Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Eerste blad.
Kennisgeving.
19de Jaarg.
Zondag 19 Januari 1896.
No. 5395.
bureau ~g$oter$txaat 50.
Zijn reddende Engel.
Parijsche Kroniek.
Feuilleton.
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
PRIJS YAN DIT BLAD:
^oor Schiedam per 3 maanden
franco per Dost door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
'üi
- 0.05
ml! i' r' iiN'iMii 111111i
5=3^®®WA
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Collecte ramp te Zwartewaal.
^Urgemeester en Wethouders van Schie-
brengen ter openbare kennis, dat door
etl> op verzaak van den heer Burgemeester
Vari Zwartewaal, aan eene commissie uit die
§6|heente vergunning verleend is tot het hou-
en van eene collecte langs de huizen van de
'ngezetenen dezer gemeente, op Dinsdag,
'eri 21 Januari a. s., ten behoeve van de
^eduwen en weezen van de bij de jongste
i'°rmen zoo zwaar getroffen visschersbevol-
!llg van dat dorp.
Schiedam, den 18 Januari 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VISSER, L.-B.
De Secretaris,
VERNÈDE.
De beroering, welke zich in de laatste
(^§en van het oude jaar in de wereld-poli-
tlek openbaarde, is er in het nieuwe jaar
a'et op verminderd, en de gebeurtenissen
1,1 de Transvaal hebben ook in Frankrijk
geesten veel bezig gehouden. Onder de
Stamvaders der boeren waren, zoo verzekert
"hen hier, ook vele Fransche uitgewekenen,
^'e na het edikt van Nantes, als Hugenoten
land moetende verlaten, uit het Zuiden
Aftrokken en langs de Afrikaansche kusten
^ar de Kaap de Goede Hoop zeilden, waar
*lj zich vestigden en met de Hollanders
Vermengden. De goudmijnen, waarin hier
1,1 het laatste jaar zoo dol gespeculeerd werd
welke zoovele slachtoffers maakten,
^eden de Transvaal meer bekend worden,
*°odat de laaghartige aanval van Jameson,
ev'enals overal buiten Engeland, de grootste
NOVELLE
door M. F. T.
5)
Met éen plof sloeg Honoré de voordeur
*°e, schudde zijn besneeuwden overjas af
snelde ijlings naar de slaapkamer zijner
!leve, beminnelijke echtgenoote. Zonder
'°ppen opende hij de deur, de slaapkamer
^&skil en koud, de dikste duisternis heerschte
er- Vlug sloeg hij vuur en kreeg tot zijn
Soluk een blaker met een kaars in 't oog,
a'e hij onmiddelijk aanstak, nu staarde hij
verbazing in 't rond. De damasten
^0rdijnen, welke om het ledikant hingen,
^fen toegeschovon zij sliep zonder twijfel
rUstig en kalm, zachtjes schoof hij het gordijn
cet) weinig op zijeen kreet van angst en
Afzetting ontsnapte hem het ledikant
ledig en daar lag een dolk een met
verontwaardiging deed ontstaan en druk
besproken werd. Dat de antipathie tegen
de Engelschen en vooral tegen hunne alles
inpakkende koloniale staatkunde, de gene
genheid voor de Boeren hier veel heeft doen
winnen, is niet tegen te spreken, en geluk
kig is dit ook in Duitschland het geval,
zoodat de vrijheid van de Zuid-Afrikaansche
republiek, naar mijn oordeel, door den met
alle rechten strijdende inval van Jameson,
nog nooit zulke krachtige verdedigers heeft
gehad als thans.
Het doel der reis van jonkheer Beelaerts
van Blokland, den gezant van de Transvaal
te Berlijn, naar hier, moet, zooals sommige
bladen meldden, daarin bestaan, om eene
conferentie der groote mogendheden te
ontwerpen, waarop de onafhankelijkheid der
Zuid-Afrikaansche republiek zoude besproken
worden. De vraag is of Engeland daarin zal
willen deelnemen Indien men zijn wa
pening voor ernst kan aannemen, dan be
staat daar weinig kans op en zoo kon deze
kwestie nog wel eens een staartje krijgen,
waardoor aan Europa's lange vrede spoediger
een einde zouden komen dan dat men dit
had kunnen verwachten.
