grooting zullen de kerkelijke wetten, welke
over het lot van het kabinet-Banfly zullen
beslissen, weer aan de orde komen.
Hoewel het bericht omtrent de omwente
ling in Bulgarije onwaar is gebleken, blijkt
het toch maar al te zeer dat de politieke
toestand er zeer verwikkeld is. Vorst Ferdi
nand heeft weer een onderhoud gehad met
Dragon ZankofF, den leider der Russisch-
gezinde partij. Zankoff moet den Vorst
geraden hebben het kabinet-Stoïloff te ont
slaan, een cabinet d'affaires te benoemen
en dan de Sobranje te ontbinden. Vervol
gens zou dan met eenige kans op succes
eene deputatie naar St. Petersburg kunnen
gezonden worden, ten einde van Czaar
Nicolaas de erkenning van prins Ferdinand
als vorst van Bulgarije te verkrijgen. Blijk
baar verkeert de vorst nog in het onzekere
hoe hij moet handelen, ten einde aan de
tegenwoordige moeilijkheden het hoofd te
bieden. Eene verzoening met Zankoff zal
zeker niet tot het gewenschte doel leiden,
want de Bulgaren zijn te zeer gesteld op
hun onafhankelijkheid, dan dat zij weer
genegen zouden zijn, zich aan Ruslands
toezicht te onderwerpen.
De Zwasiland-kwestie blijft in Transvaal
nog steeds aller aandacht bezighouden. Pre
sident Kruger door een correspondent geïn
terviewd verklaarde hoop te hebben, dat
het geschil betredende Zwasiland in der
minne zou worden belegd, Voorts deelde
de president mede, dat de Transvaalsche
burgers niet genegen zijn te berusten in
de wijziging der bekende commandowet.
Met het oog op de weerspannigheid der
iuboorlingen achtte de president echter de
tijd gekomen voor de oprichting van een
legerkorps vrijwilligers, aan wie soldij zal
worden uitbetaald.
deel verworveneerstens; dat de giften van
katholieken dezer stad ten goede komen
aan de armen dezer stadvervolgens, dat
de levering der brooden geschiedt door de
verschillende katholieke bakkers dezer stad."
Voorzeker zullen onze katholieke stadge-
nooten volgaarne aan deze uitnoodiging
gevolg geven en aldus een liefdewerk doen
bloeien, dat aller steun en medewerking
verdient.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 18 Februari 1895.
Voor de kiezerslijsten van dit jaar hebben
zich in deze gemeente aangegeven 8 lodgers
(11 in 1894.)
Voor de modellen B der grondbelasting
(zjj die op titel van aandeel in onverdeelde
boedels op het kiesrecht aanspraak kunnen
maken) meldden zich aan 5 personen, ter
wijl zich daarvoor in 1894 3 personen opgaven
In het Kerkbericht voor Roomsch-Katho
lieken te Schiedam lezen wij de volgende
uitnoodiging van eerbiedwaardige zijde tot
onze katholieke stadgenooten gericht
«Degenen die aan het liefdewerkD e
brooden van den H. Antonius
wenschen deel te nemen, worden dringend
verzocht de daarvoor bestemde almoezen te
geven aan een der beide eerwaarde Pastoors
dezer staddeze hebben de zorg op zich
genomen om, door middel van het R. K.
Parochiaal Armbestuur, de brooden aan de
armen in alphabetische volgorde uit te dee-
len. Op deze wijze wordt het dubbel voor-
Midden op de rivier ontdekten wij de
arkvormige gedaante van een koopmans
vaartuig, en na nog een poosje gezwommen
te hebben, bevonden wij ons in de nabij
heid van dit scheepje. De vriendelijke in
boorlingen verleenden ons volgaarne een
schuilplaats, en daar bleven wij veilig tot
den volgenden morgen, luisterend naar de
echo's van het krijgsrumoer in de tegen
over ons liggende stad.
Toen de dag aanbrak, werd de opstand
bedwongen maar de muiters hadden het
telegraafkantoor en het spoorwegstation
vernield, de schatkist geplunderd en de
machineriën der nieuwe waterleiding stuk
geslagen.
