Dagblad voor Schiedam en Omstreken. asrïtimachin'fiXSK 18de Jaar£. Zaterdag 2 Maart 1895. No. 5131. bureau ^oter&tvaat 50. bepe,ie"<ie «ir mS mer ingediend- Uit de V.U.e^r VT de Ml" n^?,f »»l> f einden' "CS ALGEMEEN OVERZICHT. 1 Maart '95. aan BetóSntW64Pen' WaarbiJ de Congostaat bÜ de BdlT l0Vergedragen' ziJ" thans twee nieuwe"16?0"'6 toelicbti"g °P de v°'gens donr T P6n W°''den acht«een- ^«degedeeld H T* V6rSchdlende P^ges tractaat van V""" Frankrijk gesloten F''anSche T °°P 18'nu 00k b« ■^an Fi-anli a?6r t6r rectibcat'e ingediend. t04ekend nj W°rdt r6Cht Va" V00rkeur 0f een deel In®fVa! Belgle hetgeheele gebied titel evenp Wl a an tegen bezwarenden c°nce£sie oT verh^ groridgebied> staat nf n unng voor een vreemder. souverei f" maatschaPPij met rechten van a%aand ovph' WaarV°°r in alle gevalle voor borden R eg,met Frankrijk vereisCht zal Van het ff0?6^ '6n varb'ndt België zich, k'ng af te «ÜT 'e ^'etS Widze van schen- langS den escb'"en daarover worden rechterliikpWe^ berniddeling of scheids- g jke mtspraak beslist. gen van ?eemt a"e bestaande verplichtin- beijveren de*"' ,g0~Staat over, zal zich ^eemdelinln" "gen te bescbaven, zal lijk stellen0 ,met eigen landgenooten ge- hefri of 0nde' «echten te Haan.' All "°T P™'«gies toe te 10 pCt Tl b!'JVen het 'ovoerrecht van oorlogsvoorraad Pn m waPenen, de verder! Sterke dranke«- Onder °°k de bepahn? aaiden overgang k°men cieele betrekkin e" W°rden de flRan- Stanley meCS"'UilTL1e°P°'d fcet»slt niet langer ta'L'!."' De,8en' HS fi" Atrik, blöven lJa,e? aCl"er- F 111 e toiiT Aaa zijn plicht getrouw. - 0.05 PRIJS YAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonaeriijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0,60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten den bankier Bischofsheim te zullen mededee- len ten bewijze dat het den Koning niet zoozeer om beschaving dan wel om exploi tatie van den Congo-Staat te doen was. Hoe het ook zij, het blijkt, dat Leopold geducht met den Congo Staat verlegen zit en hij blijde zal zijn als België hem van dien zwaren lastpost wil ontheffen. In de Noorsche hoofdstad Christiania werd gisteren een ministerraad gehouden, waarin de aanhangige politieke crisis ter spra ke werd gebracht. Koning Oscar, die deze bij eenkomst bijwoonde, verlangde, dat het con servatieve kabinet, onder leiding van den heer Stang zou terugkomen op zijn besluit om af te treden. De heer Stang en zijne ambtgenoo- ten weigerden echter aan het bewind te blijven en wel wegens de volkomen ge gronde reden, dat het ministerie, na de jongste verkiezingen, niet op eene meerder heid in het Storthing kan rekenen. De koning ontbood toen weer den heer Sver- drup, den leider der gematigd-liberalen en verzocht hem zich met de samenstelling van een kabinet te belasten. De heer Sverdrup wees evenwel deze opdracht ook nu weer van de hand. Hoe de crisis zal worden opgelost, is nog steeds een raadsel. De radicalen en geavanceerd-liberalen hebben de meerderheid in het Storthing, maar de heer Steen, de leider der oppositie, weigert zich met de samenstelling van een ministerie te belasten, tenzij koning Oscar toegeve in zake het bekende geschil over de consulaats kwestie. De koning blijft eveneens op zijn standpunt en verklaart, dat hij niet voor nemens is eenige concessies te doen. De politieke toestand in Noorwegen blijft der halve nog steeds even duister. De politieke toestand te Berlijn laat nog altijd zeer veel te wenschen over. Naar het heet, is keizer Wilhelm voornemens persoonlijk de zittingen van