Dagblad v oor Schiedam en Omstreken. eerst blad. Zondag 31-Maart 1895. No. 5155. i§urecut ^Sofersfvaaf 50. Verloren en Gevonden. J8de Jaaro* D« facile Kroniek. i»LToS ^T d"30 M50™- PRIJS VAN DIT BLAD: oor Schieaam per 3 maanden Afzond PeM P°St d°°r geheei Neerland' Afzonderlijke Nommers f 1.50 - Ftgaro van° 1^ Montfort schreef m de C°rnetten" flat u een artikel »Witte en Partijdige benlr™ d°°r de wiilekeurige d'en«ge coogrAu" beot""«™ der gods- e Passen y,dro hetwelk het niet toe ervangen in d accroissement," gaat ?h«w™,d"e„Pe"Werd»^™».end«t wJP.l°"T-hl,a«rdige ,an den PL'" sehtrf",™"0'^86^ "f™ de» eindigen, ««nee" N°Vember 1S7°' Eenambu- ■"gebed is -AP™ »™'s avonds, het "Z'ekenzaal en d - f duister valt in de ,Voor den dV'ndel0Oze nacht begint )>koortsen sch^u beWolkt door ijlende dingen. SChnkbee'den en spookverschh- PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. spookverschij- *®n gij die leTinW he8n Verschrikkelijk, 6t U in de ,.aanschouwd hebt, kunt 3>v°orstellen. 1 6 '8Ste nachtmerrie niet >:)Naast r»ii beste vfie°nPd matras als de mijne, JWerd door een 1"! g6Strekt' z«n been 6rn gelost, verbriizeM n &°Ut portant °P Vaü morgen dat h chi™rgijn zeide door za'l komen.^80^^1^ de" dag ÏOogen zie ?k d°°r de koorts vergrootte ^bieekermlaaf6 Ve™agerde trekken, "de Pijnen, no»PIniett««enstaande "preekt, doch°H onte®bare wilskracht ïheeft gemaakt d°°d reeds, kleurloos Saan de krijgssch f Zame" geweest> en 8200 a's thans ut0nd6n 0nze bedden, >>naast elkaar °Eloede !egersteden, ',die aan het hoofd 8 m°edige soldaat S6en Paar weken V?T mt6rS naUWeliJks geleden in een Pruisisch cuiiieton. «carré te midden van Pommersche grenadiers viel, gaat hij nu sterven? «Nevens hem nog een dappere, een krijgs- «makker, een vriend, den vorigen dag geam- «puteerd; in zijn ijlen roept hij zijr. moeder; «morgen zal hij niet meer zijn. «Wat verder een jong soldaat, nog een «jongen, die niemand onzer kent en wien «een kogel doorboorde. Hij ligt te zieltogen «en neuriet zacht een wiegelied, hetzelfde «waarschijnlijk wat hem als kind deed in- slapen. «Overal kreten en tranen, smeekbeden «en vervloekingen; een zware dikkeatmos- «pheer, die lucht der ziekenzalen, besmet «met de verpeste stof en den stank der «verminkte ledematen. «Het is de hel van Dante, en de herinne- «ring er aan doet sidderen. De engel dezer «hel, is de kleine Zuster, zoo als wij haar «noemen. De chirurgijn-majoor heeft ons «zoo juist na een dag van zwaar werken «verlaten. De kleine Zuster gaat nu, na «haar nachtrust van twee uren, terugkomen «en zal alleen over ons allen waken. «Daar is zij, het lieve schepsel, frisch, «vroolijk, altijd zacht en glimlachend. Als «een schaduw gaat zij je voorbij met haar «witten en met zorg opgespelde cornette, «over alles het oog houdende en aan ieder «een vriendelijk woord met een goeden «lach schenkende. Zij gaat, de lieve Zuster, «gedurende den ganschen nacht van den «een naar den andere, een zwaarmoedige «opbeuren, een lijdende troosten, een «wanhopende bedaren, altijd minzaam, «medelijdend en zacht, niettegenstaande «soms de onaangename woorden welke «zij hooren moet; want men is van geen «goed humeur, wanneer men dienzelfden «morgen de bistouri in zijn vleesch ge- «voeld heeftniets vermoeit haar of is «haar te veel, en wanneer zij klaagt, dan is «het alleen over hetgeen hare medemen- «schen te lijden hebben. 