Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
c* Jmpli Martinns Bottemanne,
Cïï z-H- Leo xi".
een droom.
Pkt
18de Jaar£.
Dinsdag 26 Februari 1895
No. 5127.
bureau ^3ofersfvaaf 50.
wr C'f,M is'
F«®ileTonT
PRIJS VAN DIT BLAD:
°°r Schiedam per 3 maanden
franco per post door geheel Nederland
fzonderiijke Nommers
de genade Gods en de gunst van
EN ApOSTOUSCHEN STOEL
BISSCHOP VAN HAARLEM,
6 Gcestelijkheid en de Geloovigen
Van ons Bisdom.
lk MLIGHEID IN den heer
Van den TH6* l>eef^ volgens het woord
sleld, orn de ^schoppen aange-
die hoe n G°ds te hesturf;n Wij,
atobt te ver^n^'" °°k' dat Bisschoppelijk
eenmaal en n" hel)')en' WiJ> die daarom
l'geri (jód ,WG gt sPoedig, aan den almag-
ten gevent) Wi^kT mn uwe zielen m°e-
'htvaardigen' behooren daarom bij het
°ns vóór alii:" e6n. herderlijk schrijven
welhe vermani ernst'S af te vragen, aan
g6n> het meestTk §id' Beminde Geloovi-
deoken aan de 0efte hebt- Als Wij nu
Vredenheid v g6eSt Van onrust en onte"
sPannigheid OIigeboorzaamheid en weer-
de »e«ldZiCh ""W"
dan gevoelen Wil °"S vaderland>
°tl2e stem te verheT gedro,,gen daa'-tegen
dat gehoorzaamheid 7 te herinneren>
Van den Kathei i eerste pligten
Allereerst »,jzen I. "mlerhouden.
an den eoddoi' i *d U °P het voorbeeld
L',lkm Verl««r. -elk »wor-
VoelstapZj 7n heeft' °Pdat gij zijne
aarn ppen zoudt volaen"h;; t
farde' om ons die 1 a J kwam op
eid van Adam nil r ongehoorzaam
st», door Ziine T ZOndaren waren gewor-
>tel ze„tZ770rZaamheid' zooals d*
et eerste 4oord !i te maken
menachwordin7 J™1 °°k' dat HiJ bÜ Zijne
sPrak, Was een' T delfden Apostel
een woord van gehoorzaamheid
- 0.05
PRIJS DKR ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf q.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
door
ADOLF KLEINER.
en onderwerping: in de wereld komende
zegt Hij: offerande wildet Gij niet, maar
een lichaam hebt Gij mij toebereid;
toen sprak ikzie, ik kom, o God! om
uwen wil te doenUitdrukkelijk verklaart
Hij aan de Joden: Ik ben uit den hemel
nedergedaald, niet om mijn wil te doen,
maar om den wil te doen van Hem, die
mij gezonden heeft 6). Hoe benaauwd ook
in Zijn doodangst, bad Hij toch in den hof
van olijvenVader, niet wijn wil, maar
uw wil geschiede 1). En was Zijn laatste
daad, de groote daad onzer verlossing, niet
een daad van gehoorzaamheid Hij is ge
hoorzaam geworden tot den dood, ja, tot
den dood des kruises8).
Vergeten wij niet op te merken, dat Zijne
gehoorzaamheid zich niet bepaalde bij het
volbrengen van den wil Zijns hemelschen
Vaders; neen, Hij eerbiedigde ook de magt
van menschen; Hij erkent de magt van
Pilatus9); Hij gebiedt aan den Keizer te
geven, wat den Keizer toekomt10); en vooral
treffend is het, dat van Zijn eerste dertig
levensjaren bijna niets in de Evangeliën
vermeld wordt, dan Zijne gehoorzaamheid
aan Maria, Zijne moeder en aan Joseph,
Zijnen voedstervader: Hij was hun onder
danig 1]).
Geen wonder, B. G., dat dan ook de
Apostelen voortdurend vermanen tot gehoor
zaamheid, niet alleen aan God, maar aan
elke menschelijke overheid. Zoo zegt de
H. Petrus! weest onderdanig om God, het
zij aan den Koning, als aan den opperste,
hetzij aan de landvoogden, omdat deze door
Hem zijn gezonden Gij dienstknech
ten! weest aan uwe lieeren in alle vrees
onderdanig, niet alleen aan de goeden,
maar ook aan hen die hard zijn: want
dat is aan Godbehagélijk, als iemand
gewetenshalve droefheid verdraagt, onregt-
vaardig lijdende. En juist om deze verma-
6)
Nu b a
die mij "toeriep*- "a Francesca's stem,
"Wen!" P" or8 voor mijne kin-
riep ik
j^Une armen zonk dle bewusteloos
vloed. gr°et haar ln den wild schuimenden
Een kreet van ontzetting ontsnapte.aan
de aan boord achtergebleven de laatste
hoop op redding was bij dezen aanblik uit
elke borst geweken.
