Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
bJ0r>^
S
i^e Jaar£.
Donderdag 8 Augustus 1895.
No. 5260.
bureau "g$cter$txaat 50.
een ^"yger vervolgd.
N>
ï6 n'
hut(waE
eUin
e ton.
V
OVERZICHT.
M:
Oi
H,
Koffter.
H
nieuwe sghiedamsche courant
oor
'^nco
Schied:
PRIJS TAN DIT BLAD:
am per 3 maanden
Af;
Per post door sreheel Nederland
2o«öerlijke Nommers
f 1.50
O
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Me
7 Aug. '95.
]Ot>A
opgewektheid werd in de
van h" ^u'kschland den 25n ge-
,Sc'KDnitSc] 6 eerste veldslagen in den
4pp ^°ndag 0orl°g gevierd. Te Berlijn
11,
»an
een reünie ol Veteranen-
Ie oud-strijders gehouden,
Van^eedeeJ®stcommissie en 24 in het
°t| ,1° kazer'''"Jut,eren in rijtuigen voorop,
aar een r naar de eerezuil trokken,
St.. Met
tigp"11 vvarenP'clleren herdacht. Door extra
0PW aaUgeVoe^eer.dan 40'000 vreemd e-
'Siti ^®rd k den historischen
1e«i ®eu, ehalve door tal van veree-
eestrede te hooren, een lied
en kra,
usen van eikenloof te de-
S* 1(1 het h"0 Werd denzelfden dag
'reiaei"' v®n Sn' ,Zonder de bestorming der
II». P'oheren n„„-
gevoerd C
>r,e. ^erd, bfi,
e6ln door S --
1e h^oiten D °udstrijders van 1870
'Mti °ed'ge be^" ^e'he 1000 persoonlijk
Ntf rr'e,-gerna,l0' m'no van Spicheren had-
Vo. ®kt. Hot oij
al d 0rtud a
eCk »n d°or
{fSr, Oud
Jen
iie
Het slot van den stoet
groepen uit de garde
uit Lützows vrij-
Fritz
^'er s»l ^'s°des van de bestorming der
Sko^Ssen
da
veu
°rpSen enz- Niet minder dan 50
de hera "!0nden z'ch in den stoet,
°rde Ier 'n8splechtigheden op de
be^!?UVe'den' z'ch *n dezelfde
i(,aïlhur„ fta uaar de stad. Ook te
Va» a?d 6erste
ar de Duitschers 4 Augus-
xote 0verwinning behaalden)
'^chl.»'Jedenkfeier. Uit alle oorden
§ro,
Jeie!'ïled, wa waren 700 oud-strijders
Spt Sis. a^?.nder ve'e ridders van het
,,,!l(let| te®henen d de prachtig versierde
^r1en Z°°vvei de graven der gesneu-
Sil 8edacht« 'a"schen als Duitschers,
1etieS- VeM^n'!T6deV0erinSen gehouden,
•^e'shero Sd'enstoeien'ng plaats had
Vn zoo <r Waar de Pruisische gre-
«ew 5 oot aanta, sneuve]den Be.
van 60 officierskorpsen,
aar het Duitsch
A (T T Van
f iX^o Io^ojh V'!e®'Un' die dwars door
"b rv 'OOnt u x U1C uwaib uüüi
p„ ®'de 7aSta' to? °P rharen lan^en
rsoonirPbanen m fan Peshwar zeer
Jk kenrii Met één daarvan heb
ït*" voe|®teu zal net 200 heel spoedig
opS Zaak droeg z'ch in
\r"Selukt6 aadkwar, GawPore, maar toen
SS Uit ,g0edererit' 00rde ik> dat een
S^d had Met D trein een mijl verder
\Sghp Vo|ge so"envervoer totaal ge-
lWaakriMteri z verzekeringen der
Ure,, u het oponthoud hoog-
n kunnen duren, ik wilt
waren ook veel Fransche journalisten tegen
woordig. Een hunner, Hutin, van den Gaulois,
werd wegens zekere indiscreties, onlangs te
Kiel begaan, naar de grenzen verwezen,
maar door tusschenkomst van een hoogge
plaatst ambtenaar te Straatsburg, tot wien
hij zich telegrafisch wendde, werd de maat
regel ingetrokken.
