Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
EÊm
Eea boerenman.
18de J aarg.
Zondag 8 December 1895.
No. 5363.
bureau "§$oier$txaat 50.
JjERSTE BLAD.
j, Parijsche Kroniek.
uil 1 e Ion.
f 0.60
Ndeei r?Wlj2e m°chten zij geen ander
Nen j 1 deze korte overwinningen be-
rubers t" l'en duizend personen, oud-
velgp ertegenwoordigers van het leger
(Slot volgt.)
PRIJS VAN DIT BLAD:
°or Schiedam per 3 maanden
franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
is 7 b
"^dlotf 6 onder <3e droevige serie der
en-twin?e dag6n Welke FrankriJk nu vijt-
tr°Ost e'S Jar6n geleden doorleefde, geen
Schen k rpe®rijker datum voor den Fran-
Van"1 p°u' dan de herinne™g aan den
f87° w" ampigny' Den 30n November
ieg6r de\feneraal Ducrot met zijn geheel
J* WUrto arne overgetrokken, zonder dat
i.6 °*öli<rjn argers' Fru'sen en Saksers, die
?dden hooSten bezet hadden, dit
i6rde rppHnUefi beletten. Het kanon bul
atterUer S Van de" vor'gen avond uit de
Van ^erreux, Pare, Saint-Maur
- 0.05
;i!liiiiii'r;iiiin-iiiniinif;iii;ueni;iK-:
PllIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 rebels
- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangedaan.
Elke gewone regel meer.
i repHo d»msu. nei Kanon oul-
atterüer Van den vor'gen avond uit de
6tl c»-éteil Va" Perreux' parc, Saint-Maur
terat>aten r\6n overdekte den vijand met
t.aa' Renani.611 dn Deceiï|ber maakte gene-
°fps> zich aan bet boofd van het 2de
J* aaitj meester van het dorp Champigny
vers' dat meriderhand de hoogte van Vil-
Jdenj
6rs War "«tueii. ue uuit-
h 8Schen vaen n?lt hunne p°sitiën naar de
hS °öderhr 1 Chennevières ter"g gedreven.
ber bjj lp striJd werd den 2n Decem-
!^nd ®erste 1,chtstralen van den mor-
°0rt> en 6 hervat en duurde tot :s avonds
i^terkin n'e^eoenstaande de vijand een
n hielden a"" n100,000 man had gekregen,
'kelner.- e anschen toch de overhand.
hWj gei'wiizp mnrlitan
L dat t
,S'denfeit i.Wee Uren duurde en een waar
'Cllers w- °n genoemd worden. De Duit-
Ukki cu lücn ae overhand.
Clf* hönnnnw!m~ 1 1 1
th ea da a overwinningen be-
0L°e(1 in <k f herinnering aan den helden-
^Piffp,16 agen betoond, en daarom zal
y niet licht vergeten worden.
leer V vergeten worden,
DPp F°ratiën' stonden Zondag den
a* Sedaclu"1 °m het monument, daar
?ckaard 6nis der gevallenen opgericht,
>>0°rd Zona0"1 Vele redenaars welke het
6Ujk d6V0eren' te hooren, doch voor-
Paul Deroulède, de schitterende
vi i
Ohfü de 6en gUre m°fregen.
\>>s mrlllevp aan ,het veer' stond een
C> groet. 6rWferde 6n, «el Pte muren
%er, da?u°iVuiln,atte plehken van het
§9Vp r°estie ,,;tu dakg°°t sijpelde. Er hing
leirfde dfur 5angrbi°rd boveri de groen
!SM bertpn fp ^ealdlng van een dors-
letters o-p Vu j kunstenaar had
C'S stroom8 i derrd midden in den
e®k wel of ho." h a.nSe' Vergunning.
h; as, ziï.1, i ervan geschrok-
':'nen wa« v! 1lteu stond het er bij
j® deur m vo1 en druk' zóê,
V °°r die °P een klertje open kon.
S ,ea Wwe walm8 TWolkteneen grijze
Vit 'eihe viprt T" groepjes zaten ze
f6tch11 bij de r taftltïes en °P lange
^S°rea sezlhi E: boeren met kaal
en sluikroodbruin van zonne-
sluikgestreken haren van onder
tribuun en patriot, die ook beloofd had te
zullen spreken, te zien en toe te juichen.
Een «internationalist" had de dwaasheid
begaan om daar zijn ongezonden beginselen
en théoriën te verkondigen, zoodat de oud
voorzitter der Ligue des Pairiotes, als het
ware door verontwaardiging buiten zich-
zelven, zijn rede met een verpletterende
exorde aanving, welke door een storm van
bravo's begroet werd. Hoewel wat lijdende,
was zijn stem toch warm, zijn woorden vol
gloed en zijne bewegingen krachtig en
wegsleepend.
