Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Ter Stembus!
V/tajar. wu-
Jaanr.
Woensdag 17 April 1895.
No. 5168.
bureau "23ofersfvaat 50.
Idefd
e en Rouw.
ïn ™."k.pS>Jb 'dr:'
tó,L E\h»f - 'k h'fttTlt
Mr. W. H. JANSEN
H. DIENSKE.
Toonè! °ptref6n'
PRIJS VAN DIT BLAD:
^°°r Schiedam per 3 maanden
fico per post door geheel Nederland
-Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Wij h
bezing v611rineren onze lezers aan de ver-
raad> wpii!' lW0e 'eden voor den Gemeente-
Ure WorHt m°rgen' Woensdag, van 9 tot
Ny j gehouden.
^ereenioinf v®rSadering van de Katholieke
S*e®atften h #i ®rondwet" met algemeene
k'^ingswerk&Ht<3? 1S' Weder aan het ver"
atholieke i.' te nemen, behooren alle
houden. lezers zich aan dit woord te
Jakens verzit'l0nPen Van het getij ziJn de
'ertoe epu e onthoudingstactiek tot
6en actief f ^eePt Plaats gemaakt voor
6e,le veeli,U katholieke kiezers, dat
Öaai' de i "g6 onthouding hun den weg
Verleeren eentestembus niet heeft doen
^elbegret)e ,Ver'8°ed als zjj zich in het
tie'ning aa 6 ang der gemeente van deel-
°nthou(}en et vei'klezingswerk wisten te
stei»bus ónm°eten ziJ nu weder trouw ter
^8'ang wnH?' n'J dit door ^et gemeente-
Ontho gevorderd.
fbn, waar f® zou nu schuldige nalatigheid
Üo was. vy-7eger aangewezen gedrags
lij Wil)en t»n 2* ell00ren nu te toonen dat
°r eene p C r^n ^et ver'edene te vergeten.
Itet belpGr 'd j G saraenwe''king van allen
etl Wij knmg 61 2emeente beoogen, wil-
e'eidvol belli" t0t 6en ricluig' zuinig en
Zo°als wü er onzer nijvere gemeente.
VG°r die el, i m vroeger uiteenzetten, is
n°°d'g de j samenwerking allereerst
We»j6 ue onderlins-e
n°°d'g de 61Tsamenvverking allereerst
P.°rdt voornn 61 'n°6 waardeering, waarbij
'■ik verschil dat' 'let onvermijde-
6'ailg der *an gev°elentoch allen het
Het ontK g,emeente °P het oog hebben.
Bering vnll T".,Van .dle onderhnge waar
op j 'a e vlijmend scherpe wijze
tegendeel ,°v®rheerschende partij van het
dfi katholiPL ijken' was oorzaak dat
ke leden uit den Raad traden.
e u i 11 e t on.
2)
gander* vdl® do<?r pod zijn bestemd om
ren moot getieel het leven toe te be-
VrHoe het geblurt noodzakelijk beffen.
I aag het Ln ,m if een oude geschiedenis.
f iGeliik H hart en 't zal u antwoor-
,°nnestraa| 8 roos z'ch ontsluit voor den
de liefde. J°Ri-°i,ent zich het hart voor
Moge nu de terugkeer tot dit onmisbaar
element van samenwerking hun den gang
naar stads raadszaal verlichten I
Daarbij dient van beide zijden toenadering
te komen. De Katholieken behooren te
toonen, dat zij de ondervonden smadelijke
bejegening willen vergeten, nu er door de
wederpartij herhaaldelijk van betere gevoe
lens blijk is gegevende wederpartij dient
bewijs te geven, dat haar de herhaaldelijk
uitgesproken wensch naar een terugkeer
der Katholieken in den Raad inderdaad
ernst was.
Blijkt door het votum van 17 April, dat
inderdaad eene milde loyale opvatting om
trent de samenwerking van alle richtingen
tot het gemeentebestuur bij de wederpartij
veld heeft gewonnendan zal dit er niet
weinig toe bijdragen om de Katholieken,
inzonderheid hen die zich alsnog weifelend
terughielden, ten opzichte eener hernieuwde
deelneming aan het gemeentebestuur gerust
te stellen.