Sita Ram kwam 's namiddags terug en
deed zich tegenover mij als een hoogst be
schaafd en voorkomend man kennen. Hij
had blijkbaar niet het minste vermoeden
gehad van de bestorming zijner woning.
Het eerste wat hij deed, was Baboo Das
op staande voet zijn ontslag geven. En
nadat hij het verhaal van mijn avontuur
gehoord had, bevorderde hij den dapperen
kleinen Gunpat tot een eervollen en rijk-
bezoldigden post onder zijne huisbedienden.
En ik vergat evenmin, op myne manier de
verdiensten van den heldhaftigen knaap te
huldigen.
Het bekende melodrama »Néon of de Mar
telaars der Catacomben," werd Zondag-avond
door de Zangvereeniging «St. Gregorius"
in den Officierentuin opnieuw ten tooneele
gevoerd. Dat de wederopvoering van dit
schoone melodrama in den smaak van het
publiek viel, bewees de overtalrijke menigte
die de groote zaal geheel vulde.
Van deze hernieuwde opvoering mag ge
tuigd worden, dat zij niet minder dan de
vorige opvoeringen met succes is bekroond.
Op het ruime podium der Officierenzaal
kwamen beter nog dan in de beperkte too-
neelruimte van «Musis" vooral de groepen
tot hun recht. Het bleek ook al spoedig
dat het oude stuk in een nieuw kleed was
gestoken. De costumes waren blijkbaar geheel
nieuw en aan de inrichting van het tooneel
was bijzondere zorg besteed. Zeer schoon deed
zich op deze wijde tooneelruimte voor de
voorstelling der Catacomben, met de graven
der martelaren en het altaar op den ach
tergrond. Ook het tafereel in het rechthuis
van Secondinus maakte in het nieuwe kleed,
waarin het gestoken was, bijzonder effect
historisch gebouw was hier de voorstelling
der Romeinsche gerechtsdienaars en andere
personen, die in deze treffende scène op
traden.
De verschillende hoofdrollen bleken ook
nu weder in goede handen te zijn. De
jongeheer P. E. bood ons een schoone type
van den jeugdigen christen-martelaar Neon.
De heeren M. G. als Adrias, Romeinsch
patriciër, en J. H.,;als de praetor Secondinus,
bleken hun rol goed meester te zijn. Ook
de heeren Th. H., die Maximus, vriend des
Keizers, en H. V., die den Egyptischen
afgodspriester Ammon voorstelde, deden hun
eigenaardige rol goed tot haar recht komen.
De heer G. W. was als Hyppolitus, de
kluizenaar, weder geheel in zijn element;
zijn spel doet waarlijk vergeten dat hij
dilettant is. De meer ondergeschikte rollen
werden door de betrokken personen even
zeer met de meeste toewijding vervuld
Ook wat het muzikale gedeelte betreft,
is de wederopvoering van dit «melodrama
met zang" met het gewenschte succes be
kroond. De koren, meerendeels achter de
coulissen uitgevoerd, werden over het geheel
goed gezongen. Bijzonder effect maakte
het koor der catechumenen«Geloofd zij
God," en het slotkoor van het 3e bedrijf:
«Ach rechter, hebt erbarmen," Ook het
slot van het 2e bedrijf, de samenzang van
solo (Maximus) en koor «Op U, o Heer,"
was bijzonder indrukwekkend. De solisten
zoowel als de koren kweten zich verdienste
lijk van hunne taak, die in deze localiteit
niet altijd even dankbaar was.
Een waardig besluit van dit schoone melo
drama is voorzeker de Apothéose met
slotkoor. De jeugdige martelaar Neon,
door de glorie des hemels omstraald, die
zijne deelgenooten in het martelaarschap:
zijn vader Adrias en den boeteling Maximus
de gouden martelkroon op de slapen drukt,
terwijl daaronder de kluizenaar Hyppolitus
de handen te samen vouwt, de engelen
hun den palm der zegepraal toewuiven en
hunne beulen vol vertwijfeling deze verheer
lijken hunner slachtoffers aanschouwen het
was eene overschoone groep, de vervulling
van den hartewensch door den berouwvollen
Maximus geuitdat de Albelooner hier tege
lijkertijd zou kronen de vader en het kind
de onschuld en het berouw. Jammer is
het zeker dat bij het vertoonen van derge
lijke apothéosen het kunstlicht zoo weinig
constant blijkt.
