Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 18de Jaars:. Zondag 17 Maart 1895. No. 5144. "jïktreau TSofcrsfraaf 50. EERSTE BLAD. Onze eerste Logée. fJ.-.rgsker;,hr„f:s d I>ar'jsohe Kroniek. h«" P» hl? "dl°hrijver' Harl7 Alis, (de 'S h°t duel 1 Vin J°urnal des Débals) ^orden. o -181 Weder druk besproken ge- betreffende f66"6 kwestie, de koloniën 111611 ZÜ° linke!'8rn'tervang.een klap krijgt' *Weeden on t °6 aan^^e(^en 01ïi er den ke° doen ri 6 °lltvao8en, nog niet zal heb- "°s vt d00rdr"««». en daar „,j "TOr^ - I»' "teeilijk, SebruïU ,„,1 'J zlJr" dat onmenschelijk die» er te roeien. Zelfs indien euiiieto^T »Vor "SgoSSr S-slurpt NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT PRIJS VAN DIT BLAD: fr°°' ^ch'edam per 3 maanden - co per pos; (joor geheej Nederland izonderiijke Nommers f 1.50 - 0.05 e" geacht^a^fThen dood vanee"bekel"l Schen hPm' n'et eens zijnde> was tus- Chktelie, a; 660 °fficier> do heer Le was, wa' f. eJena's hij in Afrika geweest Polimiek nntV ander 'eerden kennen, eene lot een tweeaeveéhT6^8 Z°° h°°g liep' dat ten Werd. T met den degen beslo- beslist en H e9nige seco°den was het lot st°ken lono- ^'1S Vle'' met een door- doo<i neder S? °°r de" bIiksem getroffen, fe° hebben iren§e wetten en zware straf- lo°fden doodsW d°°r de USantiën geoor- en zoolang S,ag ,nogniet ku"nen afschaffen, sublieme doch ChnsteIiJkfi lijdzaamheid, de 'n Praktijk tv°°r d® menscben bijna niet 11160 on rengen leer, dat, wanneer dat duel i"~' zoude lionnen, den oorlog, de°' dan l" de ""tiën, le doen ophou- l^dividtiën hr ^et tusschen de Sek"renkt pven Voortbestaan, omdat het d°or een bpl^r!™5'' de dri^ en de baat zÜn tusseVio 66 'glng °P8ewekt, veel heviger het gë a lree personeo' dan dit ooit kan tWee of meer volkeren Vl6r getüicr Le Chatelier zal met de d'gd gevepll Vdn dlt Z°° nood'ott'g geëin- d°cb indi 1,VGOr bet Hot terecht staan, loyaliteit he t! V0'gens de regelen der Jüry'eden niet g6had' dan zullen de °Verwinnan 6rS ^Unnen doen dan den vnJsPreken, en zoodoende de Den {Slot.) ta°ten HuManf.en morgeo klokslag zes klopte altijd aan onze deur en vroeg, of n°S recht vermng s'iepen. Ik gevoelde mij ^aud voor zew?1, 6n riep' dat 10 C- nie" ^lioen man te "[)°Pstond'en beproefde §eefs< Hij had yet 6 n- Natuurlijk tever- ?et den uit aever J to* ,aat 10 d6° «acht ;ggen en S 'f- 6rkt Dlls liet ik hem ta,de Hulda af eenite °ntbiJttaH waar «li e°n*k^«"jë.fMjt.netjes ,riên°dS ëoioull ™"|d' Poen wij oogeveer een uurtje 60 da? adden- verscheen ook mijn man was werkelijk recht lief van hem! iriiiriniiirtniikiiii'Hfrii'fHitn IHI'IUIIII'HHHUU'r.li WHH1III i mi i PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. wreede uitspraak bevestigen, dat men zijn medemensch in een duel mag dooden, zon der voor de wereld strafbaar te zijn. Voor God wordt het een geheel andere zaak, en de geestelijkheid heeft ditmaal formeel aan de familie van den verslagene, de kerkelijke ceremoniën bij de begrafenis geweigerd. De rechter van instructie, mr. Dopffer, die in de laatste maanden uitsluitend met de zoo geruchtmakende schantage" zaken belast is geweest, raakt aan het eind zijner onderzoekingen, en vele verdachten zullen, wegens gebrek aan bewijs, niet verder ver volgd worden. Dat die geldafpersingen reeds niet van gisteren dateeren, doch meestal geheim gehouden werden, bewijzen de ont hullingen, welke in de laatste dagen in de dagbladen te lezen zijn over den geheim- zinnigen dood van den generaal Ney, hertog van Elchingen, welke in 1881 plaats vond en toen aan zelfmoord werd toegeschreven, doch waarover tot heden nooit het ware licht is opgegaan. Le Journal meldde den 12n dezer dienaangaande het volgende. Op Maandag den 27n Februari 1881 verdween de generaal Ney, na in een club gedineerd te hebben en werd niet meer levend terug gezien. Den vorigen dag had hij bij gen heer Michel Heine met Arago, Augier, La- biche, Lavoix, Paiileron