Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
^Raadsverkiezing!
S> te,e,rrd-
18(1 e Jaar
Dinsdag 16 Juli 1895.
No. 5240.
"iSSureau ^JJofersfraaf 50.
IN,'"' hoSi der
1 >tandil!?ln_ Üjd en onder de
'"lüschen jongen.
W. A. BEUKERS,
H. DIENSKE,
H. R. M. A. VAN GENT,
I. HOOGENDAM,
S. A. MAAS,
J, J. G, NOLET,
G. VISSER Bzn.
tA.JUnTt, «WK.
V,
Fr:
°°r Schied
pRUS TAN DIT BLAD:
laKi per 3 maanden
Per post door geheel Nederland
Wonderlijke N
ommers
f 1.50
o_,
- 0.05
fy., verte;
A -
kis, Yari den° S ecbts weinige uren schei-
Nl? Voor denWloht'Sen dag' waaroP de
°Hj6 n over Gemeenteraad geroepen
Vr°edscha6en derde dee' der zetels in
e1 ®en laat U'tsPraak te doen; behoo-
lboi>°^^Ve^kino- t^6 Woord van voorlichting
r,^ Wordf lot onze lezers, wier votum
Z het uLVerWaCht' te «chten.
vOorai aatscbaP van den Gemeen-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
H,
Cd* ornstaöri- °uZ6n liJd en onder de
,^°rden 0 lg et*er> van veel gewicht
v 68en<*,., ?eac t> zal wel niemand dur-
\t :^svrr ™-
0ri2er tichtio tlemeenteraad, die
van Pijvere zu'nig en beleidvol beheer
V,Ien^amP:etn!entè *leeft' te waken,
l'PowUr z°oveP) W6rkinS met l'et Dagelijksch
%0 Van de sta^001 den b'oe'en den voor"
%0r, Vari de staa°01 den b'oe'en den voor"
ZÜ j„ f1 *o0 t onzer inwoning afhangt
li !rdaad hot ?°rden samengesteld, dat
in u- ee'd is der geheele bur-
*6
'ii j' ad hot k samengesteld, dai
6 'n har 66 'S der geDeele bur-
^'Nhede,, 6 °nderscheidene richtingen
iJn§6 samLt0Ch over 'l geheel door
«H
Neu; ^"cuen
nge saml over 'l geheel d°or
V;t6 Wil ,n^erk'ng de belangen der
li ereo. 6 artigen en haar welzijn
Hi d Viatic
26 Voikie2j^r gemeente vordert, dat
'ion 'ap. In l g Saiöenstelling van onzt
Stir11'64 bii „6t bestuur onzer stad be.
aart hof°°rtduring eene partij ol
>a >r' die 0nTrd te zijn' maar alle
tot hot 'I6" Sr°ndslag van orde
5 Wn ^keh, u a gemeen welzijn willen
Nn et belar,., nne zienswijze
er gemeente te doen
0fdt dit
e 0ritkenrieri '°f gesteld, dan zal nie-
S '«•«Sik'1? f' Katholieken, die
®el wat e ewerking verleenen
6 e^angen der gemeen-
schap kan bevorderen, recht hebben in de
vroedschap onzer stad op billijke wijze
vertegenwoordigd te zijn. Slechts redenen
van overwegenden aard deden hen tijdelijk
zich van deelneming aan het gemeentebeheer
onthouden nu de onthoudingstactiek bij de
geheel veranderde omstandigheden plaats
gemaakt heeft voor een actief optreden,
zal zeker door alle weidenkenden voor de
drie uitnemende katholieke candidaten, die
reeds eenmaal een zetel in onze vroedschap
innamen, opnieuw een plaats in den Raad
onzer gemeente worden bereid.
Naast de drie katholieke candidaten be
hoort ook voor de beide anti-revolutionaire
aftredende raadsleden weder een zetel in
de vroedschap onzer stad te worden veroverd.
Den heer Hoogendam, die in den Raad her
haaldelijk moedig voor zijne overtuiging is
uitgekomen en van zijn helder inzicht blijk
heeft gegeven, moet weder den zetel worden
bereid dien hij reeds zoovele jaren met eere
heeft ingenomen. Den heer Dienske, dien
wij reeds eenmaal in den Raad hebben
gebracht, zullen wij zijne plaats in Stads
raadszaal hergeven, opdat hij in de gelegen
heid zij te toonen wat hij voor de bevordering
der algemeene belangen waard is.
De stembus van 16 Juli behoort ook aan
de beide als raadslid aftredende wethouders
hun zetel aan de bestuurstafel te verzekeren.