Hij begon met de dooden van Champigny
zijn groet te brengen, evenals de talrijke
pelgrims, die met godsvrucht weder dezen
roemrijken Calvarieberg bestegen. Hij her
innerde er aan, dat hij bij de graven der
dapperen de partijtwisten altijd had achter
wege gelaten, doch nu dat van twee kanten
de aanval van ongerechtigheid gedaan was,
moest hij eerst herinneren, dat het geen
vorstelijke eerzucht was die ons den oorlog
van 18/0 op den hals haalde, maar alleen
de vervalsching van het telegram van Ems,
om ons, in den valstrik welke Pruisen ons
reeds lang spande, te lokken.
Wat nu de weldaden, welke de parle
mentaire Republiek aangaat, die, zooals men
ons heeft durven zeggen, het verlies van
Elzas en Lotharingen zoude doen vergeten
de schande dier lastering, zeide hij, laat ik
voor rekening van hem die ze uitsprak,
doch ik vraag u allen, mannen van goede
trouw, wat de zoogenaamde zegeningen wel
zijn van een regeeringsvorm, welke tot een
staatkundige verdorvenheid leidt, waarvan
een tweede voorbeeld nog moet gezocht
worden? Na gezegd te hebben, dat er
eigenlijk in Frankrijk geen Staat meer is,
verklaart hij alleen nog heil in de herziening
der Constitutie van 1875 te zien. Hier
werd hij door den kreet van«Leve de Repu
bliek onderbroken. Ja, antwoordde De-
roulède, de Republiek moet leven, doch
hun zwarte petten, met zwarte stropdassen,
en om hun hoekig lichaam zwart lakensche
jassen.
Er was veel volk gekomen van overal uit
den polder, en de kastelein zou zich de
handen wel gewreven hebben, als hij die
niet beter gebruiken kon.
Van het opkamertje naast de tapkast
gingen de dubbele bedsteedeuren open. Er
werd een tafeltje in de opening gezet, voor
«notaris" (zonder lidwoord) en zijn klerk.
Het gegons werd wat minder, toen notaris
plaats nam. Hij keek eens naar beneden,
door den dikken rook. Een flinke opkomst,
en op de tafeltjes stonden al glazen genoeg
daar zou goed geld van komen. Hij keek
nog eens en begon de condities te lezen
van den verkoop.
Naast het tafeltje, geleund tegen de
deurpost, stond de afslager; hij had ook
een kaal gezicht en was heel in 't zwart,
net als de meeste boeren alleen geen pet
had hij op en zijn haren had hij bij de
slapen naar voren gestreken in glad ge
krulde lokken. Lijdelijk wachtte hij, tot het
lezen gedaan was. Toen slikte hij eens.
«Wie zet dat in en biedt daar geld De
woning van Pieter Karsten met derdehalf
bunder best land. Wie zet dat in
anders dan nu, want, zoo als zij nu is, doodt
zij Frankrijk. Ook deze woorden werden
daverend toegejuicht. Nog drie afgevaar
digden voerden na hem het woord, doch
het publiek riep nogmaals Deroulède terug
die toen de volgende, krasse woorden sprak
«Eene laatste aansporing Patriotten 1 Op u
«reken ik om de voor mij uitgesprokene
«gedachten te verspreiden. Javoor de
«nationale en militaire kwesties evenals
«voor die der socialen en werklieden, voor
«het welzijn van ons dierbaar Vaderland,
«sedert vijf-en-twintig jaren aan die onsamen-
«hangende tyrannie der parlementsleden ten
«prooi, is slechts eene oplossing te vinden,
«dat is, een hoofd door ons gekozen en
«tegenover ons verantwoordelijk, doch hun
«meester."
Een luide kreet«Leve Deroulède 1" be
groette deze verklaring die noch aan dui
delijkheid, noch aan vrijmoedigheid iets te
wenschen liet, zoodat enkele bladen den
volgenden dag schreven, dat men op geen
geslepener wijze het koningschap kon aan
bevelen zonder echter aanleiding tot ver
volging te geven, als dit door Deroulède
gedaan is. Zulke manifestatiën geven wel
stof tot nadenken, doch veranderen helaas
maar zelden iets aan het bestaande, dat
toch inderdaad veel verbetering noodig heeft.
Drie schrijvers van naam zijn hier in de
vorige week overleden. Barthélemy St.
Hilaire, de oude vriend van Thiers, Arthur
Arnold en Alexander Dumas fils. Deze laatste
was lid der Fransche Academie en schrijver
Van een aantal tooneelstukken, welke hij,
volgens zijn eigen verklaring, zelfs zijne
jonge dochters met toestond te zien spelen
en waarin gewoonlijk een zedelijke of maat
schappelijke stelling, op zijn manier, verde
digd wordt. Bij zijn begrafenis die geheel
burgerlijk, zonder redevoeringen noch mili
taire eer, (hij was grootkruis van het Legioen
van Eer), plaats had, was ook de oude
dramatische tooneelsciirijver Jules Barbier
«Twee duizend 1" riep er een.