enz. het middag maal gebruikt, waar het lustig was toege gaan. Op denzelfden Maandag-avond kwam bij den luitenant Duvivier, zijn ordonnance- officier, een slecht gekleed persoon, die hem zeide: »De generaal heeft mij be- »last u te doen weten, dat hij van avot.d »niet thuis zal komen dineeren en verzoekt »U de hertogin daarvan te verwittigen." De onbekende was hierop vertrokken zonder den hoed met breeden rand, welke zijn gelaat verborg, te hebben afgezet. Den volgenden dag ontving de hertogin van Elchingen in haar hötel 30 rue de Monceau eene dépêche uit St. Petersburg waarin de generaal berichtte, dat hij voor eenige dagen afwezig zoude zijn. De generaal die Waarschijnlijk wilde, hij vandaag als een goed gastheer alles inhalen, wat hij gister avond wegens zaken had moeten verzuimen. Maar het zou anders worden Nauwelijks had hij ons begroet en plaats genomen, of ik hoorde, hoe ons lief hondje zacht aan de deur krabde het was,gewoon, met ons te ontbijten. Misschien was tante vandaag niet zoo bang als gisteren. Ik be sloot dus nog eene poging te wagen, om de twee bevriend met elkander te maken, en opende de deur. Had ik haar maar dicht gelatenDoch hoe kon ik vermoeden, dat het ondier als een bliksemstraal de kamer zou invlieger en in den bek vroolijk en trotsch een gouden vlechtje, tante Huida's vlechtje, zou dragen Van de sopha weerklonk een doffe smart kreet mijner verbleekende tante. Ik stormde op den hond los, die door de open gebleven deur ontsnapte en vervolgde hem door den tuin en eindelijk tot op den zolder. Daar gelukte het mij ten slotte, hem den buit te ontrukken. Toen ik ademloos de vier trappen weer afgedaald was, vond ik de ontbijtkamer ledig. Ik vermande mij en begaf mij naar de logeerkamer. Hier stond tante 's Maandags nog in Parijs was, kon onmoge lijk den dag daarna in Rusland zijn. In denzelfden namiddag ontving zij een brief uit Parijs gedateerd en afgestempeld van den volgenden inhoud: »Mevrouw, het zal »van U afhangen of gij Uw echtgenoot terug »zult zien, doch zoo U dit wenscht dan is »het noodzakelijk dat U door den heer Duvivier fr. 500.000, op de Place de la République doet bezorgen." Deze brief was niet geteekend, doch in een hoek er van stond met de hand van den generaal geschreven ïlk verzoek drin gend het geld aan het opgegeven adres »te doen bezorgen." De hertogin wendde zich onmiddellijk met dit schrijven tot de prefectuur van politie, en de heer Duvivier ging in unilorm naar de in den briet aangewezen plaats, doch had de onvoorzichtigheid met den daareven zoo aanwezigen chef der politie, den heer Macé, te spreken en een rijtuig dat in zijn richting kwam aanrijden, maakte eensklaps rechtsomkeer en rolde zoo pijlsnel weg dat het niet meer kon worden ingehaald. De schatryke Mevrouw Heine, schoon moeder des generaals, ontving op denzelfden tijd den volgenden anonieme briet»Me vrouw, U hebt de verlangde som niet gezonden, dus zult gij, alles wat gebeuren gaat, U zelve te verwijten hebben? De heer Duvivier vond te Fontenay-sous- Roses, den generaal door twee kogels aan het hoofd getroffen, dood, in een klein salon eener woning welke hij daar buiten als gelegenheid om te schieten gehuurd had, met een revolver in de hand liggen. De deur was van binnen gesloten, hetgeen den zelfmoord zoude bewijzen, doch wie verze kert dat de moordenaar of moordenaars geen tweeden sleutel gehad hebben Zeker is het dat de aartsbisschoppen van Versailles en Parijs eerst weigerden dat de overledene kerkelijk zoude begraven worden, doch nadat aan Mgr. Goux het bewijs ge leverd werd, dat er moord gepleegd was, heeft de begrafenis, hoewel zonder praal, Hulda in haar reiscostuum, bezig de laatste hand aan haren koffer te leggen. Het trof mij diep, haar zoo bleek en ontdaan te zien, en terwijl ik haar het geroofde vlechtje teruggaf, betuigde ik mijn oprecht leed wezen. Zij dankte kort en vroeg