Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
18de Jaarjr.
Vrijdag 10 Mei 1S95.
No. 5188.
bureau jBofersfvaaf 50.
J"*» "Sniert?" 7 teS™
Vecht van Luneburg
ALGEMEEN overzicht.
PRIJS VAN DIT BLAD:
1°°r Schiedam per 3 maanden
ranco per post door geheel Nederland
zonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.
- 0.05
De 9 Mei '95-
^sontlnfrpVe;obteidK behandeling van het
Var» omverwo ®teugellr)g der partijen
die reeds Zgn" Umsturzvorlage,
Du'tschland 6 Z°° 'ang de aandacht in
iö den Riikt!Spannen houdt'heeft gisteren
tornen t'LV6 Berl*n een aanvang
trib«nes'wa6rpnml Van den RÜkedag en de
v*n de de^trten Pr°pvol. Vóór het begin
rede"en uit e; TV6 R«ksk—herÖde
h<» ontwerp nopen
de voorafoaanH l dienan. De hoop dat
°Pleveren r '1 eraads'aging succes zou
gen om de veT vervuld- »De vergaderin-
°Ver het ontw ^aar(hging van sommige
niet- Ik heh 6rP UCht tG geven' hegrijp ik
het volk der h °tn 16 hoog denkbeeld van
dat het werk ^dn dat 'k zou w'"en,
en le vooruit™Van 6 RuRsche vvijsgeeren
^ettelijke be rg de menschheid door
rne'd." De ®PaUng6n zo« vvorden belem-
*en 'n het onf11111188'6 bad vreemde elemen-
V'a" he reaepriWerP gebracht- De bedoeling
de 'nacht var "o* h6t °ntwerPis slechts,
%V«' de voorstede 16 versterken> ter"
g°dsdienst I 1 Va" de eommissie den
P"e"ige puntPn 6 zede'ijkheid betreffen.
Ve' 'SWakt T, Z'dn door de commissie zelfs
V°" Levetzow k den Vaardigde
0n" het reo-p °°r Zldn VOorstel, strekkende
de Plaats te ""f °ntwerP gedeeltelijk in
Cornmissie Pn u 6n Van de besluiten der
'édelen zal v P de RiJksdag onsde
U"nen optreden (T- "U t0e te
t Dij dep aam Toejuiching rechts.)
m8<urzvorln de tweede lezing der
alle parT bbenreeds woordvoerders
6 v°orstellen n geSproken en a'len tegen
ontwerp der cnJ verwerPt ze in het
V°rtïl ook Hoh Tt16' de ander in welken
"ÜOrnamelijk te^l fï redevoerin8 had
egen het 6n RiJksdag te be-
tl6l«en. Levetvn ^T1' Van Levetzow aan te
w ornt :n hoofdzaak op de
PRIJS DER ADVERTENT1ËN:
Van 16 regelsf 0-60
Elke gewone regel meer.- 0-10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Een Ridderverhaal
alphonsine.
van
een
1)
ÏS okn°zUedsenHIn0rgen' in het begir>
S^er het ReeTr«n 1181, naderde
die nWas volmaakt 'Pfnb?rc'? ln Reieren.
a Sokleini als een ridder
frze«de helm"K.TEging.deelnemen 1
i en een «t ekte zijne goudgele
gelipgs J b viZ,er i,et een schoon
An rri°od hmmen i aaroPkracht
da 6n do S besn,lPel g6drukt hadden.
ker ook °en cevoeH m°nd verraadde,
'J^oezem klopte g Cn edel hart in
oorspronkelijke regeeringsvoordracht terug
en neemt ook weer de bepaling op, dat
strafbaar is wie het verzet tegen de staats
macht aanprijst of rechtvaardigt. Daarvoor
zal het Centrum nooit te vinden zijn, aan
gezien het daarmede zijn geheel verleden,
zijne houding in den Kulturkampf verloo
chenen zou. Derhalve zou het ontwerp wel
in tweede lezing geheel mislukken kunnen.
Misschien ook zal men er nog zooveel uit
weten te redden, dat eene derde lezing
mogelijk wordt. In den tusschentijd kan de
regeering dan een nieuw vergelijk treffen.
Maar ook hierop is weinig vooruitzicht. De
beraadslagingen namen gisteren onverwachts
zoo een snel tempo aan, dat de beslissing
spoedig vallen kan.
Bij het voortgezet debat over art. 111
van het beteugelingsontwerp betreffende de
strafbepalingen op het aanprijzen van mis
daad, gaven uit naam der Vrijzinnigen en
Polen, Barth-Munckel en Wolszlegier, reken
schap waarom zij er vierkant tegen zijn.