De Franschen houden zich over het alge
meen kalm, ofschoon het vreugdebetoon der
Duitschers hun natuurlijk zeer hinderlijk
moet zijn. Eenige opschudding is intusschen
verwekt door het bericht dat de leden van
de Duitsche militaire vereenigingen het plan
hadden opgevat de herdenkingsdagen zelfs
op Fransch grondgebied te vieren. Men
meldt dat, naar aanleiding van dit voornemen,
zich een levendige correspondentie heeft ont
wikkeld tusschen den minister van buiten-
landsche zaken Hanotaux en den Franschen
gezant te Berlijn, den heer Herbette. Het
schijnt, dat laatstgenoemde heeft voorge
steld, den leden der Kriegvereine te verzoe
ken, niet bij corporaties doch slechts bij zeer
kleine groepen zich over de grenzen te
begeven. De Figaro meent, dat ook die
kleine deputatiën best thuis konden blijven
en men het Duitsche patriotisme niet in
Frankrijk behoeft te luchten. De regeerings-
presiaent van Lotharingen heeft de vereeni
gingen van oud-strijders aanbevolen alle
betoogingen op de grenzen te vermijden.
Zij zullen echter de slagvelden op Fransch
grondgebied mogen bezoeken, mits zij zich
geheel gedragen naar de bevelen der Fransche
autoriteiten en hun insignes, banieren en
muziek thuis laten.
De Duitsche Keizer heeft den 25n ver
jaardag der eerste veldslagen in Engeland
gevierd. Naar uit Cowes op Wight wordt
vernomen, begaf de Keizer zich gisteren
ochtend om 9 uur aan boord van het aldaar
ter reede liggende oorlogsschip Wörth en
hield, naar aanleiding van den gedenkdag
van den eersten veldslag, een toespraak,
waarin hij deed uitkomen, hoe in den slag
evenwel maar al te goed, dat men zich op
zulke verzekeringen niet verlaten kan, en
dat het minstens tweemaal zoo lang zou
duren.
Patne is een gehuchtje van een armoedig
voorkomen aan den Beneden-Ganges, en
het vooruitzicht, hier een geheelen dag te
moeten doorbrengen, was alles behalve aan
genaam.
Maar er was nu eenmaal niets aan te
doen. Ik gaf dus mijn koffer aan den stations
chef ter bewaring, en ging een wandeling
in de frissche morgenlucht doen.
Ik was zeer verrast en hoogelijk verblijd,
in een tabakswinkel, waar ik eenige sigaren
ging koopen, een mijner oudste en beste
vrienden te ontmoeten, die Lucius Robinson
heette. Toen ik hem den laatsten keer ge
zien had, was hij onderofficier bij een regi
ment garde-cavalerie geweest. Thans diende
hij, zooais hij mij vertelde, bij het derde
regiment Bengaalsche cavalerie, dat te Gya
in garnizoen lag. Dringend noodigde hij mij
uit eenige dagen bij hem te logeeren, en
beloofde mij ook een goeden jachtbuit,
en ik liet mij niet lang bidden, maar nam
zijne invitatie dankbaar aan. Lucius was
spoedig klaar met zijne zaken, die hem naar
welke den veldtocht opende, reeds de ver-
eeniging der Duitsche volken zich had uit
gesproken. Daarna bracht de commandant,
prins Heinrich, een Hocli ep den Keizer uit.
Tegen 10 uur begaf de Keizer zich aan
boord van de Meteor om een zeiltocht
te maken.
Op grond van vroeger opgedane ervaring
werd verwacht, dat men zich ditmaal het
bezoek van keizer Wilhelm aan Engeland,
gelijk totnogtoe steeds het geval was, ten
nutte zou maken om hem persoonlijk voor
de Engeische belangen in de buitenlandsche
politiek te winnen zoo seint de Ber-
lijnsche correspondent der N. R. Ct. Niet
temin verbaast men zich over de ongewoon
krasse wijze waarop de Londensche Stan
dard aan dezen wensch, thans in een
begroetingsartikel uiting geeft, dat te Londen
geacht wordt van hoog officieuse herkomst
uit de naaste nabijheid van lord Salisbury
te zijn. In het bedoelde artikel wordt kort
weg, deels op zeer weinig vleiende manier,
tot den Keizer gezegd dat hij op politiek
gebied nooit zoo wijs als zijn Engeische
grootmoeder kan worden en zich zooveel
liefde en eerbied zal kunnen verwerven als
zij. Verder wordt gezinspeeld op de betee-
kenis van Engeland's misnoegen, wanneer
Duitschland's politiek blijft voortgaan met
Frankrijk en Rusland te koketteeren, een
handelwijze die voor Duitschland zonder doel
of succes moet zijn en het slechts van En
geland's sympathie vervreemden kan, welke
toch van veel meer waarde is. Stekelig
wordt daarbij opgemerkt dat Engeland zijn
vrienden niet op argwanende, half-vijandelijke
wijze behandelt. Ten slotte wordt de hoop
uitgesproken dat onder lord Salisbury de
betrekkingen tusschen Engeland en Duitsch
land, al zijn deze ook goed, toch nog zullen
verbeteren.