Geven wij, Katholieken, die aan onze
hoogere beginselen de kracht ontleenen leed
en smaad te vergeten, hier een voorbeeld,
dat tot navolging wekken moet. De treurige
herinneringen van het verleden wijken bij
deze stembus voor de hoopvolle verwach
tingen der toekomst! Scharen wij ons als
éen man om onzen uitstekenden eigen can-
didaat, die reeds in zoo menigen strijd het
katholieke vaandel hoog heeft gehouden en
stemmen wij naast hem den candidaat wien
wij de tweede vacante plaats hebben voor
behouden.
Doen alle katholieke kiezers bij deze
verkiezing hun plicht, dan mogen wij het
pleit reeds voor een goed deel gewonnen
achten. Als éen man dus ter stembus en een
parig gestemd op onze beide candidaten
en
dekt, en in 'thart elkander trouw gezworen
voor eeuwig.
Hoe zal ik beschrijven wat zij toen onder
vonden Ik weet het niet. Dit alleen
kan ik zeggenop dat oogenblik scheen het
haar toe dat een dichte, zwarte sluier van hun
oogen viel en een heldere, zonnige levens
morgen daagde.
Zij behoefden geen woorden om elkand.er
hun liefde te verklaren. Als zij voor de
piano was gezeten en hij aan haar zijde
stond, haar spel begeleidend met zijne viool
en als dan de klanken zich vereenigden tot
een zielverrukkend lied, vonden zij immer
nieuwe wijzen om uit te drukken wat zij
gevoelden.
De winter was genaderd. Ernst bewoog
zich in de meest uitgelezen kringen der
hoofdstad. Overal werd hij met onder
scheiding behandeld't was echter voor
de meesten een raadsel waarom de kunste
naar, die niet gewoon was lang op dezeltde
plaats te vertoeven, den geheelen winter
te Berlijn scheen te willen doorbrengen.
Niettemin beijverde zich eenieder hem het
leven in de stad zoo aangenaam mogelijk
te maken. Maar alles wat het kunstlievende
ALGEMEEN OVERZICHT.
16 April '95.
De Kamer en Senaat in Frankrijk zijn
op Paasch-Zaterdag eindelijk uiteengegaan.
Nadat de begrooting eenige malen over en
weer was gezonden, zijn de afgevaardigden
en senatoren het, gelijk altijd, ten slotte
weer eens geworden, zoodat de financieele
voorstellen van den heer Ribot behoudens
enkele wijzigingen nog tot stand zijn ge
komen. De Fransche minister kan dus
tevreden wezen, want vooreerst loopt nu
zijn ministerie geen gevaar.
De Kamer heeft het van den Senaat
terugbekomen belasting-ontwerp, waarbij de
erkende en niet-erkende congregaties met
fr. 0.30 p.c. werden belast, gewijzigd en het
recht resp. op f0.30 en f0.40 vastgesteld.
De Senaat heeft zich daarbij gisteren-na
middag neergelegd met 183 tegen 73
stemmen, wat den senator Halgan den
uitroep ontlokte: «'tls thans de dag en
het uur dat Christus den marteldood stierf 1"
Zelfs de Figaro valt deze onrechtvaardige
wet aan en spoort de Congregaties aan, de
belasting niet te betalen, maar de zaak
voor den rechter te brengen, desnoods tot
in het hoogste beroep.
De zaak-Kotze houdt in Duitschland de
openbare meening nog voortdurend bezig.
De opperceremoniemeester Von Kotze, wiens
vrijspraak bekend is, heeft Zaterdag een
aanvang gemaakt met de duels tot welke
hij de personen die hem belasterden uit
daagde. Dien dag duelleerde Von Kotze met
den heer Reischach op het pistool. Het
was een tweegevecht, op zware voorwaarden:
niet uitscheiden voor een der twee partijen
buiten gevecht was gesteld. Kotze kreeg
een kogel in het dijbeen, zoodat hij naar
de kliniek moest worden gebracht.
Uit Friedrichsruhe wordt gemeld, dat
Bismarck gistereren in den voormiddag de
deputatiën ontvangen heeft van de studenten
in Oostenrijk. In antwoord op de tot hem
Berlijn hem aanbood, eer, toejuichingen,
goud, bekoorde noch boeide hem, een lach
van Anna, die met haar moeder weder hun
winterverblijf in de hoofdstad hadden be
trokken, was hem meer waard dan alle
schatten der aarde. Aan haar zijde alléén
bloeide zijn geluk.