De sociaal-democraat Auer noemt de ont
werpen een gevolg van vrees. «Onze tegen
standers wenschen," zeide hij, «dat wij de
gematigdheid, die wij totnogtoe betracht
hebben, laten varen en in oproer ons voor
de geweren stellen." De spreker werd tot
de orde geroepen. De minister van oor
log zeide, dat het leger als zijn voornaamste
taak beschouwt om naar de grenzen op te
rukken en zich met den vijand te meten.
«De lauwer", zoo riep hij uit, «groeit niet
op de straat, waar men het gepeupel te
hoop drijft. Wij laten dat aan de politie en
de brandweer over." Op die woorden volgde
eenige minuten van groote vroolijkheid.
Manteuffel verklaarde, dat, als het voorstel
van Levetzow verworpen werd, de conser
vatieven tegen de geheele wet zouden
stemmen. Endecerus zeide, dat de meer
derheid der nationaal-iiberalen hetzelfde
standpunt inneemt; de minderheid is on
voorwaardelijk voor de verwerping. Kardoft
voor de Rijkspartij en Zimmermann voor de
antisemieten verklaarden, dat hun partij
alleen stemmen zou voor eene verscherping
van het militaire strafwetboek en voor het
strafbaar stellen van het opruien van sol
daten tot ongehoorzaamheid.
Onder voorzitterschap eerst van den her
tog van West-minister en daarna van den
hertog van Argyle, is eergisteren-avond in
den St. James Hall te Londen een groote
en sterk bezochte meeting gehouden naar
aanleiding van de gruwelen in Armenië, in
welke Gladstone's schrijven aan den hertog
van Argyle werd voorgelezen. De ex-premier
verklaarde daarin dat vreedzame, maar des
noods ook andere middelen moeten worden
gebezigd om [eene herhaling van zulke
menschonteerende Turksche wandaden te
voorkomen. Er werden, gelijk vroeger, tal
rijke vurige toespraken gehouden, waarin
met algemeene stemmen verschillende moties,
eveneens op den gewonen vurigen toon
gesteld, aangenomen werden, welke aan
lord Rosebery overgebracht zullen worden.
Het Engelsche Lagerhuis, nu nog bezig
met het wetsontwerp betreffende de schei
ding van Kerk en Staat in Wales, zal weldra
overgaan tot de behandeling der Iersche
Landwet, door den heer John Morley, den
minister voor Ierland, ingediend. De oplos
sing van het geschil tusschen lord Rosebery
en de Pairs, waarbij de Home-rule kwestie
de hoofdrol speelt, begint derhalve te nade
ren. Zelfs de oppssitieorganen spreken nu
niet meer over de aanstaande aftreding van
het Kabinet. Ook lord Rosebery'* tegen
standers beginnen nu te begrijpen, dat de
minister in geen geval zijn post zal verlaten
voordat deze strijd is beslist.
Gisteren werd in het Lagerhuis behan
deld het wetsontwerp tot intrekking van de
Iersche dwangwet. Dit wetsontwerp, dat
werd gesteund door den minister voor Ier
land, John Morley, werd met 222 tegen
208 stemmen aangenomen. De artikelsge-
wijze behandeling van het ontwerp zal nu
aan de orde komen.
De ministerieele crisis in Oostenrijk-
Hongarije zal waarschijnlijk reeds dezer
Het was een echte winterochtend. De
rijp had boomtwijgen en struiken, ja, geheele
mastbosschen wit gehuifd. Een dikke sneeuw
laag dekte de velden en wegen, en gaf aan
het landschap eene stille, doodsche tint. Al
boorden ook enkele zonnestralen door den
hangenden morgennevel heen, en al deden
zij de sneeuwkristallen flonkeren, de schep
ping miste toch dat leven, 't welk zij in de
andere jaargetijden in zoo duizenden ge
stalten en vormen te uiten weet.