den Staatsraad te openen. Het doel waarmede de Staats raad door den Keizer wordt bijeenge roepen betreft de agrarische kwestie. De Keizer verlangt het advies van dit hoogste staatscollege over de middelen 2) Eindelijk brat a r'ng aan en a d®graUwe morgenscheme- in de verte Da g zochten onze blikken vertoonde zich arglnds in bet noordoosten boven het water flauwe> blauwe streep reiken. konden we het nog maar be- De vreesel'jke, onophoudelijke inspanning, de gloeiende hitte begonnen haren invloed op menigeen te doen geldenmaar één was er, die met bovenmenschelijke kracht scheen begaafd. Ronald Cameron was steeds het dichtst bij het vuuren ofschoon zijne kleéderen verzengd, zijn gelaat zwart door den rook, zijn haren geheel verschroeid waren, toch werkte hij voort, zonder ook maar één enkel oogenblik te verpoozen. Nu weder klom hij naar het hakkebou, de lederen slang achter zich slepende. Daar hoorde ik een luiden kreet van ontzetting; ik keerde mij haastig om en zag hoe de moedige jonkman zijn houvast miste en achterover in zee viel. Ik zag naar de brug, de kapitein had alles gezieneen uitdrukking van vreese- •jjken angst vloog over zijn gelaat en hij deed haastig een paar schreden, blijkbaar met het voornemen de machine te doen stoppen. Maar daar viel zijn blik op die hulpelooze massa op het achterdek; hij hield stil en liet de hand, die hij reeds uitgestrekt had, weder zinken. Als het schip zijn loop vertraagde, werd den passagiers die kunnen worden aangewend om ver betering te brengen in den kwijnenden toestand, waaarin de landbouw verkeert. Men beweert, dat de Keizer de vergadering van den Staatsraad zal openen met eene redevoering, waarin hij zijne plannen ten opzichte der agrariërs nader zal toelichten. Volgens een particulier telegram uit Ber lijn is de heer Giolitti van daar naar Rome vertrokken, teneinde zich voor den rechter te verantwoorden. Men beweerde dat de Duitsche regeering den gewezen Italiaan schen minister den vriendschappelijken raad had gegeven Duitschland te verlaten. Deze bewering wordt echter door den afzender van bedoeld telegram geheel onjuist geheeten. In draadberichten uit St. Petersburg wordt gemeld, dat prins LobanofT tot minister van buitenlandsche zaken in Rusland is benoemd. Prins Lobanofï behoort tot de oude garde der Russische diplomaten. Hij is 71 jaren oud en begon zijne diplomatieke loopbaan te Berlijn als secretaris bij de Russische legatie in 1850. In 1856 werd hij verplaatst naar Constantinopel, en van 1856 tot 1863 was hij daar als Russisch gezant werkzaam. Nadat hij in dat jaar ontslag had genomen, begaf hij zich naar Nizza en bleef daar tot 1867. Toen keerde hij naar Rusland terug en werd benoemd tot gouverneur van Orel. In 1878 werd prins Lobanofï aangesteld tot gezant te Constantinopel, in 1879 werd hij gezant te Londen en in 1882 werd hij tot vertegenwoordiger van de Russische regee ring te Weenen benoemd, van waar hij in den loop van het vorig jaar naar Berlijn werd verplaatst. De Köln. Zeit. noemt prins LobanofT den bekwaamsten diplomaat die Rusland bezit, en die bijzonder geschikt is om de leiding van Ruslands buitenlandsche politiek te voeren, omdat hij volkomen op de hoogte is van de toestanden in het Oosten. Niet alleen te St. Petersburg zegt het Keulsche blad maar vooral ook te Berlijn en te Weenen zal de benoeming van prins Loba nofT tot minister een goeden indruk maken. De benoeming van Von Staal tot minister de eenige kans om gered te worden, be nomen. Hij stond voor een moeilijk dilemma. Om zijn