Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Ned. R. K. Volksbond,
groote overwinningsn, die op Cuba zijn be
haald door de Spaansche troepen. In de
provincie Pinar del Rio zijn 3000 Cubanen,
onder aanvoering van Maceo slaags geweest
met eene divisie Spaansche troepen in de
nabijheid van de stad Candelaria. De Cuba
nen omsingelden de stad, maar de inwoners
met het Spaansche garnizoen weigerden
zich over te geven. De Cubanen beproefden
toen de plaats binnen te dringen, maar zij
werden teruggeslagen. Verder werd nog
een ernstig gevecht geleverd te Poza Hona,
in de nabijheid van San Cristobal, niet ver
van Candelaria gelegen. Vier duizend Cu
banen vielen daar eene afdeeling Spaansche
soldaten aan, ter sterkte van zes honderd
man, die een carré vormden en met succes
den aanval weerstonden. Deze berichten
komen echter allen uit Madrid, zoodat men
aan die overwinningen geen groote waarde
behoeft te hechten.
De grenskwestie in Venezuela is nog
niet opgelost. De correspondent van de
limes te New-York deelt dienaangaande
mede, dat men in de Vereenigde Staten
algemeen aan eene minnelijke schikking van
dit geschil tusschen de Vereenigde Staten
en Engeland blijft gelooven. Waarschijnlijk
zal dan ook lord Salisbury wel terugkomen
op zijn besluit, om eene scheidsrechterlijke
uitspraak te weigeren.
Schiedam, 11 Februari 1896.
afd. Schiedam.
Rede Tan den weleerw. heer A. J. Clarijs.
Voor een R. K. Idiotengesticht, blijvende
herinnering aan het gouden feest der
St. Yincentius-Vereeniging.
Ingekomen giften
Vorige gift f5.~
Van P. B-1.—
een dienstmeisje- 0.50
N. N. Ter navolging-1.
Van Broeder en Zuster-1.
Uit den spaarpot van Jantje 0.25
Mietje en Kaatje samen-1.
Weinig maar uit een goed hart - 0.25
Totaal. f10.
Ook te dezer stede is het gouden feest
der Vereeniging van den H. Vincentius van
Paulo in Nederland door de Vereeniging
met hare armen op waardige wijze gevierd.
Eene milde bedeeling van vleesch en
aardappelen stelde reeds Zaterdag al de
bezochte gezinnen in staat, Zondag in de
feestvreugde hunner edelmoedige weldoeners
te deelen.
Zondag-ochtend ten 7 en 10£ ure werden
in de St. Janskerk aan de Lange Haven de
HH. Missen ter intentie der Vereeniging
opgedragen. Onder de H. Mis ten 7 ure
had de Algemeene H. Communie der Vin-
centianen plaats, waaraan ook velen van
de door hen bezochte gezinnen deelnamen.
In eene bijeenkomst van de beide confe-
rentiën werd Maandag-avond den heuglijken
stichtingsdag verder in gezellig samenzijn
herdacht.
Den 8n Februari 1897 zal het vijftig jaar
geleden zijn, dat eene conferentie der St.
Vincentius-Vereeniging te dezer stede werd
opgericht.
Door de Rotterdamsche politie wordt
gezocht zekere K. zich uitgevende voor
koopman, die allerlei goederen koopt en dan
betaalt met een wissel, door hem getrokken
op personen die niet bestaan, doch waarvan
hij beweert geld te moeten hebben. Men
vermoedt dat de gezochte zich te Amsterdam
ophoudt.
In deftigen eenvoud werd gisteren het
stoffelijk overschot van den heer Abraham
van Stolk te Rotterdam grafwaarts gedra
gen. Aan het graf werd, overeenkomstig
den wensch van den overledene, niet ge
sproken. Op het kerkhof was het corps der
Koninklijke Scherpschutters in twee gelede
ren opgesteld. Voorts waren daar aanwezig
deputaties der vereenigingen van oud-stryders
en gepensionneerde onderofficieren. Een
overtalrijke menigte had zich voorts naar
den doodenakker begeven.
De kist was onder een aantal kransen
bedolven.
De oudste zoon van den overledene be
dankte voor de aan zijn vader bewezen eer.
Daarna maakten de officieren een militair
saluut en defileerden de manschappen ron
dom de groeve.
Op de zaagmolens der firma Van Stolk
waaide de vlag halfstok.
