eene korte toespraak herdacht
de heer Goekoop de veertig welbesteede
dienstjaren van den heer Penning, wenschte
hem geluk met het voorrecht dezen dag te
vieren en vereerde hem als huldeblijk namens
het personeel een geschenk, dat hem nog
in zijn rustigen levensavond van zijn werk
zaam leven zou getuigen.
Dit geschenk, door den jubilaris met blijk
bare voldoening aanvaard, bestaat uit een
bronzen beeld, voorstellende een zeeman
uitwerpende een reddingsboeihet draagt
tot onderschrift het Fransche woord secours.
De liefdevolle hulp en bijstand door den
heer Penning in zijn langdurigen diensttijd
aan tal van ondergeschikten verleend, gaf
aanleiding hem dit beeld te vereeren, w aaraan
voor hem zeker immer aangename herinne
ringen zullen verbonden blijven.
In hartelijke bewoordingen dankte de
jubilaris voor de hulde hem bewezen en
verzekerde, dat de herinnering aan deze
onvergetelijke oogenblikken zijne stille rust
dagen zou veraangenamen.
Vele kwamen in den loop van den dag
den jubileerenden postdirecteur gelukwen-
schen. Zoowel van de zijde zijner ambtge-
nooten als van ingezetenen dezer stad werd
hem op vereerende wijze getoond, hoe
zeer hij als een verdienstelijk ambtenaar
geacht wordt. Voorzeker wenschen allen
die zijne goede diensten, vooral aan den
handel te dezer stede bewezen, op prijs
stellen, dat de heer Penning na een zoo
volijverig werkzaam leven zijne welverdiende
rust vele jaren zal mogen genieten.
Nadat hem gisteren-middag de kas van
den waarnemenden ontvanger, den heer
A. Koper, was overgedragen, heeft heden
de nieuwbenoemde gemeente-ontvanger,
de heer C. R. Bentfort, zijn ambt aanvaard.
kend isnl. dat het verhuizen van den heer
Numan, waarvan in het bekende bericht
van de Tel. sprake was, nog slechts een
begin van uitvoering had gekregen, doordat
de heer Numan alleen zijn verhuisbiljet te
Oud-Beierland had ingeleverd.
Gedurende de maand Januari kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 343 sche
pen, metende 234.221 netto reg. ton, waar
van 11 zeilschepen, met 5305 netto reg.
ton. Voor Rotterdam waren hiervan be
stemd 339 schepen, metende 229.029 netto
reg. ton, waarvan 10 zeilschepen, met 2987
reg. ton.
In Januari 1894 kwamen den Nieuwen
WTaterweg binnen 325 schepen, metende
223.176 netto reg. ton, waarvan 21 zeil
schepen, met 12.428 netto reg. ton. Voor
Rotterdam waren hiervan bestemd 323
schepen, metende 221.232 netto reg. ton.
waarvan 21 zeilschepen, metende 12.428
netto reg. ton.
Alzoo voor de eerste maand van dit jaar
voor den Nieuwen Waterweg eene vermeer
dering van 18 schepen en 11.045 netto reg.
ton en voor Rotterdam eene vermeerdering
van 16 schepen en 7797 netto reg. ton
Bij het binnenstoomen van de Oude ha
ven te Rotterdam is eergisteren de sleep
boot Anna, kapitein A. Joosten, met den
boog boven op den voorsteven van de Haar-
lemsche vrachtboot, kapitein W. Bus, ge
loopen. Door den schok, dien deze vrachtboot
kreeg, liep zij met den achtersteven tegen
de schroetboot Stad Tholen, kapitein G. C.
van Keulen. De sleepboot kreeg eenige
lichte averij aan de boegspriet, van de Haar
lemsche vrachtboot werd de voorsteven in
gedeukt en een gedeelte hek van de ver
schansing vernield, terwijl de Stad Tholen
een gat bekwam in den achtersteven, die
tevens ingedeukt werd.
