Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de Jaarg. Dinsdag 14 April 1896. No. 5466.1^ "pureau IPofersfvaaf 50. Het verboden lied. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland -2.— Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ALGEMEEN OYERZICHT. 13 April '96. De samenkomst van keizer Wilhelm met koning Umberto te Venetië trekt niet alleen •n Italië, maar in de geheele beschaafde wereld bijzonder de aandacht, omdat men begrijpt, dat zij onder de tegenwoordige omstandigheden van bijzonder gewicht moet Worden geacht. Zaterdag-middag te 3 uur 20 min. is de Hohenzollern, waarop zich het Duitsche keizerspaar bevond, gevolgd door de Kaiserin Augusta en een aantal andere stoombooten met autoriteiten aan boord te Venetië aangekomen. Het gemeentebestuur was den hoogen gasten in gondels tot Mala- Hocco te gemoet gevaren en begeleidde ken van daar tot de stad. Alle gebouwen °p 'het plein van St. Marcus waren, volgens ïtaliaansch gebruik, met vlaggen behangen, Er werden saluutschoten gewisseld. De keizerlijke tamilie wuifde van boord de menigte toe, ten dank voor de levendige toejuichingen waarmede deze haar begroette. Koning Umberto, koningin Margherita en kroonprins Vittorio Emanuele, vergezeld door de ministers Di Rudini, Brin en Sermoneta, allen reeds vroeger te Venetië aangekomen, begaven zich aan boord van de Hohenzollern. De Koning omhelsde de Keizerin, de Keizer de Koningin twee malen. Het bezoek duurde drie kwartier De muziek speelde den koningsmarsch en het Duitsche volkslied. De Italiaansche koningsfamilie werd op haren terugweg naar het paleis levendig toege juicht. De tegenwoordigheid van drie Italiaansche ministers en twee Duitsche gezanten toont duidelijk genoeg, dat er iets zeer gewich tigs aan de hand is. De lndL. beige ver neemt uit Milaan, dat ook koning Leopold van Nizza naar Venetië zou komen, om Feuilleton. Een avontuur in de Kleine Belt FELIX LILLA. 4) »Och mijnheer Bendler, blaas eens. Naar Hoibro", zeide de reiziger in wijnen. «Daar zal men het bepaald duidelijk hooren misschien heeft men het al gehoord. Hoorn geschal klinkt in de stille avondlucht heel ver, vooral over eene watervlakte." De muzikant keerde zich naar het oosten en blies de eene fanfare na de andere. Maar niets verroerde zich daargindsgeen lantarens flikkerden heen en weer. Niemand snelde dus te hulp. «Dat helpt niets," meende Olufs na een poos. «De boeren hooren het wei, doch zij bekommeren er zich niet om, omdat zij vermoeden, dat de een of ander zich in een boot of schip op het water met hoornbla- zen amuseert. Zelfs de gendarm bekreunt gisteren (Zondag) aan de conferentie tus- scben Wilhelm en Umberto deel te nemen Wie hier eigenlijk bedoeld wordt, de Koning der Belgen of de souverein van den Congo- staat? Het laatste zou allicht doen ver onderstellen, dat over de expeditie van baron Dhanis aan den Boven-Nijl moet gesproken worden, in verband met de Engelsch-Egyptische expeditie naar Dongola en Italië's positie in Erythrea. De Frankfurter Zeitung beweert, dat de samenkomst van koning Umberto en keizer Wilhelm inderdaad politieke beteekenis heeft. Het kan zoo zijn. Daarom volgt hier een deel van de redeneering van genoemd blad. Dat aan deze ontmoeting, zoo heet het, meer gewicht moet worden gehecht dan aan een zuiver gemeenzame samenkomst blijkt reeds uit de omstandigheid, dat zij die geroepen zijn op te treden als ver tegenwoordigers der politiek van Duitsch- land en Italië, deel nemen aan deze samen komst van den kant van Duitschland de gezanten te Weenen en te Rome, van den kant van Italië door den minister-president en den minister van binnenlandsche zaken. Het