Al staan zij ook, wat hunne persoonlijke
meening betreft, ver van ons verwijderd, als
wethouders dezer gemeente hebben zij ge
toond een open oog en een warm hart voor
hare belangen te hebben. Onder geheel
buitengewone moeilijke omstandigheden heb
ben zij het dagelijksch beheer dezer gemeente
gevoerd en steeds naar de bevordering van
haar welzijn gestreefd. Hun behoort de
gelegenheid te worden gegeven de plannen
uit te voeren die zij ter bevordering van den
bloei en de welvaart dezer gemeente met
veel zorg en moeite hebben ontworpen.
Alles te zamen vattende, sporen wij dus
met den meesten aandrang de kiezers aan,
allen zonder uitzondering ter stembus te gaan.
Hun aller eensluidend en eenparig votum
zij voor de candidaten door de Katholieke
Vereeniging »De Grondwet" gesteld, de
heeren
S) raan en era- Vele menschen
of vijftig, re8'rnent verloor
c!j ."'et i a| afnam! Goli^f"' zoodat het
/e» Vr„ g' 'naar t„ L 8 duurde de
ke ba11 niof 6Se'ijken ci genoeg om
st°nd ikafnetVe brengen'
l dat rn- si toen m en troep op
'k Jne verloofd en.n?1J de boodschap
b h t£n «djn &lekwas- Dadelijk
VN Nen gaan S! verIof er
io°nd ik den heer aprna lk miJ naar
dionl M miino rero sP°edde.
r°efhe^ r,gj00te ontzetting
gedompeld, en men
kon het niet lang voor mij verborgen hou
den, dat mijne verloofde reeds overleden
was. In weinige uren slechts had de ge
vreesde ziekte haar weggemaaid. De smart
te schetsen welke zich van my meester
maakte bij het vernemen van deze ont
zettende tijding, is mij onmogelijk. Eenige
dagen lang was ik als versuft, en het plot
selinge en vreeselijke van het geval greep
mij zoozeer aan, dat ik gedurende ver
scheidene dagen geheel ongeschikt was om
dienst te verrichten.
Toen de treurige plechtigheden van de
begrafenis en den lijkdient in de kerk voorbij
waren, gevoelde ik mij meer eenzaam en
verlaten dan ooit te voren. Hoe groot was
ook mijn verlies. Behalve dat mijne geliefde
bruid mij was ontrukt, ontviel mij ook het
uitzicht op eene onbezorgde, gelukkige toe
komst; want het was reeds bepaald, dat
ik bij mijn huwelijk zou trachten ontslag te
bekomen uit den dienst, waarna de heer
Ferrero mij in zijne zaken zou inwijden,
welke ik dan later geheel voor mij kon
verkrijgen. Aan dat vooruitzicht was nu ook
een einde gemaakt. Zelfs verminderde lang
zamerhand mijn verkeer met de familie
ALGEMEEN OVERZICHT.
15 Juli '95.
Bijna alle bladen in Duitschiand hielden
zich Zaterdag bezig met het feit, dat dien
dag vóór 25 jaren koning Wilhelm te Ems
het in de geschiedenis vermaard geworden
onderhoud met den Franschen gezant Bene-
detti heeft gehad, naar aanleiding van de
Spaansche erfopvolgingskwestie, waarna de
oorlog is uitgebroken. Te midden van deze
herinneringen viel juist dien dag zonder
ling toeval een scherp artikel van het
Journal des Débats, dat betoogt dat Frank
rijk met ongerustheid het optreden van
Duitschiand tegen Marokko aanziet, bij welke
handelingen het door Algiers van naby is
geïnteresseerd. Dit artikel heeft hier een
zeer ongunstigen indruk gemaakt seint
de Berlynsche correspondent der N. R. Ct.
en bladen van de meest uiteenloopende
politieke richting maken zich warm over
zulk eene «Fransche onbeschaamdheid". Zelfs
de vredelievende Vossisclie Zeitung verlangt
van de regeering, dat zij zich om de driest
heid en aanmatiging der Franschen niet te
bekommeren, maar flink weg de een ot
andere Marokkaansche haven bezetten zal,
indien dit ter bestraffing van Marokko noo-
Ferrerohoewel allen mij steeds hartelijk
ontvingen, bleek het toch telkens dat de
band welke ons tot nu toe had vereenigd,
werkelijk was verbrokenhet sprak dus
zoo vanzelf, meende ik, dat mijne bezoeken
steeds zeldzamer werden.