Dat men daaraan nog weinig denkt, be
merkt men hier aan den geregelder! loop
der gebeurtenissen, waarbij het pers-schan
daal, door het gerechtelijk onderzoek der
geldafpersingen, waaraan den jeugdigen Max
Lebaudy heeft bloot gestaan, in het leven
geroepen, steeds een eerste plaats blijft
innemen. lederen dag neemt het getal der
in zekere bewaring genomener, toe en is
men mooi op weg het dozijn spoedig vol te
zien. De arrestatiën, welke tot heden het
meest gerucht maakten, waren die van
Ulrich de Civry, redacteur van L'Avenir
de V armée, die een kleinzoon zegt te zijn
van wijlen den hertog van Brunswijk, be
roemd om zijn testament, waarin hij 300
millioen francs aan de stad Genève naliet,
waaromtrent het echter mooi zal zijn, indien
80 millioen terecht zullen komen die van
bloed bevlekt moordtuig. Vreeselijke gedach
ten rezen in zijn geest op. Was dat mis
schien de straf voor zijn nachtelijk uitgaan
Zou madame Dolyce haar voorgenomen plan
ten uitvoer gebracht en zijne Adèle alles
verteld hebben of had madame Darfield
zich gewroken
»AdèleAdèlewaar zijt gij riep
Honoré ontroerd wanhopig uitdoch geen
sterveling antwoordde hem. Zou zij gevlucht
zjjn of zou men haar vermoord hebben
Hij wist het niet. Zou zulks ook in verband
zijn te brengen met de geheimzinnige opslui
ting van voor een paar uren Ook dat kon
niemand hem voor 'toogenblik zeggen.
Doch dit ware beter geweest, hij had
aan den wensch zijner echtgenoote moeten
gehoor geven en zich niet diep in den
nacht, in een dier verderfelijke salons moeten
ophouden. Thans bad hij berouw, maar een
voorbijgaande opwelling, berouw als 't ware
uit dwangmet wankelende schreden ver
liet hij die kamer en begaf zich naar de
zijne. Hoe door de reet der deur bemerkte
hij dat ze verlicht was, wie zou dat ooit
gedacht hebben 1 Hij trad binnen, ze was
ledig. Op de tafel stond een brandende
lamp en daar een kreet van schrik en
Jacques Saint-Cère, alias Armand Rosenthal,
redacteur van de Figaro, een joodsch perso
nage dat in veel salons toegang had en zelfs in
het ministerie van buite.olandsche zaken ont
vangen werd en 100,000 francs per jaar met
zijn pen verdiende, en verder die van G. de
Labruyère, een journalist waarvan reeds
veel gesproken werd, en een vechtersbaas
van de eerste soort doch die niettegenstaande
zijn twintig duels, nog spring levend is. De
voornaamste redenen van den val dier soms
zeer begaafde mannen, zijn, zoo als de
Gaulois terecht schreef, Parijs met zijn
steeds toenemende weelde, dalende rente
standaard en stijgende ijdelheid.
Gelukkig dat tegenover deze weerzin
wekkende slachtoffers der heerschende cor
ruptie en la vie d outrance er ook nog
edele en opofferende zielen gevonden worden,
die ons door hun moed en zelfverloochening
weer met het menschdom verzoenen en het
vertrouwen in betere tijden versterken. Den
8sten dezer stierf te Brest, nog slechts 63
jaren oud, de Overste der Liefdezusters van
de Heilige Voorzienigheid, Zuster Jeanne
de Chantal, in de wereld Mej. Tollet. Ge
durende den oorlog van 1870 was zij overste
van het klooster te Chateaudun, toen de
Pruisen zich van de stad hadden meester
gemaakt, en verborg een groot getal soldaten
en francs-tireurs in de kelders van het
klooster. Een garde national, Lépine geheeten,
was gevangen genomen en zoude doodge
schoten worden, toen Zuster Jeanne de Chantal
kwam toesnellen en zijn genade afsmeeken,
die haar echter geweigerd werd. Eensklaps
snelt zij naar den veroordeelde, plaatst zich
tusschen hem en het peloton dat hem moest
neervellen, en roept: »Schiet hem neer als
»ge wilt, doch dan zult ge het mij eerst
doen!" De garde national, een braaf huis
vader, was gered.