Iemand te Rotterdam heeft de treurige
taak vervuld zijn 12jarigen zoon ter be
schikking der politie te stellen. De ont
dekking dat zijn zoon in het bezit van
ongeveer f7 was, deed bij den vader het
vermoeden ontstaan, dat hij daaraan op
oneerlijke wijze gekomen was. Op herhaald
aandringen bekende de knaap ten laatste,
dat hij zich aan diefstal van een gouden
horloge schuldig had gemaakt ten nadeele
van een buurvrouw, in hetzelfde huis woon
achtig. Het horloge was door hem in de
bank van leening gebracht.
In het R. N. lezen wij het volgende
Men schrijft ons uit Vlaardingen
De gunstige resultaten, welke de haring-
visscherij in het afgeloopen jaar den reeders
hebben gegeven, schijnt bij velen den moed
te hebben gewekt om de vloot uit te breiden.
Althans de Engelsche kotters, die bij
massa's te Hull, Grimsby en meer plaatsen
aeb^"
in Engeland te koop worden aar'0gr pij"
schijnen hier wel gewild te zijn- je-
hier de laatste maand vier nieuw0 J-
rijen bijgekomen en dan getuigt d0
vigheid op de scheepstimmerwerven: pit
plaats onzer inwoning nog vooruitga Jf
alles in aanmerking genomen en 0 ê|t
uitbreiding der Duitsche haringvl°ot V
den reeders veel moeite dit jaar aa
schikt volk voor hun schepen voCir J
aanstaanden zomer te komen. Ja, naar jjf
zegt, heeft de grootste reeder hie'
eisch ontvangen van Duitsche zeelie^etl'jfl
wel weer wilden komen, maai' da(1
heW
vast per week moesten verdienen,
verleden jaar f 9 was en dan nog,
schepen moesten voorzien worden
stoommachine, om de netten gemakk0
in te halen.
Door de overproductie nu van fuS' ppf
het te wenschen dat vele kuipersgeZ
uit deze plaats zich aanstaanden z0rö
de vloot lieten aanmonsteren. Dit z°u Lp,
het been weer in 't lid kunnen br0ll°});l
daar dan alleen 's winters het fust.g01" vt
kon worden dat des zomers werd vei'01
Dat er dit jaar bijna geen Dui'sC
komen komt ook ten goede van de
ders, Terschellingers en Friezen.
eerstgenoemden prefereert men op dev jp
Hoe het ook zij, |er zullen er nog
ons vaderland te vinden zijn, die z'0'1 e
Juni tot November op de zee willen
ven, daar zij zich dan, spaarzaam t
bij het einde der teelt, met een g0Vll(!ii
beurs huiswaarts kunnen begeven 0'L|il
dan nog verkieslijker is dan dat al da'^
naar 't buitenland gaat.
Een correspondent van De IloU0
deelt eenige staaltjes mede van dan u"
rigen toestand van sommige woning011^
Hoek van Holland. Hij meldt, dat i'1
gedeelte van een wagenschuur, niet gr0° ,ii
dan 3 meter in het vierkant, een gez"1
12 personen gehuisvest is. Dit e"eI,f|i
verblijf ontvangt slechts het licht ui' j
raampje, omstreeks ter grootte van
gewone glasruit, en lucht alleen wa" j{
men de deur openzet. Een jongeling, Ijj^jpt
aan eene ongeneeslijke kwaal, ligt ;p
verblijf ziek te bed. Door een ander
van 4 personen wordt een kelder be''0
een kille, vochtige ruimte, onbereikbaar (p
de stralen der zon. Weer een ander fc'
van 4 personen, dat spoedig staat vern1®^
derd te worden, bewoond een krot, 0,1 Ép
den naam van »de roef' bekend, dat
niet dan gebogen kan binnentreden,^,,
waar men, binnen zijnde, verplicht 's ;p
stond te gaan zitten, omdat men and0'5^,,
gebogen houding zou moeten blijven s'Ls
De correspondent zou nog meer derg0
staaltjes kunnen noemen.
jO
Uit Delft wordt aan de Msb. in da'"
dezer gemelde?ii
De R.-R. Volksbond alhier krijg'
eigen gebouw. Doordien een der he
eereleden daarvoor een belangrijk0
heeft beschikbaar gesteld, heeft het be- .p
eenige huizen aan den Verwersdijk ku
aankoopen, waar het gebouw zal kotf
staan. Dit werd gisteren in de verged
door den President bekend gemaakt
Met den bouw zal spoedig beg0^-
worden men hoopt over een half jaar 1
mede klaar te zijn.
