Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
r4^X\07denie"mii»™
18de Jaarg.
Vrijdag 5 April 1895.
No. 5159.
1?§ttreau ^oter^tvaat 50.
Twee Broeders.
algemeex OVERZICHT.
feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Schiedam per 3 maanden
ranco per post door gehee] Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
ij. 4 Ai,nl ,95-
d'gden te Rn earner van afgevaar-
Théodore voortge^t. De heer
sel» bestreed h afgevaar(%de van Brus-
aitzonderinsawet wetsorltwerp, dat eene
regeering aan tnfZ°U Worden en spoorde de
He katholieke nt 66116 scbdckblgte komen,
wikkelde een gevaard'gde Helleputte ont-
ve'anderina K,/6? 8 «rendement, dat
census en aan H u" den verschiHenden
öieenteraden 6 eidersklasse in de ge-
Wooidigino- Waa6?6 afzonderlijke vertegen-
Van 35 jaar zouH Getrouwde arbeiders
gen> als zij 5 6? ?6ne dubbele stem krij-
van 2000 inwoner" ïaT'^" gemeenten
Van 10.000 en 1=W m 8emeenten
meer inwoners n k gemeenten van
afzonderlijke i j 6 gemeen'eraden zouden
den niJverheidsraid hebben' be"oemd door
meenten van 2n adte wetenvier in ge-
acbt in gemeent t0t inwoners, en
socialisten k 8? Van grooter bevolking.
dat de viervoud an ni6t meer zeggen'
belette hunne r J3161" dei' bezitters hen
Zien «j het vn r'dldaten te kiezen, aange-
bijzondere Ve t°r 1 zouden hebben eene
Minister De Bur)8?"™?"1'8'"2 te kiezen-
ringi dat hii hel Z6' e uit naam der regee-
aaoneemt. De amendernent~ Helleputte
Sewijzigde wet/?"6"""8 van het aldus
derheid is zeker"" fP m6t gr°°te meer"
het initiatief8 wWerklieden te Gent hebben
Tan alle gezindhe"d°eTLt0t -T® °pr°ePing
enonsterprotestatie te*en JJ" U"g van eene
Wet- Socialisten gemeente kies
heden. De katholPj"°gressisten zijn toege-
Aa„ de f' Werklie<l» weïger-
4 te mo-ei^siak. "S w g«r«agd om
heeste groote eneweiSennginde
werd om 5 ure f ,V°lgde' Nie"emin
stoet gevormd He P» 6 Vr9daemarkt een
ma- D' •""ai zage» z™ v>„
Geschiedkundig Verhaal
alphonsine.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
4)
Hij t (Slot.)
zich heen. aIs" 00°enbbk besluiteloos om
hem de gedachtig bl'ksemschicht schiet
voortaan een zwa d°°r den gee6t> dai er
Zoa kleven. M,a„ j srnet op zijn voorhoofd
met het bewustziin a Weder troost hiJ z,ch
Zagen en verbal™ 'l j ziJne medesoldaten
gedrag. "alen k°»den van zijn dapper
hoofdmacht vanals plotseling de
rykt. Aan de snit- ataafscbe leger nader
stalte van Claudius f,e ,men de forsche ge
nenden en het h-Hn S ber en derwaarts
Zljn vuist. Met wnnrH°SZW jard bikkeren in
de zijnen aan 00 d en daad moedigt hij
Vaar het grootste 6P de PUnten waar 't ge-
grootste is ziet men hem verschij-
het volk. Een stoet van verscheidene dui
zenden trok naar de aan het werk gebleven
fabrieken, om het volk mee te sleepen.
De menigte, zich verdringend in de straten,
was zoo dicht als op groote kermisdagen.
Talrijke opschriften van protestatie werden
in den stoet gedragen. Om 7 ure was het
gewoel onbeschrijflijk. De stoet bewoog
zich langzaam voort langs de fabriekswijken.
Om 8£ ure kwam de stoet sterk aange
groe;d in het centrum der stad terug, zin
gende Leve de algemeene werkstaking
Meetings worden gehouden in drie groote
zalen. Het bericht, dat de algemeene
werkstaking afgezegd is, maakte een effect
als een waterbad. Na de meetings ging
de nieuwe stoet rustig om half elf uiteen.
