Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
tijden en Verblijden.
l$de Jaar
Zondag 21 April 1895.
No. 5172.
bureau *g$oter&tvaat 50.
nr
PRIJS TAN DIT BLAD:
W Schiedam per 3 maanden
nC° °er ?ost aoor geheei Nederland
""Wonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Ni
legeti (je a."te vee' wor(len gewaarschuwd
ïingenot, die'dp^6^' t6gen den geest van
gr°ot en kl °riverzoenlijke vijand is van
naar het v61n; ermalen hebben wij,
'Ühheid °°r Ce'd onzer hoogere geeste-
naar zineenn?WeZen °P dle toenemende zucht
'nspamdnw' ^on U'tspaDnin8' d'e ontaardt
Van groot r,, P groote «'tgaven die
teK allen tii j 6m Worden gevorderd om
Thans X en °Veral >)mee te doen''
terug te kornp' W'd °m Patei °P Plet eerste
gr°ote kwaal 7~ ovens preken overeene
6en gevolo- is'I 6 Ulthutzigheid, welke
Wanneer V Spotzucht.
Zer dagen had6" naar de on-
riJk als arm tevreHX' Z°U menigeen'200
'n tien stillf 6n ^b^n kunnen zijn
*aa' voor h SCh°0t Van llet
h'j nooit op andere 1S Weggelegd'dat
Ver verheven is k P atsen Vlnden zal, en
'tOm geven k a"GS Wat de were'd
'ie ontspanning bet genoegen en
"o°dig heeft J ontegenzeggelijk
tamilie I Z06 611 'n den kring zijner
kehben. '1J m°et het fam'lieleven lief-
z\jn hart pd°eest. tracht ook deze liefde
6n oprecht 6 Verstlkken- stelt hem geluk
heid.vvelke mSn°T'V°°r in de uithuizig"
e" aa"stekeUjke ziekt. 6,1 '",0gS, bed'»'W,»k8
«Uiseliikhe a maggenoemd worden.
verdwenen de meeste gezinnen
Veel uitgaan tUet alle6n dat de ouders te
Vo°rbeeFd t e" zoodoende den kleinen een
de k'nderen X'6 86Ven' maar ook
UitsPanninCTen al Vroeg naar al]erlei
z'en en m®eSenomen, waar zij zaken
bekleen en v de nieuws8ierigheid op-
tnaiien de kinderen kleine menschen
^^not lusten en begeerlijkheden, welke
uilleton.
2)
toen hemerl^lfal s<dlePte Reinhard moed,
Van 't lieve kL?°n.Werd geboren het zien
0na denstriid m nieuwe krachten,
^der te a,„M s werelds beslommeringen
\e zWak aan I!vaard®n> maar toch was hij
UUr het hn m Wed®rvvaardigheden op den
ÏUetdemLb°°'d kmden. Daarbij zag hij
een mislukt,/ !!°rl"ljZIC''ten van zÜn streven
grondbezitiiur t T°Vg kern z9ne kleine
'tUmer heÏÏLri SChuld te basten, en
¥o°r den li/ hI?™ m het bewustzijn
?pntberintreng 7:-P It .omttegenstaande alle
°en hif eimSüt Ut h ,otlhoudbaar was.
te ver ld! uuehjk het besluit nam het dom
r" °P e°»
Plaats te gaan vestigen, dacht hij
het kinderlijke in het kleine hart verstikken.
Die geest is in het jongere geslacht het
ergste, en derhalve moet der jeugd een
andere geest worden ingeprent. Zij hoort
van den eenen kant niets anders meer dan
van uitspanningen en van den anderen kant
voortdurenden verbitterden en verbitteren
den strijd om het loon dikwijls veroor
zaakt, dewijl de verdiensten niet meer toe
reikend zijn, om de huishouding in stand te
kunnen houden, aan wier hoofd daarenboven
menigmaal nog een vrouw staat, die van
huishoudelijke zaken geen kennis heeft. Wij
willen hier stilzwijgend voorbijgaan, welke
gevolgen hieruit op stoffelijk gebied voort
spruiten, maar hoe treurig is het gesteld
in die huisgezinnen, waar dergelijke geest
heerscht, welke de huiselijke samenleving
geheel ondermijnt. Telkens hoort men klach
ten over kwijning en achteruitgang van vele
familiën, over twist en tweedracht in
menig huisgezin, over verwildering en
ongebondenheid der jeugd, over misnoe
gen en verdriet van zeer vele ouders we
gens het wangedrag hunner kinderen, over
honderd andere treurige voorvallen en ge
beurtenissen, te lang om hier op te noemen.