p d0f
In eene vergadering van ingezeten
gemeente Vrijenban, ten einde van g0
ten te wisselen over het door Gedep"'e 'up
Staten voorgestelde plan tot grensv01 j.e(,
ning van Delft, Schipluiden en PÖna
is na het aanhooren eener redevoer'11"
den heer Kentie en na eenige nad0'0^
sprekingen door den heer S. v. d. U°°
commissie benoemd, welke met 11
meentebestuur zal samenwerken t0"
het gevaar voor opheffing der geI1
Vrijenban zoo mogelijk af te wend0"'
De weleerw. heer A. J. Clarijs, die onder applaus deu
katheder besteeg, voud in het feit dat hij gehoord had
dit de eerste vergadering was in dit jaar, aanleiding
aan te vangen met het betoog dat het met alleen goed
is het oog op de toekomst te richten, maar het ook
zijn nut heeft een les in het verleden te nemen, opdat
de onbezonnen vurigheid der jeugd tot geen verkeerde
stappen aanleiding geve. De geschiedenis is toch de
beste leermeesteres, In deze vergadering zou red. dan
spreken over een punt van groot belang in de sociale
kwestie: het ambacht, en wel het ambacht en de ambachts
lieden in de Katholieke Kerk.
Hoe komt het dat tegenwoordig vele ouders hun
kinderen te goed achten om een ambacht te leeren,
zoo vroeg spr. allereerst. Zij achten hun zoon te knap
om werkman te worden »de meester kan hem niets
meer leeren." Er worden dan plannen gemaakt, waarbij
somtijds de vrouw haar zin doordrijft en er wordt
besloten, dat de jongen zal studeeren. Waarom laten
zulke ouders hun zoon geen ambacht leeren. Het is
omdat het woord: .werken is zalig'', nog wel gebezigd,
maar niet begrepen wordt. Zij begrijpen niet, dat de
zaligheid het hoogste doel is en werken eervol, zalig
isalleen door het geloof in Christns kan men dat
begrijpen alleen door den christelijken godsdienst is
de arbeid in eere elke arbeid maar vooral het ambacht.
De Godsdienst en de Kerk hebben het ambacht ge
kweekt en gekoesterddaaraan dankt het zijn leven
en bloeiaan den Godsdienst en de Kerk ontleent het
ambacht zijn eer en zijn adel.
Om dit te staven ging spr. de geschiedenis van het
ambacht na vanaf het begin der wereld tot op onzen
tijd. Vooropstellend dat het doel van het ambacht is
de voortbrengselen der natuur geschikt te maken voor
de behoeften van den mensch, schetste spr. hoe die
behoefte, zich het eerst na den zondeuval openbarende,
God den mensch het ambacht leerde om in zijne be
hoeften te voorzien. Reeds de eerste nakomelin-
geu van Adam deden zich als bekwaam iu sommige
vakken kennen, eo Noë mag als een bekwaam timmer
man geprezeu worden, wijl zijn ark het geweld van
den Zondvloed trotseerde, wat niet te verwonderen is,
waar hij God zelf tot bouwmeester had. De overblijf
selen van den Babeltoren dedeu de degelijkheid der
oude bouwkunst kennenzeker zullen er niet zulke
overblijfselen resten van de tegenwoordige revolutie
bouwerij. In de eerste tijden verstond blijkbaar iedereen
van elk ambacht iets totdat in lateien tijd bepaalde
categoriën van ambachten zich vestigden en niet meer
ieder in zijn eigen behoefte had te voorzien. Onder
de Israëlieten kwam het ambacht tot grooten bloei,
getuige het reuzenwerk vau Salomo's tempelbouw, dat
als een wonder der wereld werd geprezen. Ook onder
de Grieken en Iiomeinen nam het ambacht een hooge
vlucht en werd het ambacht geëerd, hoewel de werk
man-zelf geminacht werd.