In de meest opgewekte stemming scheidde
ten slotte het overtalrijk publiek, wel vol
daan over hetgeen het door deze herhaalde
opvoering van dit schoon en leerrijk melo
drama had genoten.
Ter waarschuwing van onze stadgenooten
om toch vooral bij het verlaten hunner
woning goed te sluiten, maken wij alsnog
melding van een brutalen diefstal die Vrij
dag-avond te dezer stede heeft plaats gehad.
Omstreeks 7 ure Vrijdag-avond is bij de
Wed. van Woerkom in de Baan diefstal
gepleegd, terwijl zij even een boodschap
was gaan doen. Bij het van huis gaan had
zij de deur dicht gehaald, doch niet gesloten,
en het licht laten branden. Toen zij, zooals
ze zegt, slechts vijf minuten later terug
keerde, vond zij de deur open en waren
uit de chiffonière, waarvan de laden nog
openstond, een paar spaarpotten met eenig
geld benevens eenige gouden lijfsieraden
ontvreemd.
Heden-middag omstreeks 12| ure is de
dienstbode Maria Hengst, terwijl zij achter
het huis van hare meesteres, mej. de wed.
J. A. Kruining, aan de Boterstraat alhier,
bezig was met water te scheppen, in de
Schie geraakt. Daar door de voorbijgangers
aan de overzijde spoedig alarm werd ge
maakt, schoten spoedig de heer J. T.
Klekamp, de meesterknecht A. Post uit de
branderij van de firma J. van Katwijk Czn
en de onderknecht A. Bergmans uit de
branderij van de firma J. H. van Gent ter
hulp toe, wien het mocht gelukken de dren
kelinge spoedig op het droge te brengen.
Zij brachten haar daarop in de bierhalle
«Cambrinus", waar haar door mej. Kruining
de noodige hulp werd verleend.
offer (gevraagd wordt om eene vaart te
steunen, «die aan haren handel en hare
schipperij toch reeds groot nadeel toebrengt."
Tot recht verstand der zaak diene, dat
ophet nieuwe Provinciaal kanaal, voor de
vaartverbetering tusschen Rijn en Schie»
geen haven- of kanaalgelden door de pro*
vincie worden geheven, maar de schepen,
die dit kanaal van en naar Rotterdam be
varen, op hun doorvaart door de haven van
Delft, onderworpen zijn aan het havengeld-
Er stonden Vrijdag te Rotterdam onge
veer 80 agenten van politie op de zieken
lijst. De mannen hebben in den laatsten
tijd, vooral des nachts, veel van de koude
te lijden gehad, wat waarschijnlijk wel de
oorzaak is van hun ongesteldheid.
Toen schipper G. van Veen van Scheve-
ningen met zijn schuit liggende aan de Plak-
plaats in de haven te Vlaardingen zijn knecht
Arie van Klaveren van Alten aan den Rhijn
Zaterdag ochtend ten ruim 9 ure te ver
geefs aan het ontbijt wachtte, ging hij naar
het vooronder (logies van den knecht) en
vond hem daar bij hef openen van het luik,
schijnbaar bewusteloos liggenbij onder
zoek bleek echter dat de man door kolen
damp was gestikt, hij had wegens de felle
kou gisteren avond voor het eerst een
kacheltje aldaar ontstoken en hoewel het
scheepsluik uit voorzorg aan een kier gezet
was, de ontwikkelde damp niet kunnen
ontkomen.
Het lijk is, na alvorens per draagmand naar
het politie bureau ter schouwing gebracht
te zijn, daarna naar het lijkenhuisje op de
burgerlijke begraafplaats overgebracht.
(VI. Ct.)
Burg. en Weth. te Delft hebben den
Raad voorgesteld, aan Gedeputeerde Staten
te berichten, in antwoord op de uitnoodi
ging van den minister van Binnenlandsche
Zaken, om de verordening op het havengeld
in te trekken, dat de Raad niet de over
tuiging heeft dat de wet de intrekking der
verordening eischt en dat het gemeente
belang niet toelaat de inkomsten uit deze
heffing te verminderen.