Men zal niemand aantreffen, eenigszins be
kend met den treurigen toestand onzer zeden,
die niet weet hoe gering de plichten des
huisgezins door den tijdgeest geschat worden.
Het huisgezin is tegenwoordig slechts een
schaduw, iets doodsch, dat de menschen,
om zoo te zeggen, niet meer bij het gemoed,
bij den geest of het hart grijpt, en dat hen
niet geheel en al bezit gelijk het eertijds
deed. De gevoelens, welke door het huis
gezin opgewekt worden, die men natuurlijke
gevoelens noemt en voor altijd in het hart
geprent waant, verzwakken met den dag.
Weinigen worden er gevonden, die begrij
pen en gevoelen wat het vaderschap is, die
de plichten trachten te beoefenen, welke
het oplegt, en de verantwoordelijkheid op
zich nemen, die het medebrengt. Hoe vele
vaders toch verlaten het huis zoo dikwijls
ze kunnen, om hun vermaken en uitspan-
wel wat licht aan de smart die hem het
scheiden zou kosten, aan het afscheid van
vrouw en kind en van den grond die, niet
tegenstaande alle onberingen en teleur
stellingen, hem toch dierbaar bleef ten
minste zoo scheen het, toen men den bleekeri
man zag loopen die, nu voor 't laatst, op
de hem bekende wegen, afscheid ging nemen
van zijn geboortegrond. Als hij maar eerst
het afscheid had overwonnen, zoo dacht hij,
de toekomst zou dan wel alles goed maken.
Wat zou hij ijverig arbeiden om weer spoe
dig met Maria vereenigd te worden zeker,
ginds zijn de menschen niet zoo kleingeestig
en bekrompen, daar zou hij voor zijn streven
en voor zijne ontwikkeling betere resul
taten krijgen dan hier.
Daarbij aan terugkeeren op den eenmaal
gebaanden weg, was geen denken meer.
Het kleine huisje was reeds sinds eenige
weken in het bezit van den schuldeischer,
de meubelen en het overtollige huisraad
waren heden morgen onder den hamer van
den ambtenaar verkochten hoe zwaar
had het Reinhards ziel verbitterd, dat juist
zij, die hem vroeger liefdeloos hadden be
handeld, zich thans bij hem en zijne vrouw
ningen elders te gaan zoeken. Zij haken
met ongeduld naar het einde van den ar
beid, voorkomen het dikwijls om hun ver
derfelijke gewoonte in te volgen, en in
kroegen en in herbergen de opbrengst van
hun arbeid, welke het gansche huisgezin
zou moeten onderhouden, voor het grootste
gedeelte voor zich alleen te verteren.
In zulk huisgezin zal geen geluk en vrede
heerschen, daar is men getuige van twist
en tweedracht, van scheldwoorden en ver
wijtingen, daar aanschouwt men kommer
en gebrek, terwijl de vader in lichtzinnige
verkwistingen onder luid getier, in overdaad
en dronkenschap en dikwijls zelfs in de
schandelijkste ongebondenheden, wil verge
ten, hoe diep ellendig en rampzalig hij zijn
vrouw en kinderen gemaakt heeft.
Wat zal er nu van zulk een huisgezin
worden Zal de moeder de afwezigheid of
onverschilligheid van den vader in de op
voeding der kinderen kunnen aanvullen
Neen, daartoe is zij niet in staat, zij zal de
opkomende driften harer zonen en dochters
niet genoeg van verre overzien, noch tegen
streven, noch verhinderen kunnen, zij kan
de bezwaren der opvoeding niet alleen op
haar zwakke schouders dragen. En wat zal
er van de deerniswaardige jeugd geworden,
als men haar natuurlijken afkeer van alle
tucht, haar vergetelheid van iederen plicht,
haar oneerbiedigheid voor ieder gezag nagaat?
Het voorbeeld van den vader oefent den
noodlottigsten invloed op de kinderen slechts
een enkele begeerte bezielt de jeugdige
harten, en dat is het verlarjgen naar vol
slagen onafhankelijkheid; zij haken naar het
oogenblik, waarop zij zich geheel aan het
ouderlijk gezag kunnen onttrekken, waarop
zij den schoot van het huisgezin kunnen
ontvluchten, om op hun beurt ook de ver
maken te genieten, welke de tijdgeest hun
aanbiedt. Slechts een enkel aanloksel ver
leidt hen, te weten het vermaakterwijl
zelfs de gedachte aan plicht hun onbekend
is. Komt het tijdstip om een levensstaat
te kiezen, en in zeer vele gevallen nog aan-
vervoegden en diep leedwezen betuigden
wegens hun vertrek.