In de politieke clubs te Londen wordt
gesproken over een mogelijken terugkeer
van Gladstone aan het bewind. De oud
premier is gezonder en krachtiger dan ooit
van zijn uitstapje naar het vasteland in
Engeland teruggekeerd en schijnt veel beter
in staat de zorgen van het bestuur te dra
gen dan zijn jonge opvolger. Lord Rosebery
is wel hersteld van de influenza, maar zijne
slapeloosheid verlaat hem niet, terwijl de
oude staatsman de slaap gebieden kan alleen
door de kracht van zijn wil. Sir William
Harcourt werd vroeger altijd als de aange
wezen opvolger van Gladstone beschouwd.
Toch koos deze lord Rosebery. Deze be
schikking doet de vraag rijzen of wellicht
het bestuur van Rosebery slechts een inter
regnum is, en die keus beduidde, dat de
tijd voor een blij venden opvolger nog niet
gekomen was.
Nog steeds wordt te Londen gesproken
over het geschil tusschen de Fransche en
de Engelsche regeeringen betreffende het
Nijlgebied, naar aanleiding van de redevoe
ring welke de Engelsche minister van bui-
tenlandsche zaken, sir Edward Grey, onlangs
in het Lagerhuis heeft gehouden. Lord
Kimberley, de Engelsche minister van kolo
niën, had gisteren een onderhoud met den
nen en om zich henen slaan. Daar rent hij
naar de zijde, waar Ulpus, moedeloos als hij
is naar het kamp wil terugkeeren. De veld
heer denkend dat hij uit lafheid den strijd
heeft opgegeven, ziet hem vorschend aan,
en roept met gestrenge stem
«Nooit vluchten, jonge Bataaf, nooit vluch
ten, schande over u!"
Het docht Ulpus als blonk er verachtelijke
spot in het eenige oog van Civüis, en als
trilde er een hoonlach in zijne stem Hij
schuimbekte van woede en haat, diepen
haat. Bliksemsnel vloog hij naar den rech
ter Rijnoever, en den arm dreigend ver
heffende, riep hij uit
«Civilis, groote aanvoerder der Bataven,
gij wilt dan uw eigen ondergang. Het zij,
maar gedenk steeds, dat gij, en gij alleen
het aldus gewild hebt. HaZwaar zal mijn
wraak u treffen 1"
Toen rende hij als een pijl uit den boog
naar het Romeinsche kamp.
«Ik kom u de overwinning brengen, «sprak
hij Cerealis, het Romeinsche legerhoofd toe.
«Dat eenige uwer soldaten mij volgen, en
ik verzeker u de zegepraal. Links van den
stroom, aan den kant waar die heilige eik
staat, is een vaste grondvan daaruit kan
Franschen gezant, baron de Courcel. Het
spreekt natuurlijk vanzelf, dat toen in de
eerste plaats deze koloniale kwestie ter
sprake is gekomen. De Londensche corres
pondent van de New-York Herald meent
op goede gronden te weten, dat de beide
diplomaten niet tot eene beslissing zijn
gekomen. De correspondent beweert zelfs,
dat de Fransche gezant, namens zijne regee
ring heeft verklaard, dat Frankrijk zijne
eischen betreffende Egypte en het Nijlge
bied blijft handhaven. Frankrijk blijft bij
zijn eisch, dat Egypte moet beschouwd
worden als een land, hetwelk niet alleen
staat onder Engeland's invloed, maar als
(,een land, dat, ofschoon onder suzereiniteit
staande van den sultan van Turkije, toch
in zeker opzicht moet beschouwd worden
als het pleegkind van alle Europeesche
mogendheden, vooral met het oog op het
Suez-kanaal, den weg naar Indië, die ten
allen tijde voor de schepen van alle mogend
heden moet openstaan. Hoe deze kwestie
zal worden opgelost, is natuurlijk nog onze
ker. Tot dusver echter bestaan er nog geen
redenen om aan te nemen, dat het geschil
tot ernstige moeilijkheden tusschen Frankrijk
en Engeland zal leiden.
Volgens berichten uit Christiania heeft
de Koning aan den minister-president Stang
te kermen gegeven, dat hij diens verzoek
om ontslag nog niet kon toestaan. En ver
der, dat hij zich, zoolang de meerderheid
van het Storthing zijne houding niet ver
andert, als koning van Noorwegen zoowel
als van de Unie, niet meer tot die meer
derheid kan richten de grondwet dwingt
den Koning niet zijne ministers uit de
meerderheid te kiezen.
Voor het feestmaal van 140 couverts, dat
dat Maandag in de Witte zaal van het
keizerlijk paleis te Berlijn ter viering van
Bismarcks 80n verjaardag werd gegeven
was geenszins bij uitzondering het presidium
van den Rijksdag genoodigd, maar evenzeer
dat van het Heerenhuis en van de Kamer
men de Germanen in de zijde bestoken.