Maar hoe staat het ambacht nn in verband met
den Godsdienst, de Katholieke Kerk. Het is om
dat zij het ambacht gekweekt, gekoesterd en be
schermd heeft. Toen de alles overwelgende in
val der barbaarsche volken de beschaving dreigde
in puin te doen storten, toen hun zegelied den lijkzaug
der beschaving deed hooren, was er éene vrouw die
stand hield die vrouw was moeder en in de goddelijke
kracht vond zij de zekerheid harer overwinning; met
vasten tred ging zij de barbaren tegemoet, leidde hen
met zachte hand in den moederschoot om hen te her
vormen tot kinderen der Kerk en bracht mèt den
godsdienst beschaviug en verheffing. Zij deed de ruw
heid van de zeden der barbaren verminderen en hen
vaste verblijfplaatsen kiezen en mèt de beschaving trad
de behoefte in waarin het ambacht moest voorzien.
Karei de Groote deed door geheel zijn rijk ambachts
lieden optreden en de eerste Evangeliepredikers waren
tegelijk de leermeesters van het ambacht, zooals te
genwoordig nog de missionarissen, o. a. een van
sprekers vrienden, die verongelukte terwijl hij de
negers in Afrika een kerk leerde bouwen. Ook de
kloosterlingen en de kluizenaars waren volleerd in het
ambacht dat door hen met vlijt beoefend werd.
Heeft de Kerk aldus de barbaren het ambacht ge
leerd, zij heeft het ambacht ook gekweekt en gekoes
terd; de grootste bloei bereikte het ambacht in de
middeneeuwen. Onder deu invloed der Kerk zijn de gilden
ontstaan, waarin de werklieden van hetzelfde vak zich
vereenigden tot bevordering van de belangen van het
vak en om het te beschermen tegen de wetten en be
palingen van de eerzuchtige overheid en de zelfzucht
der rijken. Sterk door haar eigen recht, verzetten zich
de ambachten tegen alle willekeur. Spreker betoogde
dat de gilden met hare uitnemende organisatie van
leerling, gezel en meester het ambacht hebben verhe
ven en tot bloei gebracht. Ook in deze stad bestaat
nog dat kunstige smeedwerk en drijfwerk in metaal,
dat van den bloei van het ambacht in den tijd der
gilden zoo luide getuigt. De Kerk heeft het ambacht
vruchtbaar gemaakt door het te stellen in haren dienst,
dat is den dienst van God. De bewering dat onze
kerken te weelderig en te veel gesierd zijn, is dwaas
in den mond van den Katholiek, omdat de Kerk is
het Huis vau Goddwaas in den mond van den
arme, omdat de Kerk is ook het huis van den
arme, maar dwaas ook vooral is zulk een bewering
van den ambachtsman, omdat de Kerk hem in staat
stelt een eerlijk stuk brood te verdienen en zijn vaar
digheid in het ambacht onbelemmerd te ontwikkelen.
Maar de Kerk heeft niet alleen het ambacht ver
heven, maar ook den ambachtsman weder in eere ge
bracht; alleen door het licht der openbaring en het
licht der rede kan men de waarde van den arbeid
begrijpen. De bestemming van den mensch is de
aarde te beheerschen, als koning en vorst te heerschen,
en hoe kon hij dit beter dan door de bearbeiding van
het stof, waarbij de krachten van zijn geest en zijn
lichaam in harmonische samenwerking worden in 't
werk gesteld. De arbeider, die aldus het stof beheerscht,
zij het ook dat na deu zondeval het stof zich min
der makkelijk buigt, de arbeid hem zwaarder valt,
is waarlijk koninghet zweet op het voorhoofd van
den werkman is evenzeer een sieraad, als de gouden
koningskroon op het hoofd van deu vorst. De mensch,
het beeld van God, moet het toonbeeld nastreven
van God, Die de bouwmeester vau het heelal is
evenals God moet hij arbeiden en het werk van den
Schepper voortzetten. God schiep de stof, de mensch
hervormt ze; het werk door God begonnen, moet hij
voltooien, daardoor wordt hij als 'tware gelijk aan
God en krijgt hij deel in het goddelijk werk. Is het
wonder dat de Kerk den ambachtsman, in dat licht
beschouwd, eert?
Zal men het dan durven tegenspreken, als Leo XIII
getuigt, dat het Christendom, de Kerk, den arbeid
heeft geadeld en het handwerk in eere gebracht. Zij
heeft de slaven tot vrije mannen, de lijfeigenen tot
poorters gemaakt door de leer, dat allen gelijk zijn
voor God, kinderen van een zelfden Vader, gelijkelijk
voor het geluk des hemels bestemddoor te leeren
dat de werkman in zijn stand even groot is als de
koning op zijn troonhet eelt op de hand van den
werkman die zijn plicht betracht, meer waard is dau
het goud en purper van deu rijke die zijn plicht
vergeet. De Kerk heeft den werkman zijne vrijheid
gegeven, en hem zijne zelfstandigheid doen behouden.