't Was wel vijf waard 1 «Twee duizend
is geboje geld", dreunde de afslagerwie
zeit beter?" -
't Was heel stil in de zaal, alleen de
rookwolkjes kringelden lustig op naar de
bruine houtzoldering. Toen kwam er een
die beter zei, en nog een, en nog een
soms twee tegelijk en daartusschen altijd
de droge stem van den afslager het bod
herhalend, droog en hard zonder eenige
buiging en de notaris met een lang pot
lood zijn kin steunnend, als hij de bieders
monsterde.
«Vier duizend acht honderd gulden is
geboden om vier duizend acht honderd
gulden, een maalom vier duizend acht
honderd gulden andermaalniemand meer
Om vierduizend acht honderd gulden ten
derden male."
Toen kwam er weer leven. Er werd
geroepen en gestampt en gelachen en ge
klonken, en het strijkgeld rammelde op tafel.
Hij zat in het opkamertje achterin bij
het raam met de knieën over elkaar en
gebogen het grijze hoofd rustend op een
vereelte hand. Zoo tuurde hij naar buiten,
waar alles nat was en miezerig.
tegenwoordig. Bij het zien van de lijkkist
van den vriend, wiens dood hem zoo ge
troffen had, werd hij plotseling ongesteld,
zoodat hij naar zijn huis moest terugkeeren.
Met zijne familie aan tafel gezeten om te
dejeuneeren, sprak men weder over den
aoode. «Men moge zeggen wat men wil,
«zeide Jules Barbier, zoo zonder de kerke-
«lijke gebeden begraven te worden, dat zoude
mij niet bevallen." Nauwelijks had hij deze
woorden geuit of zijn hoofd viel voorover
op de tafel en hij gaf geen teeken van
leven meer. De dokter, onmiddellijk geroepen,
constateerde eene bezwijming waaruit de
patient gelukkig spoedig kwam, zoodat de
krachtige grijsaard den volgenden dag weder
kon uitrijden en men alle hoop heeft dit
ongeval geen verdere gevolgen hebben zal.
De twee door Paus Leo XIII in zijn jongste
consistorie benoemde Fransche kardinalen,
de aartsbisschop van Bourges, Mgr. Boyer,
en de bisschop van Antun, Mgr. Perraud,
zijn beiden eminente mannen.
De eerste is om zijn liefdadigheid te
Bourges zeer populair en algemeen bemind
en zijne benoeming werd er met de grootste
vreugde vernomen en door schitterende
feesten gevierd. De tweede, Mgr. Perraud
is lid der Fransche Akademie en daarom
meer algemeen bekend. Als schrijver van
vele wetenschappelijke werken en redenaar
van groot talent, wenschte de verstandige
Leo XIII, voorat hem den kardinaalshoed
te geven. De rede, dat dit eerst nu is
kunnen geschieden, moet alleen bij de Fran
sche regeering gezocht worden die uit klein
geestigheid, den bisschop van Antun, daarom
niet wdde begunstigd zien, omdat hij meer
malen voor zijn gevoelens, welke niet met
de haren strookten, moedig was uitgekomen.
Na de onthuldiging van het standbeeld
van den geschiedschrijver Augustin Thierry,
welke onlangs te Blois heeft plaats gehad,
ontstond er in de kranten een twist over
de wijze waarop deze geleerde gestorven
«Vier duizend acht honderd," herhaalde
hij bij zich-zelf, half luid.
«Ja, Karsten, 't is niet veel," zei de notaris
«'tvalt me niet mee."
«Hoeveel zou d'r schoon voor me over
schieten, notaris, als alles er af is
«Nu, ik denk goed twee duizend."
Toen was het weer stil in de kamer.
Notaris rekende, en zijn klerk schreef kras
send het procesverbaal bij. De oude keek
naar buiten. Van den grijzen toren galmde
het klokgeluihoog golfden de slagen weg
over de lage huizen. Hij kon juist in het
kerkportaal zien, hoe de koster aan het
touw trok. Dat was voor Aart Joosten, die
aan de kanker gestorven washij had veel
geleden, maar nu was hij dood. De dood
gaf toch rust aan ieder.
«Twee duizend, één honderd vijftig gulden
Karstens," zei de notaris, zijn potlood neer
leggend. «Er kan nog wat bijkomen in den
afslag, maar veel denk ik niet."
En acht en-twintig honderd moest hij heb
ben. Dat moest, anders zou het niet baten.
Langzaam ging hij heen, de herberg uit in
den killen regen, die zijn kleeren doorweekte.
Het moest.