De stoomboot-rederij »de Schie" heeft
wegens het ijs gisteren den dienst moeten
staken. De eerste boot vertrok nog ten 7^
uur van Rotterdam en was eerst 9 uur te
Overschie. Nabij de buitenplaats »de Tem
pel" tusschen Overschie en Delft moest zij
het opgeven en keerde terug.
Tot buitengewoon opzichter bij den bouw
van een bacteriologisch laboratorium te Delft
is bij Min. beschikking benoemd F. J. de
Ridder, thans buitengewoon opzichter bij
den bouw van het geodesie-gebouw aldaar.
De rivier De Maas voor deze stad is over
hare geheele breedte bedekt met zwaar
drijfijs, dat de binnenlandsche scheepvaart
belemmert.
Van de booten die gewoon zijn onze ge
meente aan te doen, waren gisteren slechts
een viertal aangekomen. Heden-voormiddag
was nog geen enkele boot aan de aanleg
plaats gezien.
Ter voorlichting van onze lezers buiten
de stad, die van onze Schiedamsche »foren-
senkwestie" op de hoogte willen blijven,
kan het wellicht nuttig zijn alsnog in het
Jicht te stellen, wat hier vrij algemeen be-
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 31 Januari.
Bij het gisteren voortgezet algemeen
debat beantwoordde de Minister van
Buitenlandsche Zaken de gisteren
gegeven beschouwingen.
De Regeering handhaaft haar program
kiesrecht, personeel en gemeentelijk finan-
ciestel, waaromtrent volkomen homogeniteit
bestaat. De Minister hoopt, dat de Kieswet
een nationale zal zijn, strekkende tot paci
ficatie, en ziet geen bezwaar om het ge-
meentebelastingstel desnoods na de Kieswet
te behandelen.
Daarnevens zal de Regeering andere zaken
behandelen. Bezuiniging is noodig. Aller
eerst op militaire uitgaven. De Regeering
meent dat onze verdediging moet gebaseerd
zijn niet uitsluitend op het hebben van een
politieleger, maar ook op handhaving van
onze neutraliteit en tot verdediging tegen
een buitenlandschen vijand. Natuurlijk moet
echter gestreefd worden naar bezuiniging.
Daarna verdedigde de Minister de zinsnede
der Troonrede omtrent den tamelijk gunsti-
gen toestand van handel en nijverheid in 1893,
Hij verzekert, dat in den geest van het
Landbouwcomité de Regeering streeft naar
geleidelijke ontwikkeling van den landbouw,
door subsidie van onderwijs, enz.
Wat de eeds-kwestie betreft, houdt de
Minister vast aan zijne overtuiging dat het
oogenblik niet geschikt is voor deze Regee
ring om die zaak in haar vollen omvang te
regelen.
De Minister van Justitie verze
kerde nogmaals, dat de Strafwet krachtig
genoeg is om op te treden tegen de agitee-
rende partij. Deze moge motiën stellen zoo
veel zij wil; zoodra zij zich vergrijpt aan
de wet, is de justitie krachtig opgetreden
om elk verzet te fnuiken. Te Amsterdam,
te 's-Gravenhage en tegenover niet belas-
tingbetalenden is dit gebleken. Maar de
burgerij moest wat meer de politie steunen,
wat burgermoed toonen en niet door lijdelijk
verzet haar bemoeilijken. Handhaving van
de orde is haar, is het algemeen belang,
Art. 284 Strafr. kan ook toegepast worden
tegen hen, die anderen beletten naar hun
werk te gaan.
Aan de Justitie is een onderzoek opge
dragen naar niet strafbare feiten, wier
bestraffing gewenscht schijnt. Overigens
zou werkstaking, gepaard met contrabreuk
wel vallen onder strafwetboek en staking
aan fabrieken van openbaar nut een bedrei
ging van de openbare veiligheid kunnen
heeten.
De Minister van Binnenland
sche zaken verklaarde volkomen door
drongen te zijn van het belang van den
landbouw, maar geen subsidiën toe te staan
die hij onnuttig achtte.