Op zekeren avond stond Ernst met klop
pend hart in de voorkamer van Anna's
woning. Slechts de vleugeldeur scheidde
hem van het vertrek waar zijne geliefde
gewoonlijk vertoefde. Hij verheugde zich
reeds zoo innig haar weldra te zien toen
hem de boodschap gewerd dat de freule
afwezig was. Geheel teleurgesteld wilde
hij zich verwijderen toen eensklaps een
dienaar op hem toetrad en zeide «Mevrouw
de Barones wenscht u te spreken, mijn
heer.'' Meteen werden de deuren der achter
kamer opengeschoven en Anna's moeder
noodigde den kunstenaar vriendelijk uit
binnen te treden.
»Het doet mij genoegen, mijnheer, U
alleen te kunnen spreken," dus ving zij aan,
«mijne dochter is afwezig, zooals u weet.
«Ik heb het zoo even vernomen,
Mevrouw."
«Ik zelf heb Anna van huis gezonden.
gerichte toespraken betuigde Bismarck met
nadruk dat de hartelijkheid, waarmede hij
in 1879 te Weenen werd ontvangen, hem
in zijne opvatting heeft bevestigd, dat er in
de plaats der oude betrekkingen een bond
genootschap moest worden geschapen. Dat
bondgenootschap is gevonden in het Drie
voudig Verbond, waarvan, als men zijn oor
sprong nagaat, de kiem reeds in den tijd
van het heilige Roomsche rijk blijkt te zijn
gelegd. Aan eenheid in de toekomst behoefde
de Duitsche natie niet te wanhopen. Ook
de omringende landen hebben hevige broe
dertwisten te doorstaan gehad tot in den
jongsten tijd. Bismarck ried den Oostenrijk-
schen Duitschers, in het besef van hunne
eigen krachten toegevendheid en lijdzaam
heid te betrachten tegenover hunne minder
bedeelde mededingers op politiek gebied in
de Oostenrijksche monarchie en eindigde
met een dronk op keizer Frans Jozef.
Nadat de werkzaamheden bij het eindigen
van het Paaschrecès in Hongarije zullen
hervat zijn, zal de beslissing vallen over de
nog steeds aanhangige kerkelijke wetten.
Met liet oog daarop is het niet zonder
belang wat de minister-president, baron
Banffy, dezer dagen in een onderhoud met
een redacteur van het Wiener lageblatt
mededeelde. Baron Banfïy verklaarde, dat
onmiddellijk na Paschen de beide wetsont
werpen betreffende de gelijkstelling der
Israëlieten met de belijders van andere
gezindten bij het Huis van afgevaardigden
zullen worden ingediend. Zoodra de Tweede
Kamer, gelijk te verwachten was, de wets
ontwerpen heeft aangenomen, zullen ze
weer naar de Magnatenkamer worden ge
zonden. Toch zal het nog wel Mei worden,
voordat de Magnaten daarover hun oordeel
kunnen uitspreken. De Minister hoopte, dat
de Magnaten nu de beide wetsontwerpen
zouden aannemen, want de regeering, steu
nende op het vertrouwen der Kroon, is
verplicht de voorgestelde hervormingen te
handhaven.
Thans verzoek ik u als Anna's vriend mij
een vraag oprecht te willen beantwoorden.
Gij bemint mijne dochter, niet waar
«Ja, ik heb Anna lief," riep de kunste
naar begeesterd uit. «Zij is voor mij het
hoogste, het heiligste wat ik op aarde bezit
en ik behoor haar toe voor eeuwig."
De Barones scheen door dit antwoord
geenszins gestoord, en hervatte met een
welwillenden glimlach
«Ik ben van uw oprechte en heilige liefde
tot Anna overtuigd, ik weet daarenboven
dat u alléén het geluk mijner dochter uit
maakt. Ik twijfel er niet aan, u bezit alle
eigenschappen die mijn dierbaar kind ge
lukkig kunnen maken't zij verre van mij
het geluk van twee verliefden te storen, ik
wil mijne dochter den rijkdom uws harten
niet ontrooVen, den eenigen dien zij be-
ilk verlang geen anderen," antwoordde
de kunstenaar een weinig geraakt.
«Ik weet het. Maar, iieve vriend, wan
neer ik niet meer zijn zal, heeft Anna een
hechten steun noodig op haar levenspad."
Wordt vervolgd
O
^6t h
ff
zit.