blad getuigt intusschen, dat uit de Venetiaansche feestdagen weinig verras sends, weinig ivéltumsturzends te voor schijn zal komen; in Venetië zal hoofd zakelijk weer opnieuw en op plechtige wijze datgene worden bekrachtigd, wat ieder vooraf reeds heeft geweten en waaraan slechts zij twijfelen, die er belang bij heb ben dat wat nu eenmaal bestaat, niet zoo ware." Onder de in beweging gebrachte pennen behoort ook die van de Engelsche Globe die schrijft«De theorie dat de samen komst te Venetië van zuiver vriendschap- pelijken aard is, wordt reeds tegengesproken door de tegenwoordigheid van de voornaamste raadsleden van den koning van Italië en zich er niet om, die zit zeker ook in de kroeg." »Is in Hoibro een gendarm vroeg eens klaps de reiziger in wijnen. »Ja, een gendarm, die daar het toezicht over het strand heeft." «Alle drommels, dat brengt mij op een fameus idee 1 Met signalen krijgen wij hem niet uit de kroeg." «Dat schijnt wel zoo. Toch zal het mo gelijk zijn, hem eensklaps uit zijn Deensch phlegma wakker te schudden, zoo dat hij ons met de grootste snelheid te hulp komt. Mijnheer Wendler, kunt gij het Sleeswijk- Holstein-lied blazen «Natuurlijk «Toe mijnheer Eendier, blaas het dan eens I" «Oho, mijnheer Martens, dat is hier te lande gevaarlijk." «Nu men wordt er toch niet om opge hangen." «Neen, maar wel opgesloten." «Maar het is het zekerste reddingsmiddel. Als de gendarm het verboden lied hoort, komt hij stellig met eene boot, om ons te arresteeren. Dan zijn wij gered. Het is in elk geval aangenamer in de gevangenis dan op dezen natten zandhoop." «Inderdaad. Als er dus niets aan te ver van den Duitsehen gezant te Rome en den Italiaanschen gezant te Berlijn. Volgens de Italië, een der best ingelichte Romeinsche bladen, is het op den uitdrukkelijken wensch des Keizers, dat de markies Di Rudini de hertog van Sermoneta en signor Brin hun souverein vergezellen. De Italië beweert, dat het onderhoud in geen enkel opzicht den politieken toestand zal wijzigen, wat waar mag zijn, maar toch niet de geheele waarheid is. De toestand moge niet gewij zigd, maar de belangrijkste punten daaren tegen kunnen geaccentueerd worden. De samenkomst heeft natuurlijk ten doel het Drievoudig Verbond te versterken, maar daaruit volgt natuurlijk niet, dat Italië Enge land loslaat, naar verhouding het Duitschland meer nadert. Alle Italianen weten, dat Engelands vriendschap noodzakelijk voor hen is. In verband met het bekende schrijven van de drie Engelsch sprekende kardinalen heeft in Engeland groot opzien gewekt een schrijven, namens Z. H. den Paus aan den hoofdredacteur van de Daily Chronicle gericht. De H. Vader heeft een nieuw be wijs van zijne belangstelling voor de zaak des vredes gegeven door den kardinaal staatssecretaris Rampolla op te dragen dit schrijven te zenden aan den hoofdredacteur van een blad, 'twelk steeds op bijzondere wijze voor de instelling van een interna tionaal scheidsgerecht ijvert. Dit schrijven luidt aldus«Mijnheer, Onder de kostbaarste gaven, welke de Goddelijke Heiland der wereld geschonken heeft, was die van den vrede, en Hij had geen sterker verlangen dan dat vrede zou heerschen op aarde. Terecht wenscht dus de Paus, als de plaats- bekleeder van den Eeuwigen Vredevorst, mede te werken aan elke poging tot hand having van den eendracht tusschen de volkeren. Daarom kan Zijne Heiligheid, door anderen is, wil ik liever dezen guren Octo- bernacht in eene Deensche gevangenis door brengen dan mij hier een koorts op den hals te halen. Ik ben geneigd op uw denk beeld in te gaan. Wat echter later de las tige uiteenzetting met den gendarm be treft «Dat is mijn zaak I" viel de