een rijtuig. Zij was niet meer tot blijven te bewegen, en ik moet bekennen, dat ik niets tegen haar vertrek had. Dus bracht ik haar naar het station en deed mijn best, tot het laatste oogenblik recht vriendelijk jegens haar te zijn maar zij was te geknakt, om er veel van te bemerken, en ook ik ademde ver licht, toen zy met al haar verdriet en bagage weer in den trein zat. Bij het verlaten van het station ontmoette ik de vrouw van een collega van mijnen man. »Ik moet toch ook eens uw hondje komen zien," zeide zij na de eerste begroe ting, smijn man wist er niet genoeg van te vertellen. Het beest heeft gisteravond algemeene bewondering gewekt." »Onze hond?" vroeg ik twijfelend. nWaar?" »Ach, uw man lag zeker nog in de veeren, toen gij uitgingt," lachte de dame»nou, mijn man is het opstaan ook moeielijk ge noeg gevallen. Toen hij hem gisteravond toch in de kleine kerk van Chesnaye plaats gehad en men weet dat de Kerk, ingeval van zelfmoord, op dit punt overbiddellijk is. Voor het recht en de geschiedenis zoude het zeker van belang wezen dat hierin de waarheid aan den dag kwam, doch voor de familie moet dit krantengeschrijf, na 14 jaren dat het geval gebeurde, zeker hoogst onaangenaam zijn. Of is het weer eene nieuwe chantage? De vijftig achtereenvolgende dagen van koude, vorst en sneeuw welke deze winter onder de strengsten zullen rangschikken, hebben hier veel ziekten en werkloosheid met hunne gevolgen, ellende en ontberingen veroorzaakt. De directeur van een der grootste kostelooze slaaphuizen, 59 rue de Focqueville, een oud-officier, die niettegenstaande zijn ont- zaginboezemende snor, forsche gestalte en de gewoonte van de menschelijke ellende in al hare naaktheid te zien, toch een gevoelig hart bleef behouden, verklaarde eens dezer dagen, dat hij, gedurende de veertien jaren van zijn bestuur aan deze inrichting nog nooit zulk een winter heeft bijgewoond, vledere avond, zoo zeide hij, ben ik gedwon- »gen honderden ongelukkigen af te wijzen, »omdat er geen plaats meer voor hen is. »Het doet mij zeer aan 't hart, doch er valt »niets aan te veranderen. Wanneer al onze »bedden ingenomen zijn, dan maken wij er snog zoo goed als dit gaat anderen door «matrassen op de banken te leggen, en ge- «bruiken daarbij als dekking de tapijten en »het binnengoed der eetzaal en wanneer »?an al de beschikbare ruimte gebruik ge smaakt is, dan moeten wij wel de deur «sluiten. Wat wij daarbij het ergst betreu- »ren, is, dat de meeste dier arme duivels, »wien wij geen toevlucht kunnen geven, «belangstelling verdienen. Het zijn meestal «door de stilstand in het bouwen tot armoede «vervallene werklieden, die hunne vrouwen «en kinderen bij familie of vrienden op het «land gezonden hebben, en zelf in Parijs «bleven om werk te vinden. De gewone afhaalde, gingen zij in het nieuwe restau rant hier in de buurt, en het schijnt, dat zij daar meer dan eene goede flesch ge dronken hebben, en het hondje heeft ook wijn gedronken en kunsten gemaakt. Het moet een alleraardigst diertje zijnZoodra ik kan, kom ik het eens zienGoeden morgen mevrouw Degroeten aan uw man Daarmede was zij om den hoek, en ik ging nadenkend verder, om mijnen man den groet te brengen. Dus dat was de «drin gende conferentie met eenen uitgever 1"' Het was toch eigenlijk schandelijk 1 En van morgen was hij weer bij de catastrophe verdwenen om niet weer te voorschijn te komen. Zeker zat hij weer in het restau rant en liet den hond kunsteu maken, in plaats van zijne vrouw helpend ter zijde te staan. Wie kon weten wanneer hij terug kwam 1 Onder zulke droefgeestige beschouwin gen kwam ik tehuis. Alle kamers waren stil en benagelijk zooals vroeger. De eenige sporen der laatste vierentwintig uren waren een afschuwelijke naphtalinelucht in het logeerkamertje en het bewustzijn, dat mijn man mij verschrikkelijk gefopt had. Toen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1