2) Da {Slot.) oi ks geheim» ia0 e schrijfbureau in diaCht te bewarerf f haFe kleino°diën SSJe hggen mei m°,et een goude" kle,nen \yaitpr ®en haarlok van den v^geet-nhj-nietie [J"daarbiJ wil z« het Zittijd, aan haak har,. T het v°or altijd, baar mfnÏÏoS„W ?m,het e'^dom daT'kr V°0r haar verb°rgen tield^A vait k,eme laadje weder wü rS Z1J ziet niaar °°S °P iets kleins ah*sluiterb ^elkt een dood bloempje dat h ifF "U ,taan Sn"""' °"der de ,c™elkte bloem en paar geschreven regels. Er ligt een groot opgedroogde vlek in het midden als die van een traan. Denk aan mij, lispelt zij met bevende lippen. O, mijn God, het zijn woorden welke de Vader tot het doode kind richt. Verzen, waarin hij zijn kleinen engel smeekt hem het hart terug te geven, dat hij met zich heeft mede genomen naar een andere wereld, het hart zijner moederBevend doorzocht de jonge vrouw verder de kleine schuiflade, zij zoekt en vindt. Daar ligt een doos met een gebroken rammelaar er in, daar een blauwe band, hier een klein oud laarsje, ach, en daar bevinden zich nog meer diep- roerende versjes aan het kind, hier ook zelfs smartvolle gedichten aan haar zelf gericht. Ja, zou het mogelijk zijn dat ook hij ge leden heeft. O, wanneer hij haar die kleine hartgeheimen had bloot gelegdDan had ook zij deelgenomen in zijn diepe smart. Maar heeft zij het dan gedaan Zij slaat de handen voor het gezicht en kreunt her haaldelijk. Hoorde belzij vliegt de kamer uit, maar als zij de gangdeur opent, dan komt haar een lange mannengestalte met grijze haren en baard tegemoet en roept met uitgestrekte armen, «mijn kind, mijn arm kind." «Vader, vader zijt gij het. Alleen voor «Voor allen is zij eene vriendin, eene «zuster, de ware liefdezuster, de engel der «vertroosting. «Wat eene edele en heilige vrouw!" Er zijn vijf-en-twintig jaren sedert die afschuwelijke dagen verloopen, en wanneer ik die sombere bladzijden, toen uit een dag boekje van een vriend gescheurd, herlees, dan herinner ik mij met eene zalige ge waarwording deze grenzelooze toewijding van elk uur, van elk oogenblik, der kleine zuster met de witte cornette. Heden echter zijn die arme en heilige vrouwen overal uit verdreven, verjaagd en verdruktoveral, uitgezonderd wanneer de dood daar is, be smettelijk en onverbiddelijk bij de diphte- rieken of op de onherbergzame kusteniederen dag wordt dat werk van haat en onge rechtigheid, dat de godsdienstige genoot schappen moet vernietigen, zoowel zij die de vaderlandsche vlag in den vreemde die nen, als zij die in ons midden de voorzie nigheid voor alle smarten zijn, voortgezet. En dat werk van verwoesting is inderdaad zoo laaghartig, dat men er nog maar niet toe gekomen is een afdoenend werktuig te vinden om dat edele geheel uit te roeien ieder jaar wordt er over gesproken en de aanvallen verscherpt, en zoo de 30 centiem, nu weder uitgevonden, in schijn minder onrechtvaardig dan de fameuse droit d'ac- croissement, die onder hunne belachelijkheid bezweken, toeschijnen, het is en blijft in den grond der zaak dezelfde leer, achter een ander masker. Het beoogde doel is uitsluitend de aan staande en definitieve vernietiging van alle liefdadige en onderwijzende genootschappen, doch dan alleen wanneer zij er tegelijk godsdienstig bij zijnde spitsvondigheden van de taal, evenmin als de fiscale draaierijen, kunnen het niet langer verber gen, en het oude lied dat vroeger de men- schelijke ellende in slaap wiegde, zal men niet meer mogen hooren. De mannen van '93, die groote voorvade ren, zooals men ze soms hoort noemen, hebben de geestelijkheid aan het hoofd ge troffen, de Kerk van den Staat gescheiden, onze oude hoofdkerken geslotendoch zij hebben niet aan de geestelijke zusters der ziekenhuizen geraakt; en in een decreet der Conventie werden de Zusters van den H. Thomas van Villanova, thans verjaagd, tot weldoensters der menschheid verklaard. Die bloedige tirannen hadden tenminste nog eerbied voor de armen en ongelukkigen. De middelmatige sectarissen onzer dagen zijn niet meer van die kracht, en zoo er geen nieuwe opstand van