De betreffende verordening werd in 1858
goedgekeurd en was gebaseerd op een jaar-
lijksche ontvangst van 112 a f 14.000 tegen
over eene uitgaaf van f15.000. Thans zijn
de inkomsten gestegen tot f 32.000 per jaar,
tegen f 30.000 aan uitgaven. Maar dat is al
zoo sedert 3 jaar. B. en W. geven den Raad
dan ook in overweging, Ged. Staten er op
te wijzen, dat thans in strijd met de wet
wordt beweerd, nu de provinciale vaart
langs de gemeente Delft is geopend, ter
wijl reeds in 1891 en 1892 hetzelfde had
kunnen aangevoerd [worden, waaruit moet
afgeleid worden, dat nu aan Delft nog een
Als afdeeling der «Delftsche Handelsver-
eeniging" is een Onderling Informatie- en
Schuldinvorderings-bureau opgericht. Deze
afdeeling heeft ten doel, door onderling0
samenwerking en informatie, ook ver buiten
de stad, de leden te vrijwaren tegen wan
betaling, schulden te innen, rechtskundig0
adviezen te verstrekken, in rechten voor
de leden op te treden, enz. De Vereeniging
meent hierdoor het stelsel van contante be
taling te bevorderen.
In de vergadering der Delftsche Handels
vereniging werd medegedeeld, dat er uit
zicht bestaat, de stoomtramverbinding van
Delft met het Westland tot stand zal komen»
daar er reeds opnemingen geschieden.
DEN HAAG, 18 Februari (per telegraaf)-
Bellers cassatie aangeteekend.
BINNENLAND.
In verband met een ter zake tot den
minister van oorlog gericht verzoek, heeft
de minister ter kennis van de autoriteiten
der landmacht gebracht, dat de Goede Vrij
dag voor de Protestantsche militairen moet
gerekend worden te behooren tot de feest
dagen.
De Gedeputeerde Staten der provincie
Zuid-Holland, gelet op art. 8 der wet van
den 4n Juni 1870 (Staatsblad no 37) noo-
digen de inwoners der provincie Zuid-
Holland uit, die elders in 's Rijks directe
belastingen zijn aangeslagen, om daarvan
voor den isten April 1895 aan hun College
te doen blijken door overlegging van het
aanslagbiljet af van een uittreksel uit de
kohieren der Rijks directe belastingen, ten
einde daarop worde gelet bij het opmaken
der Lijst van de Hoogstaange
slagenen, verkiesbaar tot afgevaardigden
ter Eerste Kamer der Staten-Generaal-
De aanslagbiljetten of uittreksels uit de
kohieren moeten, wat de grondbelasting
aangaat, den dienst 1895 betreffen.
De bedoelde stukken behooren door belang"
hebbenden te worden ingezonden aan het
lokaal van het Provinciaal Bestuur van
Zuid-Holland, met opgave van
lo. den naam, de voornamen en de
woonplaats van den aangeslagene
2o. de gemeente en de dagteekening
zijner geboorteen
3o. bijaldien hij buitenlands is geboren,
of, en zoo ja, waarom hij als Nederlander
is te beschouwen, met vermelding van d0
dagteekening zijner naturalisatie, indien dez0
mocht hebben plaats gehad.
Delflands zeewering I
Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol"
land is, zooals wij reeds mededeelden aar
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland,
ingevolge de wet van 1885, een bevel ge'
zonden tot het uitvoeren van werken aan
Delflands zeewering.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland
hebben nu aan Gedeputeerde Staten een
brief gericht, waarin zij o. a. opmerken, dat
voor de bestuursvergadering van het Hoog
heemraadschap, die aanvankelijk was bepaald
op 7 Feb. doch verdaagd is tot 18 Februari»
reeds sedert 25 Jan. ter indiening en be
handeling gereed liggen de voorstellen tot
het maken eener steenglooiing tegenover de
Keizerstraat te Scheveningen en tot ver
breeding der kunstmatige zeewering vaD
strandpaal 111117, een en ander overeen-