Niet minder eigenaardig is het antwoord
dat de Berlijnsche Post, dus een met Hohen-
lohe bevriend blad, gisteren-avond op dit
artikel van den Standard deed verschijnen.
Patna geroepen hadden en de voormiddag
was nog niet verstreken of wij spoorden
reeds op een zijlijn, midden door Bengalen,
naar het zestig mijlen zuidelijker gelegen
Gya. Dit Gya was een zeer klein, verscholen
liggend station, te midden van een prachtig
landschap.
Ritmeester Robinson was een uitstekend
gastheer, en zijn bungalow (huis) was met
de meest mogelijke geriefelijkheid ingericht.
Zijne kameraden waren gezellige luitjes en
hartstochtelijke jagers. De jacht was hier
dan ook werkelijk het éénige tijdverdrijf.
Voor zoover ik er over kon oordeelen lag
het derde regiment Bengaalsche cavalerie
enkel en alleen te Gya ter eere van den
koninklijken Gopal Shing, wiens beperkte
opperheerschappij zich over het grootste
gedeelte van het omringende land uit
strekte.
Gedurende de eerste week van mijn ver
blijf had ik menigen uitgelezen jachtbuit
mede naar huis gebracht, en daarna had
het avontuur plaats, dat ik nu vertellen zal.
Tien of twaalf mijlen verder oostwaarts
bevonden er zich zeer fraaie ruïnes, tus
schen het moeras en het bosch, die ik nu
gaarne eens wilde bezoeken. Lucius voldeed
Allereerst spreekt het blad er zijn bevreem
ding over uit dat de Standard zoo onmid
dellijk van het persoonlijk bewind des Keizers
gesproken heeft en de verantwoordelijke
leiders der Duitsche politiek even stilzwij
gend voorbijgegaan is als het feit dat in
Duitschland te dezen opzichte een verandering
van personeel heeft plaats gehad. Verder
bewijst het blad volgens de Post
gebrek aan psychologisch doorzicht door te
meenen dat door den invloed van zijn artikel
Zijne Majesteit zich tot bevordering der
wenschen van Engeland op gebied der bui
tenlandsche politiek zal laten overhalen. De
toon, welke op onderscheiden plaatsen in
het artikel wordt aangeslagen, schijnt maar
al te zeer geschikt om juist het tegendeel
te bewerken. Persoonlijke beweegredenen
zijn immers op zichzelf van uiterst onder
geschikte beteekenis, omdat de keizerlijke
politiek ook op het gebied van buitenlandsche
staatkunde slechts door zakelijke drijfveeren
en bovenal door de belangen van Duitschland
geleid wordt. Maar telkens wanneer en
voorzoover het artikel van den Standard
zich tot den persoon van Zijne Majesteit
richt, verraadt het volslagen gebrek aan
menschenkennis. De Post besluit haar artikel
met een boosaardige herinnering aan Bene-
detti's behandeling door Bismarck, die zijn
groot succes voornamelijk ook aan zijn diepe
menschenkennis te danken gehad heeft.
De Senaat in Italië is nog niet uiteen
gegaan. De senatoren moeten nog eene be
slissing nemen over de financieeie voorstellen
der regeeririg. Gisteren werd het debat over
die voorstellen uiteengezet. De minister der
schatkist, de heer Boselli, verklaarde dat
Italië geen gevaar behoeltte duchten van eene
opzegging der Latijnsche Unie, ook al is de
regeering niet voornemens een dergelijk be
sluit te nemen. De maatregelen door den
minister van financien genomen, bewijzen
dat de regeering er naar streeft, zoo spoedig
mogelijk zich bij het normale muntstelsel
aan te sluiten.
aan mijn wensch en op een ochtend be
gaven wij ons bij het aanbreken van den
dag op weg, vergezeld van mijn inlandschen
koetsier en den jager van mijn gastheer.
Ongeveer zes mijlen ver reden wij in
een eleganten Engelschen jachtwagen over
schaduwrijke, welonderhouden straatwegen
voort. Daarna moesten wij wegens het
dicht opeengedrongen bamboesriet stilhou
den. Daarom lieten wij dus het rijtuig en
den koetsier achter ons, en baanden wij
ons verder te voet een weg door het bosch,
waarbij wij den jager, Pandoe geheeten,
zoo dicht mogelijk op de hielen volgden.
Hij deed dienst als gids en wapendrager,
en elk onzer droeg een ransel met mond
behoeften. Wij kwamen dan ook behoorlijk
bij de ruïnes te land, en brachten daar
verscheidene uren door, geboeid door hunne
wonderbare schoonheid.
Nadat wij ontbeten hadden, wilden wij
verder gaan, om nog andere ruïnes op te
zoeken, die eenige mijlen dieper landwaarts
gelegen waren.
Wordt vervolgd