Dit alles beheersehte Reinhards gemoed
toen hij voor de laatste maal naar het
ouderlijk huis ging.
Het scheen hem toe als of hij toch iets
had vergeten, ja er was nog eene plaats
waar hij afscheid moest nemen en fluks
richtte hij zijne schreden naar het kerkhof
om op het graf zijner dierbare ouders een
kort maar hartelijk gebed te spreken. Doch
zie, toen hij het graf naderde, ontdekte hij
zijne jonge, weenende vrouw en toen hij
haar in zijne armen sloot, fluisterde zij onder
't storten van heete tranen *God zij metu,
Reinhard, Hij zegene u en doe u spoedig
wederkeeren 1"
Hand in hand gingen zij naar het huisje.
Het was alsof eene stille onderwerping eene
kalme berusting zich in hun gemoed hadden
gevestigd. Met kalmte bespraken zij nog
maals alles wat zij geordend hadden. Van
de kleine som, die zij uit de opbrengst van
de verkooping in handen hadden gekregen,
wilde Reinhard slechts een zeer klein ge
deelte nebbenhet overige had hij ter be
waring den ouden, eerbiedwaardigen dorps-
merkelijk vroeger, dan stellen de driften,
welke den wispelturigen geest beginnen te
beheerschen, en tevens de onervarenheid
der jeugd aan de grootste gevaren bloot
inen zoekt gewoonlijk zijn genot en ver
maak in een onbezonnen, vroegtijdige ver
keering, zonder eenig vooruitzicht op een
huwelijk, in een vertrouwelijken omgang
met personen van het andere geslacht, die
al te vaak de vervulling der godsdienst
plichten reeds overboord hebben geworpen,
men neemt zijn toevlucht tot huizen en
plaatsen, tot uitspanningslokalen en verma
kelijkheden, welke voor een ieder de pest
zijn, maar inzonderheid voor de jeugd ware
moordholen uitmaken.
En als dan eene moeder, die nog voor
zichtig, nog ongerust is voor de toekomst,
wil beproeven om haar kind een weinig in
toom te houden, zal het haar aanstonds
onder het oog brengen dat het reeds tijd
is aan een lastig toezicht een einde te
maken dat het oud genoeg is om zijn eigen
meester te zijn dat het de moeder niet
meer noodig heeft en bijgevolg haar ver
maningen en waarschuwingen ook r.iet.
Voor hen, die niet door het geloof leven,
bestaan er geen verplichtingen, derhalve zal
de moeder gedwongen zijn de oogen te
sluiten, uit vrees van dien geest van onaf
hankelijkheid nog meer op te ruien, welke
dan het kind nog aan grootere gevaren zou
blootstellen. Maar het zal haar niet helpen
haar teederheid en zorgen te vermenigvul
digen, en er zich op toe te leggen om het
leven van haar kind zoo aangenaam mogelijk
te maken, want zijne wispelturige geest zal
de bovenhand behouden.
Den dag, waarop het kind voor zich zelf
zal kunnen zorgen, zal het met geen grooter
gevoel en verdriet uit de ouderlijke woning
gaan, als de jongen der vogelen hun nest
verlaten. Ziedaar den toestand des huis
gezins op onze dagen: het vaderlijk gevoel
is niets meer dan een schaduw, en het
kinderlijk bestaat niet meerer blijft niets
over dan de natuurlijke liefde der moeders,
leeraar ter hand gesteld, in wiens huis
Maria vroeger had gediend. Hij zou het
kleine kapitaal beheeren en hij beloofde
Reinhard over het welzijn van Maria te
waken en haar met raad en daad bij te
staan. Eerst laat in den avond gingen zij
ter ruste en hoe droefgeestig hunne harten
ook waren, de natuur eischte hare rechten.
Maria was nog in diepen slaap toen haar
echtgenoot bij 't aanbreken van den dag
opstond, zich reisvaardig maakte en onder
het storten van heete tranen voor haar
bed op de knieën zonk. Een laatste kort
gebed hij vermande zich, gaf haar nog
een kus op 't voorhoofd, en op hare oogen,
omhelsde nog eenmaal zijn slapend kind
en spoedde zich naar buiten in de om
sluierde toekomst.
(Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
o_