Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Jaar<r.
Zaterdag 10 Augustus 1805.
No. 5262.
bureau ^oter^tvaai 50.
CSi °.^hen Keizer zijn verblijf in
eche,,naan^eriaam te maken, door
W 8fin. T6 6n geheel misplaatste op-
de Vi>n ,j6 ®rwi)l reeds het bekende arti-
eea hijger vervolgd.
kr»
üeen overzicht.
PRIJS TAN DIT BLAD:
oop l
^ctu«dam per 3 maanden
0 Per post door geheel Nederland
aderlijke Nommers
- 0.05
PRIJS DER ADTERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
9 Aug. '95.
den iv ■'e b'aden gaan nog steeds
Vt ,n?elsche
«hi
'^JM^ntindardtot begroeting van
door*1 ^e'zer' 'n Duitschland alge-
de kwaad bloed heeft gezet en
OpJ°rdee|ddC en van alle partijen scherp
heeft nu de Daily JSeivs
Jer°°'1,1®este U' ^et vuur gegoten met hare
loo '"die aa^acd'tige opmerking dat de Kei-
oord van het Duitsche oor-
^at|nij)g in een toespraak aan de
de *®0 eHrinnerd heeft aan den slag bij
f'tsche w Z0U hebben gedaan door in
%r|e toespeiVateren zich te onthouden van
K,V gr "j1" °P den Fransch-Duitschen
pr hield i1" 'n de toespraak welke de
°Vehdieri' "°eSenaa,nd niets uitdagends
Vt 6etl Dnit^er(* z«j gehouden aan boord
W^en ,s<;'' oorlogsschip en dus op
'Pb z'oh ze 6rn' Derlijnsche bladen be-
hijdi»C^aa«tidlTf ^6ër^erd over de «Engelsche
«de ,Hn-" Een er van zegt zelfs
door Ve'Zer heeft al tact genoeg
to] j.^'ijke n'et le herinneren aan de
he En
l>»ifc^deps^j.'atld onder een liberaal ministe-
«heUi. dien
Oh tegen het recht indruischende
onder een liberaal ministe-
oorlog gespeeld heeft, door
^de^d' der!^'"'^ te ondersteunen."
h'ui/6 ^lhden&e'^ke herinneringen ook in
pers V'nden zijn, komt de heele
Vk,s 2 ij n0 rriet eene eenstemmigheid,
tipjt ^h, no°it vertoond heeft, thans
'doM^hd's a S ingeland wil rekenen op
fo|jtj «het 2 -Vr'endschap, het beginnen
te |l''tle volmaakt onberekenbare
en niet bindende
u eh te sluiten. Het is niet
%?ijk
dat
ln deze voorvallen voor prins
e°"n6eri «e^6 tot dusver tegenover Enge-
llleh, Serveerde houding heeft aan-
aangename versterking
hem
Hleton.
3)
^ot
att} hef Duitscli
van
K O F F T E R.
^V.
Hol van
■jHjne
door het water
fj.Noe r het i.„, 6 'k> diep voorover gebo-
V it6n Be;Pen- Eensklaps hoorde ik
N.Mtn «hij 'oorden kreet slaken, en
*1* gr»66tl krai.mid.ne vo"e lengte op. Ik
tlNd 5 het ®nd "eritse' in het dichte
„t>laar kw.^8 We' nog op eenigen
k Ves,. Ppedde iirrn t?.ch a' nader en nader,
«f» 1 van eh wit i m9 terug naar Lucius,
Ei ,rd a ^aar onze aandacht op den
1.1, luejjj. Kedrnisfh
ir,af&„.!ucht nuf irmsch kwam- En
°hzp® «Jseliik P t.selmg vervuld met
B aa_ Ua Gebrul u„. ui_
nu
een
aderen gebrul- Het bloed stolde
en zelfs Pandoe's brons
zijner positie en politiek gelegen blijkt,'of
schoon uit Londen melding wordt gemaakt
van een onderhoud tusschen den Keizer en
lord Salisbury. Het is in ieder geval een
stukje hooge politiek, dat thans tusschen
Engeland en Duitschland wordt afgespeeld,
De beteekenis van dit geschrijf der officieuse
bladen kan niemand ontgaan. En de vraag
rijst of men van Engelsche zijde, waar dit
politiek debat is uitgelokt, nog eens duide
lijk heeft willen toonen, dat Engeland in
geen geval als een aanhangsel van het
Drievoudig Verbond moet beschouwd worden.
De expeditie van Madagascar blijft in
Frankrijk natuurlijk nog steeds aan de
orde. De heer Lockroy, de bekende radi
cale afgevaardigde, betoogde dat het drin
gend noodig is, eene parlementaire commissie
naar Madagascar te zenden, opdat ook na
mens de volksvertegenwoordiging toezicht
worde gehouden op den loop der krijgs
verrichtingen. Gelukkig voor den minister
president Ribot is de Kamer nu niet bijeen.