Er deed zich na eenigen tijd nog eene
andere omstandigheid voor, welke mij het
verblijf op Malta en het soldatenleven dat
ik slechts gedwongen had aanvaard, meer
en meer ondragelijk maakte. Ons regiment
oefende zich voortdurend druk in het schieten
en ik was daarbij zoo gelukkig geweest,
van nommer éen te zijn van onze compagnie,
waarvoor ik dagelijks twee stuivers extra
toelaag kreeg; zells was ik na korten tijd
de beste schutter van het regiment, hetgeen
de toelaag tot drie stuivers per dag deed
aangroeien. Behalve de eer, was er dus ook
stoffelijk voordeel aan verbonden. Hoe het
nu kwam weet ik zelt niet, maar op een
goeden dag raakte ik van beste schutter
af en kwam ik in de derde klasse; mis
schien was de gedruktheid van geest, waar
onder ik sinds eenigen tijd gebukt ging,
er wel de oorzaak van. Ik verloor dus mijne
eervolle positie en de extra toelaag, wat
dig is. De National Zeitung wekt zelfs,
naar aanleiding van de uitlatingen der
Débats de herinnering op aan »de gebeur
tenissen van vóór 25 jaren", toen het vraag
stuk der Spaansche erfopvolging tot een
catastrophe aanleiding gaf. Inderdaad, zegt
liet blad, heeft Duitschiand met de expeditie
tegen Marokko geen ander doel dan eene
energieke bestraffing der rooverbenden, die
herhaaldelijk Duitsche onderdanen geplun
derd en doodgeslagen hebben. Duitschiand
denkt in het geheel niet aan annexatie
plannen, hetgeen de belanghebbende Staten
in Europa ook wel weten.
Een Kerkvorst, wiens naam in de dagen
van den Culturkampf in Duitschiand wijd
vermaard is geworden wegens den heldhaf-
tigen strijd dien hij voerde voor de rechten
der Kerk, vierde Zaterdag zijn vijftigjarig
priesterfeest. Wij bedoelen Z. E. kardinaal
Ledochowsky, prefect der Propaganda en
vroeger aartsbisschop van Posen-Gnesen.
Den 13n Juli 1845 ontving de jubilaris uit
de handen van Z. E. kardinaal Lambruschini,
staatssecretaris van Gregorius XVI, de
H. Priesterwijding. Na in verschillende
functiën, o. a. als nuntius in België te zijn
werkzaam geweest, werd de verdienstelijke
en volijverige priester tot aartsbisschop van
Posen benoemd. Bij het uitbreken van den
Kulturkampf was mgr. Ledochowsky een
der eerste slachtoffers. Twee jaren bleef
hij in de gevangenis te Ostrowo opgesloten
en toen hij daarna in vrijheid werd gesteld,
begaf hij zich naar Rome, daar de Pruisi
sche regeering hem niet meer op den aarts-
bisschoppelijken zetel dulden wilde. Eerst
vele jaren later werd mgr. Ledochowsky
op den aartsbisschoppèlijken zetel opgevolgd
door mgr. Dinder, terwijl na diens overlijden
weder een Pool, mgr. Stablewski, tot aarts
bisschop van Gnesen-Posen werd benoemd.
Mgr. Ledochowsky was inmiddels tot kardi
naal verheven, maar ofschoon ver van zijne
vroegere diocesanen verwijderd, vergaten
zij hem nimmeren de geheele vorige week
eene groote vernedering voor mij was.
Bovendien werd ook mijn dienst verzwaard,
want als een sergeant slechts derde klasse-
schutter is, moet hij eiken dag, buiten zijn
gewonen dienst, gedurende drie uren de
soldaten drillen van de derde klasse. Men
zal dus gemakkelijk begrijpen, dat mijn
tegenzin in den dienst niet zonder grond was,
waarbij ten overvloede nog het vooruitzicht
kwam, om naar Bombay, in Britsch Indië,
te worden overgeplaatst. Nu, daar had ik
in het geheel geen ambitie in. Maar hoe
ontsnap ik in aan dat gevaar? Wegloopen
ging niet, want we zaten op een eiland,
waar ik mij ook niet eens verbergen kon.
Ik peinsde dag en nacht op een middel om
weg te komen, maar het was te vergeefs
geen uitzicht deed zich op en toch werd
mijn tegenzin steeds grooter. De Voorzienig
heid kwam mij evenwel te hulp. want het
middel waaraan ik het minst had gedacht,
bood zich geheel onverwacht voor mij aan.
Wordt vervolgd.)
nieuwe schieoamsche courant
'af! Co
L.uS|
dgjj jjqqi