Maar handel schielijk, want er is geen tijd
te verliezen."
Cerealis riep eenige manschappen uit den
strijd terug, en toen deze na gedaan onder
zoek, de waarheid van des verraders woor
den bevestigden, werd deze aan het hoofd
van een troep strijders gesteld. De aange
duide plaats bleek weldra eene gunstige
stelling te 'zijn, want het werd thans de
beurt der Germanen om te wijken. Het
voordeel, door de bondgenooten behaald,
ging snel verloren, en hun kans stond hache
lijk, schier wanhopend. Eindelijk gaf Civtlis
bevel tot den terugtocht. Doch den soldaten
waren niet meer te beheerschen. «Verraad,
verraad," gilde men van alle kanten. De
gelederen werden verbroken, alles geraakte
in wanorde, de Germanen vluchtten op hunne
schepen.
Niet lang intusschen zou Ulpus zjjne
wraak bevredigd zien. Terwijl hij met een
Brukter krijger handgemeen was, zwom
een geoefend zwemmer met snelle slagen
naar hem toe. Hij slingerde een paar sol
daten omver, die hem in den weg stonden,
greep den verrader bij de borst, en velde
hem met een knodslag neder. Dit alles was
van afgevaardigden, zoowel als alle prinsen
en prinsessen, hogdignitarissen, ministers,
generaals enz. De Germania geeft bovendien
te verstaan, dat de vorm der uitnoodiging
niets beleedigends had en dat van zeer
bevoegde zijde stappen werden gedaan, welke
elk bezwaar om aan de uitnoodiging gevolg
te geven voor de heeren Buol en Spahn
wegnamen (vermoedelijk doelt het blad hier
op een of andere geruststelling omtrent den
inhoud van den keizerlijken toost.) De beide
heeren werden voor den maaltijd, toen de
Keizer met zijne gemalin zich naar de feest
zaal begaf, in het aangrenzend vertrek door
den kanselier Von Hohenlohe aan hem voor
gesteld. En Z. M. richtte tot hen eenige
vriendelijke woorden over de taak van den
Rijksdag, met de beste wenschen voor zijn
vruchtbaren arbeid onder hun leiding zonder
eenige zinspeling over de oorzaak van hun
optreden. De geheele voorstelling duurde
slechts enkele minuten en al wat de bladen
mededeelen omtrent de sarcastische opmer
kingen des Keizers is bezijden de waarheid.
Wat allicht mede van invloed zal geweest
zijn op het verschijnen van Buol en Spahn
aan het Bismarck-diner is het Zaterdag in
de commissie voor de Umsturzvorlage tot
stand gekomen samengaan van centrum en
conservatieven, waardoor de aanneming van
het ontwerp na de Paaschvacantie tegen
alle verwachting zeer mogelijk is geworden.
Feitelijk is dus terstond nu of eigenlijk
reeds tijdens den eersten zwijmel der Bis-
marek-drukte de conservatief centrale meer
derheid in den Rijksdag hersteld en blijft
er van al hei spektakel voor de nationaal-
liberalen weinig of niets over.
Volgens berichten uit Budapest is daar
gisteren een aanslag gepleegd tegen het
monument van generaal Hentzi, den Oosten-
rijkschen generaal, die bij den opstand van
1849 sneuvelde, toen bij de citadel tot het
uiterste tegen de Hongaarsche troepen ver
dedigde. Aan den voet van het gedenk-
teeken was een bom geplaatst, die met een
zoo snel geschied, dat niemand zich een
juiste rekenschap van het gebeurde kon
geven. De Bataaf zette den voet op den
nek van het lijk des overloopers en riep uit
«Bataven, bondgenooten, ziet hoe een
verrader sterft. Die verrader was mijn broe
der. Maar zoolang er nog trouw en vrij
heidsliefde bij ons volk in eere zal zijn,
zoolang zal vaderlandsliefde gaan boven
broederliefde. Dood, dood aan den verrader
De overlooper had zijn misdaad met den
dood geboet. Het verraad was gewroken,
bloedig gewroken. Maar nauwelijks had Cajus
zijne woorden geëindigd of hij stortte dood
neder op het lijk zijns broeders een pijl
had zijn hart getroffen.
De nederlaag der boodgenooten was vol
komen.
Indien de Romeinsche vloot, die te Keu
len lag, gewaarschuwd ware geweest, dan
zou de krijgsmacht der Germanen wellicht
geheel vernietigd zijn.
O
DOOR
1 EL.