daartegen geprotesteerd. De vermoede lijke troonopvolger zal door den Koning naar de Europeesche hoven en de Vereenigde Staten worden gezonden. De vader des Ko- nings, de Tai-won-kun, eischt, dat de kroon prins het land zou verlaten, opdat hij daar door in de gelegenheid zou worden gesteld, om den weg tot de troon te banen voor een anderen prins, op wiens steun hij kan rekenen. Uit deze mededeeling kan men wel op maken, dat de rust in Korea nog niet her steld is. Wat overigens den toestand in Oost-Azië betreft, wordt uit Londen gemeld, dat daar nog geen bevestiging ontvangen is van het tractaat, hetwelk volgens de Times tusschen Rusland en China zou zijn gesloten. Nadere inlichtingen van officieele zijde over deze zaak zijn tot dusver nog niet gegeven. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 30 October 1895. Door de politie alhier zijn aangehouden zekeren L. de G., die nog een 20-tal dagen hechtenis te ondergaan had wegens overtre ding der vergunningswet, en H. B., oud 9 jaar en M. B., oud 10 jaar, die zich hadden schuldig gemaakt aan diefstal van een meezenknip met 3 meezen op een plaats achter de woning van W., in de St. Anna- Zusterstraat. Een algemeen geacht ingezetene dezer gemeente werd gisteren-avond op treurige wijze aan den kring zijner familie en vele vrienden ontrukt. De heer F. Nieberg, mr. koperslager alhier, die als lid van het koor gezelschap het Lot in de Singelkerk bij woonde, zakte, voor de balustrade van het koor gezeten, plotseling ineen, en voor dat geestelijke en geneeskundige hulp, die aan stonds werd ingeroepen, hem kon worden verstrekt, was het leven waarschijnlijk reeds geweken. Slechts de dood kon worden ge constateerd een hartkwaal had een einde aan het leven gemaakt. Als trouw lid van het koorgezelschap In honorem Dei stierf de heer Nieberg aldus op den post dien hij steeds met zooveel ijver bezette. Ook andere kerkelijke en stedelijke corporatiën verliezen een ijverig lid in den betreurden ontslapene, die zich in het maatschappelijk leven steeds als een hulpvaardig vriend deed kennen. Bij de gisteren te 's-Gravenhage gehou den akte examens voor onderwijzer zijn geslaagd de heeren J. C. Woensdregt en M. Broersen, beiden te Schiedam. B. en W. van Rotterdam hebben voor gesteld de gemeentebelasting over 1896 likdoorns gekomen die hem geweldig pijn doen. Kijk dan toch uit, lompe boerJe gooit dat ding op mijn voeten. Neem 't mien niet kwaoliek, mien- beer 'k heb 't niet met opzet 'edaon. 't Is best mogelijk, maar ik heb 't al vast beeten wat is dat Een geel straaltje loopt uit den zak en verspreidt zich langzaam over de zerken. Groote genaode de flesschen van Biesterveld's avekaot, die 'k veur mien vrouw moest metbrengen en mien laokensche pak, waor ik ze veur 't brèken had ingerold. Dat zal d'r lekker uutzien van aovond t'huis. Dat zit er wel op, zegt de portier, met moeite zijn lachen bedwingend maar neem dat ding weg, dan zal ik 't laten op- dwijlen. De ongelukkige raapt werktuiglijk den zak op en verwijdert zich in de richting der 3e klasse wachtkamer, een spoor van gele druppels achterlatend. In de wachtkamer treft hij een bejaarden burgerman, die met philosophische kalmte zijn pijpje zit te rooken en klampt hem aan. Hij heeft behoefte om zijn hart lucht te geven. De andere schijnt met de grootste aan dacht en sympathie het relaas van zijn verdrietelijkheden aan te hooren. Eindelijk vraagt de ongelukkigeWat zèg je daorvan, heb ie ooit zoo veul naorigheid 'eheurd De burgerman brengt met een vriendelijk glimlachje zijn rechterhand achter zijn oor en zegt door zijn neusNiet verstaan, hard- stikke doof, weet uwe met 1/10 pet. te verhoogen, terwijl te Overschie de belasting 50 pet. verlaagd wordt. De ingezetenen van Oud-Charlois zijn voornemens, een adres aan den Rotterdam- schen gemeenteraad te richten, inhoudende het verzoek, in de gemeentelijke directe belasting voor alle ingezetenen van Rotterdam het beginsel van rechtsgelijkheid te be trachten. Immers, evenals