V'
Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
i
Verijdelde Misdaad.
'9de Jaarg.
Donderdag 19 Maart 1896.
No. 5446.
v
bureau IKofersffraaf 50.
4
algemeen overzicht.
Feuilleton.
H'1.
PRIJS VAN DIT BLAD:
4 oor Schiedam per 3 maanden
Fianco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
PRIJS DER ADVjERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
48 Maart '96.
öe11n..!le. ver8adering door den Senaat in
M0/fe g'steren gehouden, maakte de heer
blad e^ore me'ding van de in verschillende
hiin!" voorkomende berichten, dat de
^'er-pr^dent zich Vrijdag in de Kamer
r let bimetallsme zou hebben verklaard,
hij Ve' 'angde daarom van den minister, dat
È6 o1 te«endeel zou verklaren. De beer
Smet de Nayer verzekerde, dat de
tye|6n'ng d°or hem in de Kamer uitgesproken.
(j0 j1SWaar zijn persoonlijke meening was,
ver 1 ^at deze evenwel werd gedeeld door
ka^°'le^en 'eden van ket kabinet. Belgie
tat niet ket initiatie! nemen tot rehabili-
^le van het zilver. Andere verklaringen
de minister niet geven
De
v«ide
Patriote heeft den heer Van Eet-
geï'8' staatssecr3taris van den Congostaat,
Hch'terV'eW<* naaf aan'eidinS van de be
q teri waarin wordt beweerd, dat de
ben^°Staat Fl'ankrP ket voorstel zou heb-
q gedaan tot een gemeenschappelijk
riij|reden tegen de Derwisjen aan den Boven
uit ^eer ^an Ketvelde verklaarde dat
bericht van allen grond ontbloot was.
y bestaat tusschen Frankrijk en den Congo-
^'Jstaat geen ander verdrag dan die welke
eda langen tijd bekend zijn.
U n dg vergadering door het Lagerhuis in
Roland gisteren gehouden, deelde de
q dersecretaris van buitenlandsche zaken,
^tJrz°ri) mede, dat er onderhandelingen
Sschen Italië en Engeland waren gevoerd
ar aanleiding van de expeditie in Soedan.
6 'taliaansche regeering ziet deze expeditie
tge' genoegen, aangezien zij hare stelling
Kassala ten goede komt. Er is geenerlei
ofte gedaan om Italië te helpen. Het
j^fhcht, dat China Lapla aan Duitschland
®eft afgestaan, schijnt den minister onge-
°tid. Whiteley stelde eene motie voor,
j ^rbij de regeering uitgenoodigd werd al
et mogelijke te doen om door een samen-
atl der mogendheden eene vaste verhou-
ri8 tusschen zilver en goud te vestigen.
4ii
h |^e sneltrein placht gewoonlijk niet bij
s station stil te houden, doch alleen zijn
®jheid te vertragen, om, indien er pas-
hl^'ers wachtten, te stoppen. Ditmaal echter
voor ik nog goed en wel van mijn
derbazing over het gebeurde bekomen was,
L 'rein staan en kwam de conducteur
d op mij toeloopen.
^Mijnheer," zeide hij, »wil u dit pakket
(j^^emen en het zorgvuldig bewaren, tot-
men het bij u halen komt. Zorg er
l(Q®d voor, want de inhoud is van zeer
Ij 'baren aard. Ik zal u later alles ver
ben."
"ij duwde my een klein, zwaar pakket
De minister van financien, sir M. Hicks-
Beach, wees er op, dat het Huis verleden jaar
met algemeene stemmen eene dergelijke
motie had aangenomen. De regeering wen-
schte zich niet van de motie af te scheiden,
Zij geloofde echter dat het onmogelijk was,
een vasten koers van de twee metalen te ver
krijgen. Hoewel de regeering bereid was
met de mogendheden in onderhandeling te
treden ten einde de euvelen, voortkomende
uit den langen prijs van het zilver, weg te
nemen, zou zij echter den gouden standaard
niet prijs geven. Iets kon wel gedaan wor
den om het zilver in waarde te verhoogen,
nl. door het gebruik er van in Indië te be
spoedigen. Verder kon de regeering echter
niet gaan. De welvaart van Engeland mocht
niet in de waagschaal worden gesteld. De
motie van Whitely werd ten slotte met
algemeene stemmen aangenomen.