Dit geschiedde den 19den October 1870,
en eenige dagen daarna ging een trein ge
wonde Fransche gevangenen naar Duitsch
land vervoeren. Zuster Jeanne de Chantal,
ontsteltenis ontsnapte hem en daar
stond de geopende brandkast, de inhoud
was verdwenen. Het duizelde hem voor
oogen, een gedeelte van zijn vermogen, ten
bedrage van frcs. 200.000 was klaarblijkelijk
gestolen. Hij stelde een nader onderzoek
in, op de brandkast was geen spoor van
inbraak te hespeuren, de sleutel stak in
'tslot, zijn sleutel? Hoe was zulks mogelijk,
voordat hij zijn huis verliet, had hij dat
juweel zorgvuldig weggeborgen die sleutel
moest zich nog in zijn zak bevinden. Hij
tastte en tastte, doch de sleutel was uit
zijn zak verdwenen. Zou ik hem bij de
klimpartij hebben verloren?" dacht de ont
hutste baron, nog nooit is mij iets dergelijks
overkomen." De arme jonkman, want hij
telde pas dertig jaren, was ten einde raad.
Hariep hij plotseling uit en zijn blikken
werden verhelderd Honoré trad op de tafel
toe, daar lag een brief, zelfs twee, maar
die een - hij herkende de hand was
van zijn vrouw en niet gesloten, doch open
gebroken. Bevend nam hij hem op en las
met klimmende ontroering
Honoré
Verwonder U geenszins, dat ik niet thuis
ben. Adèle heeft genoeg van die nachtelijke
dit hoorende, gaat den trein tegemoet, doet
hem stilhouden en slaagde erin de gewonden
naar de ambulance te doen terugkeeren.
Een paar jaren geleden zag ik in het Salon
der Champs Elysées een schilderij deze
treffende scène met talent weergevende.
De heldin houdt met een gebiedend gebaar
der. trein staande, terwijl de officieren en
soldaten haar verbaasd aanstaren. Het doek
trok toen zeer de aandacht, temeer daar de
episode welke het voorstelde, onder op de
lijst beschreven stond.
Tweemaal wist zij belangrijke guusten
voor de stad Chateaudan van de Duitsche
generaals te verkrijgen. Den 23sten October
1870 ging zij vergezeld van eene andere
Zuster naar Orléans en verkreeg van generaal
Von der Thann de bevrijding der bewoners
van Chateaudun welke na de inname dezer
stad gevangen waren genomenen 15
December daaraanvolgend ging zij met den
Engelsche geneesheer Picard den generaal
Wittich, die voor de tweede maal Chateaudun
ging bombardeeren, tegemoet en ontlokte
hem de belofte hij daarvoor het bevel niet
zoude geven, waarin hij trouw woord hield,
en de stad dus daarvoor gespaard bleef.
Niettegenstaande al haar invloed en
fierheid, indien het de belangen en het
leven van haar evenmensch golden, bleef
Zuster Jeanne de Chantal geheel haar leven
even nederig als zij moedig en toegewijd
was en wilde nooit over die gebeurtenissen
spreken en toen een lid harer familie, die
een kleine levensschets van haar geschreven
had, haar daarvan een exemplaar ter hand
stelde, scheen zij daarmede zoo weinig
ingenomen, dat zij het later verbrandde.
Vele duizenden personen vergezelden naar
het kerkhof den eenvoudigen lijkwagen der
edele vrouw, die in 1870 de voorzienigheid
der stad Chateaudun geweest is, dier be-
scheidene heldin die zoo schitterend door
haar daden bewezen heeft wat toewijding
en christelijke liefde grootsche dingen kun
nen uitwerken en dat men niet altijd hoog
partijen ze verveelt zich in huis. Heden
avond ben ik met den nachttrein naar
Marseille afgereisd. Je hebt me lang genoeg
bedrogen, wreed monsterdoch gravin
Adèle Monrampart de Siège verkiest niet
langer misieid te worden, mijn geld heb
ik maar meegenomenbekommer je niet
om mij, doe geen navraag omtrent mijn
persoon, want je stelt er toch geen belar.g
in. Een verzoek heb ik, wees zoo goed, de
in den corridor staande koffers, aan hunne
adressen at te zenden. Indien je evenwel
wederom tot den godsdienst uwer voor
vaderen wilt terugkeeren, je niet langer in
salons ophoudt, waar de duivel menschen
in monsters verandert en aan zijn zegekar
kluistert, uwe schulden voldoet en voor uw
vrouw niets; in 'tgeheel niets meer, ver
borgen houdtdan kan er zegen op je
rusten, kunnen wij gelukkig zijn en kom
ik terug, onmiddellijk zelfs. Maar uwe liefde
voor mij, is thans in vijandschap ontaardt
weet evenwel Honoré dat ik een half jaar
lang veel te goed voor je geweest ben.
Adieu
Gravin A. de Laplaine—Monrampart
de Siège..
Wordt vervolgd.)