reiziger in wijnen hem in de rede. «Over 't geheel neem ik alle verantwoording voor mijne rekening. Ik ken het Deensche volkskarak ter heel goed. Ik zal den gendarm wel aan het verstand brengen, dat onze muzikaal- politieke aanslag niet als een samenzwering maar eenig en alleen als een noodsignaal beschouwd moet worden." «Welaan dan, vooruit I" Nu echter mengde de kleermaker, die tot nu toe met steeds klimmende ontzet ting geluisterd had, zich in het gesprek. «Mijne heeren, ik moet daartegen in allen ernst protesteeren I" riep hij. «Ik ben een goed Deensch patriot, ik heb als sol daat den geheelen oorlog meegemaakt. Als gij het lied blaast, brengt gij mij in ver denking een landverrader te zijn. Neen, neen, dat duld ik niet I" «In tijd van nood kent men geen gebod sprak de reiziger in wijnen. «Waardeheer, houdt uw ooren dicht, opdat uw geweten rein blijft. En nu vooruit mijnheer Bendler mij ingelicht over den ernst, waarmede gij streeft naar de instelling van een vaste rechtbank tot beslechting van internationale geschillen en tot voorkoming van de gevaren des oorlogs, niet nalaten zijne voldoening uit te drukken en zijn hoop, dat God deze prijslijke pogingen met goeden uitslag zegenrijk moge bekronen. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om u mijn oprechte hoogachting te betuigen. Kardinaal Ram polla." Een meer vereerende en meer gezaghebbende aanmoediging had de redactie der Daily Chronicle op haren arbeid niet kunnen ontvangen. De kwestie van het nemen van gelden uit de reserve van de schuldkas van Egypte ter bestrijding der kosten van de expeditie naar Dongola, houdt nog steeds de aandacht gespannen. Een groep van Egyptische groote kapitalisten, onder wie Snares en Zervu- dachi, hebben den advocaat Cartondewiart opgedragen heden (Maandag) voor het ge mengde gerechtshof op te komen tegen het protest van de vereeniging der Fransche houders van Egyptische staatsobügatiën tegen het bekende besluit om uit de reserve van de Schuldkas 500,000 te nemen voor de expeditie naar Dongola. Aan de leden van de Schuldkas en den minister van financiën is tengevolge hiervan Zaterdag een stuk toegezonden, waarin zij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke tegemoetkomingen tot welke zij geneigd mochten zijn; tegenover de Fransche ver eeniging. De Egyptische groep verklaart het verzet der Franschen voor onwettig, omdat het gehoor geven aan den wensch der minderheid de Schuldkas zou belem meren in de regelmatige uitoefening harer taak en in strijd zou zijn met het decreet van 1888. De manier waarop de Egyptische groep optreedt, heeft te Cairo sensatie teweeggebracht. De muzikant zette zijn piston aan den mond en blies met veel talent de wijze van het Sleeswijk-Holstein-lied. Luid zong de Liibecker daarbij: «Schleswig-Holstein meerumschlungel, Deutscher Sitte hohe Wacht, Wahre treu, was schwer errungen, Bis ein schön'rer Morgen tagt. Schleswig-Holstein, stammverwandt, Wanke nicht, mijn Vaterlandl" Den kleermaker ontging geen noot van den hoorn, ofschoon hij de ooren dichthield en zonderlinge grimassen maakte. Met ontzetting staarde de jonge Hannes den vermetelen Duitscher aan. Olufs echter bromde«Ik ben werkelijk nieuwsgierig, hoe dat afloopen zal «Prachtig geblazenriep de reiziger in wijnen. Daar beweegt zich een licht aan den oever! Het middel werkt." «Wij worden allen opgesloten, dat is zeker," bromde Olufs. Het licht het moest een lantaarn zijn flikkerde aan den oever heen en weer en kwam al nader. Na eenige oogenblikken vernam men ook de slagen van roeiriemen. (Slot volgt.) NIEUWE SCHIEDAWISCHE COURANT BOOR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1