de ingezetenen van Oud- Kralingen, worden zij bedreigd met een bestendiging der tonnen-belasting, die in Rotterdam niet bestaat en tevens met de vroegere plaatselijke directe belasting. Maandagavond hebben weer een 60-tal Delftsche studenten te Rotterdam wanorde lijkheden veroorzaakt. Uit verscheidene kof fiehuizen werden zij door de politie verwij derd en eveneens viel hun de eer te beurt, door een aantal politieagenten tot aan het station te worden uitgeleid. Aan het bestuur van het R. K. Kerkhof te Rotterdam gaat den 1 November over het tusschen het oude en nieuwe gedeelte van het kerkhof gelegen terrein, hetwelk in publieke veiling is gebracht voor onge veer f20.000. Hierdoor kan het oorspron kelijk plan worden uitgevoerd en het kerk hof tot een geheel gemaakt worden, in het midden waarvan zich de kapel verheft, terwijl de bogengang met graven le kl. kan worden doorgetrokken. Belangrijke werkzaamheden zullen nu aan het kerkhof moeten geschie den. De katholieke bevolking van Rotterdam heeft thans een afgerond terrein en verkrijgt een fraai kerkhof. In onze Vroedschap. Begrootingsdebat—Onderwijskwestie. De behandeling van de gemeente-begrooting voor 1896 in de vergadering door den Raad gisteren gehouden, gaf den heer mr. Jansen aanleiding een principieele rede over het onderwijs te houden, die eene aandachtige kennisneming zeker ten volle verdient. Bij de algemeene beschouwingen ver klaarde de heer Jansen een en ander in 't midden te willen brengen naar aanlei ding van hetgeen reeds in de sectiën was verhandeld. Als hij aldus zijn gevoelen in sommige punten van dat van Burg. en Weth. afwijkend, te kennen geeft, dan be doelt hij daarmede niet strijd uit te lokken of hun moeilijkheden te berokkenen. In tegendeel, met waardeering van den ijver en voortvarendheid door hen aan den dag gelegd bij hun veelomvattende taak, is het hem een eer met hen, zij het ook op be scheiden wijze, samen te werken. Waar dus zijn gevoelen tegen het hunne in- druischt, verwacht hij weerlegging, waar hij dwaalt terechtwijzing, aldus zal de onder linge samenwerking bereikt worden. Zijne bedoeling is dan te spreken over het openbaar onderwijs, waarmede de meest ernstige belangen gemoeid zijn en dat op onze begrooting een grooteri invloed uit oefent. Reeds bij het sectie-onderzoek heeft hij gewezen op de groote kosten die dat onderwijs veroorzaakt en de bedroevende resultaten die het afwerpthij heeft er op aangedrongen, dat men zich zou beperken tot de uitgaven door de wet vereischt en alle onverplichte uitgaven vermijden. Daarbij heeft hij er op gewezen, dat de ouders in de eerste plaats gehouden zijn de kosten voor het onderwijs hunner kinderen te dragen en het gemeentebestuur slechts dan moet optreden, wanneer de ouders onver mogend zijn of hun plicht verzuimen (m het laastste geval wanneer zij niet door andere middelen tot hun plicht zijn te brengen. Spreekt men van het verband tusschen de schoolgelden en de kosten van het onder wijs, dan wijst spr. er op dat de buitenge woon hooge kosten niet in verband staan met de bedroevende, betreurenswaardige resultaten die het openbaar onderwijs af werpt. Wil men die resultaten kennen, dan wijst hij op de bandelooze, baldadige, tuchtelooze jeugd, op de mindere ontwikke ling van het ambachtsonderwijs, op het ge letterd proletariaat dat, ongeschikt tot den arbeid en ontevreden met zijn lot, al grooter en grooter wordt en op onze overvolle ge vangenissen. Nu beweren de voorstanders van het openbaar onderwijs wel dat juist deze resultaten bewijzen, dat er nog niet genoeg voor dat onderwijs wordt gedaan, maar spr. blijft van oordeel, dat hoe meer dat onderwijs zich verspreidt en ontwikkelt, het des te wranger vruchten zal opleveren. De bewering dat de meest ontwikkelden en de best onderwezenen een heilzarnen invloed zullen uitoefenen, acht spr. 