Op den vruchtbaren bodem der Kerk, zijn de gilden
ontstaan, Spr. schetste die vakvereeuigingen in hare
uitnemende organisatiezij hadden hunne rechten en
plichten even goed als de edelen en ridders. En die
plichten bestonden zoowel voor den leerling als den
meester. Ook de rechten van den leerling werden
door den meester beschermd, zooals spr. het ook in
onzen tijd nog heeft zien doen door zijn vader zal.
ged., die een meester was in het eerzame schoenma
kersvak. De gezellen hadden hun eigen rechtspraak
en bestuur; niemand werd meester tenzij hij proeven
vau bekwaamheid gaf in het vak. Zoo werden allen
gevormd tot mannen van eer en plicht. De godsdienst
vereenigde hen allen in dezelfde liefdebandelk gilde
had zijn altaar in de Kerk en zijn eigen schutspatroon.
Zoo waren die gilden als kerkelijke broederschappen
de arbeid was een vervulling van godsdienstplichten,
het ambacht een vorm van Godsvereeringin en door
het vak wist men zich te heiligen, zoozeer dat verhaald
wordt van een kleermaker die in die dagen stierf, hij
stervend vroeg: »geef mij den sleutel van den hemel
ik bedoel de naald waar ik mee heb gearbeid." De
Kerk heeft het ambacht verheven en geadeld; de zoon
van den werkman bestijgt evenals de zoon van den rijke,
het altaar, om bet Oiler van het Lam zonder vlek
op te dragenja hij kan zelfs den schepter voeren
als degene tot wie Christus gezegd heeftgij zijt
Petrus, op deze steenrots zal lk Mijne Kerk bouwen!
Dat de Kerk den werkman eert, is niet te verwon
deren immers werklieden als de apostelen, viaschers
van beroep, of zooals Paulus, het tentenmaken als vak
uitoefenend, hebben 't eerst hare leer gepredikt, maar
meer nog de verheven Stichter der Kerk, Jezus, Dien
wij als de Mensch geworden God aanbidden, heeft
zelf als werkmanszoon het ambacht beoefend, en
Zijne goddelijke hand heeft het gereedschap gehan
teerd. De werkman kan zijn vereelte hand leggen in
de hand des rijken en zeggenGod koos niet uw
stand; hij koos de mijne. Het Christendom is als de
apotheose van den ambachtsstand. Spr. haalde tot slot
aan de woorden door deu Centrumsman Metzner in
den Duitschen Rijksdag tot de socialisten gerichtdat
tevredenheid en geluk zouden wederkeeren en de
sociaal-democratie zou vernietigd worden als de mid
denstand weer in eere kwam; en eindigde met eene
opwekking om den bloei van het ambacht in de Vak-
vereenigingen van den Bond te blijven bevorderen,
die hij besloot met eenleve de Katholieke Volks
bond, leve en bloeie de afdeeling Schiedam 1
Nadat het daverend applaus dat deze overschoone
rede als bezegelde meermalen was zij ook door
applaus onderbroken eindelijk was verstomd, dankte
de geestelijke adviseur, de weleerw. heer W. C. Zuidgeest,
den gevierden spreker voor zijn welsprekend woord,
waarin als het ware zijn hart tot het onze had ge
sproken het was als een kostbaar zaad dat hier zeker
geheel in goede aarde was gevallen, getuige de tempel
stilte en het herhaald applaus. Spr. uitte den wensch
dat het diepe wortel zou schieten en het den geachten
redenaar gegeven zou zijn daarvan nog in zijn tijd de
vruchten te zien het ambacht hier geëerd en in deu
hemel verheven zou zijn. Daartoe vroeg bij hem als
priester zijn vaderlijken zegen. Spr. smeekte dien
milden zegen Gods af voor den akker die hier bearbeid
moest worden, opdat hij rijke vruchten zou voortbrengen.
De president, de heer C. Willeman, dankte zijnerzijds
den gevierden spreker voor zijn opwekkeud woord en bood
hem als bewijs vau erkenning het eerelidmaatschap der
Bondsafdeeliug. {applaus.) Nadat de gevierde spreker
dit eerbewijs dankbaar had aanvaard, werd de verga
dering door den president na dankbetuiging voor
de talrijke opkomst, met gebed gesloten.
"j
100
üe