De Minister van Financiën ver
klaarde te zullen streven naar bezuiniging.
De Minister van Oorlog bestreed
de cijfers van de heeren Regout en Sassen
omtrent de militaire uitgaven per soldaat,
welke veel te hoog zijn.
De minister van Waterstaat
constateerde, dat de toestand der zeewering
bij Calantsoog zeer zorgelijk was en naar
overeenstemming niet getracht worden tot
aanleg van een tweeden dijk, terwijl de
eerste reeds versterkt wordt.
De heer Fransen van de Putte
wilde eene speciale wet bevelende voor
ziening der zeewering te Scheveningen. Hij
hoopi dat de Regeering den moed zal heb
ben om, waar zij krachtig optrad tegen de
Friesche gemeenten, ook elders, waar grove
verwaarloozing bestaat, handelend op te
treden.
Na repliek van verschillende sprekers
verklaarde de minister van buitenlandsche
zaken, hoofd van het Kabinet, in zijne dupliek,
dat voor speciale wetten ten opzichte van
de zeewering te Scheveningen geen reden
bestaat, omdat Ged. Staten zeker van hunne
rechten zullen gebruik maken, om zoo
noodig tusschen beiden te komen en de
wenschelijke maatregelen voor te schrijven.
Mocht Staatstusschenkomst in dezen noodig
zijn, dan zal de regeering daarin niet in
gebreke blijven.
Hoofdstuk II (Hooge Collegien van Staat
en Kabinet der Koningin) werd zonder be
raadslaging aangenomen.
Daarna kwam in behandeling de begroo
ting van buitenlandsche zaken.
De heer Van Tienhoven betuigde
zijne instemming met het beleid van den
Min. v. Buitenl. zaken zoowel in zake de
consulaire en diplomatieke vertegenwoor
diging als in de kwestie van de Gosta Rica
Packet en het zalmtractaat.
De heer Melvil vanLynde n'(abusief
noemden wij in het vorig Kamerverslag
dezen spreker van Lynden van Sandenburg)
besprak de kwestie van het zalmtractaat
en meende dat men niet het dilemma be
hoefde te stellen van opzegging of hand
having. Men kan ook overgaan tot wijzi
ging en spr. gat zelfs de punten aan, waar
omtrent wijziging in het belang onzer zalm-
visscherij wenschelijk was.
De heer R a h u s e n wees op het gevaar van
wijziging. Hij geloofde dat men in deze met
bedachtzaamheid en overleg moet handelen
spr. heeft de cijfers nagegaan en daarbij is
hem gebleken, dat na het zalmtractaat de
vangst hier is toegenomen.
Na repliek van den Minister, die zich over
de instemming van den heer Van Tienhoven
in de Gosta Riea-kwestie verheugde en wees
op de noodige behoedzaamheid in zake het
zalmtractraat, werd zijne begrooting zonder
stemming aangenomen.
De beraadslagingen over hoofdstuk IV,
Justitie, zijn daarop aangevangen en worden
heden voortgezet.
sterdammer een door hem ontvangen schrij"
ven openbaar, houdende ernstige beschul
digingen in zake het beheer van den
armvoogd E. de Haan te Bakkeveen. Naai"
aanleiding daarvan heeft het Dagelijkse!»
bestuur van Opsterland een onderzoek naar
de gegrondheid dier beschuldigingen inge
steld, waarbij gebleken is, dat zij beslist
onwaar zijn.
Er wordt nu een onderzoek ingesteld*
wie de schrijver is van deze «lasterlijke
aantijgingen."
Het Dagblad verneemt, dat de wetsonf-
werpen nopens Opsterland en West-Stelling
werf in de Eerste Kamer zullen behandeld
worden vóór Hoofdstuk V (Binnenlandsche
Zaken.)»
Het wetsontwerp nopens de teruggaaf
van het waarborgkapitaal der spoorweg-
concessie Samarang Cheribon zal be
handeld worden vóór de Begrooting van
Koloniën.