Bij de behandeling van het ontwerp van
wet op de wereldtentoonstelling nam de
Kamer van afgevaardigden in Frankrijk
gisteren het eerste gedeelte aan van het
amendement van Vaillant, betrekking heb
bende op de regeling van den arbeid van
de tentoonstelling. Na bestrijding door den
minister-president Bourgeois, verwierp de
Kamer het tweede gedeelte, betrekking
hebbende op den achturigen werkdag en het
minimumloon. Het voorstel van Baudy, om
Zondags vóór de tentoonstelling niet te laten
werken, werd eveneens verworpen. Het
geheele ontwerp werd daarna aangenomen.
Bij de voortgezette behandeling der ko
loniale begrooting, in de vergadering door
den Rijksdag in Duitschland eergisteren
gehouden, protesteerde de heer Kayser,
directeur van het Kolonial Ambt, tegen de
bewering van den afgevaardigde Bebel,dat het
voorgevallene met Leist, met Welilau en met
Peters kenmerkend zou zijn voor koloniale
ambtenaren. De heer Kayser wees op de resul
taten bij het onderdrukken van den slaven
handel in de koloniën, waarop men trotsch
mag zijn Ook in economischen zin geeft de
ontwikkeling der kolonie reden tot blijdschap.
Von Kordoff zeide, dat voor eene verstan-
in de hand, floot, en de trein zette zich in
beweging.
Geheel en al in de war door alles ik in
zoo weinig tijds had gehoord en gezien,
bereikte ik mijn kantoor in het stations
gebouw, waar ik mij in een stoel liet
neervallen. Ik legde het pakket voor mij
neertoen keek ik om naar de vrouw, die
ik hier meende te vinden. Ze was ver
dwenen.
Ik zat onbeweeglijk in mijn stoel en
keek, in gedachten verzonken, naar den
muur. Zoo verliepen ongeveer tien minu
ten. Honderden gedachten en vermoedens
doorkruisten gedurende dien tijd mijn brein,
en toen ik eindelijk weer voor mij heen
keek, schrikte ik plotseling op.
Achter een deur in een hoek stond de
vrouw, die mij had medegedeeld, dat een
ongeluk met den trein gebeurd was. ïHemel!"
riep ik uit. »Wat heeft dat alles te bedui
den r
Zij lachte slechts, waarbij ze een dub
bele rij hagelwitte tanden toonde.
Wat meent ge?" vroeg ze bedaard.
dige koloniale staatkunde in den Rijksdag
altijd een meerderheid zal zijn te vinden.
Bebel merkte op, dat dr. Peters zich slechts
zoo lang kon staande houd en, omdat hij mach
tige beschermers had.Lieber verklaarde,dat de
krijgsraad welke door Peters over de negerin
gehouden is, een der stuitendste fin de
siecfe-grappen is. De afdeeling jaarwedde
van den dierecteur yan koloniën werd goed
gekeurd. Verder werden de afzonderlijke
begrootingen van Oost-Afrika Kamerun en
Togo aangenomen overeenkomstig de voor
stellen der commissie.
Dr. Peters heeft gisteren een beëedigde
verklaring openbaar gemaakt, waarin hij
verzekert dat Bebel's beschuldiging volstrekt
onwaar is. De geheele aanklacht is van 't
begin tot het eind uit den duim gezogen,
zegt hij. De twee bewuste terechtstellingen
zijn op geheel verschillende tijdstippen, vijf
maanden na elkander, geschied beide kee-
ren heeft de krijgsraad bestaan uit drie
blanken, Janke, baron van Pechmann en hem
zelf, en is het vonnis met algemeene stemmen
geveld. Peters ziet in de aanvallen van den
Rijksdag iets van een politieke wraakoefening,
van een bondgenootschap van het centrum,
de socialisten en de Duitsch-vrijzinnigen
tegen zijn persoon, waarvan de reden is zijn
werken voor uitbreiding van de vloot en het
geval met prins Arenberg. nMaar", roept
hij aan 't eind met pathos uit; »ik wacht
kalm den afloop van den strijd af, omdat
ik weet dat de waarheid toch altijd zal
zegevieren op leugen en laster."
Het nieuwe ministerie—Di Rudini in Italië
heeft zich gisteren aan de Kamers vertoond.
De verklaring van den minister-president,
markies Di Rudini, luidde ongeveer als volgt.