zoon te helpen, moest hy het le «en van meer dan honderd vrouwen en kinderen wagen. Een paar seconden aarzelde hij, toen had hij overwonnen. Hij besliste ten gunste van de passagiers en liet Ronald aan zijn lot over. De jonge Cameron kwam spoedig boven, hij hief zijne hand op, niet met een wild wanhopend gebaar of als een bede om hulp, maar wuifde eenvoudig ten groet en zijne heldere stem riep duidelijk hoorbaar»Ga verder, verder denk niet aan mij De kapitein klemde zich een oogenblik aan de leuning der brug vast en keerde gelaat naar het landhij zag niet meer om. Met groote snelheid vloog het brandende schip vooruit. De luchtstroom daardoor ver oorzaakt, wakkerde de vlammen meer en meer aan, maar het was onze eenige kans op redding het moestiedere minuut bracht ons dichter bij de kust, de vooruitstekende van buitenlandsche zaken werd te Londen reeds als zeker beschouwd. De Daily Tele graph betuigde reeds in een hoofdartikel hare groote ingenomenheid met deze keuze van den Czaar, daar het optreden van den heer Von Staal als leider van Ruslands buitenlandsche politiek in de eerste plaats der Engelsche regeering aangenaam moest wezen. De benoeming van prins Lobanofï tot opvolger van den heer Von Giers zal daar entegen vooral te Weenen en Berlijn met genoegen vernomen worden, maar toch zal men zich daarmede ook te Londen wel tevreden stellen, want de nieuwe minister heeft zich tijdens zijne langdurige politieke werkzaamheid steeds doen kennen als een bezadigd staatsman, van wien men niet anders kan verwachten, dan dat hij de viedelievende politiek van zijn voorganger zal voortzetten. In een telegram uit Madrid wordt om trent den opstand op Cuba het volgende gemeld. De Cubaansche rebellen van Quan- tanamo en Matanzan worden achtervolgd. De eersten zijn uiteengejaagd, de anderen hebben twee dooden gekregen, die zijn ge vangen genomen. Of hiermede de opstand afgeloopen is, wordt er niet bij gevoegd en is ook niet waarschijnlijk. Naar alle waar schijnlijkheid heeft men wederom te doen met een pogen om gewapenderhand zelf- regeering voor het eiland te verkrijgen. Sinds lang wordt hierop aangedrongen, maar de Spaansche regeering blijft steeds aarze len. Wel is een wetsontwerp tot reorganisatie van het Cubaansch bestuur ingediend, maar dit voldoet niemand. De laatste groote opstand op Cuba, die van de broeders Sar- torius in den zomer van 1893, is onder dezelfde omstandigheden als thans begonnen. In Mei van het vorig jaar werd reeds een opstand voorbereid. De leiders hadden eene maatschappij op aandeelen gesticht, naar het heette om een tramweg tusschen Puerto Principe en een voorstad te maken, maar inderdaad om wapenen en materiaal voor dien weg binnen te smokkelen. Een der gedeelten waren reeds duidelijk zichtbaar. Eindelijk had het vuur de machinekamer bereiktlangzaam trokken wij voor de vlam men terug, iedere duimbreed van het dek moedig verdedigend. Het personeel der machinekamer, dat trouw op zijn post was gebleven, kwam nu ook naar boven. De mannen, kapt. Cameron vooraan, plaatsten zich voor de vrouwen kinderen, als om hen tot het laatste toe te beschermen, want de hitte werd onverdraaglijk; wij zouden spoe dig moeten kiezen tusschen het vuur en het water. In dit oogenblik wierp ik een blik naar het land, sGoddank" uit iedere baai, uit iedere kreek kwamen booten opdagen, een snelzeilende kotter was alle vooruitik uitte een stil gebed, dat de stoomketel het nog een kwartier langer mocht uithouden. (Slot uolgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1