Eensklaps gevoelde ik mij van achter
aangegrepen.
vLaat het meisje los riep eene heesche
stem. Ik liet Eduarda op het dek glijden
en keerde mij om. Voor mij stond de heer
Gobin met van woede verwrongen gezicht.
>Weg van hierZij is de mijneriep
hij en beproefde mij op zijde te stooten.
Ik ging vastberaden tegenover hem staan.
»Mij heeft haar moeder haar toevertrouwd
zoo lang ik leef, zal ik haar niet ver
laten," zeide ik.
»Welnu," antwoordde hij, ndan ontsla ik
u van uwe belofte," en met de snelheid
des bliksems haalde hij eene revolver te
voorschijn en mikte op mijne borst.
Toen gebeurde er iets onverwachts. Edu
arda, die weer tot zichzelven gekomen was,
stormde naar hem toe en beproefde, hem'
het wapen te ontrukken. Het schot ging
af, zonder iemand te verwonden.
Godin raasde.
Te midden van al de verschrikkingen, die
ning kracht bij te zetten, wijst de Apostel
op het vooi beeld, dat Onze Heer, die zelf
onrechtvaardig geleden heeft, ons gaf, op
dat wij Zijn voorbeeld zouden volgen L
Op zijne beurt zegt de H. Paulus: iedere
menscli zij aan de hoogere machten onder
danig wie zich tegen de magt verzet
verzet zich tegen Gods verordening
weest derhalve uit noodzakelijkheid onder
danig, niet alleen ter wille der straf,
maar ook om wille des gewetenss), dat
wil zeggen omdat gij anders zoudt zon
digen.
Laten Wij u eindelijk, B. G. nog wijzen
op onze Moeder de H. Kerk, en op hare
luisterrijke kracht, die zij bezit en uitoefent
door hare wondervolle eenheid. Waaruit ont
staat die eenheid waardoor blijft zij voort
duren B. G., het is de heilige deugd der
gehoorzaamheid, die hare kinderen als lede
maten verbindt tot één lichaam, die haar
als ééne kracht strijdend en zegevierend
doet optreden tegenover de ongeloovige en
zondige wereld. Aan den Paus, door Chris
tus verkozen, onderwerpen zich de Bisschop
pen aan de Bisschoppen, gesteld door den
H. Geest, gehoorzamen de priesters zoowel
als de eenvoudige geloovigenen tengevol
ge dier gehoorzaamheid kan de Kerk genoemd
worden één schaapstal onder éénen Herder.
Nooit heeft dan ook onze H. Moeder ge
durende haar achttienhonderdjarig bestaan
méér geleden, dan wanneer sommigen harer
kinderen door wederspannigheid dien band
van eenheid trachtten te verbreken.
Genoeg zal dit zijn, hopen Wij, om U,
B. G., te doen beseffen, welk een noodza
kelijk sieraad voor iederen Katholiek de
schoone deugd van gehoorzaamheid is. En
tegelijkertijd ziet gij, hoe lijnregt in strijd
met onze heilige godsdienst de ontzettende
dwaalleer is, die van geene gehoorzaamheid
weten wil, omdat zij alle gezag, zelfs het
gezag van God, ontkent. Zij wekt ontevre
denheid, stookt onrust, vleit de hartstogten
ons omringden, met het ontketende element,
dat ons dreigde te verslinden, voor oogen,
ontspon zich een wanhopige strijd tusschen
ons beiden. Hijgend van woede en inspan
ning bereikten wij den rand van het schip
met eene kracht, die ik mij-zelf nooit toege
dacht had, tilde ik mijnen vijand op, om
hem in de zee te slingeren, maar eer ik
mijn voornemen kon uitvoeren, werden op
mijn schouders twee krachtige armen gelegd
die mij tegenhielden. Niet in staat, mij
tegen dezen nieuwen aanval te verweren,
liet ik Godin los, die half bedwelmd op
zijde tuimelde, schudde met de laatste in
spanning mijnen onbekenden tegenstander
van mij af, keerde mij om en keek in
het glimlachende gezicht van den hofmeester,
die mij vriendschappelijk bij de armen vast
hield en mij zacht schudde.
uSennora Graciano wacht buiten, om af
scheid van u te nemen."