Anders zouden de ongunstige berichten welke
over deze expeditie worden verspreid, zeker
aanleiding geven tot eene interpellatie, welke
de regeering weer in nieuwe moeilijkheden
zou kunnen brengen. Men hoopt nu, dat
generaal Duchesne de hoofdstad Antanana
rivo bereikt en bezet zal hebben, voordat
de Kamer weer bijeenkomt.
Een belangrijk feit van den dag is de
ontmoeting tusschen den Koning en de
Koningin van Rumenië met keizer Frans
Jozef te Ischl in Oostenrijk. Er is over dit
bezoek al heel wat geschreven. Vooral de
Oostenrijksche bladen maken daarvan veel
werk. Zij beweren, dat bij deze gelegenheid
zal besloten worden, dat Rumenië zal toe
treden tot het Drievoudig Verbond. Feite
lijk is Rumenië reeds aangesloten bij de
drie verbonden mogendheden van Midden-
Europa. Dit werd bekend door eene ver
klaring die graaf Kalnóky het vorige jaar
als minister van buitenlandsche zaken van
Oostenrijk-Hongarije in de delegaties af
legde. Hij zeideRumenië is onder de
kleurig gelaat werd doodsbleek. »De tijger,
sahibsstamelde hij »hij komen om zijn
wijfje en jong te wreken 1" Hij kon de
woorden bijna niet uitspreken, zóó klap
perden zijne tanden.
»Pandoeriep Lucius, »hier, geef mij
jou geweer, het heeft een langeren loop
dan het mijne! gezwind!"
Hij gaf zijn eigen geweer aan den jager,
maar eer hij in ruil daarvoor het andere
in ontvangst kon nemen, weerklonk het
afgrijselijke gebruil opnieuw, en nu konden
wij duidelijk den tijger onderscheiden, die
door de struiken heen op ons toesprong.
Hij was geen dertig meter meer van ons
verwijderd. Dit schouwspel kon Pandoe niet
verdragen, hoewel hij een oude jager was.
Men had hem nooit voor een lafaard ge
houden maar in een ommezien keerde hij
zich om en vluchtte hij naar den oever, de
beide geweren medenemend.
»Kom terug, schurk schreeuwde Lucius.
Maar Pandoe bleef niet staan. In elke hand
een geweer houdend, sprong hij voort in
het dichte onkruid en was hij weldra ver
dwenen. Lucius en ik staarden elkaar sprake
loos aan. Het was een vreeselijke toestand.
Staten die niet tot het Drievoudig Verbond
behooren de eerste, die den vredelievenden
aard van dit verbond erkent en besloten
heeft zich daarbij aan te sluiten en zich den
steun te verzekeren van de Europeesche mo
gendheden. Door deze verklaring bevestigde
graaf Kalnoky wat men reeds lang voor een
uitgemaakte zaak hielddat Oostenrijk-
Hongarije niet langer zou dulden, dat Rus
land bij een tocht naar Constantinopel, Rume
nië als basis voor zijne operatiën zou ge
bruiken, en Rumenië zich verplichtte, in geval
van nood, Oostenrijks rechterflank te dekken.
De Senaat in Italië is uiteengegaan, nadat
met 88 tegen 12 stemmen de financieele
voorstellen der regeering waren goedgekeurd.
De Senatoren betoonden zich vriendschap-
pelijker jegens den heer Crispi en zijn
minister van financiën, Sonnino, dan de
Kamerleden, die het den ministers zoo lastig
hebben gemaakt. De Senaatszitting werd
althans besloten met de aanneming van een
motie, waarbij den heeren Crispi en Sonnino
bijzondere hulde werd gebracht voor hun
welgeslaagde pogingen om het evenwicht
op de begrooting te herstellen. De heer
Crispi, die voor deze laatste bijeenkomst
uit Napels was overgekomen, betuigde den
Senaat zijn dank voor dit bewijs van waar-
deering. Crispi's rede werd met luide toe
juichingen begroet. Daarna werd de Senaat
tot later orde gesloten.
In een telegram uit Massowah te Rome
ontvangen, wordt het bevestigd, dat koning
Menelik wegens den afval van eenige zijner
voornaamste opperhoofden zijn voornemen
heeft laten varen om de Italianen aan te
vallen. Toch acht de Italiaansche regeering
het noodig, haar strijdkrachten in Oost-
Afrika te versterken. Tot dat doel is door
de ministers Crispi en Mocenni aan generaal
Baratieri volmacht gegeven tot het uitrus
ten van een legerkorps van 20.000 man
schappen. Dit leger zal bestaan uit 5000
Italianen, 8000 geregelde inlandsche troepen
en 7000 inlanders, die nog moeten worden
aangeworven. Generaal Baratieri zal echter
De woedende tijger kwam met groote spron
gen in vliegende vaart nader, en wij waren
totaal ongewapend. Natuurlijk ging dit alles
veel sneller in zijn werk, dan men het ver
tellen kan. Een hernieuwd afschuwelijk
gebrul bracht ons eindelijk weer tot be
zinning.