't best weerlegd door de toename van de criminaliteit. Wan- men die sterke toename gadeslaat, zou men veeleer gelooven dat het omgekeerde waar is. Soortgelijke beweringen als bovenbedoeld heeft spr. ook gevonden in de memorie vari antwoord, maar hij blijft beweren, dat alle pogingen om de misstanden te verbeteren vruchteloos zullen blijven, als men de dwaling niet in 't hart aantast. Het kwaad schuilt in den geest van het openbaar onderwijs. In de memorie vond hij ook de opmerking dat het openbaar onderwijs in veel wijderen kring zegen verspreidt dan die der ouders en kinderen. Wat bedoelen B. en W. daar mede Hebben zij daarmede op het oog de enkele personen die als leeraren bij dat onderwijs gebaat worden? Zoo niet, dan zal hij gaarne hun antwoord tegemoet zien. De opmerking dat de ouders in de eerste plaats verplicht zijn voor de opleiding hun ner kinderen te zorgen, is in de sectiën gemaakt. Ben W. achten dit in strijd met de wet die de opleiding tot alle christe lijke en maatschappelijke deugden aan de school ten taak stelt.) Spr. zal het niet wagen den indruk te beschrijven dien dit antwoord op hem heeft gemaakthij zal er zich toe bepalen te getuigen, dat die indruk niet aangenaam niet opwekkend was; hij moet zelfs gelooven dat het aan B. en W. in een onbewaakt oogenblik is ontsnapt, maar kan het toch niet onbesproken laten. Spr. beroept zich daarbij noch op de natuur lijke rechten, noch op de voorschriften van den godsdienst maar alleen op art. 159 van het Burg. Wetboek, hetwelk bepaalt dat de echtgenooten zich over en weer verbin den hunne kinderen te onderhouden en op te voeden. Toen in 1859 de wet op het lager onderwijs met wantrouwen in 't land werd tegemoet gezien, is de regeering er op bedacht geweest dat wantrouwen weg te nemen en daarom werden de bekende woorden omtrent de opleiding tot alle christe lijke en maatschappelijke deugden in de wet gebracht. Maar de wet ontsloeg daarom de ouders niet van hunne verplichting hunne kinderen te onderhouden en op te voeden. Integendeel, de wet zegt tot de ouders, de school zal u in uwe taak verlichtenzij zal uwe kinderen opleiden tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. Van zekere ouders die gaarne op de open bare kassen teren en een privelegie ten koste van het algemeen verlangen, is het alleen te verwachten dat zij zich aan de verplichting tot het onderhouden en opvoe den hunner kinderen zullen onttrekken van hen geldt dan zeker de opmerking dat velen zich reeds door het schoolgeld zwaar ge drukt gevoelen zeker treurige bekentenis zij getuigt niet van offervaardige liefde voor het onderwijs, veeleer van gering besef van de verplichting die op hen rust en van een streven om ten koste van het algemeen die verplichting van zich af te schuiven. Gelukkig dat niet alle ouders hetzeltde gevoelen, dat er nog anderen zijn die opofferende liefde betoonen voor de opvoeding en het onder wijs hunner kinderen hen danken wij het dat onze begrooting sluit, waar wij reeds allerlei hulpmiddelen moeten te baat nemen, waar de belastingen niet voldoende zijn en de winst der industrieele ondernemingen ons onontbeerlijk is, en dat alles in hoofd zaak wegens de enorme kosten van het openbaar onderwijs. Waar zou het heen moeten, wanneer wij niet konden wijzen op het voorbeeld van offervaardige liefde door de voorstanders van het bijzonder onderwijs, inzonderheid de Katholieken dezer stad, ge geven. Spr. kan het zich niet voorstellen, hoe de weth. van financiën met al zijne bekwaamheid de begrooting zonder tekort zou doer, sluiten, wanneer naast de kin deren der openbare ook nog voor die der bijzondere school plaats moest wor den gemaakt. Daarom, zegt hij ten slotte, streeft er niet naar, door het openbaar onder wijs de bijzondere school te ondermijnen, want uwe overwinning is onze ondergang (der gemeente.) Bij het door den heer Jansen gesprokene verklaarde de heer Hoogendam zich geheel aan te sluiten. Hij wees er op, dat B. en W. zich door de gewraakte uitlating in veler oog bespottelijk hadden gemaakt. Zoo merkte de Maasbode op, dat B. en W. van Schiedam de kluchtigste commentaren op art. 