Ik keek om. Was het mogelijk Ik
lag op eene sopha van het rooksalon
het schip lag stil, en door de vensters zag
ik masten en wimpels en in de verte de
stad met hare bonte, vriendelijke huizen,
die in den zonne chijn glansden.
en hare zegenpraal zou zijn eene volkomene
verwoesting van alle orde in Kerk en Staat,
in maatschappij en huisgezin.
Wordt daartoe niet medegewerkt, Wij
vragen het u, B. G., met allen nadruk
door sommige Katholieken, die in den be-
staanden treurigen toestand der tijden on
tevreden zijn in hun lot en met afgunst
opzien naar hunne meerderen en hunne
overheid; die op allerlei wijzen, door woor
den, door gesprekken, soms zelfs door ge
schriften, dezelfde ontevredenheid bij anderen
opwekken, tweedragt kweeken tusschen de
verschillende standen, als oorzaken en be
werkers hunner ellende hunne overheid aan
wijzen, en terwijl zij den eerbied voor het
gezag aan hunne lotgenooten ontrooven, hun
tevens den geest van weerspannigheid en
ongehoorzaamheid instorten. O, zij die aldus
handelen, al beroemen zij zich op hun
Katholiek geloof, zij weten niet, welk kwaad
zij stichtenen wat onze H. Vader zeide
in zijne jongste Encycliek aan de Bisschop
pen van Noord America over de dagblad
schrijvers die ihunne krachten in twee
dragt verspillenis volkomen op hen van
toepassing, namelijk: dat zij neerder be
strijders dan verdedigers" der Katholieke
Kerk verdienen genoemd te worden.
Wilt, B. G., gedurende den heiligen
Vastetijd u zeiven ernstig over dit punt
onderzoeken, tracht in uwe harten opregten
eerbied voor elk gezag, voor elke overheid
op te wekken en volgens het woord van den
H. Apostel Petrus te wezen: filii obedien-
tiae, kinderen van gehoorzaamheid
Die geest van gehoorzaamheid en liefde
voor het gezag moet u ook opwekken om
veel, en bijzonder in deze dagen, te bidden
voor de verheffing onzer Moeder de H. Kerk
en voor haar zigtbaar Opperhoofd, Z. H.
Paus Leo XIII; vraagt Gods overvloedigen
zegen voor ons dierbaar Vaderland, inzon
derheid voor onze jeugdige Koningin en
Hare doorluchtige Moeder, de Koningin-
Waar ben ik?" vroeg ik, terwijl ik mij
de oogen wreef.
jln de haven van Montevideo," antwoordde
de hofmeester lachend. »Gij sliept zoo vast,
dat het ons onmogelijk was u te wekken]
om u in uwe hut te brengen. Gij schijnt
levendig gedroomd te hebben."
s>Donna Francesca leeft dus?" vroeg ik,
mijne zinnen nog niet vertrouwend.
»Ja, God zij dank!" riep eene stem, die
aan mijne vriendin, sennora Graciano scheen
te behooren. »Is het gepermitteerd, nader
te komen
Ik sprong verschrikt op en ordende haas
tig mijn eenigszins verwaarloosd toilet.
>Sta mij toe, u mijnen man voor te
stellen!" zeide zij glimlachend; en zich tot
eenen statigen heer richtend, die met haar
in de kamei gekomen was, ging zij yoort.
»Dat is don Enrique, de jonge Duitscher
van wien ik je verteld heb. en die ons zoo
trouw gezelschap gehouden heeft."
Ik zocht te vergeefs naar woorden. Donna
Francesca kwam naar mij toe en zeide
Vergeef mij, dat ik u met mijne sombere
vermoedens gekweld heb. Daarvoor zult gij
nu ook de eerste zijn, wien ik eene bljjde
NT-BiSRCHOP bij den Pauseliiken
Aan Troon,
3) 1 2U Pebr" XIII, ,7.
- Rom. V, i9.
5) Hebr. X, 5.
7) Luc. XXII, 42.
Joan. XIX, II.
Luc. II, 51.
i) Joan VI, 38.
8) Phil. II, 8.
Mat. XXII, 2l.
I Petr. II 13, 14, 18, 81. 2) Rom. XIII, I, 2,5.
I Petr. I 14.