De zwakheden en misdaden in de aanvoering
der troepen in Afrika zullen streng gestraft
worden. Wij kunnen nog geen preciese
inlichtingen over de gebeurtenissen geven,
maar de ernst van den toestand blijkt uit
de volmacht aan generaal Baldissera gege
ven. Den 8n Maart werd bevel gegeven
op de beste voorwaarden mogelijk vrede te
sluiten. Daaruit blijkt, dat het vorige Kabinet
de noodzakelijkheid begreep om den vrede
te bespoedigen. Baldissera heeft geseind,
dat hij de tweede helft der versterkingen
die nog niet vertrokken zijn, niet noodig
heeft. Wij zullen de vredesonderhandelingen
met voorzichtigheid, fierheid en waardigheid
voortzetten. Intusschen zullen de onderhan
delingen voortduren en niet afgebroken
worden voor betamelijke voorwaarden be
dongen zijn. Wat het lot der wapenen
moge zijn, wij zullen niet streven naar de
verovering van Tigre, wij zouden het land
zelfs afwijzen als het ons aangeboden werd,
want wij zouden macht noch heerlijkheid,
noch rijkdom in Ethiopië vinden. Wij moeten
onze positie als groote mogendheid niet ver
zwakken, wij willen geen protectaraat over
Abbessinië. Om een behoorlijken vrede te
verwerven, moeten wij ons echter op het
voortzetten van den oorlog voorbereiden.
Wij vragen 140.000.000 lire tot den laatsten
December van dit jaar. Wij zullen ons die
som verschaffen door eene binnenlandsche
leening met zeer geringe verzwaring van
de lasten van het loopende dienstjaar. Wij
dienen echter voor het dienstjaar 1896/97
maatregelen te nemen. Daartoe zullen wij
te zijner tijd voorstellen doen. Wij moeten
ons in Afrika eene blijvende plaats ver
zekeren. Wij moeten, naar de draagkracht
der begrooting het leger verbeteren.
Het werk van dit kabinet zoo ver
volgde de minister-president is het her
stellen en behoeden van de openbare vrij
heden en de monarchie te verdedigen tegen
alle aanslagen. Wij zullen zoowel in den
klassenstrijd naar vrede streven als de maat
schappelijke instellingen verdedigen. In de
buitenlandsche politiek zullen wij die voor
zichtige gedragslijn volgen, die ons vrienden
en bondgenooten bezorgd heeft in wie wij
»Nu, wat moet dat beduiden, dat ver
haal, dat de sneltrein is ontspoord, en dat
uw echtgenoot en. kind dood zouden zijn
Daarentegen ging de trein hier voorbij
Wat beteekent dat alles
Zij lachte luide.
»VVat dat beteekenen moet? Het was
een list, om u van het station te verwij
deren," antwoordde zij. »Doch desniette
genstaande hebt gij voor een deel mijn
plan schipbreuk doen lijden, door den wis
sel op het laatste oogenblik nog goed te
zetten."
»Den wissel, dien gij eerst verkeerd ge
zet hadriep ik.
»Zoo is het," antwoordde zij.
«Ellendige!" riep ik uit. »Weet gij niet,
wat geschied zou zijn, indien ik niet ter
rechter tijd hier geweest was
Zij lachte weer.
>0 ja. ik weet het," zeide zij.
«En wat om 's hemelswil hadt gij daar
mee voor?"
»Ik zal het u zeggen. Als gij dien wis
sel niet goed had gezet, zouden eenige
ons geloof denken te bewaren. Wij vragen
uw vertrouwen. Wij zullen trachten dat te
verdienen. De minister kondigde eene
hervorming aan in de benoeming van bur
gemeesters, als een teeken van den vrij
zinnigen, onpartijdigen en ruimen geest,
waarmede het ministerie dacht te regeeren.
dozijnen slachtoffers meer de eeuwigheid
zijn ingezonden en gij waart op de bank
der beschuldigden terecht gekomen. Door
uwe tusschenkomst was mijn plan bijna
verijdeld. Die vervloekte conducteur van
daar even heeft alles zoo netjes overlegd,
dat hij zich morgen niet weinig verwon
deren zal, als gij hem de geheele geschie
denis vertelt."
Zijt ge krankzinnig?" vroeg ik.
sO neen. Ik was nimmer beter bij mijn
verstand dan op dit oogenblik. Ziet ge het
kleine pakket, dat de conducteur u over
handigd heelt?"
Ik legde mijn hand op het pakje en wierp
een donkeren blik op het ontzettende vrouw-
mensch.
(Slot volgt
et
i).
*1
o.
- 0.05
lliniiHmwiHU'iiimmii'
-iiiiiinmiHiwiHtiiiHii'iimHi
4$'
yO"'