»Nu moeten wij loopen of stervenriep
Lucius, »dat is thans onze éénige hoop
Misschien blijft het dier nog een poos staan,
om zijn doode wijfje te besnuffelen."
Wij hadden geen tijd om een weg te
kiezen. Zonder daarover na te denken, hol
den wij het water in en waadden wij er
doorheen, hand in hand Het water kwam
hier en daar tot aan onze knieënen zon
der achter ons om te zien, liepen wij nu
weder aan den overkant het daar groeiende
hooge onkruid in. Weinige schreden verder
kregen wij vasten grond onder de voeten,
en bevonden wij ons thans weder in het
dichte bamboesriet. Achter ons verhief zich
een nieuw smart- en woedegehuil, dat ons
tot nog grooteren spoed aandreef. Wij holden
al verder en verder.
De schemering begon te vallen, en het
is dus niet te verwonderen, dat wij weldra
niet tot den aanval overgaan, maar zich er
toe bepalen, den aanval af te weren der
Abessiniërs, indien deze daartoe in het na
jaar nog mochten besluiten.
Het schijnt nu zeker te zijn, dat de En
gelsche Russische en Fransche gezanten zijn
overeengekomen, om het antwoord door de
Porte op hun nota betreffeude de hervor
mingen in Armenië gegeven, als niet vol
doende te beschouwen. De drie regeeringen
blijven te deze opzichte eensgezind. Aan
vankelijk was Lord Salisbury tot eenige
concessies geneigd, maar, toen Rusland en
Frankrijk eischten, dat alle vorderingen,
welke den Sultan waren gesteld, volledig
zouden worden ingewilligd, sloot ook de
Engelsche regeering zich daarbij aan. Het
antwoord der mogendheden zal reeds dezer
dagen door den Engelschen gezant, Sir
Philip Currie, ter kennis van den Sultan
worden gebracht. Dit is alles, wat tot dusver
over de Armenische kwestie wordt gemeld.
De Christenmoord in China houdt nog
steeds de aandacht in hooge mate gespannen.
Te Fotojan in de nabijheid van Canten zijn
nu ook de woningen der Engelsche en
Amerikaansche zendelingen door eene volks
menigte aangevallen en vernield. Tevens
komen dergelijke berichten uit andere
plaatsen, waar de zendelingen zich hebben
gevestigd. Waarschijnlijk zullen derhalve de
Europeanen, die zich aan het zendingswerk
wijden, genoodzaakt worden een wijkplaats
te zoeken in de havens, waar zij zich onder
bescherming der consuls kunnen stellen. De
Chineesche regeering zoowel door den En
gelschen als door den Amerikaanschen gezant
aangespoord, om spoedig afdoende maatre
gelen tot bescherming der christenen te
nemen, heeft een kanonneerboot naar Foo-
chow gezonden. Men verwacht echter meer
hulp van de Engelsche oorlogsschepen, die
op last der regeering te Londen naar
Foochow zijn vertrokken.
De opstand op Cuba wordt nog steeds
druk besproken. De Spaansche minister
president Canovas del Castillo laat nogmaals
niet meer wisten, waar wij ons bevonden
en in welken toestand wij eigenlijk ver
keerden. Een tijdlang hoopten wij, dat de
tijger zijne vervolging gestaakt hadin ieder
geval vertoefde hij een poos bij de lijken
van zijn wijfje en zijn jong. Daarna bracht
het instinct zijner wraakzucht hem snel op
ons spoor, en hoorden wij het geschuifel
van zijn lenig lichaam dicht achter ons.
Het scheen waanzinnig, thans nog op red
ding te hopen, maar toch bleven wij nog
altijd in razende wanhoop voorthollen. Geen
rotsspleet, om er ons in te verbergen,
geen boom hoog genoeg om hem te be
klimmen Een woedend gebrul weerklonk
door en over het bamboeswoud, en het
scheen nu vlak achter ons te zijn.
»De hemel erbarme zich onzerriep
Lucius. Ik beefde over mijn geheele lichaam,
en het scheelde niet veel of ik viel bewus
teloos neer. Doch Lucius hield mij bij een
arm vast, en trok mij met zich voort. En
nu alweer een ijzingwekkend gebrul, zoodat
het gansche woud er van dreunde.
(Slot volgt.)
NIEUWE SCHIEDAMS
II!" I :''il
*i
..t op
O O