33 der Onderwijswet hadden geleverd; De Maasbode schreef daaromtrent o. a. Alzoode Staat geeft gelegenheid tot opleiding altoos volgens zjjne eigene zienswijze in christelijke en maatschap pelijke deugden; wie er niet van gediend blieft, handelt in strijd met de wet. pie" lató. Tot welke consequenties zjlUi)iet dien weg van redeneering a ..jj We »n- B. v. art. 353 van het Burg®1 -^ne zegt: sde ouders zijn verphc1 ep°Jget derjarige kinderen te ondeinJ cChoo',,h- voeden foei, de openbai o strafi n het doen, en zulke ouders moe - terlijk vervolgd worden, want f in strijd met de wetA.rm',eS,1rfl' Artikel 20 van de Wet op he W e zegt»de ondersteuning der bijz°n',lei> overgelaten aan de kerkelijke,, instellingen van weldadigheid eI) j# particulier, die een aalmoes ge jrt® ondersteunt, hij handelt in s s( wel. v0el fit Men kan gemakkelijk r°0aen 0 of zulke lichtgevende redeneer»);, j6t markt brengen. B. v. de Staat gt«£ de Maatschappij tot Exploitat'e ol-]ijne'1..'[)0ri spoorwegen in eene menigte sp je ''J straf over dengene, die hetwa-°feree us van eene andere maatschappijte ^jbus P of in een stoomboot, tram of orrJ ^et- te nemen 't is in strijd met x' j Als wie weet hoe sP°e,„n v°° .„«e Staat zijne scholen van badloka^V<' en kosteloos schoolbalen aanbie' ^af het dan geen moeder meer 0 zü deren thuis in het kuipje te ze baden geven in strijd met de (je Sripg En als de kinderen een m!hii°de0PlfV scholen nog eten en drinken bij d^c.oe0 in Christelijke en rnaatschappe'd tteii zullen krjjgen, dan zullen straf di0 ten volgen voor de booze j,en thuis nog ander eten en d^lü gf de ,e(0 want hun gedrag is in strijd r En de Rijkssubsidie aan ijer 5 ,j«f5 scholen, waardoor het bestaan oil gemakkelijker wordt gemaakt, bo^'Vi)3 derhalve meer in de gelegenhei M hun kinderen naar het bijzon»® g»*1'1' ft te zenden: brr.er moet ee,jef)d, v ^ers tegen den Staat worden inge< hij helpt, zoo waar! mede o1» je te brengen tot daden in strijd .gte" ep Hebben de dagbladen in de» ffetlblik hun lezers menig genoeglijk oog rtö»keasep schaft door de klachten van »v, p .p® {of> anti-papisten," in dat gezels® volkomen de acrobatische re^e'ngp-'' van «vermakelijke schoolwetman De Voorzitter maakte de °Ptïie0l. de schitterende rede door den ten voordeele van het bijzond gehouden, eer thuis behoorde .pg, vende macht dan in deze vergade' en Weth. hebben slechts na te wetten, die door de wetgeven e zake het openbaar onderwijs zi)n en dan ligt het op hun weg die 'L°z, i. j1' mogelijk uit te voeren. Het k^n'^, tri te pas een lans voor het byz°lK ofe wijs te breken en daarbij z°° 3 baar onderwijs af te breken, haling o. a. van artikelen var ^g(ja zooals de laatste spreker dit n* te°\e het is toch gemakkelijk critiek u nen en op hekelende wijze ee0at critiseeren. Wel geeft hij t°e>^j wraakte zinsnede iets anders luiden, maar dan moet hij toC'l, jpV01 dat opleiding niet het zelfde is a s jij11'0|(, en dit twee onderscheidene za* ei\ Wat de kosten van het ond®1 vV jjit .j herinnerde de Voorzitter er lf0r' wettelijk maximum voor het s°^te iie vastgesteld, en dat op de gelJ>e^o0[ d0^eo plichting rust het schoolgeld v ^ge en minvermogenden te betalen- rekf-tê" in deze omstandigheden k°n verband tusschen het schoolge'1 0 "'0 0|d van het onderwijs, verklaar 0 &c\\o0 begrijpen zelfs bij proportion00 zou het niet in 't oog zijn te jg De heer Jansen merkte °P' ^0 zitter doel en streven van zÜn --g d°e 0C' juist begrepen heeft. Het was ^.jz0pdeI een lans te breken voor het ii> derwijs, maar alleen te verslag en de memorie va" fl0g aangevoerd, en daarop hee 1 zicj antwoord ontvangenhy b!i,laan i ook dankbaar, maar niet v 0pV tot zekere hoogte toegeven en opleiding twee verschillen opv0fjl(ilel1 maar opleiding is een deel va» 0 sö pfi Dat de kosten van de kos ^0tde(]^ )i« door de gemeente gedrag®n hij begrijpenook al s0h' ket ril" niet voor, dan zou de bilhj gCbO' dendat ook aan de tussc

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1895 | | pagina 2