de publieke opinie ontstaat, die hen schrik aanjaagt en doet teruggaan, dan zal de witte cornette der liefdezuster weldra, tot onze schande, nog slechts eene herinnering zijn, altijd dierbaar aan de harten van hen die geleden hebben. Er wordt druk aan het vaststellen van het plan der tentoonstelling van 1900 ge werkt, en de directeur-generaal over de gebouwen, de heer Bouvard, denkt daar mede einde Mei gereed te komen; worden zij dan door de hoofdcommissie goedgekeurd, dan zal de minister van openbare werken aan de Kamer de eerste credieten vragen en de werken zullen in September kunnen aanvangen. De oud-communard Pascal Grousset, afge vaardigde van Parijs, heeft aan den heer Picard, hoofddirecteur der tentoonstelling, het plan van een clou colossal ingezonde'n, welke in niets minder dan een onderaard- sche stad moet bestaan. Men zoude in het binnenste van de aarde doordringen bij middel van verticale putten van 200 meters tot eene diepte van hoogstens 1200 a 1500 meters, daar volgens wetenschappelijke ge gevens de hitte lager, onverdragelijk moet worden. Het plan komt aan velen, hoe ook op de diepte gebouwd, nog erg in de lucht te hangen voor, hoewel het zeker van groot pij zijt gij zoo ver gekomen," roept de jonge vrouw en trekt met bevende ver rassing den onverwachten gast in de kamer. Daar neemt de oude heer haar hoofd met beide handen vast. «Wat zijt gij bleek en mager geworden, mijn beste meid, het wordt tijd dat je naar buiten komtzeide hij en streelt haar daarbij over de bleeke wangen. «Ziet gij, nu wil ik u troosten en bijstaan mijn kind, in uw lijden in plaats van een zoeten engel wiens voortreffelijkheden zijn vader mij in gloeiende bewoordingen heeft medegedeeld, vind ik nu een leeg nestje en een door smart verscheurde moeder." «Heeft mijn man u dan over onzen Wal ter geschreven, vader," vraagt de jonge vrouw. «Ja zeker," bevestigde de oude heer. «Ja dat was slechts de eenige vroolijkheid in onze onaangename correspondentie." Zij ziet hem verbijsterd aan. «Lief kind, de smart zal je nog waanzinnig maken," zegt de oude heer, «want je moest eens weten, wat jou verstandige man voor mij heeft doorstaan." «Ik verzeker u, vader, ik wist zelfs niet eens dat er in den laatsten tijd correspondentie tusschen u Bn hem werd gehouden, ik vreesde.«Dat de oude kniesoor uw liefde nog altijd als een misdaad beschouwde. Ja, kindlief, ik wilde zoo gaarne op ons vergelegen slot in de provincie mijn eindje halen, doch nood leert bidden. Je broeders hebben erg huis ge houden in het garnizoen en daarbij genomen mijne ongelukkige speculatiën, waarvan ik mij gouden bergen had beloofd, en die mij zoo groote verliezen berokkenden, kortom, er brak een crisis voor mij aan, en toen herinnerde ik mij mijn schoonzoon in de residentie, die wel is waar geen financier was, maar afgezien van zijn dichtkunst, een practisch, èn verstandig man is. Hij heeft zich veel moeite gegeven deze zaak weder in het reine te brengen en De woordenvloed van den ouden heer werd gestoord, doordat de jonge vrouw zich naar de deur had begeven en weldra aan de borst ligt van haar wakkeren man, wien zij toebehoort, dien zij nu eerst begrijpt, nu eerst ten volle naar waarde weet te schatten. Daar staat een met kanten bedekte ledige wieg met verdorde bladeren gesierd en daar naast staan in het late avonduur twee menschen, hand aan hand en hart aan hart. En zij beloven elkaar, voor altijd samen alles te dragen wat het leven hen zal mee brengen, bovenal de innerlijke smart over hun ontvloden lieveling. A. G JIORAHT 0.0 O •Sw'-'Viï *>V l^V'5 illlllilliltl'iiin'iiiiiiiW'iiii! mi,üiriiii'iiiiiiiiiKlii:;Hi'iiiriiiiniiiiliiiTuii'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 1