Uit Nederlandsch-Indië werd ons heden
geseind, dat het stoomschip Zeeduif van de
gouvernements-marine is gestrand in de
Patientia-straat. Het schip is verloren. De
bemanning werd gered.
In Engeland is weder aangekocht een
kotter voor rekening van den reeder A-
Hoogenraad te Scheveningen. Dit is het
zevende kielvaartuig, waarmede sedert
de laatste ramp, aan de bomschuiten aan
het stand overkomen, de Scheveninhsche
loggervloot is vermeerderd.
Bij de Tweede Kamer zijn ingekomen
wetsontwerpen tot bekrachtiging van nieuwe
tarieven van kanaal en andere gelden op
de Opsterlandsche en Ooststellingwerfsche
Compagnonsvaart of Appelschastervaart en
op het Tjonger kanaal en de Beneden
Tjonger c. a.
Deze wijziging in de tarieven is noodig
geworden door de wegruiming van den dam
bij Appelscha, waardoor de Friesche wate
ren met die in Drenthe zijn vereenigd en
de scheepvaartbeweging op bovengenoemde
kanalen tot Drenthe en elders is uitgebreid.
De heer Pijttersen, lid der Tweede Ka
mer, maakte voor eenigen tijd in De Am-
Aan de fabriek der heeren J. M. van
Kempen Zonen te Voorschoten is een
kostbaar stuk vervaardigd, voor Indië be
stemd.
Het bestaat uit een kunstig bewerkten
gouden koffer op plateau, en zal den regent
van Tegal door zijne Tegalsche vrienden
worden aangeboden. Het deksel is versierd
door een keurig gedreven Nederlandschen
leeuw met wapenschild. De zijden van den
koffer, die door leeuwenklauwen gedragen
wordt, zijn met prachtige gravures versierd,
terwijl in een omlauwerd schild de volgende
inscriptie in fraaie letteren is aangebracht-
«Souvenir aan Raden Mas Adipatti Ari"
»Rekso Negoro ter eere van zijn 25jarig
«jubileum als Regent van Tegal aangebo
nden door zijn Tegalsche vrienden 10 Sep
tember 1894".
Te Leiden is eergistermiddag op het
Galgewater een meisje verdronken, dat met
eene man en een vrouw daar op het ij3
reed, nittegenstaande de Katwijker boot
daar nog altijd zijn vaargeul heeft.
Hoe sterk het ook de laatste nachten
heeft gevroren, toch is daarom het ijs niet
overal vertrouwbaar. Ook bij de Koepoort
zijn er eenigen doorgezakt, doch deze kwa
men er weer behouden uit.
Omtrent den vermoedelijken moord aan
den Ringdijk van de Haarlemmermeer, nabij
Halfweg, deelt de Haarl. Ct. mede, datd®
dokter, die het overlijden constateerde, niet
heeft opgemerkt, dat de dood het gevolg
was van uitwendig geweld. De geneesheer,
die op uitnoodiging van den burgemeester
den doodschouw heeft gedaan, vond een
wond aan de linkerborst, die door de klee'
ren, huid, longen en hart tot in de groot®
slagader was doorgedrongen.
De gerechtelijke instructie leidde niet to4
een stellig resultaat. De verslagene, die op
Dinsdag te vier uur gezond en wel wa3
thuis gekomen, heeft na dien tijd, gelijk
meer voorkwam, ongenoegen met zijne hu»3'
genooten gehad. De vader en broeder b«'
weren, dat zich dit ongenoegen tot woorde11
bepaald heeft en dat, nadat zy Matthij®
verlaten hadden, deze zichzelf vermoedelijk
te kort heeft gedaan. Of dit beweren aa»»'
nemelijk is, wordt nog door de justit'e
onderzocht. Zeer is het in ieder geval »e
betreuren, dat dit feit eerst Zaterdag tef
harer kennis is gebracht.