't Was echter niet hierover dat de ruiter
mijmerde, terwijl hij zijn ros tot eenigen
spoed aanspoorde. Schier onafgebroken bleven
zijne blikken op den kop van het paard
gevestigd. Nu en dan echter balde hij in
stilte de vuist en mompelde eenige doffe
woorden. Zoo bleef hij in zich zelve gekeerd,
totdat op eenige schreden afstand de burcht
Uldenborch half verscholen te midden van
denneboomen met hun altijddurend groen,
voor hem opdoemde. Hij steeg at bij een
zwaren, breed getakten eik, die eenzaam
bij den weg stond, en bond zijn paard aan
den stam vast. Toen hield hij de hand boven
zijne oogen en tuurde in de richting van
het kasteel. Maar in den geheelen omtrek
was er geen levend wezen te bespeuren, en
wrevelig mompelde hij
»De afspraak luidde, dat jonker Koenraad
van Hildeswijne zich bij het eerste door
breken der zon, onder den eik van Ulden
borch bevinden zou. En zie, de zonnestralen
doen reeds de neeuw smelten, en nog blijft
hij verre. Ik brand van verlangen hem te
ontmoeten, en met hem middelen te be
ramen om de aanhangers van Hendrik den
Welf te toonen, dat zij niet straffeloos onzen
koning en zijne leenheeren hoonen".
Plotseling wendde hij het hoofd omde
hoefslag van een paard trof zijn oor. Wederom
staarde hij naar het slot, en zijn scherpe
blik bespeurde, dat de valbrug zoo even
was nedergelaten, en een ruiter in snellen
draf naar hem toereed. Na eenige oogen-
blikken steeg hij met eene sierlijke beweging
van zijn paard at.
De nieuw aangekomene was een krach
tige figuur. Hij scheen eenigszins ouder dan
de andere ridderook gaf een breedesnor
hem iets mannelijks. Zijne kleeding was
nagenoeg dezelfde als die des anderen, doch
zij was rijker.
«Goeden dag, jonker Ruprecht, sprak
dagen worden opgelost. De correspondent
van de Frankfurter Zeitung te Budapest
beweert op goede gronden te weten, dat de
zaak reeds in orde is. Volgens dezen corres
pondent zal den Hongaarschen minister
president, baron Banffy, voldoening worden
gegeven door de terugroeping van den Pause-
lijken nuntius Agliardi. De Hongaarsche mi
nister zal dan eene verdere schikking treffen
met graaf Kalnoky, zoodat beide ministers
aan het bewind kunnen blijven.
Te Weenen blijft het gerucht in omloop,
dat graaf Kalnoky ais minister van buiten-
landsche zaken zal aftreden, zoodra de be
grooting door de Delegaties, die weldra
zullen bijeenkomen, is behandeld. Dit ge
rucht vindt geen geloof, vooral niet nadat
in de Staatscourant zoowel te Weenen als
te Pest de inhoud is medegedeeld van het
schrijven door keizer Frans Jozef aan graaf
Kalnoky gezonden. Dit schrijven luidt aldus:
«Onder verzekering dat gij mijn volkomen
vertrouwen geniet en onder dankbare her
kenning van de trouwe en nuttige diensten
door u gedurende een lange reeks van jaren
bewezen op wier behoud, ook voor de toe
komst, ik prijs stel, acht ik mij niet ge
rechtigd het verzoek om ontslag aan te
nemen, dat door u als minister van buiten-
landsche zaken voor Oostenrijk Hongarije
is ingediend. Te oordeelen naar den inhoud
van dit schrijven, moet men wel aannemen,
dat keizer Frans Jozef voornemens is, graaf
Kalnoky als minister van buitenlandsche
zaken te handhaven.
Volgens berichten uit Pretoria is de Trans-
vaalsche Volksraad gisteren door president
Kruger geopend, die de verklaring aflegde,
dat de regeering der Zuid-Afrikaansche repu
bliek niet voornemens is, te berusten bij het
voornemen der Engelsche regeering tot
annexatie van het grondgebied ten noorden
van Zoeloe-land. Eene dergelijke houding
der Transvaalsche regeering was trouwens
te verwachten, want natuurlijk kan president
Kruger den Transvalers op deze wijze niet
den eenigen eigen weg naar de kust laten
hij zijn metgezel de hand drukkende. «Ik
had uwe komst reeds bespeurd van uit den
toren des kasteels. Mijn paard had ik reeds
te voren gezadeld, en ik ben haastig hier
naar toe gekomen, want bij Shit Joris, de
winterkoude is te bitter, om zelfs een arme
poorter, laat staan u onder den blooten
hemel lang te laten wachten."
«Dank mor uwe komst, jonker Koenraad.
Ik had Otto van Wittelsbach ook doen
waarschuwen. Maar de bode vond hem
afwezig, hij was reeds zelf met zijne man
nen keizer Frederik, onzen allergenadigsten
heer tegemoet gegaan. Hij wil zich bij
's Keizers leger voegen om alzoo met ge
meenschappelijke krachten onzen vijand, den
Welf Hendrik, te fnuiken.
Wordt vervolgd.)
DOOR
wen- Het 0pShenvrnrStharnaS 0msl001 "J-